Als je op vakantie bent kun je aan een aantal dingen herkennen of je in een arm of een rijk land bent.
Kijk maar om je heen: rijden er (duurdere) auto's, staan er moderne of grote huizen?
Dan ben je in een rijk land.
Waaraan kun je herkennen dat je in een arm land bent?
In deze opdracht gaan we een aantal kenmerken bespreken van ontwikkelingslanden.
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip ontwikkelingsland beschrijven.
minimaal drie kenmerken beschrijven van ontwikkelingslanden.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft kenmerken van een ontwikkelingsgebied en situatie van de bewoners.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
en
Je leert over de scheidingslijn tussen arme en rijke landen. Je bekijkt een video en maakt samen met een klasgenoot een woordspin over 'Arm of rijk'.
Stap 2
Je leert dat een laag gemiddeld inkomen per hoofd bevolking een kenmerk is van een ontwikkelingsland. Je bekijkt een lijst van inkomens per land en beantwoordt er vragen over.
Stap 3
Je leert een ander kenmerk: bevolkingsgroei. Dit houdt verband met slechte gezondheidszorg. In de opdracht verklaar je de bevolkingsverschillen tussen Angola en Nederland aan de hand van twee diagrammen.
Stap 4
Je leert dat het kenmerk monocultuur te maken kan hebben met grote schuld. In de opdracht zie je dat verband door zinnen in de juiste volgorde te zetten.
Stap 5
en
Je gaat op internet op zoek naar nog twee kenmerken. Je bespreekt de kenmerken met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen hebben te maken met kenmerken van ontwikkelingslanden.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets.
Eindopdracht B
Is Zuid-Afrika wel/geen ontwikkelingsland? Je doet onderzoek naar een aantal punten en brengt een verslag uit voor een krantenartikel.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Arm of rijk?
Op vakantie weet je meestal al snel of je in een rijk of arm land bent.
Kijk maar om je heen: naar de mensen, de huizen en de auto's.
Toch moet je wel iets meer weten over een land.
Pas dan kun je bepalen of het rijk of arm is.
Je ziet hoe je een soort scheidingslijn kunt trekken over de wereld.
Aan de ene kant de rijke landen en aan de andere kant de arme landen.
Hoe kun je erachter komen of een land wel of niet welvarend is?
Maak samen met een klasgenoot een woordspin op een A4'tje.
In het midden schrijf je de woorden: 'Arm of Rijk'.
Daaromheen schrijf je een paar manieren hoe je kunt herkennen
of een land wel/niet welvarend is.
Stap 2: Inkomen per hoofd bevolking
Je kunt aan een aantal kenmerken zien of een land wel of geen ontwikkelingsland is.
Een van de kenmerken is of het inkomen per inwoner van de bevolking laag is.
Lees de twee pagina's in de Kennisbank over 'inkomen per hoofd van de bevolking'.
Kijk ook de video in de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Sloppenwijken
Een sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. De woningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen.
Monocultuur
Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats.
Armoedegrens
Hoe rijk iemand is, gemeten naar in hoeverre iemand in zijn of haar behoefte kan voorzien.
Ruilvoet
Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden.
Welvaart
In hoeverre mensen aan hun behoeften kunnen voldoen. Dit bepaalt ook de mate van tevredenheid over het leven.
Welzijn
In hoeverre mensen tevreden zijn met de mate waarin ze in hun behoeften kunnen voorzien. Het gaat bij die behoeften niet alleen om producten die te koop zijn.
Informele economie
Mensen die in de informele sector werken, werken zonder dat de overheid er iets vanaf weet en zonder belasting te betalen.
BNP per inwoner
Het Bruto Nationaal Product per inwoner staat voor het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land.
Levensverwachting
Het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren van een persoon bij de geboorte.
Verstedelijkingstempo
De snelheid waarmee het relatieve aantal inwoners in de steden in een gebied (urbanisatiegraad) groeit.
Verstedelijking
Het in omvang toenemen van steden in een gebied. Ook wel urbanisatie genoemd. Wanneer we de verstedelijking uitdrukken in het aandeel van de bevolking dat in een stedelijk gebied woont, heet dit de urbanisatiegraad.
Analfabetisme
Het niet kunnen lezen en schrijven.
Ondervoeding
Wanneer een persoon te weinig voedsel of kwalitatief slechte voeding krijgt.
Honger
Kwantitatieve honger: een persoon krijgt te weinig voedsel. Kwalitatieve honger: een persoon krijgt voedsel met onvoldoende voedingsstoffen.
Gezondheidszorg
Alle organisaties en instellingen die met gezondheid bezig zijn.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Kies op elke vraag het juiste antwoord.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van de vragen en kunt het juiste antwoord zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Stel je de volgende situatie voor:
Een politieke partij in Nederland (de PP) wil de ontwikkelingshulp aan Zuid-Afrika stopzetten. De partijleden zijn van mening dat Zuid-Afrika een welvarend land is. Het heeft daarom geen hulp meer nodig.
Opdracht
Journalisten van een dagblad willen daar een artikel over schrijven in de krant.
Zij hebben je gevraagd als (onafhankelijke) persoon onderzoek te doen naar de vraag of Zuid-Afrika wel/geen ontwikkelingsland is.
Je maakt daar na onderzoek een verslagje over.
Hoe je zo'n verslag kunt schrijven lees je in de gereedschapskist.
Kijk tijdens je onderzoek naar de volgende (deel)vragen:
Hoe hoog is het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking?
Hoe staat het met de gezondheidszorg?
Heeft Zuid-Afrika een hoge bevolkingsgroei?
Is er sprake van een monocultuur?
Heeft Zuid-Afrika een hoge buitenlandse schuld?
Zoek op internet naar sites met informatie over Zuid-Afrika.
Gebruik de informatie die je opgezocht hebt om een verslagje te schrijven.
Klaar?
Kijk de beoordelingscriteria voor een verslag na in de gereedschapskist.
Lever je verslag in.
Je docent geeft een goede beoordeling als je:
een aantal verschillende kenmerken van ontwikkelingslanden noemt.
per kenmerk aangeeft of het wel/niet van toepassing is op Zuid-Afrika.
aangeeft of Zuid-Afrika wel/geen ontwikkelingsland is.
Het arrangement Opdracht: Kenmerken ontwikkelingslanden - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Arm en rijk" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Tijdens deze opdracht ga je dieper in op de kenmerken van zowel arme als rijke landen. Je bespreekt factoren zoals inkomen, bevolkingsopbouw en monocultuur die deze landen onderscheiden. Daarnaast begrijp je het begrip "ontwikkelingsland" en benoem je ten minste drie kenmerken die typisch zijn voor ontwikkelingslanden.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en schrijf je een verslagje over ontwikkelingshulp in Zuid-Afrika.
Deze opdracht hoort bij het thema "Arm en rijk" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Tijdens deze opdracht ga je dieper in op de kenmerken van zowel arme als rijke landen. Je bespreekt factoren zoals inkomen, bevolkingsopbouw en monocultuur die deze landen onderscheiden. Daarnaast begrijp je het begrip "ontwikkelingsland" en benoem je ten minste drie kenmerken die typisch zijn voor ontwikkelingslanden.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en schrijf je een verslagje over ontwikkelingshulp in Zuid-Afrika.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Gemiddeld inkomen per land
Kenmerken ontwikkelingsland
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.