Activiteiten
| Aan de slag | ||
| Stap | Activiteit | |
| Stap 1 | en ![]() |
Je leert over het verschil tussen arme en rijke landen. Je bekijkt een filmpje en maakt samen met een klasgenoot een woordspin over arm of rijk. |
| Stap 2 | ![]() |
Je leert dat een laag gemiddeld inkomen per inwoner een kenmerk is van een ontwikkelingsland. Je bekijkt een lijst van inkomens per land en beantwoordt er vragen over. |
| Stap 3 | ![]() |
Je leert een ander kenmerk: bevolkingsgroei. Er is dan slechte gezondheidszorg. In de opdracht verklaar je de bevolkingsverschillen tussen Angola en Nederland aan de hand van twee diagrammen. |
| Stap 4 | ![]() |
Je leert dat monocultuur te maken kan hebben met grote schulden in een land. In de opdracht zie je dat verband door zinnen in de juiste volgorde te zetten. |
| Stap 5 |
|
Je gaat op internet op zoek naar nog twee kenmerken. Je bespreekt de kenmerken met een klasgenoot. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Begrippen | ![]() |
De begrippen hebben te maken met kenmerken van ontwikkelingslanden. |
| Eindopdracht A | ![]() |
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets. |
| Eindopdracht B | ![]() |
Is Zuid-Afrika wel/geen ontwikkelingsland? Je doet onderzoek naar een aantal punten en brengt een verslag uit voor een krantenartikel. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |