Neerslag
Intro
Hoe ontstaat regen eigenlijk?
En hagel en sneeuw?
Waarom valt uit de ene wolk wel wat en uit de ander niet?
Welke rol speelt neerslag in de waterkringloop?
Hoe ontstaat een regenboog?
Je gaat in deze opdracht op zoek naar het antwoord op deze vragen.
Op de site van Buienradar.nl kun je zien of in jouw omgeving neerslag valt en/of voorspeld wordt.
Met welk instrument kun je meten hoeveel neerslag er valt?
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- beschrijven hoe neerslag ontstaat.
- minimaal vier verschillende vormen van neerslag noemen.
- het verschil tussen stijgingsregens, stuwingsregen en frontale regens omschrijven.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap 1: Neerslag
Bestudeer in de Kennisbank de twee pagina's over neerslag.
In de opdracht bekijk je eerst een aantal video's.
Daarna beantwoord je de vragen erover.
Video Hoe ontstaat regen?
Video Het sneeuwt!
Video De waterkringloop
Video Regen, hagel en sneeuw
Video Soorten regen
Video De regenboog
Stap 2: Neerslaghoeveelheid
Sommige mensen denken dat het in Nederland altijd regent. Dat valt gelukkig best mee.
Lees onderstaande tekst over de neerslaghoeveelheid in Nederland.
Maak daarna de oefening.
Nederland wordt wel eens een regenland genoemd.
Toch gaan er in een normaal jaar altijd nog 131 dagen voorbij zonder ook maar één spatje regen.
Op de overige dagen valt er in ons land gemiddeld over het land ongeveer 800 millimeter neerslag gedurende 580 uur.
De meeste regen valt gewoonlijk in de zomermaanden, maar dat betekent niet dat het dan ook vaker regent.
De regen valt dan met grotere hoeveelheden ineens en is dan in het algemeen van kortere duur dan in de winter.
De meeste neerslag valt in juni. In deze maand valt er in totaal vaak iets meer dan 80 mm neerslag.
De droogste plek van Nederland vinden we in het midden van Limburg. Daar valt de minste neerslag, gemiddeld minder dan 700 mm per jaar.
De meeste kans op een droge dag heb je in april, dan valt er in Nederland namelijk gemiddeld de minste neerslag. In april valt gemiddeld maar net iets meer dan 40 mm neerslag.
In ons grillige klimaat kunnen de cijfers echter van jaar tot jaar en van dag tot dag behoorlijk verschillen. Tijdens zware buien kan er 's zomers plaatselijk wel meer dan 100 millimeter op een dag vallen.
De grootste neerslaghoeveelheid ooit in één etmaal op een weerstation van het KNMI (Voorthuizen, augustus 1948) gemeten bedraagt ruim 200 millimeter.
Bron: www.knmi.nl
|
Oefening: Neerslaghoeveelheid
Afronding
Begrippen
Neerslag
Water uit de dampkring. Dit water kan in vaste vorm (sneeuw en hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terecht komen. |
Stuwingsregen
Regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhoog gestuwd wordt. |
Stijgingsregen
Neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar. |
Front
Een scheiding tussen twee luchtsoorten. |
Wolk
Een verzameling zwevende druppeltjes waterdamp of ijskristallen in de dampkring, zichtbaar als een witte of grijze pluim. |
Hagel
Hagel is neerslag in de vorm van klompen ijs. De klompen ijs noem je hagelstenen. Deze hagelstenen zijn meestal tussen de 5 millimeter en 15 centimeter groot. |
Sneeuw
Sneeuw is een soort neerslag die bestaat uit samengeklonterde ijskristallen. |
IJzel
IJzel is zeer koude regen die bevriest wanneer het de grond raakt. Het ijslaagje dat dan ontstaat is altijd doorzichtig. |
Mist
Bij mist zweven kleine waterdruppeltjes in de lucht. De waterdruppeltjes zijn duizend keer kleiner dan een gewone regendruppel. |
Dauw
Dauw is een vorm van neerslag. Dauw zijn kleine druppeltjes water die je in de ochtend en avond op voorwerpen vindt. |
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Neerslag'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Eindopdracht B: Regenmeter
Je gaat samen met een klasgenoot een regenmeter maken.
Bekijk de video op Schooltv.
Hierin wordt uitgelegd hoe je zelf een regenmeter kunt maken.
Download nu het Werkblad Regenmeter (Bestand - Downloaden als) van Nemo.
Zoek de spullen bij elkaar die je nodig hebt om zelf een regenmeter te maken.
Maak de regenmeter op de manier die in het filmpje besproken is.
Je kunt de video af en toe stopzetten om de instructies te volgen.
Misschien heb je geluk en gaat het regenen.
Je kunt dan de regenmeter uitproberen.
Klaar?
Laat de regenmeter beoordelen door jullie docent.
Terugkijken
Intro
- Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Kun je antwoord geven op de vragen in de intro?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je minimaal vier vormen van neerslag opnoemen?
Hoe ging het?
- Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht?
Is het jullie gelukt een regenmeter te maken en hem te testen?
Hoe verliep de samenwerking met je klasgenoot?