Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- beschrijven hoe neerslag ontstaat.
- benoemen welke verschillende vormen van neerslag er zijn: regen, sneeuw, dauw, mist, hagel.
- omschrijven wat het verschil tussen stijgingsregens, stuwingsregen en frontale regens is.