Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Algemeen

Planning schooljaar 2018 - 2019

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek

Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - vrijdag 12 oktober
Boek 2                            periode 2 - vrijag 23 november
Boek 3                            periode 2 - vrijdag 11 jaunuari
Boek 4                            periode 3 - vrijdag 22 februari
Boek 5                            periode 3 - vrijdag 5 april
Boek 6                            periode 4 - vrijdag 17 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - vrijdag 14 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.
 

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

Een Wikiwijspagina maken

Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier

 

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Beoordeling

Algemeen

In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.


Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

Boeken

Boekenoverzicht

Boek 1

Dorst, Esther Gerritsen (standaardverslag)

niveau 3

2 sterren

 

Boek  2

Het gouden ei, Tim Krabbé (standaardverslag)

niveau 3

3 sterren

 

Boek 3

De aanslag, Harry Mulisch (brief van de uitgever)

niveau 4

4 sterren 

 

Boek 4

Skydancer, Lotte Kok (juryreport)

4 sterren 

 

Boek 5

Meisje met negen pruiken, Sophie van der Stap (brief aan de uitgever)

niveau 1

2 sterren 

 

Boek 6

Lieveling, Kim van Kooten (brief aan de uitgever)

niveau 2

5 sterren

 

Boek 7

Het Diner, Herman Koch (standaardverslag)

niveau 3

4 sterren

 

Boek 8

De Verdronkene, Margriet de Moor

niveau 4

5 sterren

 

Boek 9

Maar buiten is het feest, Arthur Japin

niveau 4

3 sterren

 

Boek 10

De dochter, Jessica durlacher

niveau 3

2 sterren 

Dorst, Esther Gerritsen

Dorst standaardverslag

Dorst

Samenvatting

Als moeder Elisabeth en dochter Coco elkaar op een ochtend op de Overtoom in Amsterdam onverwacht tegenkomen, is dat een ongemakkelijke situatie voor beiden. Ze zien elkaar niet zo vaak en zeker niet onverwacht. Elisabeth realiseert zich dat ze haar dochter nu moet vertellen dat ze niet lang meer te leven heeft. Ze heeft kanker. Het is begonnen in haar nieren, en de artsen behandelen haar nu even niet, tot er iets op gevonden is. Met deze bewoordingen vertelt Elisabeth aan Coco dat ze uitbehandeld is. Later wordt duidelijk dat Elisabeth ook uitzaaiingen in haar hoofd heeft.

De conversatie tussen moeder en dochter is ongemakkelijk. Hun contact verloopt stroef.

Na dit gesprek gaat Elisabeth even langs de lijstenmakerij waar ze werkt en naar de kapper, met wie ze een gesprekje heeft over haar ziekte. Ze voelt zich op haar gemak bij de kapper. Het voelt voor haar heel vertrouwd en gemakkelijk om met hem te praten, ook over de ziekte die ze heeft.

Coco gaat later die week met haar vriend Hans, haar vader Wilbert en stiefmoeder Miriam naar de Chinees. Daar vertelt ze dat haar moeder kanker heeft en niet lang meer zal leven. De manier waarop dat gesprek verloopt, is ook zeer ongemakkelijk. Heel veel blijft ongezegd. Ze praten tijdens het eten over Elisabeth. Coco voelt zich tevreden tijdens de bijeenkomst. '...en voelt alweer dat fris verheugen, dat steeds maar terugkeert sinds maandagochtend' (p. 33). Die maandagochtend had Elisabeth haar op de hoogte gebracht van haar ziekte.

Ze bespreken tijdens het eten ook dat Elisabeth autisme heeft of op zijn minst asperger. 'Het is een oude vraag waar al vaak omheen gecirkeld is' (p. 34). Tijdens het etentje maakt Coco de grap dat ze bij haar moeder zou kunnen gaan wonen. Omdat iedereen negatief reageert, vindt ze dat ze niet meer terug kan. Ze moet nu bij haar moeder gaan wonen, meent ze. Deze gedachtegang geeft een inkijkje in de mentaliteit van Coco. Tijdens het etentje komt ook ter sprake dat Elisabeth Coco opsloot op haar kamer, toen ze nog maar twee jaar was. Elisabeth had gemerkt dat het niet uitmaakte of ze Coco opsloot of niet: ze huilde even lang en hard. Voor Elisabeth was het opsluiten een manier om even verlost te worden van het kind dat alles 'besmeurde, brak en scheurde'(p. 68). Daar kon ze niet tegen.

Toen Coco vijf was, zijn haar ouders gescheiden. Ze ging bij haar vader en Miriam wonen en was iedere woensdagmiddag en woensdagnacht bij haar moeder. Toen ze vijf was, is Coco expres met haar fietsje door het serreraam gereden en een verdieping daaronder neergekomen op de tegels. Daardoor heeft ze veel littekens. Haar vader is met haar naar het ziekenhuis gegaan, haar moeder heeft de scherven opgeruimd en een ruitenzetter gebeld om het raam te maken. Ze maakte geen haast om in het ziekenhuis te komen. Als Coco haar later vraagt naar dit gedrag, denkt Elisabeth: 'Het is onmogelijk om de waarheid te spreken. Dat het een mooi en acceptabel einde was en dat ze zich had verzoend met dat einde en ze zegt: 'Ik moet zo zijn geschrokken' (p. 174). Dit is de meest stevige van alle aanduidingen die er op wijzen dat Elisabeth het heel moeilijk vond om haar moederrol te vervullen. Ze vond het zwaar om met haar kind om te gaan, omdat ze zo beweeglijk was. Elisabeth was liever alleen of in de lijstenmakerij. Ze voelde opluchting dat Coco door de lucht zweefde met haar fiets en dacht in een flits dat Coco dood zou gaan. Dat had ze een mooi einde gevonden.

Coco gaat vijf dagen nadat ze het nieuws over de ziekte heeft gehoord, bij haar moeder wonen. Elisabeth vindt dit niet fijn. Ze krijgt direct weer de maagpijn die ze ook had toen Coco pas geboren was.

Nu ze samenwonen proberen Coco en Elisabeth allebei hun best te doen om met elkaar om te gaan. Dat valt niet mee. Intimiteit voelt onveilig, want dat hebben ze nooit gehad. Wilbert en Miriam komen langs en blijven koffiedrinken. Coco's vriend Hans komt op bezoek en probeert erachter te komen hoe Elisabeth in elkaar zit.

Als het slechter met Elisabeth gaat, maakt Coco een rooster, zodat er altijd iemand bij haar waakt. Elisabeth haat het om nooit meer alleen te zijn. Het rooster is ook een manier voor Coco om uit te kunnen gaan. Ze bezoekt Hans en verleidt hem. Daarnaast gaat ze in cafés op zoek naar mannen die haar kunnen bevredigen, ook al weet ze dat het nooit genoeg zal zijn. Haar dorst naar gevoel is onlesbaar.

Elisabeth slaapt steeds meer. Wanneer ze wakker wordt, is Wilbert bij haar. Ze zegt tegen hem dat hij haar hond is. Dat is een opmerking uit de tijd dat ze nog getrouwd waren, toen noemde ze hem ook zo. Wilbert vindt het heel vervelend om hond genoemd te worden.

Voor Elisabeth was Coco als kind een vis die ze niet kon vasthouden en niet kon aaien. Een hond kun je wel aaien. Daarom is het voor haar een positieve aanduiding, maar die wordt niet zo begrepen. Elisabeth noemde Coco een vis en zijzelf was het viswijf. Daardoor hoorden ze toch bij elkaar. Van Miriam mocht Coco haar moeder geen viswijf noemen, daarmee werd dat verbond tenietgedaan. Het positieve aan de benaming viswijf werd niet begrepen door buitenstaander Miriam.

In de laatste fase van haar ziekte gaat Elisabeth steeds minder goed zien. Als Martin, haar leidinggevende, op bezoek komt, is hij ongerust en belt Coco op en zegt dat ze thuis moet komen. Coco rent naar huis. Als Martin weg is, gaat ze op haar kamer zitten, op haar bed. Ze denkt na. Elisabeth kruipt de trap op en sluit Coco op in haar kamer. Daarna gaat ze beneden in bed liggen en sterft. Ze sterft alleen, wat ze graag wilde. De kapper komt langs, Coco laat hem binnen door de voordeursleutel uit het raam te gooien. De kapper betreedt de kamer en ziet dat Elisabeth dood is. Coco wordt heel druk en opgewonden vlak nadat haar moeder overleden is. Hans komt langs en belt de dokter. Als die arriveert, stelt hij het overlijden van Elisabeth officieel vast. Coco smeert de handen van haar moeder in met crème en gaat daarna naar boven. Ze maakt zich op om weer door het serreraam te springen. Ze voelt zich licht en blij.

Bron: http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=358199

 

Analyse

Het is een boek dat gaat over een complexe relatie tussen moeder(Elisabeth) en dochter(Coco) zeker als Elisabeth ziek word is het moeilijk voor beide. Het is geschreven in de tegenwoordige tijd, maar er komen flashbacks in voor van Elisabeth die Als moeder niet goed zorgde voor Coco. Wat voor komt in het verhaal is de kapper waarmee Elisabeth makkelijk kon praten zelfs over haar ziekte maar met Coco ging dat heel moeizaam.

 

Schrijver

Esther Gerritsen

Gerritsen groeide op in de plaats Gendt bij Nijmegen en studeerde Dramaschrijven en Literaire vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.

In oktober 2014 verscheen haar roman Roxy. Gerritsen is columniste voor de VPRO Gids. In april 2015 werd bekend dat de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Gerritsen heeft gevraagd het boekenweekgeschenk van 2016 te schrijven. In 2016 is Broer dan ook het boek dat als boekenweekgeschenk word weggegeven.

Bron: Wikipedia

 

Eigen mening

Ik vond het een eentonig boek. Er gebeurd niet veel. Je hebt wel flashbacks maar meestal van hetzelfde als de andere flashbacks. De complexe relatie tussen moeder en dochter is wel interessant om te zien. Ik zou het boek niet aanraden, maar het is wel makkelijk om te lezen en te begrijpen.

Het Gouden Ei, Tim Krabbé

het gouden ei standaardverslag

Afbeeldingsresultaat voor het gouden ei

let op als je alleen over een benzinestation loopt

Rex gaat met Saskia op vakantie naar Frankrijk onderweg stoppen ze om bij een tankstation wat te drinken te halen. Rex pakte zijn polaroidtoestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zo meteen, maar hij zag de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de autoroute zal chaufferen. Maar hij heeft een foto gemaakt van de plek waar die Saskia voor het laatst heeft gezien.

Het toeval speelt een grote rol in dit boek; meer dan eens wordt verwezen naar de toevalligheden die zich soms in het leven voordoen en waarvoor geen enkele verklaring lijkt te bestaan. Een goed voorbeeld hiervan is het badminton-partijtje dat Rex en Lieneke, zijn nieuwe vriendin, spelen tegen enkele Franse toeristen. Rex is zich ten volle bewust van de gekke score: 'Het werd 15-15 en 16-16; alsof ze een dubbelgesternte waren geworden zweefde de ploegen samen een steeds hoger uitslag in. (...) 18-18, 19-19, 22-22, het was volkomen belachelijk, maar het leek of er niets aan te doen was. (...) 25-25, zou een dergelijke stand ooit eerder zijn voorgekomen? Het was griezelig, alsof het toeval een loopje met ze nam (...)'. (p. 37-38).Dat geloof in vreemde toevalligheden manifesteert zich bij Saskia in bijgeloof: zij heeft geluksgetallen, begraaft muntjes en probeert een interpretatie te geven aan die gewoontes, alsof ze de toekomst wil lezen: 'Hij telde; het was de achtste paal van het einde van het hek. Er kwam een glimlach op zijn gezicht: acht was haar geluksgetal. Rozen waren het mooist als het er acht waren, en ze vond het jammer dat hij niet een jaar jonger was - dan zouden ze acht jaar schelen'. (p. 12) Het was wel raar om dat te lezen maar ik vond het een beetje overbodig .Het toeval is een van de meest mysterieuze aspecten van het leven en door de confrontatie ermee, durft Rex sommige dingen te gaan interpreteren, terwijl hij weet hoe onzinnig dat is:'Verder stonden er alleen cijfers op, altijd dezelfde: 75.07.29., met puntjes ertussen alsof iemand bang was dat je er geen datum in zou zien. Die scheelde een dag met haar verdwijning -het was het telefoonnummer van het publiciteitsbureau dat die muren verhuurde'. (p. 78). Hij probeert later ook de namen van Sandra en Saskia op onnavolgbare wijze te interpreteren en ziet overal boodschappen: 'Op een blocnotevelletje schreef hij de namen Saskia en Sandra onder elkaar. Evenveel letters. Zelfde initiaal. Zelfde tweede letter, zelfde zesde letter. Als je de gelijke letters wegstreepte bleef er over: NDR en SKI. Rex keek er een tijdje naar en schreef toen: DR.NIKS. En daarna: KIND R&S.' (p. 83).Lemorne, die minutieus zijn plan heeft voorbereid, laat de selectie van het slachtoffer gedeeltelijk aan het toeval over. Maar ook hij ontkomt niet aan de grotere impact van het toeval: de dingen gebeuren niet zoals hij het zo zorgvuldig had gepland en eigenlijk is het 'stom geluk' dat hij erin slaagt Saskia te ontvoeren.

'Het gouden ei' refereert aan een droom die Saskia had in haar jeugd: 'Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!' (p. 12).De twee gouden eieren zijn echter ook symbool voor de relatie tussen Rex en Saskia; ze pesten elkaar namelijk veel en hebben soms een heuse haat-liefde verhouding. Nochtans zitten ze daar niet erg mee, misschien gaan ze er wel vanuit dat dat erbij hoort: 'Dat kinderachtige geruzie,daarin uitte zich juist hun verbondenheid, ze gaven zich er aan over om te voelen hoeveel ze van elkaar hielden...' (p. 10) Dit vond ik wel mooi om te lezen dat het gouden ei te maken heeft met hun relatie. Het is duidelijk dat Saskia voor Rex de ware is en zijn grootste verlangen is werkelijk één te zijn met haar (p. 13). Het is ook een typische droom voor gevoelens van eenzaamheid en claustrofobie en als Saskia verdwenen is, voelt Rex zich, paradoxaal genoeg, inniger met haar verbonden: 'Het was alsof hij voelde wat zij nu voelde - de angst en de eenzaamheid van het Gouden Ei, en alsof daarmee zijn wens eindelijk in vervulling was gegaan: één met haar worden'. (p. 25). In het tweede hoofdstuk heeft Rex zelf de droom over het gouden ei. Later zal blijken dat je dat als een voorspellende droom kan interpreteren. Uiteindelijk wacht hem namelijk hetzelfde lot als Saskia; opnieuw een paradox: de twee gouden eieren zijn gebotst, ze delen nu hun lot en misschien - zo leek de droom te suggereren - is dat de beste oplossing. Ik vind het heel mooi wat die schrijver daarmee heeft gedaan Saskia had de droom en werd ontvoert later Rex ook precies hetzelfde.

Het boek telt vijf hoofdstukken, een indeling die enigszins refereert aan de structuur van de Griekse tragedie. De eerste vier hoofdstukken zijn ongeveer gelijk in lengte, het laatste is een soort nawoord van de verteller. De gruwel speelt zich af in hoofdstuk 1, wanneer we Rex en Saskia volgen, en in hoofdstuk 3, waar we Lemorne volgen. Hoofdstuk 2 lijkt een rustmoment in de roman; het biedt ruimte voor Rex' overpeinzingen en onderbouwt psychologisch zijn vernieuwde ijver in het zoeken naar Saskia en - dus ongewild - zijn eigen ondergang. Hoewel erg eenvoudig, is het verhaal toch hecht onderbouwd. Krabbé, een meer dan verdienstelijke schaakspeler, weet dat aan een schaakmat ingewikkelde combinaties ten grondslag liggen, maar weet ook dat die zich dikwijls pas achteraf manifesteren. Het hele verhaal wordt bovendien verteld door een auctoriële verteller die zeer afstandelijk en objectief de gebeurtenissen registreert. Wat de ruimte betreft, is het Total-benzinestation het belangrijkste element. Daar verdwijnt Saskia en daar moet Rex naartoe om het raadsel op te lossen; een regelrechte cirkelbeweging dus. Die wordt geëxpliciteerd door een parallel: de tweede rit van Rex - met Lemorne - naar Frankrijk waarbij sommige aspecten terugverwijzen naar die eerste rit, bijvoorbeeld de muntjes die Saskia en hij hadden begraven. De plaatsen die Lemorne aandoet verdienen ook aandacht. Er is een scherp contrast tussen zijn gezinsleven - in zijn gewoon huis - en zijn plannen en daden in het buitenhuisje. Dat huisje verwordt van ikoon van lieflijkheid tot een oord van griezeldaden. Lemorne bestrijkt met zijn Autoroute-abonnement ook alle Franse snelwegen. Zijn beslissing om van benzinestations zijn jachtterrein te maken, was een goede vondst van de auteur: 'En ineens zag Lemorne hoe elegant deze oplossing was: niet alleen zou hij in de benzinestations duizenden buitenlandse vrouwen vinden, ieder uur nieuwe, maar ze waren daar ook als zodanig herkenbaar door de nummerborden van hun auto's.' (p. 59) Dit is slim gedaan van de auteur ik weet niet of ik ooit nog alleen over een bezinestation durf te lopen. De gebeurtenissen spelen zich af, gespreid over een periode van verscheidene jaren. Saskia's verdwijning is omgerekend ergens gesitueerd in het midden van de jaren '70, de moord op Rex acht jaar later. In het hoofdstuk dat aan Lemorne is gewijd, is het tijdsverloop iets grilliger: in een lange flash-back gaan we terug tot 1950, toen hij 16 jaar was, blijven even hangen in 1971,om dan vanaf 1974 systematisch zijn plannen te volgen die hij enkele jaren later (een dag vroeger of later dan 29 juli 1975) kan concretiseren in de moord op Saskia. Dat is dus een erg elliptische tijdsbeleving, die zorgt voor een behoorlijke vaart in het verhaal, waarbij nog eens versneld wordt - als een onomkeerbare vaart van het noodlot - in de passages van de twee misdaden. Het is heel interessant om dat te lezen wel moeilijk te volgen.

Krabbé zet ook enkele boeiende personages neer. Rex is een erg tragische figuur: hij koestert een grote liefde voor Saskia, maar kan die niet altijd goed uiten. Pas na haar verdwijning wordt,door de mate waarin hij haar mist, duidelijk hoezeer ze verbonden waren. Zijn tragiek ligt niet alleen in het feit dat hij Saskia verliest, maar vooral dat hij de oplossing van het raadsel pas krijgt door er met zijn leven voor te betalen. Vreemd - maar door de opbouw van het boek erg overtuigend (en bovendien heel romantisch) - is dat hij niet twijfelt aan Lemornes voorstel: het raadsel heeft tenslotte acht jaar lang zijn leven beheerst. Lemorne is eigenlijk het interessantste personage. Hij is uiteraard licht krankzinnig, maar het lugubere zit juist in het feit dat hij zo niet overkomt. Hij is de brave huisvader, de intelligente leraar met - als wetenschapper - een grote drang naar experiment. Meer dan eens krijg je ook het gevoel (wat hij zelf ook heeft) dat de dingen buiten hem om gebeuren: 'Hoe kreeg de man wiens voorbereidingen hij stap voor stap naspeelde zijn slachtoffer in het huisje?' (p. 54). Een erg gevaarlijke situatie, omdat dat gelijk staat aan het ontkennen van eigen verantwoordelijkheid en hem letterlijk gewetenloos maakt. Lemorne schakelt zijn geweten uit. Lemorne kwam ook over als een hele degelijke man het is moeilijk te begrijpen waarom hij dat deed. Dat contrasteert met Rex, die in het begin van het verhaal foute gedachten heeft over Saskia, maar ze weet te verdringen als zijn geweten in opstand komt. Rex reageert zoals de gemiddelde mens: hij laat zijn geweten toe om zijn taak te volbrengen en handelt daarnaar. Lemorne heeft die controle uitgeschakeld. Zonder bijgedachte, zonder emotie, gebruikt hij alle informatie en situaties die zich voordoen en integreert ze in zijn voorbereiding en meesterplan: de kennis dat het gegil van zijn dochters niet ver genoeg reikt bijvoorbeeld of het lumineuze idee dat hij krijgt door zijn verjaardagscadeau. Het kilst komt hij over bij de moord op de twee jonge toeristen. Die ziet hij slechts als een onderdeel en een oefening van zijn echte plan. Voor hem is de voorbereiding en planning een spel waarvan de afloop fataal zal zijn. Het is echter des te zinlozer omdat hij met zijn activiteiten niets te winnen heeft. Als hij uiteindelijk Rex voorstelt om hem alles te verklaren, wil hij diens leven in de plaats. Dat zijn duivelse trekken.

'Het gouden ei' is eigenlijk een gruwelverhaal dat niet in de geijkte stijl is gegoten; dat is het originele en het verrassende van dit boek. De onderkoelde, afstandelijke stijl van de verteller is daar de oorzaak van. Krabbé heeft ook een sober-realistische aanpak gehandhaafd en suggereert meer dan dat hij vertelt. Net als Lemorne speelt de auteur een spel, door vooruitwijzingen,woordspelletjes (p. 83) en dubbele bodems. De tweede rit naar Frankrijk houdt bijvoorbeeld duidelijk reminiscenties in aan de eerste. Enkele vooruitwijzingen: op een bepaald ogenblik krijgt Lemorne een sleutelhanger met een R cadeau van zijn kinderen; die zal hij later misbruiken om Saskia mee te lokken (zij wou hem kopen voor Rex); Lemorne komt al in beeld tijdens de eerste rondblik van Rex als hij denkt Saskia kwijt te zijn, alleen besteed je als lezer dan nog geen aandacht aan de man met de mitella. Met Saskia's lievelingscijfer 8 speelt Krabbé ook een spel: hij laat het regelmatig opduiken, onder meer op p. 82 ("8000 gulden", "zeven achtste"), de acht jaar die verstrijken tussen de twee moorden, enz. Saskia's geluksgetal blijkt in grote mate een ongeluksgetal; dat is nu juist het horror-aspect van het boek: Krabbé keert de dingen om en put uit de alledaagsheid om griezeleffecten te bereiken. En dat heeft die heel goed gedaan alles is toeval of toch niet?

 

schrijver

Tim krabbé is geboren in Amsterdam 13 april 1943, hij is een Nederlandse schrijver en schaker. Naast romans schreef hij verschillende boeken over zijn twee grootste passies schaken en wielrennen.

 

eigen mening

Tenslotte vind ik het boek heel interessant en mindblowing om te lezen. Alle ‘’toevallen’’ die misschien toch geen toevallen zijn. Het was moeilijk te lezen je moet er echt voor gaan zitten. de schrijver schrijft best lastig. Het is soms moeilijk om iets te begrijpen dus dan moet je even teruglezen, want het is het waard. Het is ook niet een te dik boek je bent er zo doorheen. En als je van thrillers houdt met een tikje psychopathische trekjes dan is dit een perfect boek voor jou! Een echte aanrader.

 

De Aanslag, Harry Mulisch

De Aanslag brief van de uitgever

Afbeeldingsresultaat voor de aanslag

Brief van de uitgever

Ik heb het boek de Aanslag gelezen, het is heel mooi en goed geschreven. Het is een mooi verhaal over het leven van Anton Steenwijk in de oorlog. Over hoe door de moord van inspecteur van de politie Fake Ploeg op de stoep van het huis van familie Steenwijk een draai in het leven van Anton gemaakt. Er zit een goeie structuur in maar er wel ruimte voor verbetering.


Ik vind het heel mooi geschreven een duidelijk structuur en een goed verhaal. Maar het is op sommige plekken wat minder. Een heel lang stuk zonder echt inhoud en niet echt op het verhaal in. Het is natuurlijk moeilijk om na het spannendste stuk te beginnen en het daarna nog spannend te maken, en dat heb je goed gedaan. Je begint met de aanslag die er was en daarna het leven van Anton verder wat voor impact het heeft gehad. En er komt telkens goed in terug wat er is gebeurd toen hij jong was. Dat hij daar nog steeds over te horen krijgt en nieuwe dingen krijgt te weten hoe zijn broer en zijn ouders zijn vermoord. Op het einde komt alles op een rijtje en dat is heel emotioneel dat is heel slim gedaan.


Ik ga het nog niet uitgeven er zijn nog wel wat veranderingen die gedaan moeten worden. Er zitten geen motieven in geen voorwerpen het naar terug wordt gewezen. Er is ook geen echt vast persoon die bij hem is, en de gevoelens veranderen steeds. Dit zou wel beter kunnen Anton heeft niet echt iets om aan vast te houden. Je komt telkens mensen tegen die hij gekend heeft maar die komen niet terug dat is dat eenmalig. Als je dit zou doen wordt het verhaal sterker en emotioneler en dan raken de mensen ook meer in het verhaal. Dit loopt dus door op het volgende dat er ook niet echt meerdere hoofpersonages zijn, en als je dat doet wordt het verhaal dus veel sterker en gaan mensen zich er in meeleven, ook moet er meer in het karakter van Anton zitten. Je kan je anders namelijk niet goed inleven in hem en weten hoe hij zich voelt want het wordt in de ik-vorm geschreven dus dan kunnen er ook meer gedachtes in zitten.


Er zijn dus wel wat dingen dat je moet veranderen, maar het is echt een mooi verhaal dus als je die dingen kan veranderen wil ik hem zeker uitgeven. Veel succes!

Met vriendelijke groet,
Gwenny Mans

Skydancer, Lotte Kok

Skydancer juryreport

Afbeeldingsresultaat voor skydancer boek

Vijf eisen voor het beste Nederlandstalige boek:

1. Het boek moet een verassend einde hebben

2. De titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven

3. Meeslepend verhaal (herkenbaar):

Je moet je wel kunnen inleven in de personage, dit is heel belangrijk want dit geeft je motivatie om door te lezen. Je gaat dan ook meedenken,  hierdoor ga je je inleven in het boek.

4. Er moet actie of tegenstrijd in voor komen:

Zonder actie wordt het boek saai en langdradig. Er moet wel een probleem of tegenstrijd zijn, hierdoor willen mensen verder gaan lezen.

5. De personages moeten goed uitgewerkt zijn, dus veel informatie over de personages:

Als de personage beter is kunnen mensen zich inleven in de personage, zo gaan ze nadenken wat hun zouden doen in zo’n situatie, en wordt het boek ook beter.

 

 

1. Het boek moet een verassend einde hebben

Het einde is heel onverwacht. Het boek gaat over Oscar die vind dat hij in een saai dorp leeft, een saai leven heeft en dat er saaie mensen zijn. Maar dan komt Agnes een heel mooi en knap meisje. Ze is heel mysterieus, en niemand weet waar ze vandaan komt en wat ze doet. Ze flirt met iedereen, maar Oscar wilde niks met haar te maken hebben. Oscar kan haar niet meer weerstaan en wordt vrienden met Agnes. Hij denkt dat ze een speciale band hebben samen, ze rennen samen weg en gaan kamperen. Ze hebben daar gezoend, en de volgende morgen was Agnes ineens weg. Hij liep terug naar het dorp en het was weer terug naar normaal. Agnes negeerde Oscar compleet een flirten weer met iedereen, hij stapte op haar af en ze zei dat alles een leugen was, dat ze hem niet leuk vond. dat alles nep was. Daar reageerde Oscar woedend op en geeft haar een klap. Agnes wilt gaan verhuizen. In de bus komt Oscar Agnes tegen en gaat naast haar zitten. ze hebben een goed gesprek en Agnes verteld over haar verleden en waarom ze zo doet. Het einde was verassend omdat Agnes in een keer uit de tent was en ik had verwacht dat ze zou blijven en ze samen zouden weglopen. Het is een mooi einde en uiteindelijk heel onverwachts. Ze gaat alsnog verhuizen en ze weten niet of ze elkaar ooit nog terug gaan zien.

 

 

2. De titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven

De titel past niet goed bij het verhaal. Er staat een keer het woord skydancer in het verhaal, dat was wanneer Agnes aan Oscar liet zien hoe goed ze kon dansen. En Oscar noemde haar een skydancer zo goed kan ze dansen. Agnes had verteld dat ze op een kostschool zat waar ze moest balletdansen, Alleen het dansen heeft niet veel met het verhaal te maken het  is er maar een gedeelte van.

 

3. meeslepend verhaal

Het is heel meeslepend, een saai dorpje waar niet veel gebeurd. En dan gebeurd er iets -in dit geval de komst van Agnes- en wordt alles meteen interessanter. Het verhaal zelf ook, aan het begin weet je niet wat je moet verwachten van het verhaal. En dat maakt het leuk en interessant. Een conflict tussen twee mensen die niet weten wat ze met elkaar moeten.

 

4. Er moet actie of tegenstrijd in voorkomen

Er is niet heel veel actie, maar wel tegenstrijd. Oscar en Agnes hebben een moeilijke relatie samen. Ze maken veel ruzie, en Agnes flirt veel met andere jongens en ook met Agnes. Oscar wilde eerst niks met haar te maken hebben, maar ze heeft hem overtuigd en Oscar is verliefd geworden. Later verteld Agnes tegen hem dat alles nep was een grote grap, hier wordt hij heel boos door. Het is wel jammer dat er niet echt actie in voor komt.

 

5. De personages moeten goed uitgewerkt zijn, dus veel informatie over de personages

Oscar de hoofdpersonage is heel goed uitgewerkt. Je leest het in zijn perspectief en tussen door krijg je flashbacks over hoe zijn leven was en wat er is gebeurd, dus je krijgt genoeg informatie over hem. Je kan je niet in Agnes inleven, want je weet eigenlijk niet wie ze is en wat ze doet. In het dorp bij iedereen is ze een heel ander persoon dan dat ze is als ze alleen met Oscar is.  Je kan je goed inleven in wat voor situatie Oscar zich bevind: vader die heel lui is, moeder die alles het beste wilt voor Oscar en een saai dorp waar niks te doen is. Dit is bij veel mensen herkenbaar dus interessant, want je gaat je zo meer inleven.

 

Het is niet het beste Nederlandstalige boek, maar wel een hele goede. Het boek heeft een verassend einde. Alleen jammer dat de titel niks interessants over het verhaal verteld. Het is wel heel erg meeslepend, ik wilde heel graag het einde weten en dus doorlezen. Er komt wel wat tegenstrijd in voor, maar toch wel te weinig actie. Alleen Oscar is goed uitgewerkt als personage. Je weet eigenlijk niks over de andere personages, ook niet over Agnes die ook een hoofdrol heeft. Hier kom je wel achter in het einde. Het is zeker wel een aanrader!

 

 

Meisje met negen pruiken, Sophie van der Stappen

Meisje met de negen pruiken brief aan de uitgever

Afbeeldingsresultaat voor meisje met de negen pruiken

 

Geachte Uitgeverij Noordhoff,

 

Ik ben Gwenny Mans ik woon in Noord-Brabant, Oss. Ik schrijf jullie na aanleiding van een nieuwe obsessie met literatuur. Na een hele lange tijd hard er aan gewerkt te hebben, heb ik mijn boek nu eindelijk af. Veel inspiratie bronnen en mensen uit mijn omgeving zeiden dat ik er iets mee moest doen, vandaar dat ik nu een boek geschreven heb. Ik hoop dat u mijn boek zou willen lezen en hier een reactie op willen geven voor eventuele gespreken als gevolg daarvan.

Mijn verhaal gaat over een meisje Sophie die kanker krijgt. In het boek laat ik zien hoe Sophie hier mee omgaat. Het begint wanneer ze een aantal kleine krachten krijgt. Ze heeft last van steken, longvocht en ze is een aantal kilo afgevallen. Na nader onderzoek blijkt dat ze dat ze kanker heeft. De laatste woorden die ze zich herinnert aan het gesprek met dokter : agressief, uitgezaaid en zeldzaam. De laatste zin zit ook in haar geheugen ; ‘het is al een uitdaging om het weg te krijgen, maar de echte uitdaging is om het weg te houden. Als we je al kunnen helpen dan…’

Mijn boek is ingedeeld in niveau 1 maar is wel een boek voor mensen die tegen zware verhalen kunnen. Dat is omdat het een nogal heftig verhaal is door het onderwerp. Kanker is een heftige ziekte en in het verhaal lees je het vanuit Sophie haar perspectief. Je leest het verhaal in het perspectief van Sophie, je komt er dus achter hoe zij het nieuws ontvangt en er mee op leert te gaan. Je leest wat het met haar geest, lichaam en haar omgeving doet. Door de heftige vorm zal het een hele uitdaging zijn om er mee om te gaan en de strijd te doen.

Ik hoop dat u een reactie wil geven op mijn brief en boek. Ik hoor zo spoedig mogelijk graag iets van u.

Met  vriendelijke groeten,

Gwenny Mans

 

Lieveling, Kim van Kooten

lieveling brief aan de uitgeverij 

Afbeeldingsresultaat voor lieveling

 

Geachte uitgeverij Wolters-Noordhoff,

 

Mijn naam is Gwenny Mans en kom uit het Noord-Brabant Oss. Ik schrijf jullie omdat ik namelijk al een tijdje bezig met literatuur schrijven en het goed willen kunnen begrijpen. Na een jaar lang werken heb ik mijn droom op een boek te maken in vervulling laten komen. Deze droom is gekomen doordat veel leraren vonden dat ik een goede schrijfster was en dat ik er echt iets mee moest doen. Vandaar dat ik nu een boek geschreven heb. Ik hoop dat u mijn boek zou willen lezen en hier een reactie op willen geven voor eventuele uitgave afspraken.

Mijn boek heet Lieveling en gaat over een meisje Puck die op haar 5de verjaardag ineens gaat verhuizen. Ze verhuist van de achterbuurt in Rotterdam naar een mooi en groot huis in Zwijndrecht. Ze gaan samen wonen met een oude man die Puck ‘Pappa’ moet noemen maar ‘ome meneer’ noemt. Ome meneer heeft steeds kleine smoesjes om Puck aan te moeten raken. Het verscheelt van het helpen uitkleden tot aan in bad doen. Het wordt dus van kwaad tot erger en uiteindelijk is het gewoon seksueel misbruik. Hij heeft Puck uiteindelijk zo in zijn macht dat hij haar voor alles kan gebruiken en haar als seks speeltje gebruikt. Het verhaal zie je de hele tijd vanuit Puck haar beeld. Dit is een ik-perspectief. Je leest hoe Puck het ervaart om naar het grote huis te gaan en wat ze van de nieuwe vriend van haar moeder vind.

Het boek is geschikt voor oudere jeugd en volwassene doordat er seksueel misbruik in voorkomt en dit is een heftig onderwerp. Vanaf bovenbouw van de middelbare school is het boek wel te lezen doordat is het niveau van het boek 2 op de lijst van lezen voor de lijst. Het is een aangrijpend verhaal van de harde waarheid. Je ziet in het boek de harde werkelijkheid van misbruik door de ogen van het kind. Ze verteld wat ze er nu echt van vind en hoe ze het beleefd. Het is een heftig verhaal doordat seksueel misbruik een groot maatschappelijk probleem is wat moet stoppen.

Ik hoop binnenkort iets van u te mogen vernemen over een eventuele samenwerking.

M.v.g.

Gwenny Mans

Het Diner, Herman Koch

Het Diner standaardverslag

 

Paul Lohman gaat op uitnodiging van zijn broer Serge Lohman (een bekend politicus van de oppositie, maar waarschijnlijk de gedoodverfde nieuwe minister-president bij de volgende verkiezingen) met zijn echtgenote Claire en schoonzus Babette eten in een restaurant waarvan Paul liever de naam niet bekend wil maken. Het zou de volgende keer maar andere bezoekers trekken. Hij gaat eerst met zijn vrouw Claire wat drinken in een naburig café. Daar vraagt ze hem of hij de laatste tijd iets aan hun zoon Michel (15) heeft gemerkt. Paul moet dan terugdenken aan het filmpje dat hij vlak voor ze weggingen op de mobiel van zijn zoon heeft gezien. Dat wekt spanning: er is blijkbaar in het verleden iets ergs gebeurd. Ze gaan samen naar het restaurant waar ze hebben afgesproken, want broer Serge wil iets met hen bespreken. Serge heeft het imago van de “doe-maar-gewoon-politicus,” maar ook dat blijkt een aangeleerde pose. Serge heeft ook een vijftienjarige zoon Rick en bovendien heeft hij een zoon uit Burkina Faso geadopteerd, wat zijn imago als politicus heeft verbeterd. Aan deze Beau ergert Paul zich flink. Ze drinken een aperitief: een roze champagne van maar liefst 10 € per glas. Paul ziet dat Babette betraande ogen heeft en hij vraagt zich af wat er is gebeurd voordat ze zijn weggegaan.

De beide paren bestellen een voorgerecht, dat ook al heel duur is. Paul ergert zich tijdens deze eerste fase aan van alles: de opzichtig acterende gerant met zijn culinaire praatjes over achterlijk kleine maar dure porties, de flauwe grappen die er verteld worden over films en racisme, de te dure chablis, de anekdote over het vakantiehuisje van Serge in de Dordogne, waar ze in het verleden een barbecue met andere Nederlanders organiseerden. Paul is van mening dat zijn broer en schoonzus “Frankrijkje speelden.” Hij wil even weg van tafel en gaat naar de wc waar hij een man in de pisbak naast hem ontmoet die aan hem vraagt of zijn dochter een foto zou mogen maken van de politicus. Paul denkt dat het wel mag. Wanneer hij terugkeert naar de tafel, ziet hij dat de vrouwen zijn weggegaan. Serge zegt voor de eerste keer dat ze over hun kinderen moeten praten.

De vrouwen zijn nog steeds niet terug, maar het hoofdgerecht wordt door de gerant opgediend. Serge wil alvast aan zijn tournedos beginnen: aan hem is eigenlijk het dure eten niet besteed. Paul gaat vervolgens de vrouwen zoeken en hij denkt daarbij terug aan het fotomoment met de dochter van de wc-man. Serge is één en al voorkomendheid tegenover de man (vanwege zijn politieke aspiraties) maar wanneer de man blijft “plakken”, wordt hij toch ongeduldig en wat onbeleefder. Hij doet dan net of hij mobiel wordt gebeld en breekt het gesprek af.

Dan gaat ineens ook een mobiel bij Paul af: het is die van Michel die hij per ongeluk in zijn zak heeft gestoken. Op het toilet bekijkt hij wie het is. Het is Michel zelf die zijn mobieltje mist en het graag wil terug hebben. Maar Paul bekijkt op het toilet nog een keer naar de mobiele video die erop staat en die hij al eerder die dag heeft gezien. Het is een opname van een zwerver die door Rick en vooral Michel is afgetuigd. Dat is weinig verheffend.


 

Daarna denkt hij ook terug aan wat er twee maanden geleden is gebeurd, toen de drie jongens geld uit de muur wilden halen. Er was een zwerfster die in het hokje van een pinautomaat lag toen de beide jongens geld wilden pinnen om te gaan stappen. Ze gooiden van alles uit enkele vuilniszakken naar de vrouw en op het laatst een lege jerrycan, waarin nog benzinedampen zaten. Een geworden aansteker doet de rest. De vrouw is verbrand. Het filmpje is op “Opsporing verzocht” geweest. De beelden zijn niet zo erg helder geweest, waardoor Rick en Michel (Beau had zich ervan gedistantieerd) niet zo goed te herkennen waren geweest. Toch had Paul hen toen al herkend, en zijn vrouw Claire heeft dat volgens hem niet gedaan. Ze was tijdens het programma weggelopen.

Hij heeft zijn zoon in principe in bescherming genomen en hij herinnert zich dan een fraaie flashback van een voorval met Michel. Die had met voetballen een ruit van een naburige fietsenhandelaar ingeschopt en toen hij met Michel wilde gaan betalen, was de man boos uitgevallen. Daarop had Paul een fietspomp gepakt en de man daarmee bedreigd. Toen was de handelaar bang geworden en Paul had tegen Michel gezegd dat het dreigen met de fietspomp een geheim tussen hen beiden moest blijven. Claire mocht niet weten wat er was gebeurd. Michel was toen acht jaar geweest en de schade was 200 gulden (Dan moet dat incident op zijn laatst in 2001 zijn voorgevallen) Wanneer hij het voicemailbericht op de telefoon afluistert, hoort hij dat er die avond iets zal gebeuren waarvan Claire wel op de hoogte is en hijzelf niet. Blijkbaar heeft Claire ook alles vanaf het begin geweten. Michel komt inderdaad naar het restaurant fietsen waar Paul buiten op hem wacht.

Paul heeft de filmpjes van de brandende zwerfster recent op Internet nagekeken o.a. op You Tube en daar zijn nog meer beelden te zien geweest die met een mobiele telefoon zijn opgenomen. Zo is een sportschoen van Michel te zien: hij vreest nu dat de politie daderinformatie heeft achtergehouden.

Vader en zoon praten over het filmpje op You Tube . Het blijkt dat Michel wordt gechanteerd door Beau, die 3000 € wil hebben om te voorkomen dat hij hen zal aanklagen en de rest van videobeelden op Internet zal plaatsen.

Hij wordt even later toch betrapt door Claire en dan zegt Paul dat Michel 50 € kwam ophalen die hij ooit van hem had geleend. Ze gaan samen weer terug naar de dinertafel. Ze vertelt Paul dat ze het op de avond zelf al wist, omdat Michel haar gebeld had om te vragen wat hij moest doen.

Op dat moment wordt een nieuwe flashback ingebouwd. Paul is geschiedenisleraar geweest op een school voor voortgezet onderwijs. De naam van de school wil Paul liever niet noemen (vgl. de naam van het restaurant uit het hoofdstuk “Aperitief” en de naam van het ziekenhuis waarin Claire heeft gelegen later in dit hoofdstuk)

Michel was toen nog vier jaar. Op een gegeven moment was Paul vreemde dingen gaan doen en onacceptabele dingen gaan verkondigen in de klas o.a. over oorlogsslachtoffers. Het was allemaal begonnen na een soloreisje naar Berlijn. Hij wordt door de rector op het matje geroepen die hem kapittelt. Hij wordt doorverwezen naar de schoolpsycholoog.

Die spreekt over een genetische afwijking en Paul is bang voor een tweede kind dat mogelijk zijn genetische eigenschappen zou kunnen erven.. Hij praat met Claire over een vruchtwaterpunctie, maar voordat dit alles zijn beslag krijgt, wordt Claire ziek en verdwijnt in het ziekenhuis. De naam van het ziekenhuis wil Paul niet noemen (zie zijn eerder commentaar op het restaurant en de school) evenals de ziekte waaraan Claire heeft geleden. Nadat Claire een tijdje in het ziekenhuis heeft gelegen, komen Babette en Serge bij hem op bezoek. Hij is net macaroni aan het koken voor hem en Michel. Babette en Serge vinden dat ze tijdelijk op Michel moeten passen (het blijkt dat Claire dit achter zijn rug heeft gevraagd) Paul wordt woedend (hij krijgt weer zo’n driftaanval) en slaat de pan met macaroni op het hoofd van Serge. Die valt gewond neer. Dat is het einde van het Hoofdgerecht, maar er is in dit deel heel wat informatie aan de lezer duidelijk gemaakt.

Tijdens het nagerecht gedraagt Babette zich onfatsoenlijk. Ze doet kleinerend tegenover de gerant over haar gekozen nagerecht en wil dat hij het weghaalt. Serge krijgt gevoelens van plaatsvervangende schaamte, want de andere gasten kijken naar hen. Paul en Claire vinden het voorval wel vermakelijk. Claire heeft tijdens het diner enkele keren gebeld met Michel, zodat hij een alibi voor die avond heeft. Ze vraagt Babette nadrukkelijk naar de tijd, waarop ze belt. Maar Michel is helemaal niet thuis: hij moet die avond immers een “karweitje” opknappen.

Eindelijk komt het hoge woord op tafel. Serge wil praten over de gebeurtenis met Rick en Michel. Hij zegt dat Rick eronder lijdt en dat mag niet gebeuren. Bekennen van het eigen rechter spelen van zijn zoon zal inhouden dat het met de politieke carrière van Serge gedaan is. Hij wil zich een dag later tijdens een persconferentie terugtrekken als lijsttrekker voor de verkiezingen en dat betekent ook dat Babette geen “first lady”zal worden. Ze roept daarom de hulp in van Claire en Paul om dat te voorkomen. Claire ziet problemen voor haar zoontje Michel met wie ze een meer dan goede band heeft (lijkt bijna oedipaal) wanneer ze zullen moeten bekennen. Ze wil Serge overhalen zich niet terug te trekken. Dat heeft ze bovendien aan Babette beloofd, toen ze zojuist van tafel waren gegaan. Serge heeft echter alles al geregeld in het café waar Claire en Paul graag komen (zie begin) Hij is vastbesloten te stoppen in de politiek. Je zou kunnen stellen dat hij zich in dat opzicht integer opstelt.

In dit deel van het diner wordt begonnen met een flashback waarin Paul aangeeft dat Michel recent een werkstuk over de doodstraf had moeten maken voor school. Over zijn ideeën had hij met zijn vader gesproken: er was o.a. een gedachte in opgenomen over het eigen rechter mogen spelen bij niet te verbeteren misdadigers. De rector roept Paul op en er ontstaat een heftige discussie over dit onderwerp. Ineens slaan de stoppen bij Paul door en hij slaat de rector hard in diens gezicht. Dan opent hij het raam en zwaait naar Michel op het schoolplein. De loyaliteit tussen ouders is hier de rode draad in het verhaal.

Serge en Babette gaan alvast naar het café waar de persconferentie zal worden gehouden, want Serge moet nog een en ander regelen. Claire zegt dat hij Serge moet weerhouden een persconferentie te houden door hem in zijn gezicht te slaan of zijn arm te breken. Hij wil dat niet en dan zegt ze dat hij een tijdlang zijn pillen al niet meer neemt. Dan besluit Claire dat zij het zal doen. Wanneer zij weggaat, wacht Paul nog even. Niet lang daarna ziet hij politieauto’s en ambulances rijden naar het bewuste café. Wanneer hij dichterbij komt, ziet hij dat Serge gewond geraakt is in zijn gezicht, dat Babette bij hem in de ambulance stapt en dat Claire wordt afgevoerd door de politie. Ze heeft een gebroken wijnglas in zijn gezicht geduwd.

Aan het begin van deze “epiloog” geeft Paul zijn mening over de vraag hoeveel fooi je aan een ober moet geven. Wanneer hij aan de ober vraagt om de rekening zegt deze dat de heer Lohman die al betaald heeft. Als fooi geeft Paul nu 450 € aan de gerant met de mededeling dat hij hem en zijn zoon nooit in de tuin van het restaurant heeft zien staan.

Dan volgt zijn opsomming van wat er is gebeurd. Serge heeft de verkiezingen niet gewonnen. Zijn steeds veranderende imago zal de oorzaak zijn geweest. Hij had zelfs een baard laten staan om zijn littekens in zijn gezicht te kunnen verbergen. Serge heeft geen aanklacht ingediend tegen Claire. Ook Beau was sinds die avond spoorloos verdwenen. Ze hadden nog lang naar hem gezocht. De media suggereren dat hij misschien naar zijn geboorteland is teruggegaan.

Maar Paul weet beter: op de avond van het diner was Michel thuisgekomen: hij zag er zelf enigszins beschadigd uit en had verteld dat de website van Men in Back waarop het filmpje was te zien geweest verwijderd was van het net en daarmee was ook Beau van het toneel verdwenen. Hij vertelt wat hij heeft gedaan aan zijn “Lieve pappa.”

Op diezelfde avond even daarvoor was Paul erachter gekomen dat Claire voor de geboorte van Michel toch een vruchtwateronderzoek had ondergaan. Ze had de uitslag nooit tegen hem verteld. Op het formulier van het onderzoek had hij trouwens nog andere dingen gelezen. Was hij overigens wel de vader van Michel?


Karakterisering

Paul Lohman

Paul Lohman is een ex-geschiedenis leraar die in het verleden een aantal keren flink uit zijn dak gegaan is als hij een woedeaanval kreeg. Hij is uit het onderwijs gegaan, maar hij heeft zijn gevoelens niet altijd onder controle. Zo heeft hij zijn broer eens een pan macaroni op de kop geslagen en hij heeft de rector van de school van Michel keihard in zijn gezicht geslagen. Hij slikt pillen voor zijn driftaanvallen. Hij doet redelijk cynisch over het restaurant waar ze eten: kleine porties en grote prijzen. Sinds kort weet hij dankzij de televisie-uitzending bij “ Opsporing verzocht" dat zijn zoon wordt gezocht voor een aanval op een junk/zwerfster. Maar hij staat altijd loyaal achter zijn kinderen. Hij weigert Serge over te halen om in de politiek te blijven.

Serge Lohman

Serge Lohman is de broer van Paul. Hij is een karikatuur van een politicus. Hij doet alles om het grote publiek te vriend te houden. De volgende keer zou hij de verkiezingen wel eens kunnen winnen en dan kan hij minister-president van Nederland kunnen zijn. Hij doet daarom graag voornaam in het openbaar: het eten in het dure restaurant bijvoorbeeld. Paul moet nog vaak terugdenken aan zijn jeugd toen Serge niet uitblonk door net gedrag. Hij boerde aan tafel omdat hij grote hoeveelheden cola dronk. Nu doet hij alsof hij een echte wijnkenner is. Tijdens dit diner begint hij aan zijn hoofdgerecht (de tournedos), terwijl er verder niemand aan tafel zit. Dat is niet echt volgens de etiquette. Hij ligt goed bij de vrouwen vanwege zijn openlijke charme.. Maar nu hij op de hoogte is van de misdaad van zijn zoon, wil hij zich in het openbaar terugtrekken als lijsttrekker voor de verkiezingen. Zijn vrouw wil dat hij blijft en heeft geprobeerd dat via Claire te bereiken. Maar hij gaat toch op weg om zijn aftreden bekend te maken, totdat hij door Claire het ziekenhuis in wordt geslagen. Je weet als lezer niet zeker of Serge wel oprecht zijn politieke carrière wil opgeven, want hij kan ontzettend goed acteren, hebben we gelezen. Dat zie je in de passage met de fan en de foto in het restaurant.

Babette Lohman

Babette Lohman is veel slimmer dan haar echtgenote Serge, vindt Paul. Ze heeft hem helemaal door. Ze doet heel sarcastisch over zijn manier van doen (bijvoorbeeld over zijn plotselinge hobby van wijnkenner). Maar aan het einde van de roman wil ze liever niet dat Serge zij terugtreden als lijsttrekker bekend maakt. Ze vindt het wel leuk om in de schijnwerpers te staan als de vrouw van ….. Ze is flink van postuur; alles aan haar is groot, maar het is wel in proporties. Tijdens het nagerecht doet Babette heel arrogant tegen de gerant van het restaurant. Ze wil dat hij het terugneemt en maakt een beschamende scène.

Claire Lohman

Claire Lohman is, volgens de verteller, ook slimmer dan hij is. Ze is ook stiekem. Want op de avond van het diner weet zij al dat haar zoon iets gaat uithalen, wat niet door de beugel kan. Ze heeft echter niets aan Paul verteld. Al eerder in haar huwelijk heeft ze informatie achtergehouden bijv. over de vruchtwaterpunctie in het verleden. Ze heeft natuurlijk willen weten of hij een genetische afwijking had. Maar dat kan ook meteen betekenen dat Michel niet de biologische zoon van Paul is.

 

Thema en conflict

Goed en Kwaad

In deze uitstekende roman van Herman Koch staat het dilemma van ouders centraal waarin die kunnen komen te verkeren wanneer hun kinderen onheil veroorzaken. Michel en Rick hebben in een bui van onbezonnenheid een zwerfster gedood. De dood van de vrouw vergoelijken ze doordat ze zo ‘stonk” en daarmee eigenlijk om haar dood had gevraagd. Bovendien konden ze niet weten dat er nog lege benzinedampen in de jerrycan zaten.

Hoever mogen ouders gaan in de bescherming van hun kinderen, wanneer die een misdaad hebben gepleegd? Met dat probleem worstelen de vier ouders die bovendien nog een familieband met elkaar hebben. Het meest ligt de nadruk op de ouders van Michel, die een bijna oedipale band met zijn moeder heeft. Misschien (suggereert de verteller) is hij geen biologische zoon van Paul (het verslag van het vruchtwateronderzoek) Toch blijkt ook Paul volledig op de hoogte zijn van wat Michel heeft uitgespookt: het filmpje op YouTube laat daarover geen misverstanden bestaan. Het liefst stopt Paul alles in de doofpot net als zijn vrouw Claire. Vandaar dat de flashbacks met de fietshandelaar en met de rector op school nuttig zijn omdat ze de kern van de thematiek aangeven.

Uit de discussie van Paul met de rector is het volgende citaat op blz. 262/263 :

Ik stond voor het dilemma waarvoor iedere ouders zich vroeg of laat geplaatst ziet: je wilt uiteraard je kind verdedigen, je komt voor je kind op , maar je moet dat niet al te krachtig doen en al helemaal niet welbespraakt- je moet ze niet klemzetten. De onderwijzers en docenten zullen je laten uitspreken, maar daarna wraak nemen op je kind.

Uit dit citaat blijkt wat conflict van het Paul is, het dilemma zoals hierboven beschreven wordt.

“Het Diner” is een boeiende roman over loyaliteit van ouders ten opzichte van hun kind, verzwegen familiegeheimen, zinloos geweld, eigenaardige liefdesrelaties, eigenbelang, veinzen.


Motieven

Familiegeheim

Van de vier ouders is misschien Serge nog de betrouwbaarste. Hij wil zich namelijk uit de politiek terugtrekken, waardoor zijn zoon kan bekennen. Alleen weet je niet zeker wat hem diep van binnen beweegt, omdat je namelijk van de verteller te horen hebt gekregen dat Serge een perfecte toneelspeler is in de publieke ruimte. De scène met de man die in het restaurant een foto van de a.s. minister-president wil maken, is daarbij illustratief. Babette wil niet dat hij opgeeft, zodat zij de kans misloopt om “de vrouw van …..” te worden. Claire en Paul denken vooral aan de toekomstige belangen van Michel. Aardig is ook nog dat het stel Claire en Paul geheimen voor elkaar hebben. Zo heeft Claire achter zijn rug om gevraagd aan Babette of ze tijdens haar ziekte Michel willen weghalen bij Paul. Ook hebben ze hun kennis over het zwerfster-incident voor elkaar verzwegen en op de avond van het diner komt Paul er ook nog achter dat Claire voor de geboorte van Michel ook een vruchtwateronderzoek heeft laten doen en ze al op de hoogte was dat ze een zoon kregen. Het veinzen (hier in alle vier personages naar voren gebracht) is een vaker voorkomend motief in het werk van Herman Koch. Als laatste tik voor de lezer zegt Paul nog dat hij iets in het verslag heeft gelezen wat hij niet wil vertellen, daarbij suggererend dat Michel zijn biologische zoon wel eens niet zou kunnen zijn.

Het andere familiegeheim( de verdwijning van de geadopteerde Beau, waarin Michel zeker de hand heeft gehad en waarvan zijn moeder vooraf en zijn vader na afloop op de hoogte zijn geweest) wordt in de familie doodgezwegen.
Titelverklaring

Het verhaal speelt zich af tijdens een diner in een chique restaurant. Dat is eigenlijk de enige verklaring die er te geven is. Tijdens dit diner wordt beslist over de levens van mensen, letterlijk en figuurlijk. 'Het diner' zal in de geheugens gegrift staan van de hoofdrolspelers.

Tijd

1. De historische tijd: In het verhaal komen meerdere malen elementen terug die wij in onze huidige maatschappij veelvoudig gebruiken. Je komt dan ook geen speciale spullen tegen die wij tegenwoordig weinig tot niet gebruiken. Op grond daarvan baseer ik dat dit verhaal in de huidige tijd van tegenwoordig afspeelt. Wel ga ik aan de hand van één citaat uit het verhaal na vanaf welk jaartal dit verhaal zich afgespeeld zou kunnen hebben.

“We zeggen gewoon dat-ie is gejat en verlengen het abonnement, en dan heb jij maandag de nieuwste Samsung, of Nokia, wat je wilt…” blz. 164

Aan de merken “Samsung”en “Nokia” heb je in dit geval weinig. Beide bedrijven zijn voor 1950 opgericht. Wel keert de mobiele telefoon vaak terug in het verhaal. De mobiele telefoon is al wat jaren uit, maar in het verhaal wordt gebruik gemaakt van de videofunctie van een mobiele telefoon. Met die functie is de dood van de zwerver vast gelegd. Deze videofunctie is pas sinds 2003 beschikbaar op een mobiele telefoon.

“Hij had het Nike-mutsje op, zijn zwarte iPod Nano bungelde aan een koordje op zijn borst..” blz. 20

In bovenstaand citaat wordt de “iPod Nano” genoemd. Dit is een zeer recent gemaakte MP3 speler. Na wat gegoocheld te hebben blijkt dat de iPod Nano in 2005 op de markt is gebracht. Dit is de meest recente aanwijzing die er in het boek te vinden is.

Hieruit constateer ik dat dit verhaal zich zeker pas na 2005 heeft afgespeeld.

Verder zijn er nog meerdere andere aanwijzingen, waaronder bijvoorbeeld het merk “DKNY” dat wordt genoemd. Dit merk en alle andere aanwijzingen geven een ouder jaartal dan 2005 aan. DKNY is namelijk in 1989 opgericht en valt dus in het niets tegenover 2005.

Er is ook nog een jaar waarvoor het verhaal zich afgespeeld zou moeten hebben. Dit heeft te maken met het jaartal waarin het boek is uitgebracht, jan. 2009. Nu is Obama de president van de V.S., maar in het boek wordt George Bush genoemd. G. Bush heeft op 20 jan. 2009 zijn taak als president neergelegd. Het verhaal speelt zich daarvoor dus af. Hier het citaat waaruit dat duidelijk wordt:

“met George Bush in een leunstoel voor de openhaard.” blz. 242

2. De verteltijd: Het boek telt driehonderd pagina’s. Opmerkelijk is dat het boek veel hoofdstukken telt. De schrijver heeft er voor gekozen de terugverwijzingen tussendoor in aparte hoofdstukken op te nemen. Het boek telt daarom zesenveertig hoofdstukken. Ook vallen deze hoofdstukken weer onder de verschillende delen die een diner kent. Deze delen zijn: aperitief, voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, digestief en fooi. Het hoofdgerecht is daarvan duidelijk het grootste deel van het verhaal in het boek.

3. De vertelde tijd: Het is zeer moeilijk om bij dit verhaal de vertelde tijd goed te analyseren. Elk van de 46 hoofdstukken speelt zich af in een andere tijd dan het hoofdstuk ervoor.

Het diner, waar het verhaal om draait, heeft geen lange tijdsperiode. Sterker nog, het diner duurde ongeveer naar schatting maar vier uur.

Echter vallen de terugverwijzingen en de tussentijd ook onder de vertelde tijd. Hier volgen de terugverwijzingen in het verhaal: (Z.O.Z)

Terugverwijzing 1, hoofdstuk 12: Paul vertelt over een vakantie in Frankrijk. Hij, Claire en Michel gaan met het gezin langs bij de familie in Frankrijk. Serge heeft in Frankrijk een vakantiehuis en volgens hem is het te gênant het bezoek nog langer uit te stellen.

Waarschijnlijk speelt dit drie jaar voor het diner af.

Terugverwijzing 2, hoofdstuk 21: Paul vertelt over datgene dat Michel en Rick hebben gedaan na het schoolfeest. Ook wordt beschreven hoe Paul de avond beleeft wanneer hij via Opsporing Gezocht er achter komt dat zijn zoon een moord heeft gepleegd.

De flashback gaat “een maand of twee” (blz. 126) terug de tijd in.

Terugverwijzing 3, hoofdstuk 22: Paul vertelt over een incident met een eigenaar van een fietswinkel. Michel schopte toen hij acht jaar was per ongeluk een ruit van een fietsenwinkel in. Paul ging samen met hem naar de eigenaar toe om de schade te betalen. De eigenaar was daar helemaal niet zo blij mee en noemde Michel en zijn vrienden “tuig”. Paul pakte een fietspomp en bedreigde de man.

Uit het feit dat Michel in de flashback acht en in het heden zestien jaar is (zie personages) maak ik op dat dit zich acht jaar voor het diner heeft afgespeeld.

Terugverwijzing 4, hoofdstuk 24 en 25: Paul vertelt in dit hoofdstuk over een paar dagen voor het diner. Hij gaat hierin alle filmpjes bekijken waarin zijn zoon is te zien. Hij wil er zeker van zijn dat Michel niet alsnog ontdekt wordt.

Terugverwijzing 5, hoofdstuk 29 t/m 33: Dit is de langste terugverwijzing in het verhaal. Hierin vertelt Paul onder meer over zijn tijd als geschiedenisleraar. Na een reisje naar Berlijn gaat alles bergafwaarts. Een aantal weken na het reisje moet hij zich bij de Rector verantwoorden voor uitspraken die hij heeft gedaan voor de leerlingen. De rector stuurt hem door naar de schoolpsycholoog. Hij constateert dat Paul medicijnen moet gaan innemen tegen zijn gedrag. Ook vertelt hij Paul dat het syndroom wat hij heeft erfelijk is.

Deze gebeurtenissen spelen zich tien jaar voor het diner af. Dat blijkt uit verschillende citaten.

Terugverwijzing 6, hoofdstuk 40: Paul vertelt in dit hoofdstuk over een incident met de rector van Michel niet lang geleden.

De grootste terugverwijzing/flashback, terugverwijzing 6, speelt het verst van het heden af. Uit onderstaand citaat blijkt dat die flashback tien jaar terug de tijd in gaat. De flashback gaat over de tijd wanneer Paul stopt als geschiedenis leraar. Met onderstaand regel begint de flashback:

“Een jaar of tien geleden bet ik gestopt” blz. 177

De totale vertelde tijd van het boek (flashback + tussentijd + verstreken tijd in heden) is ongeveer tien jaar. Helaas zijn er geen aanwijzingen waaruit een duidelijkere conclusie is te trekken.

4. De niet chronologische volgorde:

- Een terugverwijzing:

“Toen ik nog werkte had ik op een dag midden in een zin over de Slag om Stalingrad het klaslokaal rondgekeken.” Blz. 176

- Een vooruitverwijzing:

“In de wetenschap dat we straks een hele avond in het gezelschap van het echtpaar Lohman gingen doorbrengen…” Blz. 12

(Het hoofdstuk daarna is duidelijk dat ze de avond echt doorbrengen met het echtpaar Lohman tijdens het diner.)

- De belangrijkste flashback: (kopie van de terugverwijzingen, zie terugverwijzing 5)

De belangrijkste flashback in het boek gaat vooral over de verandering en beschrijving van Pauls karakter. Na een reisje naar Berlijn gaat alles bergafwaarts. Hij vertelt onder meer over zijn tijd als geschiedenisleraar. Een aantal weken na het reisje naar Berlijn moet hij zich de Rector verantwoorden voor uitspraken die hij heeft gedaan voor de leerlingen. De rector stuur hem door naar de schoolpsycholoog. Hij constateert dat Paul medicijnen moet gaan innemen tegen zijn gedrag. Ook vertelt hij Paul dat het syndroom wat hij heeft erfelijk is.
Ruimte

Het is een actueel verhaal, hoewel uit de verhaalgegevens niet direct duidelijk wordt in welke maand en in welk jaar zich alles afspeelt. Maar in de tekst wordt enkele keren gesproken over George Bush als president van Amerika, de oorlog in Irak, de rekening in euro’s. Je kunt dus aannemen dat het verhaal na 2004 speelt. Ook wordt de huidige minister-president op Jiskefetachtige wijze geschilderd waarbij de vergelijking met bekende politici aan de lezer wordt opgedrongen. Kortom, het is een actueel verhaal dat speelt in de tijd waarin het boek is uitgegeven.

De topografische plaats van handeling is een restaurant in Amsterdam. De plaats van handeling kunnen we afleiden uit de naam van het metrostation in de buurt waarvan de wandaad van de jongen plaatsvindt. (Slotervaart)

De symbolische plaats van plaats van handeling is een restaurant waarvan de verteller geheim wil houden waar het is, omdat er anders mensen naar toe zullen gaan om die reden. Het is een luxe restaurant en het grappige is dat Herman Koch een lichtvoetige ironische stijl gebruikt waarmee dit type restaurant ook een beetje te “kakken wordt gezet.” Het beschrijven van de maaltijden, de overdreven uitleg van de gerant en vooral de belachelijke prijzen van het eten zijn een doorn in het oog van de verteller Paul Lohman en die kritiek steekt hij niet onder stoelen of banken. Het geeft de roman een ironische ondertoon bij dit moreel zware onderwerp.

Vertelwijze

De verteller is Paul Lohman die in de ik-vorm het verhaal vertelt van een diner met zijn broer Serge Lohman (de gedoodverfde nieuwe minister-president bij de verkiezingen)

Hij is ex-leraar geschiedenis, maar een aantal jaren geleden doorgedraaid tijdens een les, waarna hij zich onder psychiatrische behandeling moest stellen en hij later op non-actief wordt gesteld. Hij heeft een genetische afwijking op het gebied van gedragsstoornissen.

Hij vertelt het verhaal in de o.v.t.

In een soort epiloog (Hoofdstuk “De fooi”) vertelt hij dat de verkiezingen op niets zijn uitgelopen. Dan zijn we in de tijd al een paar maanden verder. Maar dan is hij juist een achteraf vertellende “ik”.

Oordeel

Het boek bevat realistische argumenten, het past in de tijd van nu en er zitten geen stukken in die niet waargebeurd zouden kunnen zijn. De gebeurtenissen zijn wel erg heftig en ik denk dat het verhaal zoals in het boek beschreven, niet vaak tegenkomt in het werkelijke leven. Zelf ben ik dan ook nog niet in aanraking geweest met dit soort gebeurtenissen.

Het verhaal roept tragische gevoelens op, je leeft mee met de dakloze die vermoord is door Michel, Beau en Rick. Daarnaast kan ik me niet goed inleven op de gedachtes van de jongens. Hoewel de jongens wel van ongeveer mijn leeftijd is, zo blijkt uit de tijd van het verhaal. Maar het vermoorden van een zwerver zou ik zelf niet eens overwegen, de daden die de jongens hebben zijn niet acceptabel en passen niet in de normen en waarden van de samenleving. Er zijn dus ook morele argumenten aan bod gekomen in het verhaal.

Herman Koch heeft met dit verhaal geprobeerd de liefde voor je gezin te benadrukken. De verhoudingen tussen Michel en zijn vader zijn zo abnormaal dat je jezelf niet kan herkennen in de personen.  Maar daarnaast zijn er ook delen die bij elk gezin vanzelfsprekend en waarin de meesten zich wel herkennen. De intentionele bedoelingen van Herman Koch zijn dus de liefde voor je gezin te benadrukken. De schrijver probeert dus de vader-zoon relatie uit het verhaal te laten springen, het onderwerp vader-zoon relatie spreekt veel mensen aan en is toepasselijk op veel verschillende doelgroepen.

De zinnen in het boek waren niet al te lang en de meeste woorden begreep ik over het algemeen. Daarnaast waren de zinnen ook niet langdradig wat prettig was tijdens het lezen. Het verhaal sprak mij dus erg aan omdat ik enkel moment wilde weten wat er hierna zou gebeuren. Telkens moest je weer in het donker tasten en dat is denk het geheim van het succes van Het diner van Herman Koch.

De Verdronkene, Margriet de Moor

De Verdronkene Standaardverslag

Het verhaal wordt uit twee perspectieven verteld (plus soms nog een derde, door het kind van Lidy, maar hier zit niet een apart verhaal achter), hier een samenvatting van beide perspectieven, die in het boek wel door elkaar heen verteld worden.


Lidy:
Een van de hoofdpersonen van het boek zijn Lidy Blaauw, 23 jaar, ze is getrouwd met Sjoerd Blaauw en ze heeft een kind genaamd Nadja. De andere hoofdpersoon is Armanda Brouwer, 21 jaar en zus van Lidy, zij is ook verliefd op Sjoerd, maar hij had Lidy versierd en Lidy en Sjoerd waren getrouwd en kregen een kind. Lidy word op een dag door haar zus, Armanda gevraagd om haar te vervangen in een bezoek bij haar nichtje in Zierikzee, omdat Armanda liever naar een feest van Betsy Blaauw wil gaan, de halfzus van de man van Lidy en een vriendin van Armanda. Dit feest en bezoek aan Zierikzee is op 31 januari 1953. Via een route met allemaal veerponten komt Lidy aan bij het nichtje en ze viert een feestje met hen. Er komen ondertussen wel berichten binnen dat het gevaarlijk is gaan stormen, maar niemand verwacht dat er echt iets ergs gaat gebeuren. In het midden van de nacht wordt ze wakker gemaakt door Simon Cau, die de mensen wil waarschuwen voor wat er komen zal en daarvoor Lidy’s auto wil lenen, Lidy gaat liever zelf ook mee. Ze komen aan bij een huis waar een vrouw hoogzwanger is en zelfs al haar eerste weeën heeft, Lidy helpt bij de bevalling en alles gaat goed. Op een begeven moment wordt het huis weggespoeld, steeds meer mensen vallen van het drijvend “vlot” af en uiteindelijk verdrinkt Lidy ook. Dit deel speelt van 31 januari tot 2 februari 1953 in Zierikzee

Armanda, nadat Lidy wegging:
Armanda ging met Sjoerd naar het feest van Betsy, Armanda vindt het wel fijn om met Sjoerd te zijn en voelt dat ze tot elkaar aangetrokken zijn. Hierna gaan Sjoerd en Armanda gewoon naar hun eigen huis, hoewel Sjoerd de volgende ochtend wel bij Armanda komt ontbijten. Als Sjoerd na een paar dagen nog niks gehoord heeft van Lidy gaat hij haar zoeken, maar hij vind niks anders dan mensen die begraven worden na de ramp. Sjoerd en Armanda brengen steeds meer tijd met elkaar door, maar op dat moment alleen als vrienden. Een paar jaar later besluiten Armanda en Sjoerd dat ze een rouwdienst willen geven voor Lidy, ook al is er geen kist en geen lichaam.

Sjoerd is eerst heel vasthoudend aan Lidy, maar uiteindelijk trouwen Armanda en Sjoerd en ze hebben twee kinderen, een jongen en een meisje. Armanda gaat zich steeds ongemakkelijker voelen in het oude huis van Lidy en Sjoerd, want alles doet haar denken aan Lidy. Hierdoor wil Armanda verhuizen.

Als Nadja 11 jaar oud is wordt haar verteld dat Armanda haar echte moeder niet is, maar dat Lidy dat is. Ze is hierdoor geschokt, maar blijft Armanda eigenlijk als haar echte moeder beschouwen en ‘mama’ noemen. In 1968 scheiden Sjoerd en Armanda.

Als Armanda 48 is krijgt ze een brief van Nadja, waarin staat dat haar vriend haar in de steek gelaten heeft. Armanda dacht dit al en nu blijkt het ook uit te komen.

Jaren later krijgt Armanda bericht dat er misschien overblijfselen van Lidy gevonden zijn, Armanda wordt gevraagd een foto van Lidy in te leveren. Armanda vraagt na of het een pijnlijke dood was voor Lidy, maar ze wordt gerustgesteld, Lidy was waarschijnlijk snel bewusteloos geraakt door het koude water. De politie stelt vast dat dit waarschijnlijk overblijfselen van Lidy waren en Armanda en Nadja gaan naar Zierikzee om dan toch een begrafenis te hebben voor Lidy. Eerst leggen Armanda en Nadja een foto in de kist en daarna allebei nog een schep zand. Dit deel speelt van 31 februari 1953 tot ergens 1981-1986.

Motto
Er zijn twee motto’s aan het begin van de roman.
1. Het is alsof de tijd niet meer recht voor ons uitloopt, in een vervagende lijn, maar als een bochtige draad parallel tussen ons in. ( William Faulkner, Uit: “Terwijl ik op sterven lag”)
2. Es bellen die Hunde, es rasseln die Ketten, Die “Menschen schlafen in ihren Betten (Wilhelm Müller/Frans Schubert, Uit: “Winterreise”)

Beide motto’s zijn goed te verklaren.
1. De structuur van de roman waarin de levens van de beide zussen (de één dood, de ander in haar plaats voortlevend, zijn inderdaad als een bochtige draad aan elkaar verbonden en worden in de roman door elkaar verteld. Ook de roman waarin dit citaat staat, heeft een toepasselijke titel. Het gaat over de dag dat Lidy Brouwer sterven gaat.
2. Het motto vertaald: “De honden blaffen en de kettingen rammelen, maar de mensen blijven slapen in hun bedden.” In de roman vertelt Lidy dat de mensen in Zeeland eigenlijk gewoon naar bed gingen, terwijl er een bijzonder hoge springvloed en een zware storm op komst waren. Ze waren echter niet zo bevreesd, omdat ze gewend waren dat het water enkele keren per jaar hoger kwam. Margriet de Moor heeft in Zeeland met autochtonen gesproken en die vertelden haar dat sommige mensen gewoon naar bed gingen, terwijl de storm zo enorm hevig was. Een verschijnsel dat zich ook voordeed bij de tsunami op Tweede Kerstdag 2004. De mensen vermoedden toen ook niet wat voor gevolgen de vloedgolf kon hebben. Ook hier is de titel van het werk waaruit het citaat afkomstig is, goed gekozen. Lidy Brouwer maakt inderdaad een winterreis naar zee.

Voordat het laatste deel V begint, staat op bladzijde 299 nog een strofe poëzie van J.J.Slauerhoff:
“Zoals de stormwind de wolken
Waar de zee geen kusten meer heeft
En de hemel geen sterren over
Drijft nu de stroom van mijn gedachten
Door ’t ledige ruim van mijn geest.
Ze ontmoeten geen tegenstand meer,
Drommen samen -ijlen uiteen.


De strofe verbindt deel IV en V met elkaar: de eerste regels van de strofe ronden het deel met de vertelling van de gebeurtenissen af, de laatste regels wijzen vooruit naar wat er in het Responsorium zal komen (de ontmoeting van de beide zusters) De stervende Armanda voert een gesprek met de geestverschijning van Lidy. Op deze wijze vervult het gedicht de functie van een rei (de ideale toeschouwer bij een klassieke tragedie). Daarmee zou deel V als een soort catharsis kunnen worden gezien van deze tragedie over de Watersnoodramp. Niet voor niets is de roman opgebouwd in vijf delen ( vgl. de opbouw van de klassieke tragedie, waarin de hoofdfiguur het moet afleggen tegen hogere machten, zoals de Goden en/of het Noodlot). Lidy Brouwer kan niet tegen het Noodlot strijden en in feite is ook Armanda slachtoffer van het Noodlot, gezien ze zich moreel gedwongen voelt de plaats van haar zuster in te nemen.

Verhaalopbouw
De roman is onderverdeeld in een aantal delen die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in een aantal genummerde en getitelde hoofdstukken.
De opbouw is als volgt:
I Het weekenduitstapje (blz. 13-88, 8 hoofdstukken)
II Dit noem je slapen (blz. 91-151, 6 hoofdstukken)
III Er is altijd weer (blz. 155- 208, 8 hoofdstukken)
IV Familieroman (blz. 211 – 298, 8 hoofdstukken)
V Responsorium (blz. 303-231)

Een responsorium is het antwoord van het koor bij de beurtzang met de geestelijke.
Er lopen twee verhaaldraden door elkaar heen. In de eerste verhaaldraad gaat Lidy naar Zierikzee in plaats van haar zuster Armanda. Daar op Schouwen-Duiveland wordt ze overvallen door de Watersnoodramp van 1953. Door het gehele boek zien we hoe ze de laatste dagen vertelt.
Daartussen door zien we de verhaaldraad van Armanda die met de achtergebleven man van Lidy, Sjoerd, trouwt en eigenlijk de plaats inneemt van haar zusje, op wie ze heel veel lijkt. In deze verhaallijn gaan we met grote sprongen door de tijd heen. Soms wordt er een periode van tien jaar kort samengevat. In de drie dagen dat Lidy in Zeeland is, verloopt de tijd juist heel traag en zijn de beschrijvingen van de gebeurtenissen veel trager en intensiever. Je zou denken dat het verhaal op deze wijze geconstrueerd zijn spanning verliest, maar het tegendeel is waar: het gaat namelijk niet om de vraag of Lidy de ramp heeft overleefd, maar meer om het feit hoe ze haar laatste dagen heeft doorgebracht en hoe het met haar plaatsvervangster Armanda afloopt.
De Moor speelt een spel met de tijd. In de roman sterven de vrouwen precies op hetzelfde moment, terwijl er een ruime vijftig jaar in de werkelijkheid tussen zit. Ze wil de levens van de beide vrouwen naast elkaar laten bestaan. Ze gaan precies gelijk op.
In het laatste deel ontmoeten ze elkaar nog in een soort visioen. Armanda sterft en kan ervaringen met de geestverschijning van haar zus uitwisselen. Wel een heel aparte oplossing van de roman.

De twee verhaaldraden die door elkaar gevlochten zijn, heeft De Moor “afgekeken” van de muziek. Ze heeft een conservatoriumopleiding (piano en zang) gevolgd in Den Haag. In BOEK jaargang 2005, mei/juni nummer, zegt ze in een interview op bladzijde 12 over de roman: “Mijn hele manier van schrijven dank ik aan de muziek. Vooral in technische zin. Ik denk heel abstract. In de muziek zijn twee tempi heel gewoon. De twee verhaallijnen die ik beschrijf, zijn ook twee tempi. Zo komen verschillende kunstvormen samen. Een structuur verzin je van tevoren. Net als een beeldend kunstenaar, die met zijn hand omtrekkende bewegingen maakt boven het papier, op zoek naar de vorm. Dat heb ik met dit boek ook gedaan. Meestal schrijf ik de structuur op de achterkant van een envelop of op ene dubbelgevouwen A4tje. Het zijn ook maar een paar punten. Er is de overdonderende stroom water en er zijn die twee levens die zich simultaan ontspinnen in verschillende tempi. Het is weinig, maar het is wel het hele boek.”

Perspectief
Er is sprake van een alwetende verteller die af en toe vooruitgrijpt in de tijd en dus voorspelt wat er in de roman gaat gebeuren. Hij is van elk personage op de hoogte en geeft kennis over personages die de hoofdpersonages Lidy en Armanda niet hebben.

Enkele voorbeelden daarvan zijn:
Blz. 13 “Ze merkte niet dat er schuin aan de overkant in een dakgoot een mannengestalte rondkroop ….”
Blz. 13/14 : “Het was de laatste dag van januari. Als iemand haar gezegd had dat ze, met Nadja stevig in haar handen, alles nog maar eens goed moest bekijken, omdat haar afscheid een afscheid voorgoed was, had ze in haar binnenste wel geweten dat zoiets mogelijk was, maar had ze het niet geloofd. Ze was per slot van rekening nog maar drieëntwintig jaar.”
Blz. 18 : Wanneer Armanda haar zus Lidy op maandag 26 januari 1953 uitnodigt in haar plaats naar Zeeland te vertrekken: “Toch was er juist op dit tijdstip, duizenden kilometers verderop, een depressie in beweging gekomen, een klein lagedrukgebied. Begonnen bij de Straat van Labrador was ze vrij snel naar het oosten getrokken en had een paar andere depressies met zich meegesleept.”
Deze voorbeelden kunnen gemakkelijk worden uitgebreid, omdat de gehele roman hiermee doordrenkt is.

Tijd en ruimte
De tijd van het heden is natuurlijk niet al te moeilijk vast te stellen: op zaterdag 31 januari 1953 reist Lidy af naar Zeeland. In die nacht is de springvloed die Zeeland onder water zet. In diverse hoofdstukken wordt verteld wat zij meemaakt in het Zeeuwse decor. Haar zus Armanda blijft achter in Amsterdam en haar levenssituatie wordt beschreven vanaf die legendarische dag. Na ruim een jaar wordt Lidy doodverklaard, na weer een jaar (1955) trouwen Sjoerd en Armanda met elkaar, in 1962 hebben ze al samen twee kinderen (Violet en Allen) Ze vertelt dan de 11-jarige dochter uit het eerste huwelijk van Sjoerd, Nadja, dan voor de eerste keer wie haar echte moeder is. Wanneer Armanda sterft in een verpleegtehuis, is ze behoorlijk oud. Haar herinneringen worden steeds moeilijker op te halen. Ze zal in ieder geval ouder zijn dan zeventig jaar, waardoor het einde van de roman in ieder geval in de beginjaren van de 21e eeuw speelt. De vertelde tijd omvat dus een periode van meer dan vijftig jaar.
Het Zeeuwse decor van de Watersnoodramp is natuurlijk heel duidelijk te herkennen in de verhaallijn van Lidy. Margriet de Moor heeft zich via foto’s en archiefmateriaal moeten documenteren. Ook heeft ze gesprekken gevoerd met autochtone Zeeuwen. (Interview BOEK 2005, mei/juni nummer, pagina 13.) De ruimte waarin Armanda leeft, is Amsterdam. Die ruimte is van minder dramatisch belang dan de symbolische ruimte van Lidy. Een mooi verschil tussen een topografische ruimte tegenover een symbolische ruimte.

Titelverklaring
“De verdronkene” is niet moeilijk te verklaren. Lidy Brouwer, in plaats van haar zus op weg naar Zierikzee, overleeft de watersnoodramp niet. Ze is het eerste personage dat in aanmerking komt voor de verklaring van de titel. Maar op blz. 282 van de roman staat het hoofdstuk getiteld “De verdrongene”. Deze bizarre woordspeling geeft aan wat de relatie is tussen beide zussen. Armanda heeft zichzelf al die jaren moeten verdringen, omdat ze teveel op haar zus moest lijken.

Thematiek
De thematiek van “De verdronkene” is geheel gebaseerd op de noodlottige verwisseling tussen de twee zussen. Armanda vraagt aan Lidy of ze haar verplichtingen tegenover haar petekind voor een keertje wil overnemen, zodat zij naar het feestje van haar vriendin kan. Lidy komt bij de Watersnoodramp van 1953 om het leven en Armanda voelt zich min of meer schuldig aan haar dood, waardoor ze het leven van haar zus gaat overnemen. Ze trouwt met haar zwager Sjoerd, voedt het kind Nadja als haar eigen kind op, maar blijft altijd in haar gevoel de stand-in voor haar zus. Zij zal de plaats van de verdronkene innemen en daarmee haar eigen ik, waar ze toch al geen hoge dunk van had, verdringen. Het besef in het leven van een ander te zijn beland, wordt versterkt door het ontbreken van een tastbaar bewijs dat Lidy, die tot de honderden vermisten behoort, er ook werkelijk niet meer is.
Jaloezie leidt bij de personages van De Moor niet zelden tot moord en doodslag. Zover gaat Armanda niet. Maar jaloers is ze wel: ze was ook verliefd op Sjoerd, maar kan lichamelijk nog niets met hem proberen, want haar zus is meteen zwanger van hem geraakt, waardoor die twee een gedwongen huwelijk moeten sluiten. Armanda is nog maagd. Diep in haar onderbewuste haalt ze om die reden haar zus over om in haar plaats op 31 januari 1953 een uitnodiging voor een feest in Zierikzee te aanvaarden met het doel zelf een nacht met Sjoerd te kunnen doorbrengen, maar niemand, ook zij niet, kon voorzien dat juist dat weekeinde de springvloed vernietigend zou toeslaan. Jaloezie tussen twee zussen komt heel vaak voor: de oudste dochter is net even iets knapper, vlotter enzovoort. Toch kunnen ze verder uitstekend opschieten met elkaar. Armanda's door haar zelf gemanipuleerde lot is dat ze krijgt wat ze begeerde, (Sjoerd) maar daardoor zichzelf verliest. Als zij al jaren met Lidy's man is getrouwd en inmiddels ook twee eigen kinderen van hem heeft, zegt ze tegen hem: “Weet je wat ik nog steeds wel eens denk? Lidy is maar één dagje weg en rekent erop dat ik het leven wel even voor haar waarneem. O jezus, je kent dat oude verhaal van Beatrijs toch? Met de heilige Maria, verdomd sportief, die de stand-in speelt terwijl Beatrijs intussen, ik bedoel, luister..” Het is duidelijk welke woorden ze inslikt: terwijl Beatrijs intussen “de hoer speelt,” want zó gaat de Beatrijs-legende in de Middeleeuwen.
Door als plaatsvervangster op te treden in het leven van Lidy, heeft ze deze eigenlijk steeds in leven gehouden. Dat blijkt in het indrukwekkende laatste deel V, waarin ze een dialoog voert met Lidy’s geestverschijning. Zoals twee zusjes met elkaar doen, halen ze herinneringen op van vroeger, vertellen dat ze jaloers op elkaar waren als de een wat eerder naar bed moest dan de ander. Maar er blijkt ook uit dat ze van elkaar houden. Het laatste deel kan ook de hallucinatie zijn van de stervende Armanda waarin ze merkt dat Lidy haar komt ophalen.
De noodlotsgedachte komt veel vaker in de romans van De Moor voor. Een heel klein voorval kan de oorzaak zijn van een groot gevolg.Het leven heb je niet in eigen handen. Maar je kunt je met de inhoud van de roman afvragen of een lang geleefd leven meer waard is dan een kort heftig leven. De drie dagen dat Lidy in Zeeland doorbrengt, zijn van een zeer grote intensiteit, waardoor ze veel inzicht krijgt in het menselijk leven. Het leven van Armanda als plaatsvervangster van haar zus mag dan lang zijn, erg gelukkig heeft ze zich in die rol niet gevoeld.

Enkele motieven die het thema hierboven ondersteunen zijn: de dood (van Lidy, Armanda, hun ouders, Nadja) seksualiteit, overspel, echtscheiding, het schuldgevoel van de overlevende (Armanda) .

Samenvatting van de inhoud
Er zijn twee verhaallijnen te vertellen: de lijn van de Watersnoodramp, waarin Lidy Brouwer terechtkomt en de lijn na de Watersnoodramp waarin haar zus Armanda terechtkomt. In deze samenvatting heb ik ervoor gekozen om niet per deel de gebeurtenissen te vertellen. In de roman staan deze verhaallijnen afwisselend door elkaar. (zie hiervoor ook de verklaring onder het motto) De gebeurtenissen worden daarom per verhaallijn hieronder weergegeven.

Verhaallijn EEN: De Watersnoodramp
Armanda Brouwer is 21 jaar: ze is peettante van een nichtje in Zierikzee dat ze éénmaal per jaar op haar verjaardag bezoekt. Dat is a.s. zaterdag 31 januari 1953. Maar ze heeft veel meer zin om naar een feestje van haar vriendin Betsy Blaauw te gaan en op maandag 26 januari 1953 vraagt ze aan haar zus Lidy (23 jaar) of die niet in haar plaats naar Zeeland wil gaan. Ze lijken bovendien ook nog heel erg op elkaar. Lidy wil dat wel, omdat ze dan ook nog in de auto van haar vader mag rijden. Lidy is getrouwd met Sjoerd Blaauw, de halfbroer van Betsy , de vriendin van Armanda. Armanda was ook verliefd geweest op Sjoerd, maar die had in een onbewaakt moment Lidy versierd en haar zwanger gemaakt. Sjoerd en Lidy hebben een kind, dat Nadja heet.
Lidy gaat op weg naar Zierikzee en neemt de route met allerlei veerponten via Zuid-Holland om in Zierikzee te komen. Een soort zwerftocht dus. Op een van de ponten ontmoet ze een ingenieur van Rijkswaterstaat die haar vertelt dat het wel eens zou kunnen gaan spoken in die nacht. Maar Lidy wordt er niet echt angstig door. Ze gaat naar de familie en viert het feest mee. Toch komen er berichten binnen dat het wel erg hard zal gaan stormen. Desondanks gaat Lidy (nadat er een foto genomen is van haar met haar petekind) rustig slapen, maar midden in de nacht wordt ze door de dijkgraaf Simon Cau uit haar bed gehaald. Hij vraagt of hij haar auto mag gebruiken om mensen te waarschuwen en de dijken te inspecteren. Lidy wil liever zelf mee gaan en op die manier krijgt de lezer een indruk van het snel wassende water. Ze ziet hoe de mensen hiermee omgaan: een aantal van hen gaat met een gerust hart slapen: ze zijn wel wat gewend. Maar allengs wordt duidelijk dat het water hoger en hoger komt en dat de terugweg van veel mensen wordt afgesneden. Er komt een moment dat de dijken breken en dat Schouwen-Duiveland (het eiland waarop Zierikzee ligt) onder water loopt. Lidy Brouwer bevindt zich op dat moment in gezelschap van de dijkgraaf Simon Cau , wat familieleden die overgebleven zijn van het feest en daarbij komen mensen die onderweg gestrand zijn en met moeite het huis kunnen bereiken waarin Lidy voorlopig zit. Er is nog plaats op de zolderverdieping, want het water heeft zijn verwoestende werk al voor een belangrijk deel gedaan. Zo komen er een gebochelde jongen bij, een hoogzwangere vrouw, die haar eerste weeën heeft en een Zeeuwse boer die de avond ervoor weer eens zijn handen heeft misbruikt toen hij dronken thuiskwam en zijn vrouw zoals zo vaak daarvoor in elkaar heeft geslagen. Lidy beschrijft de personages heel goed en geen ogenblik denkt ze eigenlijk aan haar man en Nadja die in Amsterdam zijn achtergebleven. Eigenlijk voelt ze zich wonderbaarlijk thuis in deze nieuwe omgeving. Het deel waarin deze episode wordt beschreven, heet dan ook “Familieroman”. Ze beleeft als het ware de belangrijkste zaken uit haar leven (de laatste 36 uur vanaf haar vertrek naar Zierikzee) in een nieuwe familie. Wel merkt ze als ze uit het raam kijkt dat het water steeds hoger wordt, dat er delen van huizen komen voorbijdrijven. Ze ziet ook dieren verdrinken. Het is een bizarre gebeurtenis dat er nieuw leven wordt geboren in het uur van de dood. De hoogzwangere vrouw (Cathrien Padmos) bevalt kranig van een jongetje en Lidy helpt zo goed als ze kan bij de bevalling.
In de namiddag van zondag 1 februari 1953 raakt het huis los van zijn fundamenten en worden ze weggespoeld: ze komt op een stuk voorbijdrijvend rietland terecht en iedere keer weer wordt daarvan een stuk losgescheurd en verdwijnt er weer een Zeeuws “familielid” uit haar leven. Op het laatst blijft ze over met een de Zeeuwse boer Hocke, ze liggen in elkaars armen om elkaar warmte te geven. Maar ook hij wordt van haar losgerukt en verdwijnt in de golven. Dan is ze nog helemaal alleen over in die grote Oosterschelde. In de verte hoort ze gezang. Het idee aan de klassieke Sirenen dringt zich op, maar het blijkt een zeer gelovige familie te zijn die boven op het dak van hun boerderij psalmen zingend op de dood wacht. Dan geeft Lidy Brouwer eigenlijk ook de moed op. We schrijven maandagochtend 2 februari 1953. In het laatste deel (hoofdstuk V) wordt nog verteld wat haar laatste gedachten zijn.

Verhaallijn TWEE: Armanda na de ramp
De 21-jarige Armanda (net zo knap als haar zus) gaat met haar zwager Sjoerd naar het feest van haar beste vriendin Betsy Blaauw (10 jaar ouder dan zij) Op het feest danst ze met Sjoerd cheek- to- cheek en ze merkt dat ze zich lichamelijk tot elkaar aangetrokken voelen. Ze gaan samen van het feest weg, maar ze kan zich beheersen en ze gaat naar haar eigen bed bij haar ouders. De volgende dag komt Sjoerd wel ontbijten en hij heeft geen contact kunnen krijgen met Lidy, omdat de telefoonlijnen niet werken. Er is sprake van een informatiekloof (er is nog geen televisie ) Enkele dagen later gaat Sjoerd zelf naar Schouwen-Duiveland , maar hij vindt geen spoor van Lidy. Wel ziet hij veel lijken van mensen die begraven worden, soms zonder dat men weet wie het betreft. In de maanden erna zoekt Sjoerd wel troost bij Armanda, maar er is geen sprake van lichamelijk intimiteit. Er wordt van hogerhand een noodwet afgekondigd , waarbij het mogelijk wordt dat een vermiste na ongeveer anderhalf jaar dood wordt verklaard. Dat was enkele jaren ervoor ook met de vermiste oorlogslachtoffers gebeurd. Betsy, Sjoerd en Armanda organiseren in juni 1954 een rouwdienst, maar er is geen kist en geen lichaam aanwezig. Armanda voelt wel veel voor Sjoerd; ze wordt min of meer moreel gedwongen de positie van haar zus in te nemen.

Het komt in mei 1955 dan ook tot een huwelijk tussen Sjoerd en Armanda. Voor het eerst hebben ze seksueel contact, want Armanda is als maagd het huwelijk in gegaan. Hoewel ze toen ze vrijgezel was hevig lichamelijk naar Sjoerd verlangde (vgl. Het feest bij Betsy), is het nu allemaal heel anders. Ze heeft een vreemd gevoel, omdat ze zich in alles de plaatsvervangster van haar zus voelt. Alles in het huis doet denken aan Lidy. Ze heeft zich bij de bruiloft ook verschrikkelijk geërgerd aan een oom die hoewel goedbedoeld een minuut stilte had gevraagd om Lidy te herdenken. Betsy heeft op die bruiloft een jonge oom van Armanda ontmoet en enige tijd later trouwen die ook met elkaar. Armanda voedt Nadja op als haar eigen kind, maar het meisje is niet erg gemakkelijk voor haar. Sjoerd maakt maatschappelijk carrière en ze krijgen twee kinderen: een meisje Violet en een jongen Allen. Dan ook is Armanda het zat om in het huis van Lidy te blijven wonen: alles in het huis tot en met het meubilair toe, ademt de sfeer van Lidy uit. Ook dit wordt in het deel “Familieroman” beschreven. Armanda voelt ze zich als een vreemde in de vertrouwde omgeving: ze is daarmee precies de tegenpool van haar zusje Lidy (zie hierboven) die zich zo vertrouwd voelt in de nieuwe omgeving.

In 1962 ziet Nadja (dan 11 jaar oud) een foto van Armanda met een ander meisje. Maar Armanda vertelt haar dat dit een afbeelding is van haar eigen moeder op de dag van haar dood. Ze heeft de foto van familie uit Zeeland gekregen. In het hoofdstukje “Mijn vrouw begrijpt me niet” vertelt Sjoerd dat hij op een dag naar Schouwen-Duiveland is gereden om de sluiting met caissons van de zeearmen daar bij te wonen. Armanda is eigenlijk heel boos dat hij daarnaar toe is gegaan; in wezen is ze daarmee jaloers op haar overleden zus. Op die avond maakt Sjoerd zijn eerste afspraak om vreemd te gaan: een toevallige ontmoeting met een mooie vrouw op een Amsterdams terras, waarbij de traditionele zin, dat hij niet wordt begrepen door zijn vrouw in de roman naar voren komt. Op blz. 234 trekt Armanda de vergelijking met de Middeleeuwse verhaalfiguur Beatrijs. Zo voelt ze zich: ze doet dienst in de plaats van, terwijl Beatrijs de hoer speelt.

We springen in deze tweede verhaallijn met grote sprongen door de tijd heen. Het wordt duidelijk dat het huwelijk tussen Sjoerd Blaauw en Armanda geen stand houdt. In 1968 scheiden ze.

We schrijven augustus 1972. Armanda ontvangt een brief van Nadja. Het is een treurige brief waarin staat dat ze door haar Surinaamse vriend in de steek gelaten is. Armanda had haar gewaarschuwd en nu heeft ze toch gelijk gekregen. Haar vriend gaat terug naar Suriname, waar hij getrouwd is. Nadja is helemaal van slag. Toch is het een lieve brief voor Armanda.
Ze maakt in de brief ook gewag van de situatie in de Bijlmer, waarin steeds meer allochtonen dreigen te verschijnen. In dit hoofdstuk vertelt Armanda dat ze eigenlijk meer houdt van Nadja dan van haar eigen kinderen.

Als ze negenenveertig jaar is (28 jaar na het begin van de roman) sterft haar vader. Het is 1981. Aan diverse onbekende mensen (in de rij voor het Rijksmuseum om de Nachtwacht te zien en in het museum zelf) vertelt ze dat haar vader eigenlijk twee keer gestorven is. De eerste keer was hij van het randje van de dood teruggehaald. Daarna was hij sterk van karakter veranderd en een jaar later was hij toch definitief doodgegaan door een plotselinge hartstilstand. Het laatste deel van het verhaal vertelt ze aan Betsy Blaauw, die ze weer eens ontmoet. Sjoerd was in 1978 hertrouwd en Armanda hield er een lat-relatie op na met een leraar van haar school.

In het laatste hoofdstuk van deel IV “De verdrongene” krijgt Armanda van de politie bericht dat er overblijfselen zijn gevonden van wat waarschijnlijk Lidy moet zijn geweest. Haar beenderen zijn nog enigszins geconserveerd, omdat ze in het slik terecht gekomen is. Voor de bouw van de Stormvloedkering moet er gegraven worden. Gezien het feit dat de Stormvloedkering in 1986 voltooid was, ligt deze episode dus tussen 1981 en 1986. Armanda kan in deze tijd dus maximaal 54 jaar oud zijn. Ze wordt verzocht een foto van Lidy te leveren: er kan echter niet met stelligheid vastgesteld worden dat het de overblijfselen van Lidy zijn, maar het is wel aannemelijk. Aan de patholoog-anatoom vraagt ze nog hoe het is om te verdrinken. Die geeft aan dat het een zachte dood is, omdat je in koud water snel het bewustzijn verliest. Armanda en Nadja reizen met de trein naar Zierikzee en wonen daar een plechtigheid bij om de overblijfselen te begraven. Armanda wil een foto van Lidy in de kist schuiven en als die even open gaat, ziet ze dat er op een doek slechts wat beenderen en botten zijn gelegd. Net als Lidy op haar reis met de veerpont (de ingenieur van Rijkswaterstaat, ontmoet Armanda nu in de trein iemand die veel informatie geeft over de Deltawerken.(een waterloopkundige van de Deltadienst) De spiegel wordt steeds duidelijker. Nadja en Armanda gooien een schep zand op de kist. Armanda vraagt zich af of je op deze plek de zee zou kunnen horen.

Slot: Responsorium
Armanda is opgenomen in het verpleegtehuis Tabitha. Ze is er slecht aan toe. Ze houdt een gesprek met de geestverschijning van Lidy. De laatste vindt dat Armanda er maar slecht uitziet. Armanda vraagt hoe het is om onder het wateroppervlak te drijven. Zoals het twee zussen betaamt, halen ze ook jeugdherinneringen op. Ze waren soms wat jaloers op elkaar. Armanda vertelt dat ze het daarna moeilijk had om de stand-in voor Lidy te zijn: ze had zelfs haar eetgewoonten aangepast om op Lidy te lijken. Lidy vraagt hoe Armanda Sjoerd in bed vond. Armanda vertelt dat Sjoerd intussen met zijn derde vrouw Blaauw weer in Amsterdam woont. Dan vraagt Lidy naar Nadja. Dat was een heel naar voorval geweest. Nadja was plotseling overleden aan een hartstilstand. Armanda vermoedt dat de hartstilstand veroorzaakt werd door emotionele beschadiging: Nadja was al weduwe, ze had een nieuwe relatie met een man die getrouwd was. Dat leverde dus ook spanning op. Intussen is moeder Brouwer op 93-jarige leeftijd ook overleden. Ze stierf in hetzelfde verpleeghuis als waarin Armanda nu ligt. Lidy vraagt aan Armanda hoe oud ze nu is. Armanda weet het niet, maar het is in ieder geval niet stokoud. Dan wordt ook nog uitgesproken waarom Armanda Lidy gevraagd had haar plaats op 31 januari 1953 in te nemen. Er was toch wel iets van jaloezie te bemerken: Armanda had Sjoerd immers ook gewild. In een opwelling had ze haar zus gevraagd, zodat zijzelf naar het feest van Betsy kon gaan. Intussen wordt duidelijk dat ze min of meer aan het dementeren is en niet lang meer te leven heeft. Ze vraagt zelfs aan Lidy of ze haar komt halen. Ze vraagt ook hoe het op de laatste momenten in de Oosterschelde is geweest. Lidy geeft aan dat ze heel rustig is gebleven. Op het moment van de dood zelf was haar laatste gedachte dat ze het jammer vond dat ze het recept van pannenkoekjes met gembersnippers niet had kunnen uitproberen.
Lidy geeft aan dat sterven niet erg is en dat het waar is dat je wordt opgehaald door mensen met wie je je wilt omringen. Dan is het moment daar. Armanda sterft…


Over de schrijfster
Margriet de Moor (Margaretha Antonette Neefjes) werd op 21 november 1941 geboren in Noordwijk, als vierde kind in een katholiek gezin met tien kinderen. Na de MULO en de HBS wilde ze eigenlijk psychologie gaan studeren, maar het werd het conservatorium in Den Haag. Aanvankelijk studeerde ze piano, maar na twee jaar stapte ze over op zang, met een uitgesproken voorliefde voor het twintigste-eeuwse repertoire. Ze specialiseerde zich in muziek van avant-gardecomponisten als Schönberg en zijn leerlingen Webern en Berg, en van Franse componisten als Satie en Debussy. Vanaf 1968 trad ze regelmatig op als zangeres.

Het was aan het Haagse conservatorium dat De Moor in aanraking kwam met de literatuur. Uit haar literaire voorkeuren spreekt diezelfde aandacht voor vorm: Borges, Ionesco, Beckett.
Gerard Reve beschouwt ze als haar favoriete Nederlandse auteur, vooral om zijn stilistisch vermogen. Eind jaren zeventig studeerde ze enige tijd kunstgeschiedenis en archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ook deze studie was belangrijk voor haar literaire carrière: in interviews heeft Margriet de Moor bij herhaling verklaard dat ze tijdens deze studie goed en helder schrijven heeft geleerd, met vermijden van lege woorden en jargon.

Met haar man, de beeldhouwer Heppe de Moor, startte ze in 1984 in 's-Graveland een kunstenaarssalon. (Heppe illustreerde het omslag van Eerst grijs dan wit dan Blaauw). Voor de bijeenkomsten in deze salon maakte ze een aantal film- en videoportretten van de exposerende beeldende kunstenaars. Een jaar later begon ze, naar eigen zeggen van de ene op de andere dag, met schrijven, eenvoudig omdat de subsidie voor de videoportretten werd stopgezet.

Na een mislukte poging tot het schrijven van een roman resulteerde dit in 1988 in de verhalenbundel Op de rug gezien, die prompt genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs 1989 en bekroond werd met het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut. Ook haar volgende boeken vielen in de prijzen: voor de verhalenbundel Dubbelportret (1989) kreeg ze de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, voor de roman Eerst grijs dan wit dan Blaauw (1991) de AKO Literatuurprijs 1992. Daarna verschenen nog De virtuoos (1993), Ik droom dus ?(1995), Hertog van Egypte (1996) ,Zee-Binnen (1999) en Kreuzersonate (2001)

Tegenwoordig woont Margriet de Moor in Amsterdam; haar man overleed eind februari 1992. Voor beginnende schrijvers heeft ze de goede raad (geuit in het Algemeen Dagblad van 8 februari 1990): "Zie het luchtig, beschouw het als een mengeling van luchtigheid en ernst, en begin nooit met iets uit je eigen leven te beschrijven.”
Alleen al daarmee onderscheidt ze zich van een groot deel van de naoorlogse Nederlandstalige schrijvers.

De jury van de AKO Literatuurprijs 1992 zegt (met betrekking tot Eerst grijs dan wit dan Blaauw) over de schrijfstijl van Margriet de Moor: "Margriet de Moor schetst in stemmig, sensitivistisch proza, dat trefzeker de complexe ervaringswereld van de personages oproept, een ijle, autistische wereld."

De kwalificatie 'sensitivistisch' roept herinneringen op aan het impressionisme in de literatuur, de schilderkunst en de muziek uit het laatste kwart van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw.

Korte bibliografie
- Op de rug gezien (1988, verhalen)
- Dubbelportret (1989, verhalen)
- Eerst grijs dan wit dan Blaauw (1991, roman)
- De virtuoos (1993, roman)
- Ik droom dus (1995, verhalen)
- Hertog van Egypte (1996, roman)
- Zee-Binnen (1999, roman)
- Kreutzersonate (2001, roman)

Eigen Mening:

Ik vond het zelf een heel leerzaam en meeslepend boek. Leerzaam omdat het met het verleden te maken heeft en ik nu meer te weten ben gekomen over de watersnoodramp. en meeslepend omdat de personages (Lidy en Armanda) heel uitgebreid er in voor komen. Je leert namelijk veel over hun verledes er zijn namelijk veel flashbacks. Ik vind het boek zeker een aanrader. 

Maar buiten is het feest, Arthur Japin

Maar buiten is het feest recensie

 

Voor een ander lijkt alles mooi

Maar buiten is het feest van Arthur Japin is een bijzonder boek. Het boek is verdeeld in 4 delen, met 2 verhaallijnen. De eerste verhaallijn is die van Weijntje, Zonnes eigenlijke naam. Dit is de jeugd van Zonne, in de periode waar zij met Sijmen en zijn misbruik te maken heeft. De tweede verhaallijn (het verhaalheden) is die van Zonne, zoals zij zich gaat noemen als ‘artiestennaam’, wanneer zij volwassen is. De naam is symbolisch voor het moment waar zij naar buiten treedt, zowel als zangeres, als tegen Sijmen. Voor het gemak noem ik haar in dit hele verslag Zonne.

De eerste verhaallijn begint met de scheiding van Zonne’s moeder en haar biologische vader. Haar moeder komt hierdoor in een enorme dip. Dan ontmoet zij Sijmen, een sympathiek en charmant lijkende man. Ze valt voor hem en al snel trouwen ze. Zonnes moeder en nieuwe stiefvader wissen alle sporen van haar ex-man in huis en Zonne, Laura en Isa moeten Sijmen accepteren en met hem omgaan als met hun vader. Dan komt Zonne er achter dat er overal in het huis kleine kijkgaatjes zijn waardoor Sijmen haar en haar zussen bespioneert.

Al snel escaleert dit en begint hij hen ook fysiek te misbruiken, eerst alleen Laura en dan ook Zonne. Zij proberen beiden te voldoen aan wat hij van hen wil om hun jongere zusje tegen hetzelfde lot te beschermen.

 

Ondertussen zit Zonne bij een koor en haar zangjuf merkt haar geweldige stem op. Ze stimuleert Zonne om extra zanglessen te nemen en uiteindelijk mee te doen aan een zangcompetitie in de stad. Sijmen is het hier absoluut niet mee eens, maar uiteindelijk stemt hij toch toe. Het misbruik wordt dan heftiger, want hij wil niet dat ze met haar verhaal naar buiten komt. Bij haar moeder vindt Zonne geen steun, want die is bang dat haar tweede man ook bij haar weggaat.

Zonne wint de zangcompetitie niet maar voelt zich goed in de schijnwerpers. Op een dag is Zonne in de badkamer en zij begint zichzelf aan te raken. Door het orgasme dat ze zichzelf geeft weet ze dat ze nog steeds van zichzelf kan – en moet kunnen – genieten. Ze laat Sijmen daarna zijn gang gaan en zorgt dat haar moeder hem betrapt en bij hem weggaat.

 

De tweede verhaallijn begint met de dag dat Zonne een rechtszaak heeft over haar nichtje, het kind dat Sijmen vroeger bij haar zus Laura heeft verwekt. Laura is overleden in een brand. Sijmen en Zonne strijden voor de voogdij van het kind en Zonne wint de zaak uiteindelijk.

 

De schrijver Arthur Japin (1956) bezocht het Gymnasium in Haarlem, studeerde enkele jaren Nederlandse taal- en letterkunde in Amsterdam en doorliep daar de Theaterschool, waar hij in 1982 afstudeerde. Hij speelde diverse rollen voor radio en televisie en op toneel bij onder andere Toneelgroep Centrum en de Theaterunie. Ook zong hij een kleine rol bij de Nederlandse Opera.

In 1987 ontdekte hij het historische, maar tot dan toe onbekende verhaal van twee Afrikaanse prinsjes die in het 19-eeuwse Nederland als Hollanders werden opgevoed. Om dit te kunnen schrijven stopte hij met acteren. In de 10 jaar dat hij aan zijn eerste roman werkte en daarvoor onderzoek deed op drie continenten, schreef hij verhalen, hoorspelen, toneelstukken en televisiefilms.

In 1996 debuteerde hij met de verhalenbundel Magonische verhalen. Hiervoor ontving hij de prestigieuze Lucy B. & C.W. van der Hoogt-prijs. In september 2012 verscheen de roman Maar buiten is het feest. Dit boek, over een jong meisje dat in zichzelf de kracht vindt om haar verleden te overwinnen, is gebaseerd op de dramatische jeugd van zangeres Karin Bloemen. In de zomer van 2012 stond Arthur Japin voor het eerst sinds 26 jaar weer op de planken, in Veel gedoe om niks van William Shakespeare  

Het boek maar buiten is het feest laat in een verhaal de jeugd van Karin Bloemen zien. Ik vond het een lastig boek om te lezen door dat het 2 verhaallijnen door elkaar wouden maar vond het wel mooi om te lezen hoe zij haar verhaal wou verwoorden want het was een heftige jeugd. Het verhaal van haar misbruik tijdens haar jeugd is heftig doordat je het niet kan voorstellen hoe dat zal zijn als je zo jong bent.

De Dochter, Jessica Durlacher

De Dochter Recensie 

Donkere periode uit de geschiedenis

Het boek De Dochter van Jessica Durlacher gaat over Max. op een dag gaat hij met zijn familie naar het Anne Frank huis en daar ontmoet hij een meisje genaamd Sabine. De vonk lijkt al snel over te slaan en ze krijgen langzaam aan een relatie maar deze verloopt stroef. Sabine is heel erg geïnteresseerd in de joden vervolging waar de familie van Max mee te maken heeft gehad. Maar max krijgt maar weinig over haar te weten. Wat houdt Sabine achter voor hem?

 

De schrijfster van het boek is Jessica Durlacher. Jessica Durlacher is geboren op 6 september in 1961 in Amsterdam. Voordat ze beroemd werd als schrijfster was Jessica Durlacher criticus en columniste. Tijdens haar studie heeft ze een literair tijdschrift opgericht. Door deze bezigheden kwam ze steeds meer in de journalistiek. Ze ging werken als criticus en columnist voor bijvoorbeeld de Volkskrant en Vrij Nederland. Haar debuutroman Het geweten en de dochter worden gezien als ‘tweede-generatieromans’. Voor het geweten heeft ze de debutantenprijs en het Gouden Ezelsoor gewonnen, ook werd de Duitse vertaling genomineerd voor de literatuurprijs Nordrhein/westfalen. Voor haar andere boek De Dochter werd ze ook genomineerd voor de literatuurprijs Nordrhein/Westfalen en de NS Publieksprijs. Dat de Dochter genomineerd is geweest voor deze prijzen vind ik terecht want het is een mooi verhaal over het verhaal van deze mensen en wat zij hebben moeten doorstaan. De familie van de hoofdpersonen hebben geleden onder het bestuur van Hitler en hebben in een concentratiekamp moeten zitten.

 

Ik zou het boek De Dochter van Jessica Durlacher zeker aanraden aan andere mensen doordat het een mooi verhaal. Dit waargebeurde verhaal wat verteld wordt door max over zijn familie is een echt overlevingsverhaal van de tweede wereldoorlog die ieder aan zal grijpen doordat het verhaal wordt verteld met de gebeurtenissen van het leven tijdens de oorlog. In het verhaal komt Sabine steeds meer te weten van het verleden van de familie van haar vriend. Ieder zou dit soorten boeken moeten lezen

Overige opdrachten

Wat is je startpositie?

Terugblik maart havo 4

  • Het arrangement Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Gwenny Mans Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-03-01 23:59:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    havo4, havo5, leeslogboek, literatuur, nederlands

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Musters, Marloes. (z.d.).

    Leeslogboek havo 4 - 2018/2019

    https://maken.wikiwijs.nl/127670/Leeslogboek_havo_4___2018_2019

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.