Dorst standaardverslag
Samenvatting
Als moeder Elisabeth en dochter Coco elkaar op een ochtend op de Overtoom in Amsterdam onverwacht tegenkomen, is dat een ongemakkelijke situatie voor beiden. Ze zien elkaar niet zo vaak en zeker niet onverwacht. Elisabeth realiseert zich dat ze haar dochter nu moet vertellen dat ze niet lang meer te leven heeft. Ze heeft kanker. Het is begonnen in haar nieren, en de artsen behandelen haar nu even niet, tot er iets op gevonden is. Met deze bewoordingen vertelt Elisabeth aan Coco dat ze uitbehandeld is. Later wordt duidelijk dat Elisabeth ook uitzaaiingen in haar hoofd heeft.
De conversatie tussen moeder en dochter is ongemakkelijk. Hun contact verloopt stroef.
Na dit gesprek gaat Elisabeth even langs de lijstenmakerij waar ze werkt en naar de kapper, met wie ze een gesprekje heeft over haar ziekte. Ze voelt zich op haar gemak bij de kapper. Het voelt voor haar heel vertrouwd en gemakkelijk om met hem te praten, ook over de ziekte die ze heeft.
Coco gaat later die week met haar vriend Hans, haar vader Wilbert en stiefmoeder Miriam naar de Chinees. Daar vertelt ze dat haar moeder kanker heeft en niet lang meer zal leven. De manier waarop dat gesprek verloopt, is ook zeer ongemakkelijk. Heel veel blijft ongezegd. Ze praten tijdens het eten over Elisabeth. Coco voelt zich tevreden tijdens de bijeenkomst. '...en voelt alweer dat fris verheugen, dat steeds maar terugkeert sinds maandagochtend' (p. 33). Die maandagochtend had Elisabeth haar op de hoogte gebracht van haar ziekte.
Ze bespreken tijdens het eten ook dat Elisabeth autisme heeft of op zijn minst asperger. 'Het is een oude vraag waar al vaak omheen gecirkeld is' (p. 34). Tijdens het etentje maakt Coco de grap dat ze bij haar moeder zou kunnen gaan wonen. Omdat iedereen negatief reageert, vindt ze dat ze niet meer terug kan. Ze moet nu bij haar moeder gaan wonen, meent ze. Deze gedachtegang geeft een inkijkje in de mentaliteit van Coco. Tijdens het etentje komt ook ter sprake dat Elisabeth Coco opsloot op haar kamer, toen ze nog maar twee jaar was. Elisabeth had gemerkt dat het niet uitmaakte of ze Coco opsloot of niet: ze huilde even lang en hard. Voor Elisabeth was het opsluiten een manier om even verlost te worden van het kind dat alles 'besmeurde, brak en scheurde'(p. 68). Daar kon ze niet tegen.
Toen Coco vijf was, zijn haar ouders gescheiden. Ze ging bij haar vader en Miriam wonen en was iedere woensdagmiddag en woensdagnacht bij haar moeder. Toen ze vijf was, is Coco expres met haar fietsje door het serreraam gereden en een verdieping daaronder neergekomen op de tegels. Daardoor heeft ze veel littekens. Haar vader is met haar naar het ziekenhuis gegaan, haar moeder heeft de scherven opgeruimd en een ruitenzetter gebeld om het raam te maken. Ze maakte geen haast om in het ziekenhuis te komen. Als Coco haar later vraagt naar dit gedrag, denkt Elisabeth: 'Het is onmogelijk om de waarheid te spreken. Dat het een mooi en acceptabel einde was en dat ze zich had verzoend met dat einde en ze zegt: 'Ik moet zo zijn geschrokken' (p. 174). Dit is de meest stevige van alle aanduidingen die er op wijzen dat Elisabeth het heel moeilijk vond om haar moederrol te vervullen. Ze vond het zwaar om met haar kind om te gaan, omdat ze zo beweeglijk was. Elisabeth was liever alleen of in de lijstenmakerij. Ze voelde opluchting dat Coco door de lucht zweefde met haar fiets en dacht in een flits dat Coco dood zou gaan. Dat had ze een mooi einde gevonden.
Coco gaat vijf dagen nadat ze het nieuws over de ziekte heeft gehoord, bij haar moeder wonen. Elisabeth vindt dit niet fijn. Ze krijgt direct weer de maagpijn die ze ook had toen Coco pas geboren was.
Nu ze samenwonen proberen Coco en Elisabeth allebei hun best te doen om met elkaar om te gaan. Dat valt niet mee. Intimiteit voelt onveilig, want dat hebben ze nooit gehad. Wilbert en Miriam komen langs en blijven koffiedrinken. Coco's vriend Hans komt op bezoek en probeert erachter te komen hoe Elisabeth in elkaar zit.
Als het slechter met Elisabeth gaat, maakt Coco een rooster, zodat er altijd iemand bij haar waakt. Elisabeth haat het om nooit meer alleen te zijn. Het rooster is ook een manier voor Coco om uit te kunnen gaan. Ze bezoekt Hans en verleidt hem. Daarnaast gaat ze in cafés op zoek naar mannen die haar kunnen bevredigen, ook al weet ze dat het nooit genoeg zal zijn. Haar dorst naar gevoel is onlesbaar.
Elisabeth slaapt steeds meer. Wanneer ze wakker wordt, is Wilbert bij haar. Ze zegt tegen hem dat hij haar hond is. Dat is een opmerking uit de tijd dat ze nog getrouwd waren, toen noemde ze hem ook zo. Wilbert vindt het heel vervelend om hond genoemd te worden.
Voor Elisabeth was Coco als kind een vis die ze niet kon vasthouden en niet kon aaien. Een hond kun je wel aaien. Daarom is het voor haar een positieve aanduiding, maar die wordt niet zo begrepen. Elisabeth noemde Coco een vis en zijzelf was het viswijf. Daardoor hoorden ze toch bij elkaar. Van Miriam mocht Coco haar moeder geen viswijf noemen, daarmee werd dat verbond tenietgedaan. Het positieve aan de benaming viswijf werd niet begrepen door buitenstaander Miriam.
In de laatste fase van haar ziekte gaat Elisabeth steeds minder goed zien. Als Martin, haar leidinggevende, op bezoek komt, is hij ongerust en belt Coco op en zegt dat ze thuis moet komen. Coco rent naar huis. Als Martin weg is, gaat ze op haar kamer zitten, op haar bed. Ze denkt na. Elisabeth kruipt de trap op en sluit Coco op in haar kamer. Daarna gaat ze beneden in bed liggen en sterft. Ze sterft alleen, wat ze graag wilde. De kapper komt langs, Coco laat hem binnen door de voordeursleutel uit het raam te gooien. De kapper betreedt de kamer en ziet dat Elisabeth dood is. Coco wordt heel druk en opgewonden vlak nadat haar moeder overleden is. Hans komt langs en belt de dokter. Als die arriveert, stelt hij het overlijden van Elisabeth officieel vast. Coco smeert de handen van haar moeder in met crème en gaat daarna naar boven. Ze maakt zich op om weer door het serreraam te springen. Ze voelt zich licht en blij.
Bron: http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=358199
Analyse
Het is een boek dat gaat over een complexe relatie tussen moeder(Elisabeth) en dochter(Coco) zeker als Elisabeth ziek word is het moeilijk voor beide. Het is geschreven in de tegenwoordige tijd, maar er komen flashbacks in voor van Elisabeth die Als moeder niet goed zorgde voor Coco. Wat voor komt in het verhaal is de kapper waarmee Elisabeth makkelijk kon praten zelfs over haar ziekte maar met Coco ging dat heel moeizaam.
Schrijver
Esther Gerritsen
Gerritsen groeide op in de plaats Gendt bij Nijmegen en studeerde Dramaschrijven en Literaire vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
In oktober 2014 verscheen haar roman Roxy. Gerritsen is columniste voor de VPRO Gids. In april 2015 werd bekend dat de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Gerritsen heeft gevraagd het boekenweekgeschenk van 2016 te schrijven. In 2016 is Broer dan ook het boek dat als boekenweekgeschenk word weggegeven.
Bron: Wikipedia
Eigen mening
Ik vond het een eentonig boek. Er gebeurd niet veel. Je hebt wel flashbacks maar meestal van hetzelfde als de andere flashbacks. De complexe relatie tussen moeder en dochter is wel interessant om te zien. Ik zou het boek niet aanraden, maar het is wel makkelijk om te lezen en te begrijpen.