Erfelijkheid: belangrijke begrippen

Erfelijkheid: belangrijke begrippen

Erfelijkheid : belangrijke begrippen

4. Genenparen

In dit hoofdstuk gaan we kijken naar hoe genen bepalen welke eigenschappen je als individu hebt.

 

Leerdoelen

Als je dit hoofdstuk hebt doorgewerkt, kun je:

  • omschrijven wat homozygoot en heterozygoot is.
  • omschrijven wat dominant en recessief is.

4.1 Dominant en recessief

Eigenschappen

Welke eigenschappen je hebt, is vastgelegd in je genen.
Genen komen voor in paren. Voor iedere eigenschap heb je twee genen. Elk van die genen ligt op 1 van de chromomsomen die een paar vormen. Dus als het bijvoorbeeld gaat over het gen dat je oogkleur bepaald, dan ligt het ene gen op het chromosoom dat je van je moeder hebt gekregen en het andere gen op hetzelfde chromosoom, maar dan die je van je vader hebt gekregen. Tijdens de bevruchting wordt bepaald welke combinatie van genen een individu dus krijgt.



Voorbeeld
Voor de vorm van je haar zijn er twee varianten. Krullend en stijl haar.
Het ene gen zorgt voor stijl haar en het andere gen zorgt voor krullend haar. Heb je van beide genen een variant, dan heb je golvend haar. De vorm van je haren wordt dus bepaald door de combinatie van deze 2 genen.



Dominant en recessief

In het voorbeeld over haarstijl, is geen van beide genen sterker dan de andere. Daarom ontstaat er golvend haar (een variant tussen krullend en stijl haar in) als je van elke soort 1 gen hebt.

Vaak is het echter zo dat 1 van de 2 genen sterker is dan de andere. We zeggen dan dat dit gen dominant is over het andere gen. Het andere gen is het recessieve gen. De schrijfwijze voor het genotype is als volgt:
1. Je kiest een letter om het gen aan te geven (bijvoorbeeld de letter b)
2. Het dominante gen schrijf je dan met een hoofdletter: dat is dan B
3. Het recessieve gen schrijf je dan met een kleine letter: dat is dan b

Voorbeeld

Er zijn nu drie mogelijkheden, want elke eigenschap wordt bepaald door 2 genen:

  • De muis erft twee genen voor witte vacht BB: de muis heeft een wittevacht
  • De muis erft twee genen voor zwarte vacht bb: de muis heeft een zwarte vacht
  • De muis erft 1 genen voor zwarte vacht, en 1 gen voor een witte vacht Bb: de muis heeft een witte vacht (omdat wit dominant is over zwart)

Dit betekent het volgende:
1. Als je een muis ziet met een zwarte vacht, dan weet je zeker dat het genotype bb is.
2. Als je een muis ziet met een witte vacht, weet je niet zeker wat het genotype is. Dat kan namelijk BB zijn of Bb (omdat je maar 1 dominant gen nodig hebt om de eigenschap tot uitting te laten komen)

 

4.2 Homozygoot en heterozygoot

Genen komen dus altijd voor in paren. Of je een bepaalde eigenschap hebt, wordt dus bepaald door de combinatie van de 2 genen die voor een bepaalde eigenschap coderen.

In veel gevallen is 1 van de 2 genen dominant over de andere. Dat wil zeggen dat dat gen bepaald hoe een bepaalde eigenschap tot uitting komt.

In de vorige paragraaf hebben we gezien dat er 3 mogelijkheden zijn van combinaties van de 2 genen. De verschillende combinaties van genotypen hebben een naam.
We nemen weer het voorbeeld van de muis:

De naamgeving is nu als volgt:

1. De linker muis met 2 dominante genen, noemen we homozygoot dominant
2. De middelste muis met 2 recessieve genen, noemen we homozygoot recessief
3. De rechtermuis met 1 dominant en 1 recessief gen, noemen we heterozygoot.

Homo betekent hetzelfde. Homozygoot wil dus zeggen dat er 2 dezelfde genen zijn. 2 dominanten genen (homzygoot dominant) of 2 recessieve genen (homozygoot recessief).
Hetero betekent anders. Dan heb je dus 2 niet dezelfde genen. De toevoeging dominant of recessief heeft dan geen zin, omdat je er van beide 1 hebt.

 

  • Het arrangement Erfelijkheid: belangrijke begrippen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-08-07 16:34:46
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Erfelijkheid VMBO-KGTL
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    ALC, Biologie. (z.d.).

    Thema 4: Erfelijkheid

    https://maken.wikiwijs.nl/105879/Thema_4__Erfelijkheid

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.