Opdracht: Schule in Deutschland - hv23

Opdracht: Schule in Deutschland - hv23

Schule in Deutschland

Einleitung

Deel 1 bestaat uit 6 stappen. Werk ze één voor één door.

stap

activiteit

leerdoel

Stap 1

Lesen

Je leest een tekst over het schoolsysteem in Duitsland.

Stap 2

en

Wörter

Je oefent de woorden en zinnen.

Stap 3

en

Landeskunde

Je vergelijkt het schoolsysteem in Duitsland met Nederland.

Stap 4

Grammatik

Je leert hoe je de voltooide tijd maakt.

Stap 5

Sehen/Hören

Je kijkt naar een reportage over de vraag of cijfers op school noodzakelijk zijn.

Stap 6

Sprechen

Je praat over de vraag of cijfers op school noodzakelijk zijn.

Stap 1 - Lesen

In welche Schule gehst du?

Wie erklärst du auf Deutsch, in welche Schule du gehst? Deutsche Schüler wissen bestimmt nicht, was du meinst, wenn du erzählst, dass du in eine havo- oder vwo-Schule gehst. Damit du deutschen Schülern einfach erklären kannst, in welche Schule du gehst, brauchst du einige Kenntnisse vom deutschen Schulsystem. Schau dir dazu das Schema an und lies den Text unter dem Schema.
Das Schulsystem in Deutschland

Kopiere das Arbeitsblatt (Bestand - Een kopie maken...) oder lade es herunter (Bestand - Downloaden als...).
Rate unbekannte Wörter oder benutze ein Wörterbuch.

Schule in Deutschland und in den Niederlanden

Arbeitet zu zweit. Verteilt den Text in zwei Teile. Erklärt einander das deutsche Schulsystem auf Niederländisch. Die eine Person erzählt über die Schultypen. Die andere über die Möglichkeiten nach dem Schulabschluss.

Schreibe so viel wie möglich Unterschiede zwischen dem niederländischen und dem deutschen Schulsystem auf.

Mache die folgende Übung.

Stap 2 - Wörter 1

Übe und lerne Wörterliste A1.

Wörterliste A1

In den folgenden Übungen lernst du mehr Wörter zum Thema Schule.
 

Stap 2 - Wörter 2

Wie sagt man...

Übe und lerne Wörterliste A2.

Wörterliste A2


Schreibe die folgenden Sätze auf Deutsch in dein Heft.

  1. Ik zit in klas 3.
  2. Ik heb goede cijfers voor wiskunde en Frans.
  3. Ik heb slechte cijfers voor Duits.
  4. Ik hoop dat ik overga.
  5. Ik ben nog nooit blijven zitten.

Kontrolliere und verbessere eventuell.

Führe zusammen mit einem Mitschüler Minigespräche. Benutzt die Wörterlisten A1 und A2. Passt die Fragen und Antworten an eure persönliche Situation an.
 

Stap 3 - Landeskunde

Lies den Text und vervollständige dann die Übersicht.

In welcher Klasse bist du?

In Deutschland kommen Kinder mit 6 oder 7 Jahren in die Schule. Das ist nicht abhängig von ihrem Geburtstag. Das Schuljahr beginnt immer Ende August oder Anfang September. Zuerst bleiben sie 4 Jahre in der Grundschule. Jedes Jahr kommen sie in eine höhere Klasse: von der ersten in die zweite, dann in die dritte und am Ende in die vierte Klasse. Nach der Grundschule gehen die Kinder, die jetzt 10/11 Jahre alt sind, auf eine weiterführende Schule: die Hauptschule, die Realschule, das Gymnasium oder eine Gesamtschule. Man beginnt dann aber nicht neu mit zählen, sondern zählt einfach weiter: Das erste Schuljahr in der weiterführenden Schule geht man in die fünfte Klasse usw. Schüler der Hauptschule verlassen die Schule nach der neunten Klasse. Sie sind dann ungefähr 15 Jahre alt. Schüler der Realschule verlassen die Schule nach der zehnten Klasse, also mit ungefähr 16 Jahren. Wie lange die Schüler aufs Gymnasium gehen, hängt vom Bundesland ab. In den meisten Bundesländern verlassen sie die Schule nach 12 Jahren, in manchen Bundesländern nach 13 Jahren. Sie sind dann also 18 oder 19 Jahre alt. Leider kann man das deutsche System nicht so einfach mit dem niederländischen System vergleichen. Man kann es aber ungefähr umrechnen. Dafür muss man +6 oder -6 rechnen. Wenn ein deutscher Schüler der 8. Klasse wissen möchte, welche Klasse das in den Niederlanden ist, muss er 8 – 6 rechnen, er würde in den Niederlanden also in „klas 2“ gehen. Umgekehrt kann ein niederländischer der vierten Klasse 4 + 6 rechnen, die vierte Klasse in den Niederlanden entspricht also der zehnten Klasse in Deutschland.

Schreibe mindestens 3 Sätze auf Deutsch in dein Heft, welche Person in welche Klasse geht.
Besprich die Sätze mit einem Mitschüler oder in der Gruppe.

Stap 4 - Grammatik 1

Schwache und starke Verben

Je hebt nu best vaak geoefend met zwakke en sterke werkwoorden. Maar hoe kun je weten of een werkwoord sterk of zwak is?

Je kunt hulpmiddelen gebruiken zoals een woordenboek.
Je kunt ook het Duitse werkwoord vergelijken met het Nederlandse werkwoord. Werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn, zijn dat ook vaak in het Duits.

Beispiel:
vliegen - vloog - gevlogen
fliegen - flog - geflogen

Sieh dir die Liste mit starken Verben an und lerne sie.


Mache die Übung.

Stap 4 - Grammatik 2

Perfekt

De onvoltooid verleden tijd (ovt) beschrijft een afgesloten handeling in de verleden tijd.
De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit twee delen: het hulpwerkwoord haben of sein plus het voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord wordt vervoegd. Welke vorm van haben of sein je gebruikt, hangt af van het onderwerp. Het voltooid deelwoord verandert niet en staat achteraan de zin.

Je leert hier meer over het voltooid deelwoord.

De enige manier om

  1. zeker te weten of een werkwoord zwak of sterk is en
  2. te weten hoe de stam verandert,

is: leer die werkwoorden gewoon uit het hoofd.

Het beste doe je dat door de drie vormen van een werkwoord (de infinitief, de stam van de ovt en het voltooid deelwoord) in één keer te leren.

Bekijk nog eens de lijst met sterke werkwoorden bij Grammatik 1. Vraag aan je leraar of je de hele lijst of alleen bepaalde werkwoorden moet leren of leer de stam van de werkwoorden die je vaak gebruikt.
Tip:
- Maak gebruik van Wozzol of een ander woordjesleerprogramma.
- Ook in het woordenboek vind je de stammen van sterke werkwoorden.

Oefenen - zwakke werkwoorden

Aan het eind van het thema Schule ga je mondeling en schriftelijk vertellen over jouw ervaringen tijdens de schooluitwisseling. Daarom leer je hier hoe je het voltooid deelwoord gebruikt.

Mache die Übungen:

Stap 4 - Grammatik 3

Oefenen - Sterke werkwoorden

De regels voor het vervoegen van het voltooid deelwoord van sterke of onregelmatige werkwoorden zijn niet zo moeilijk. Hoe de stam van het sterke werkwoord verandert, oefen je hier.

Stap 5 - Sehen/Hören 1

Lies die Einleitung und mache die Übung.

Kurz vor den Zeugnissen ist der Leistungsdruck bei den Schülern besonders hoch. Wenn sie am Ende mit einer guten Note belohnt werden, ist der Stress schnell vergessen.
Fast alle kennen aber auch das blöde Gefühl, versagt zu haben, wenn sie eine schlechte Note bekommen.

Die Schülerinnen und Schüler der Laborschule in Bielefeld kennen das nicht. Denn an ihrer Schule gibt es bis zur 9. Klasse keine Noten. Wie eine Schule ohne Noten funktioniert? Und warum Schulnoten überhaupt erfunden wurden? Das zeigt diese neuneinhalb-Folge.

Stap 5 - Sehen/Hören 2

Sieh die das Video an und mache die Mehrwahlaufgaben.
Notiere die genannten Argumente

  1. für Noten
  2. gegen Noten

Stap 6 - Sprechen

Mache die Übung.

  • Het arrangement Opdracht: Schule in Deutschland - hv23 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-09-06 11:52:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Schule', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor hv23. In deze opdracht ga je bezig met de verschillende aspecten van het schoolsysteem. Je gaat een tekst lezen die inzicht geeft in het schoolsysteem van Duitsland. Je gaat dit systeem vergelijken met dat van Nederland om zo jouw begrip van internationale onderwijsverschillen te verbreden. Taalvaardigheid wordt versterkt door te leren hoe je met de voltooide tijd kan omgaan. Er wordt een reportage over de relevantie van cijfers in het schoolsysteem weergegeven, gevolgd door discussies over dit onderwerp. Dit alles draagt bij aan een breder begrip van onderwijssystemen en de taalontwikkeling
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen om informatie op te doen; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, cijfers op school, duits, hv23, noodzakelijk zijn, schoolsysteem, schule, schule in deutschland, stercollectie, voltooide tijd
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Schwach oder stark

    Schwache Verben

    Schwache Verben

    Schwache Verben

    Schwache Verben

    Schwache Verben

    Voltooid deelwoord - Starke Verben

    Voltooid deelwoord - Starke Verben

    Voltooid deelwoord - Starke Verben

    Müssen Schulnoten wirklich sein?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.