Taschengeld
Einleitung
Deel 4 bestaat uit 5 stappen.
Werk ze één voor één door.
|
stap
|
activiteit
|
actie
|
|
Stap 1
|
 en 
|
Aussprache/Wörter
|
Je oefent met nieuwe woorden.
|
|
Stap 2
|
|
Lesen
|
Je leest iets over zakgeld.
|
|
Stap 3
|
|
Schreiben
|
Je maakt een overzicht van je uitgaven.
|
|
Stap 4
|
en
|
Sprechen
|
Je kiest een situatie en gaat met een klasgenoot een gesprek voeren over winkelen of een bestelling.
|
|
Stap 5
|
|
Schreiben
|
Je schrijft een klachtenbrief.
|
Stap 1 - Aussprache/Wörter
Auf LanguageGuide.org findest du die Aussprache weiterer Wörter zum Thema Einkaufen.
Höre dir die Aussprache an und sprich nach. Notiere interessante Wörter in deinem Heft.
Stap 2 - Lesen
Um etwas kaufen zu können, brauchst du Geld.
Wahrscheinlich kriegst du von deinen Eltern einen bestimmten Betrag pro Woche oder pro Monat, Taschengeld also.
Mache diese Aufgabe, bevor du die Texte liest. Probiere es auf Deutsch.
- Schreibe in dein Heft:
- Wie viel Taschengeld du kriegst.
- Was du dir von deinem Taschengeld kaufst.
- Befrage fünf Mitschüler und notiere:
- Wie viel Taschengeld sie bekommen.
- Was sie mit ihrem Taschengeld machen.
Sieh dir zuerst die Fragen an. Lies dann den Tekst.
|
Wie viel Taschengeld sollten Kinder bekommen?
Eltern können selbst entscheiden, ob sie ihren Kindern Taschengeld geben. Und dann auch wie viel. Die Bundesregierung (= Duitse regering) rät Folgendes:
Unter 6 Jahre: 0,50 bis 1,00 Euro pro Woche
6 Jahre: 0,50 bis 1,00 Euro pro Woche
7 Jahre: 1,50 bis 2,00 Euro pro Woche
8 Jahre: 2,00 bis 2,50 Euro pro Woche
9 Jahre: 2,50 bis 3,00 Euro pro Woche
10 Jahre: 15,50 bis 18,00 Euro pro Monat
11 Jahre: 18,00 bis 20,50 Euro pro Monat
12 Jahre: 20,50 bis 23,00 Euro pro Monat
13 Jahre: 23,50 bis 25,50 Euro pro Monat
14 Jahre: 25,50 bis 30,50 Euro pro Monat
15 Jahre: 30,50 bis 38,00 Euro pro Monat
16 Jahre: 38,00 bis 45,50 Euro pro Monat
17 Jahre: 45,50 bis 61,00 Euro pro Monat
18 Jahre: 61,00 bis 76,00 Euro pro Monat
Wofür geben Kinder ihr Taschengeld aus?
Süßigkeiten, Kaugummi oder Eis – dafür geben jüngere Kinder ihr Taschengeld am meisten aus. Aber auch Zeitschriften oder Comics werden vom eigenen Geld gekauft. Kinder dürfen selbst entscheiden, was sie mit ihrem eigenen Geld machen. Schulsachen und Essen müssen wirklich nicht vom Taschengeld bezahlt werden. Das ist immer Elternsache!
Können Kinder Geld dazu verdienen?
Ab 13 Jahren können Kinder einen Nebenjob annehmen. Zeitungen austragen (= krantenwijk) zum Beispiel, oder Babysitten. Mehr als zwei Stunden am Tag sind nicht erlaubt.
Ab 15 Jahren darf man in den Sommerferien maximal vier Wochen arbeiten. Aber nicht mehr als 40 Stunden in der Woche. Und nur zu ganz bestimmten Uhrzeiten.
Quelle: https://www.zdf.de/ (bewerkt)
|
Stap 3 - Schreiben
Meine Ausgaben - A1
Elke maand krijg je zakgeld.
Je koopt er leuke dingen van of je maakt uitstapjes.
Je taak
- Maak een overzicht van je uitgaven van de afgelopen maand.
- Vermeld ook wat je die maand te besteden had.
- Kon je ook iets sparen?
Tip:
- Noteer de informatie in de voorbeeldtabel.
- Zoek er passende plaatjes bij.
Lever de tabel bij de docent(e) in.
Hier vind je een voorbeeldtabel om in te vullen.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Stap 4 - Sprechen
Kies een van de twee opdrachten en maak het gesprek samen met een klasgenoot.
In einer Imbissbude - A1
Situatie
Je bent met je buitenlandse vriend/vriendin in een snackbar.
Jullie willen iets kopen. Hij/zij vraagt wat je gaat bestellen.
Taak
Je kunt een bestelling doen.
Tip
Ken je een paar woorden niet - zoek ze in een online-woordenboek, bijvoorbeeld www.uitmuntend.de, of in de woordenlijsten.
Presentatie
Laat je docent naar het gesprek luisteren.
Was kaufst du dir vom Taschengeld? - A2
Situatie
Je bent met je buitenlandse vriend/vriendin in een kledingwinkel.
Jullie willen iets kopen. Jullie gesprek gaat over zakgeld.
- Bespreek hoeveel zakgeld jullie krijgen en wat je daarvan wel en niet zelf moet betalen.
- Bespreek of je ook kleedgeld krijgt en hoeveel dat is.
- Bespreek wat je in de kledingwinkel van je zakgeld wilt kopen.
Taak
Je kunt over zakgeld praten.
Tip
Ken je een paar woorden niet - zoek ze in een online-woordenboek, bijvoorbeeld www.uitmuntend.de, of in de woordenlijsten.
Presentatie
Laat je docent naar het gesprek luisteren.
Stap 5 - Schreiben
Einen Beschwerdebrief schreiben
Es kommt oft vor, dass man mit den gekauften Produkten nicht zufrieden ist.
Es gibt verschiedene Gründe dafür, zum Beispiel:
- Das Produkt ist defekt.
- Das Produkt kann nicht, was im Werbeblatt steht usw.
Wenn du das Produkt in einem Geschäft gekauft hast, bringst du es zurück.
Es wird komplizierter, wenn du es online kaufst. Dann musst du einen kurzen Beschwerdebrief schreiben.
Das werden wir in dieser Aufgabe üben.
Het komt vaak voor dat je met de gekochte producten niet tevreden bent. Er kunnen verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld:
- Het product is defect.
- Het product kan niet wat in de folder staat enz.
Als je het product in een winkel hebt gekocht, breng je het terug.
Het wordt ingewikkelder als je het online koopt. Dan moet je een korte klachtenbrief schrijven. Dat gaan wij in deze opdracht oefenen.
Stufenplan
- Lies die Tipps.
TIPPS:
- Schicken Sie Ihren Beschwerdebrief wenn möglich nicht sofort ab. Schlafen Sie eine Nacht darüber und werfen Sie dann erneut einen kritischen Blick auf Ihre Formulierungen.
- Auch wenn es manchmal schwerfällt: Halten Sie sich an die Grundsätze der Höflichkeit. Dazu gehören eine förmliche Anrede und eine Grußformel.
- Beleidigungen haben in einem Beschwerdebrief nichts verloren.
- Bitten/ersuchen Sie anstatt zu befehlen.
- Wenn möglich, beginnen Sie Ihren Beschwerdebrief mit etwas Positivem, z. B., dass Sie mit der Leistung grundsätzlich zufrieden waren. Aber ...
- Formulieren Sie konkret, anstatt zu verallgemeinern.
- Bieten Sie in Ihrem Beschwerdeschreiben Lösungsvorschläge an. Ziehen Sie einen Kompromiss in Erwägung.
- Auch wichtig: Richten Sie Ihre Beschwerde direkt an die betreffende Person bzw. an die richtige Stelle. Wenden Sie sich an Vorgesetzte nur dann, wenn dies unumgänglich ist.
Vertaling TIPS:
- Brief niet direct versturen. Slaap er nog eens een nachtje over.
- Blijf altijd vriendelijk!
- Geen beledigingen!!
- Formuleer een vraag, geen eis.
- Begin met iets positiefs.
- Beschrijf precies het probleem, zonder algemeen te worden.
- Draag voorstellen voor een oplossing aan.
- Richt de brief aan de juiste persoon.
Beschwerdebrief
- Mache die Übung.
Was passt zusammen?
Oefening: Einen Beschwerdebrief schreiben
- Situation: Du hast eine Playstation gekauft, aber die zwei beiliegenden Spiele funktionieren nicht.
Deine Aufgabe: Schreibe einen eigenen Beschwerdebrief.
Verwende dabei die Sätze aus der vorigen Übung und/oder (Online-)Wörterbücher in.
Gib den Brief zur Beurteilung an deinen Lehrer.
