Activiteiten 2018

Activiteiten 2018

Inleiding

Een onderdeel van je werkzaamheden als Maatschappelijk zorger is het inzetten van activiteiten op een woongroep of dagbestedingsgroep. Deze activiteiten varieren van sport en spel, creatief, muziek, dans, theater en toneel.

Een verzamelnaam voor deze activiteiten is: 'Beeldende vormgeving en podium kunst'.

Beeldende vormgeving en podium kunst hebben verschillende doelen. Denk bijvoorbeeld aan: ontspanning, verbeteren/behouden van motoriek, emoties/gevoelens uiten en contact maken, samenwerken.

Als je dit soort activiteiten wilt gebruiken bij de doelgroep waarmee je werkt, is het belangrijk dat je je kunt inleven in wat zo'n activiteit met je doelgroep kan doen. Dat inleven leer je door de activiteiten zelf eerst te doen.

Sommige opdrachten kunnen bijvoorbeeld bedreigend, te uitdagend, te moeilijk of te kinderachtig zijn.voor een doelgroep. Dan maak je ze geschikt door ze wat aan te passen.

Je oefent tijdens deze lessenserie met verschillende activiteiten, zodat het inleven in de doelgroep makkelijker zal gaan.

En je bespreekt hoe jij met jouw ervaring en ideeën de activiteiten aan kunt passen.

 

Planning periode

 

Les

week

Datum

Evt. zelf bijschrijven

Wat gaan we doen, waar gaat het over?

Bronnen/lesmateriaal

1

 

Werken met plastisch materiaal

  • Gips
  • Klei

Thema: Tehatex

2

 

 

  1. Product uit lesweek 1 afwerken met verf en potlood
  • Plakkaatverf
  • Ecoline
  • Potlood

 

2.Een verhaal uitwerken dat te maken heeft met het product van klei of gips dat je hebt gemaakt.

Thema: Tehatex

3

 

 

Presentaties:

Vandaag ga je  je eindproduct presenteren waar je in lesweek 1 en 2 aan hebt gewerkt. Daarbij vertel je het verhaal dat je in lesweek 2 hebt geschreven.

 

Je kunt het vertelkastje Kamishibai gebruiken als hulpmiddel.

Presentatie eindproduct + bijpassend verhaal.

Huiswerk: Neem een sprookjesverhaal of ander verhaal mee.

4

 

 

Activiteiten

  1. Er wordt een verhaal verteld. Terwijl je luistert, ga je op papier het beeld tekenen dat bij jou opkomt bij het verhaal. Resultaten uitwisselen en linken aan de doelgroep.

 

2. Voorbereiden: Voorlezen en vertellen. Kies uit een meegenomen boek een verhaal en ontwerp er een spel bij.

In de wiki kun je ook een verhaal vinden: Repelsteeltje, Poten omhoog, Dolfje Weerwolfje,  De wolf en ze zeven geitjes .  

Let op: De spelen mogen geen bordspel zijn.

 

3. Actieve spelen ontwerpen die horen bij het verhaal. De spelen mogen geen bordspel zijn.

Thema: Sport en Spel

5

 

 

  1. Verder uitwerken van het spel
  2. Voorbereiden van de presentatie
 

6

 

 

Presenteren van je spel.

 

7

 

 

Deze les gaan jullie in deelgroepen 2 binnen activiteiten organiseren.

 

Je stemt het spel af op één van de onderstaande doelgroep.

 

De doelgroepen: Ouderen, gehandicapten, een stabilisatiegroep in de psychiatrie, een inloophuis van dak- en thuislozen, verstandelijk beperkten, verslaafden in een dagbestedingscentrum bij ZIENN.

 

Speel dit spel in je eigen deelgroep.

En vertel aan de docent: Wat je hebt gemaakt, waarom heb je het zo gemaakt, en wat je hiermee wilt bereiken.

Thema: sport en spel

8

 

 

Activiteiten:

  1. In deelgroepen van 6 personen: aan elkaar favoriete muziek laten horen (ongeveer 3 minuten per persoon) en erbij vertellen wat die muziek voor jou betekent.

 

2. Muziek en bewegen: social dancing. Maak een bewegingsspel  waarbij mensen elkaar (even) tegenkomen en( even)  oogcontact hebben en elkaar (even) aanraken.

Inspiratiebron: werelddelen.

De social dance is geïnspireerd door een werelddeel. Als je tijd over hebt maak je er een accessoire bij om tijdens het dansen te dragen.

 

Presenteer de dans aan het  einde van de les voor de groep.

Thema: Performing arts

9

 

1. Presentatie en evalueren en waarderen en aftekenlijst ondertekenen.

2. Kortfilm bekijken met een longtake er in.

 

Dan zelf een longtake maken die te maken heeft met de doelgroep.

 

Plaats: een appartement, een ruimte waar de doelgroep is. Bijvoorbeeld: een woongroep. Of: op de kamer van een bewoner. Of: in de keuken van de instelling waar de cliënt zit of komt.

3.

Zelf een scene schrijven en spelen en filmen in een decor van een appartement. Zie opdracht Longtake.

 

Groepsgrootte: naar eigen keuze.

 

Doel: De film moet als doel hebben om assertiever te worden (nee durven zeggen en voor jezelf opkomen, terwijl je de relatie in stand houdt.)

 

 

 

 

Beoordeling

Beoordeling is op basis van

1. aanwezigheid: 100% aanwezig zijn is de norm

2. Inzet: je gaat actief  en vriendelijk, benaderbaar, hulpvaardig  en assertief in de les aan de slag met de opdrachten en oefeningen.

3. Resultaat:  op producten tijdens de lessen. Gebruik hiervoor de aftekenlijst. ALs de aftekenlijst volledig is, heb je een voldoende op het vak.

 

Lesweken periode 1

Programma van de lesweken in periode 1. lesweek 1 tot en met 9.

 

Les 1.

Vandaag wordt er gewerkt met plastisch materiaal.

  • Gips
  • Klei

     

    Het is de bedoeling dat jullie een voorwerp maken van bovenstaand materiaal. De komende drie lessen gaan jullie aan ditzelfde voorwerp werken. Aan het einde van de drie lessen is het de bedoeling dat je een verhaal vertelt bij het voorwerp. Bedenk dus goed welk voorwerp je gaat maken.

Ruimtelijke vorm van metaaldraad buigen en omwikkelen met gipsverband ( 3-dimensionaal)

Tips

In de gereedschapskast in de berging vind je kniptangen in de kleine bak met deksel. Ze hebben groene handvatten.

Wil je kleine bakjes gebruiken voor water en de studenten vragen een kleine laag water in de bak te doen? Als ze klaar zijn graag de bakjes in de vensterbank en niet door de gootsteen.

 

  • handen eerst wassen in een emmer met warm water zodat er zo weinig mogelijk gips door de gootsteen gaat. De emmer mag je ook wegzetten zodat het gips kan zakken.

     

Klaarzetten: Kranten op de tafel of stukken plastic,

Een 'materiaalploeg' maakt voor iedere student een stuk metaaldraad, lang genoeg om een draadfiguur uit te buigen.

kniptangen, buigtangen, knijptangen, kleine stukjes fijner metaaldraad,

repen gipsverband in smalle stroken geknipt, bak met water,

illustraties uit kranten van sport/bewegende mensfiguren. Alternatief: de studenten zoeken zelf een afbeelding van een bewegend mens of een bewegend dier.

Emmer met water om de handen in te wassen, oude doeken.

 

  • Toon  een aantal plaatjes van bewegende figuren. Vraag de studenten wat het kenmerkende van de beweging is.

Afbeeldingsresultaat voor eythora thorsdottir 2015

Eythora Thorsdottir, Nederlandse turnster

Afbeeldingsresultaat voor spelende kat

Spelende kat

 

Afbeeldingsresultaat voor giacometti

Figuur 1Giacometti Walking Man

 

  • Uit het stuk metaaldraad wordt de houding van de mensfiguur gebogen. Gebruik voor handen en benen zoveel mogelijk dubbele of 3 dubbele stukken draad en werk zoveel mogelijk uit één stuk: dus uit midden van het stuk draad het hoofd, schouders, romp en benen buigen. Voeg armen apart toe en maak deze van een apart stuk draad; goed vastmaken. Het gaat om de beweging, niet om de details.
  • Werk in tweetallen, dan kun je elkaar helpen en buig de eerste figuur. Als dit klaar is, wordt de 2e figuur gebogen.
  • Leg het werk even stil. Zet een figuur van een leerling vast op een blok hout. Zet je naam met dikke stift onderop het blok hout.  Laat zien hoe dit moet en waar je op moet letten
  • Laat vervolgens zien hoe je gipsverband aanbrengt over de draadfiguur en waar je je handen moet wassen als je klaar bent.
  • Laat dit vastzetten en bekleden met verband uit voeren in 2-tallen. Laat een foto maken en een naamkaartje bevestigen aan de gipsfiguur. Spreek af waar het werk kan worden neergezet (doos).
  • 20 minuten voor tijd: Wat vond je van de opdracht? Voor wie is het geschikt en waarom? Tips om de opdracht te vereenvoudigen? Werk van elkaar bekijken.
  • 10 voor tijd: ieder tweetal ruimt de spullen op, gooit weg wat niet meer van waarde is, maakt de tafel schoon, bergt figuur op in de doos. Materiaalploeg: doet de vloer + aanrecht en wat verder nodig is.

 

 

Vervolg

Afmaken van de draadfiguur met gips

Je draadfiguur verven met plakkaatverf. Waar staat dat?

  • Heel weinig verf in verfhouder doen
  • Spoelpot
  • Kranten
  • Kwast

 

Extra opdracht bij werken met gips.

Als je je individuele opdracht af hebt, ga je door met een opdracht die je samen doet met een ander.

Zoek de meest naaste buurman die klaar is met zijn draadfiguur.

Kies of je gaat maken

  • Huisje
  • Masker

HUISJE

Bouw van karton de achtermuren en de zijmuren van een huisje.

Bouw van karton een dak dat daar op past.

Bekleed de muren met gips. Bekleed het dak met gips. Bekleed de buitenkant en de binnenkant tegelijk, dan trekt het niet krom

Maak het dak met gips vast aan de muren.

Laten drogen en als het droog is afwerken met verf.

 

MASKER: kan met mensen vanaf 12 jaar.

- smeer vaseline op de delen van het gezicht die je gaat bedekken met gipsverband

- dek lippen en ogen af met tissue

- extra veel vaseline op behaarde delen (snor, wenkbrauwen)

- 4 x 6 cm. stukjes knippen

- het gezicht beleggen met één laag, begin met voorhoofd.

- neusgaten helemaal vrij laten!

- werk via de wangen naar de kin

- bekleed de mond en de neus

- bedek de ontspannen gesloten ogen met tissue en bekleed ze secuur

- als het gips warm aanvoelt het masker wat los wringen en laten drogen

- als het droog is, afwerken met verf

 

 

Alternatief: bekleed een gezicht met huishoudfolie en maak een gat om te kunnen ademen met de neus en de mond. Op het huishoudfolie kan je de lagen gipsverband aanbrengen.

 

 

 

Wat kan een cliënt ervaren als hij hiermee bezig is?

Plezier, gevoel van trots, gevoel van zelfstandigheid, stimuleren van  lichaamsbeweging.

Stimuleren van voelen, horen, ruiken, zien.

Stimuleren van samenwerken

Stimuleren van nieuw gedrag: genieten van experimenten.

Uiten van gevoelens: blijdschap, tevredenheid,  verdriet

Samen bezig zijn

Stimuleren van ‘zelf doen’

Eindelijk je eigen ideeën mogen doen

Actief zijn, daardoor verbetert je stemming

Ontspanning

Besef lichaamsbewustzijn

Nadenken over het thema wat bedacht is

 

Werken met klei.

Werken met klei; vorm opbouwen vanuit een lange sliert, kleitegel met reliëf maken

Waarom?

Door het knijpen in klei of brooddeeg oefen je de handmotoriek

Klaarzetten: fijne chamotteklei, hardboard onderleggers, snijmesjes, snijdraad, spatels, mirettes, rollers, kleilatten, stevige voorwerpjes om in de klei te drukken zoals blokjes hout/rondhout, grote schroeven of bouten etc. gips, plastic mengvorm, lege vormpjes zoals vormen waarin bonbons hebben gezeten, kleine mona-toetjes, plastic verpakkingsmateriaal waarin speelgoed heeft gezeten.

 

  • Per tafel 4 personen. Hierop kranten laten leggen, per persoon spatel, mirette, kleimesje laten leggen ( + aantal rollers, kleilatten)

Warming up: knijpfiguren van klei

Neem een stuk klei, kneed het met wat water zachter.

Ogen dicht: vorm een kubus/piramide/bol

Ogen open: maak een knijpfiguur: gezicht/boom/bloem

Maak een foto van je werk voor in je  map.

 

 

 

 

Vervolg:

Platte figuren van klei, of een Holle vorm van klei, of Beeld-bouwen met klei

Als je klaar bent met het één, probeer je de volgende techniek uit.

Opdracht A: kleitegel met reliëf maken.

Opdracht B: tekening met rolletjes klei

Opdracht C: plaktegel

Opdracht D:Kommetje van rollen klei

Opdracht E:  Beeldbouwen met klei

  • Maak een foto van je werk en doe die in je map

 

Platte figuren in klei

Alle vormen hebben een platte achterkant

  • Opdracht A: kleitegel met reliëf maken. Maak een kleitegel m.b.v. roller en kleilatten van 20x20 x3 cm. Geef met een mesje op je tegel aan welke delen je wilt ophogen. Voor het ophogen snijd je vormen uit een kleitegel van zo’n 2 – 3 cm hoogte  en deze bevestig je op de ondergrond door de klei goed uit te smeren.  Vervolgens kun je voorwerpjes in de klei drukken, zodat er hoogteverschil/reliëf ontstaat. Beperk je in het aantal te gebruiken vormen; kies B.V. voor rechthoeken/driehoeken of juist ronde vormen. Naam op je werk zetten ( onderkant).

     

     

    Afbeeldingsresultaat voor kleitegels

     

    Afbeeldingsresultaat voor tekening van klei rolletje

     

  • Opdracht B: tekening met rolletjes klei. Klei wordt gerold tot lange ‘pieren’ en hiermee wordt ‘getekend’ op een plak klei. Eenvoudige onderwerpen zijn geschikt: een huis, bomen, beesten, huisnummers, naambordjes

 

 

  • Opdracht C: plaktegel: willekeurige stukjes klei, die van een groter stuk klei worden afgepeuterd, worden in de kleislib gedoopt en op een enigszins leerharde plak klei gedrukt. Er ontstaan een expressief geheel, geen voorstelling

 

  • Opdracht D

     

    Kommetje van rollen klei

    Snijd straks per persoon een stuk chamotteklei uit een “brood” klei met een snijdraad. Bouw een vorm  van zo’n 10 centimeter hoogte (kommetjes) op met  “rollen”. De bodem mag je uit een uitgerold stuk klei snijden ( B.V. cirkelvorm). Vervolgens bouw je wanden op met rollen klei, die je goed uitsmeert met een spatel. Door te kloppen met je handen, kleilatten, kun je de vorm mooi rond krijgen. Naam op je werk zetten ( onderkant)

     

     

     

     

     

  • Opdracht E Beeldbouwen met klei

    Ga uit van het karakter van klei: klei leent zich voor het maken van robuuste vormen met weinig details.  Wanneer er voorstellingen worden gemaakt hebben die altijd een enigszins abstract karakter: het blijft een bonk klei di doet denken aan een gestalte. Wanneer je net-echte-figuren probeert te maken, wordt het gauw ‘kitscherig’

     

    Er zijn heel veel mogelijkheden voor massieve vormen

  • Krokodillen, zeehonden, schildpadden, broedende eenden
  • Fantasiebeesten, monsters, draken, gedrochten, dinosaurussen
  • Olifanten, nijlpaarden, neushoorns
  • Cactussen, boomstronken, botten, zwerfkeien, paddestoelen
  • Fantasiekoppen, punthoofden, blokhoofden,
  • Fantasiemensfiguren: dikbuiken, kopppoters
  • Staande mensfiguren, zittende mensfiguren, liggende mensfiguren

Afbeeldingsresultaat voor tekening van klei rolletje

http://1.bp.blogspot.com/-fiUosEAFTRM/UyP_UMirwGI/AAAAAAAAGmo/YnG8vT7vxG4/s1600/_D7K7623.jpg

 

 

 

  • 20 minuten voor tijd: werk aan elkaar laten zien. Mogelijkheden/onmogelijkheden doelgroep, eventuele aanpassingen. Materiaal gips: voor wie geschikt en met welke aanpassing?
  • Huiswerk: Foto maken van je werk, in je map doen.

 

  • Opruimen: tafelgroep maakt rollers, onderleggers, spatels, mirettes, latten schoon. De tafel wordt schoongemaakt met een doek, kranten in de prullenbak. Materiaalploeg : aanrecht schoonmaken, vegen.

 

Voorbeeldspel met klei

Maak van tevoren wat bolletjes zachte klei of gekleurd brooddeeg

  • Speel daar samen mee en hou het spel heel eenvoudig
  • Het zachte brooddeeg kun je ook gebruiken in combinatie met bijvoorbeeld harde knikkers.
  • Zo kun je een spel van hard en zacht, groot en klein spelen door in de verschillende groottes ballen verschillende groottes knikkers te verstoppen en die er uit te laten peuteren. Een geschikt spel voor bijvoorbeeld kinderen met een verstandelijke handicap
  • Zorg dat het materiaal niet opgegeten wordt
  • Hou een washandje bij de hand voor het schoonvegen van de handen

 

 

 

brooddeeg

(bloem, zout en water in de verhouding: 3: 2: 1)

Oven voorverwarmen op 250 graden en dan 1- 3 uur bakken op 150 graden.

Om het kwartier er met een vork op tikken. Als het een dof geluid maakt is het goed.

 

Lesweek 2

 

Deze les gaan jullie de het voorwerp afwerken met verf en potlood. Je kunt kiezen uit onderstaande materialen.

  • Plakkaatverf
  • Ecoline
  • Potlood

Verder  gaan jullie een verhaal uitwerken dat te maken heeft met het product van klei of gips dat je hebt gemaakt. Het voorwerp met verhaal presenteer je in de volgende les (lesweek 3).

 

 

 

Lesweek 3

 

Tijdens deze les gaan jullie het voorwerp presenteren en daarbij vertellen jullie het zelfbedachte verhaal. Voor het verhaal mogen jullie gebruik maken van het vertelkastje, Kamishibai

 

 

 

Lesweek 4 Verhalen en een spel bij het verhaal

Inleidende activiteit: Er wordt een verhaal verteld. Terwijl je luistert, ga je op papier het beeld tekenen dat bij jou opkomt bij het verhaal.

Resultaten uitwisselen en linken aan de doelgroep.

 

 

Voorbereiden: Voorlezen en vertellen. Kies een verhaal en ontwerp er een spel bij.

Kies uit de megenomen boeken en verhalen.

Of kies uit de wiki sprookjes of verhalen (Repelsteeltje, Poten omhoog, Dolfje Weerwolfje, De wolf en de zeven geitjes).

 

Kies

  • Actieve spelen ontwerpen die horen bij het verhaal. De spelen mogen geen bordspel zijn. De spelen zijn spelen waarbij mensen moeten bewegen: doelen zijn: contract maken, samenwerken, omgaan met winst/verlies, verbeteren (behouden) van de motoriek , je vrij voelen, je uitdrukkingsvaardigheid vergroten. (denk aan : sport en spel, estafette verkleedspel  een werpspel, een dans)
  • Een stuk voorlezen in een speciaal gemaakt decor

 

 

Lesweek 5

Voorbereiden van de spelen, in les 6 is de presentatie

Lesweek 6

Presentatie van de spelen en/of presentatie van het verhaal dat wordt voorgelezen in een speciaal gemaakt decor

 

Lesweek 7

Activiteiten voor binnen. Per doelgroep.

Introductie: Muziek: in deelgroepen van 6 personen: favoriete muziek laten horen, 3 minuten, en erbij vertellen wat die muziek voor jou betekent.

 

Ontwerp 2 activiteiten voor binnen.

Doelgroep: Ouderen, gehandicapten, een stabilisatiegroep in de psychiatrie, een inloophuis van dak- en thuislozen, verstandelijk beperkten, verslaafden in een dagbestedingscentrum bij ZIENN. Speel dit spel in je eigen deelgroep. En vertel aan de docent: Wat heb je gemaakt, waarom heb je het zo gemaakt, wat wil je hier mee bereiken.

 

Activiteit waarmee de doelgroep beweegt op muziek

Ontwerp een social dance

Muziek en bewegen: social dancing. Maak een bewegingsspel  waarbij mensen elkaar (even) tegenkomen en( even)  oogcontact hebben en elkaar (even) aanraken.

Inspiratiebron: werelddelen. De social dance is geïnspireerd door een werelddeel.

 

Als je tijd over hebt maak je er een accessoire bij om tijdens het dansen te dragen.

 

Presenteer de dans voor de groep.

 

https://www.youtube.com/watch?v=r3Nb11Oruao

 

 

 

Lesweek 8

Verder werken aan de opdrachten van lesweek 7

 

Lesweek 9

Presentatie en evalueren en waarderen

Een kortfilm bekijken met een longtake er in. Daarna zelf een longtake maken die te maken heeft met de doelgroep.

Bouw een decor voor je kortfilm. Bijvoorbeeld: de kamer van een bewoner. Of: een gedeelte van een keuken van een instelling.

Schrijf een scene en ga die spelen en filmen in je decor.

Doel: de film heeft als doel : assertiever worden. (Nee durven zeggen en voor jezelf opkomen, terwijl je de verstandhouding met de andere persoon in stand houdt.)

 

Aftekenlijst ondertekenen

 

Lesweek 2

Deze les gaan jullie het voorwerp afwerken met verf en potlood. Je kunt kiezen uit onderstaande materialen.

* plakkaatverf

* ecoline

* Potlood

 

Verder gaan jullie een verhaal uitwerken dat te maken heeft met het product van klei of gipos dat je hebt gemaakt. Het voorwerp met verhaal presenteer je in de volgende les (lesweek 3).

 

Lesweek 3

Tijdens deze les gaan jullie het voorwerp presenteren en daarbij vertellen jullie het zelfbedachte verhaal. Voor het verhaal mogen jullie gebruik maken van het vertelkastje, Kamishibai

Lesweek 4 Verhalen en een spel bij het verjaal

Inleidende activiteit: Er wordt een verhaal verteld. Terwijl je luistert, ga je op papier het beeld tekenen dat bij jou opkomt bij het verhaal.

Resultaten uitwisselen en linken aan de doelgroep.

 

Voorbereiden: Voorlezen en vertellen. Kies een verhaal en ontwerp er een spel bij.

Kies uit de megenomen boeken en verhalen.

Of kies uit de wiki sprookjes of verhalen (Repelsteeltje, Poten omhoog, Dolfje Weerwolfje, De wolf en de zeven geitjes).

 

Kies

* actieve spelen ontwerpen die horen bij het verhaal. De spelen mogen geen bordspel zijn. De spelen zijn spelen waarbij mensen moeten bewegen: doelen zijn: contact maken, samenwerken, omgaan met winst/verlies, verbeteren (behouden) van de motoriek, je vrij voelen, je uitdrukkingsvaardigheid vergroten. (denk aan: sport en spel, estafette verkleedspel, een werpspel, een dans)

* een stuk voorlezen in een speciaal gemaakt decor

Lesweek 5 Voorbereiden van de spelen, in les 6 is de presentatie.

Lesweek 6

Presentatie van de spelen en/of presentatie van het verhaal dat wordt voorgelezen in een speciaal gemaakt decor

Lesweek 7 Activiteiten voor binnen. Per doelgroep.

Introductie: Muziek: in deelgroepen van 6 personen: favoriete muziek laten horen, 3 minuten, en erbij vertellen wat die muziek voor jou betekent.

 

Ontwerp 2 activiteiten voor binnen.

Doelgroep: Ouderen, gehandicapten, een stabilistatiegroep in de psychiatrie, een inloophuis van datk-en thuislozen, verstandelijk beperkten, verslaafden in een dagbestedingscentrum bij ZIENN. Speel dit spel in je eigen deelgroep. En vertel aan de docent: Wat heb je gemaakt, waarom heb je het zo gemaakt, wat wil je hier mee bereiken.

 

Activiteit waarmee de doelgroep beweegt op muziek

Ontwerp een social dance

Muziek en bewegen: social dancing. Maak een bewegingsspel waarbij mensen elkaar (even) tegenkomen en (even) oogcontact hebben en elkaar (even) aanraken.

Inspriatiebrond: werelddelen. De social dance is geïnspireerd door een werelddeel.

 

Als je tijd over hebt maak je er een accessoire bij om tijdens het dansen te dragen.

 

Presenteer de dans voor de groep.

https://www.youtube.com/watch?v=r3Nb11Oruao

 

 

Lesweek 8

Verder werken aan de opdrachten van lesweek 7

Lesweek 9

Presentatie en evalueren en waarderen.

Een kortfilm bekijken met een longtake er in. Daarna zelf een longtake maken die te maken heeft met de doelgroep.

Bouw een decor voor je kortfilm. Bijvoorbeeld: de kamer van een bewoner. Of: een gedeelte van een keuken van een instelling.

Schrijf een scene en ga die spelen en filmen in je decor.

Doel: de film heeft als doel: assertiever worden. (Nee durven zeggen en voor jezelf opkomen, terwijl je de verstandhouding met de andere persoon in stand houdt.)

 

Aftekenlijst ondertekenen

 

Alternatieve opdracht

Extra materiaal

1. Samen een landschap schilderen.

 

Doel: kwaliteiten, talenten en kracht in beeld brengen; teambuilding

 

Tekenopdracht: samen een decor schilderen van landschappen die we afspreken, bv: sprookjesbos/andere planeet/ woestijn met oase/ eiland/

Samen een plan maken, globale opzet met potlood, invullen met plakkaatverf?

Materiaallijst maken en materiaal klaarzetten

Evalueren van elkaars kwaliteiten, talenten en kracht.

 

 

 

2. Brief  schrijven over een afbeelding.

 

Materiaal: afbeeldingen die studenten opzoeken

(Eén afbeelding die je mooi vindt, één afbeelding waarmee je een hè bah, nee reactie hebt.)

Lijntjespapier voor alle deelnemers.

Pennen voor alle deelnemers.

 

Alle afbeeldingen worden geprint en mooi neergelegd.

 

Op mijn teken ga je alle afbeeldingen bekijken.  Je laat alle afbeeldingen liggen, maar je kiest er voor jezelf 1 uit. Hou geheim welke dat is en onthoud welke het is.

Schrijf nu een brief aan iemand, een echt persoon.

Schrijf een brief over die afbeelding van 30 – 60 regels. Je doet of je iemand bent die naar iemand schrijft, en je brief heeft te maken met wat er op de afbeelding staat. De brief vangt wat er in de afbeelding  zit, in jouw beleving.

 

Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd. Straks ga je je brief voorlezen. De luisteraars raden bij welke afbeelding jouw brief past. Of: je laat zelf de afbeelding zien die er bij hoort.

 

 

Nabespreking: hoe was het om te doen? Wie kan talenten benoemen?

 

Afronding: We ruimen het materiaal op

 

 

De brief, voorbeeld:

 

Hoi David Luiz,
Mijn naam is Ana Luz. Ik heb alle wedstrijden met Brazilië tijdens de World Cup gekeken en ik vond het leuk om naar je spel te kijken. Ik denk dat je niet verdrietig hoeft te zijn, want je speelde goed en deed je best. Je was een goede captain. Het leven is zoals het is, soms verliezen mensen en soms winnen ze, toch moeten mensen blij zijn.
David Luiz, jij bent mijn kampioen.

Anna

 

.enhanced-buzz-30557-1405195607-14

 

 

  • Het arrangement Activiteiten 2018 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    MZ Noorderpoort Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-03-31 17:03:50
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.