Gezinssystemen

Gezinssystemen

Inleiding

Gezinssystemen, periode 10

Lesweken: 10

Boek: Sociaal-maatschappelijk dienstverlener

Thema’s: 5, 6 en 7.

Inleiding:

Iedereen is gevormd tot de persoon die hij is. Verschillende sociale systemen hebben hierbij een rol gespeeld: school, vrienden, de buurt, sportclubs, de kerk en de cultuur waarin we leven. In je werk als sociaal-maatschappelijk dienstverlener bied je hulp en ondersteuning aan gezinnen met problemen. Dat doe je volgens bepaalde methodieken.

Doelstellingen:

  • Je weet dat er verschillende methodieken voor gezinsbehandeling zijn en kunt er hier minimaal 4 van benoemen.
  • Je kunt benoemen hoe er vanuit de systemische benadering gekeken wordt naar problematieken bij kinderen.
  • Je kunt benoemen wat diversiteit inhoud en waarom je hier als hulpverlener rekening mee dient te houden.
  • Je toont in een gesprek aan kennis en inzicht te hebben van de systeemtheorie.

Planning periode

Les

week

Datum

Evt. zelf bijschrijven

Wat gaan we doen, waar gaat het over?

Bronnen / lesmateriaal

Angerenstein

“Sociaal-maatschappelijk dienstverlener”

Thema 5, 6 en 7

1

 

Uitleg vak, planning, beoordeling en eindopdracht uitleggen

 

 

2

 

Samen opgroeien

- Sociale systeem

- Het gezin

- Gezinsproblemen

- Hulp in het gezin

Thema 5

 

3

 

Interventies binnen het gezin

- Gezinsinterventie

- Intensieve pedagogische Thuishulp

- Wraparound Care

- Wijkgerichte intensieve Gezinsbegeleiding

- Families First

Thema 6.1 t/m 6.5

 

4

 

Interventies binnen het gezin

- ReSet

- Home Start

- Gezinscoaching

- Veilig thuis

- Gedwongen interventies

Thema 6.6 t/m 6.10

5

 

Diversiteit

- Verschillen tussen mensen

- Doelgroepen benoemd

Thema 7.1 en 7.2

 

6

 

Diversiteit

- Culturen op een rij

- Uitdagingen bij cultuurverschillen

  Thema 7.3 en 7.4

7

 

Assessments

 

 

8

 

 

Assessments

 

9

 

 

Assessments

 

 

10

 

 

Bufferweek/herkansing

 

 

Beoordeling

Je wordt beoordeeld op aanwezigheid, inzet en de einopdracht.

Eindopdracht:

De eindopdracht voor dit vak is een assessment waarin je als hulpverlener een gesprek voert met twee leden van een gezin. De casussen voor dit assessment schrijven jullie als klas zelf. Tijdens het assessment hanteer je gesprekstechnieken en maak je een koppeling tussen het probleem en de methodieken die gebruikt worden voor gezinsinterventies (deze zullen tijdens de lessen behandeld worden). Het assessment zal ongeveer 10 minuten duren.

Beoordelingscriteria

Je benoemt tijdens het assessment een methodiek die ingezet zou kunnen worden als vervolg op dit gesprek.  
Je bent onpartijdig tijdens het voeren van het gesprek en hebt oog voor beide leden van het gezin.  
Je past je als hulpverlener aan aan de diversiteit van jouw gesprekspartners.  

 

Lesweken

Week 1

Uitleg vak, planning, beoordeling en eindopdracht uitleggen.

Theorie: opvoedingsstijlen:

  • Autoritaire opvoedingsstijl
  • Autoritatieve opvoedingsstijl (democratische opvoedingsstijl)
  • Toegeeflijke opvoedingsstijl (permissieve)
  • Verwaarlozende opvoedingsstijl (Laissez-faire)

 

Opdracht: Je eigen gezin onder de loep nemen.

Ieder gezin heeft haar eigen rolverdeling. Wie doet karweitjes? Wie regelt de financiën? Wie verzorgt de kinderen? De manier waarop een gezin die taken verdeelt, hangt af van de cultuur, opvoeding, levenswijze en gezinssamenstelling. Ieder gezinslid heeft vaak een eigen rol binnen het gezin.

Jullie gaan nu je eigen gezin onder de loep nemen.

Let op: grenzen, regels, rolverdeling, besluitvorming, manier van communiceren en welke opvoedingsstijl er bij jouw thuis gehanteerd wordt/werd.

Week 2

https://www.youtube.com/watch?v=y-e7EUKq6Gk

Ieder sociaal systeem is zelfstandig en kent zijn eigen regels, normen en waarden. Tegelijkertijd zijn er andere sociale systemen in diezelfde omgeving en deze hebben invloed op elkaar. Bronfenbrenner heeft hier een sociaal-ecologisch model voor ontwikkeld die deze systemen inzichtelijk maakt op micro, meso, exo en marco niveau.

Bij een systeembenadering staat niet het individu centraal, maar juist de gehele groep. Het gedrag van een kind is verklaarbaar vanuit de omgeving en het gedrag maakt dat de omgeving op een bepaalde manier reageert. Wanneer een systeem in evenwicht is wordt dit homeostase genoemd.

Parentificatie houdt in dat het kind de rol van opvoed op zicht neemt. Dit gebeurt soms wanneer een ouder ziek is of een verslaving heeft. Binnen een gezin kan er ook een perverse triade (pathologisch gezinssysteem) optreden, dit betekent dat het kind een bondje vormt met de ene ouder tegen de andere ouder.

https://www.youtube.com/watch?v=1EaNTAkZ9ps 

 

Er zijn drie dimensies van invloed op het opvoedingsproces (Kok, 1991):

  1. Relatie
  2. Klimaat
  3. Situatie

Daarnaast zijn er vier patronen van opvoeding te onderscheiden (Van der Ploeg, 2005)

  1. Autonomie en genegenheid
  2. Autonomie en vijandigheid
  3. Controle en genegenheid
  4. Controle en vijandigheid

 

Opdracht:

Lees hoofdstuk 5.3 en 5.4 over problemen binnen het gezin door. Ga in groepjes van 4 studenten een casus schrijven over een probleem binnen een gezin. Deze casus is minimaal een half a4 lang en omschrijft duidelijk het probleem. Mail deze casus naar je docent. Deze casussen zullen uiteindelijk gebruikt worden bij de assessments.

Als je tijd over hebt of je wilt je verder verdiepen in de theorie kunt je onderstaande opdracht uitwerken.

Week 3

6.1 t/m 6.5

Vormen van gezinsinterventie methodieken:

  1. Intensieve pedagogische thuishulp. Varianten hierop zijn praktische pedagogische gezinsbegeleiding en intensieve psychiatrische gezinsbehandeling. Overeenkomst tussen deze methodieken is dat de hulp bij het gezin thuis komt, er veelvuldig contact is en de aanpak gebaseerd is op empowerment.
  2. Wraparound Care. Een methodiek gebaseerd op een 13-stappenmodel waarbij het gezin zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering van de hulpverlening.
  3. Wijkgerichte intensieve gezinsbegeleiding. Een vorm van intensieve ambulante hulp aan gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar.
  4. Families First. Richt op gezinnen in een acute crisissituatie. Het doel is het oplossen van de crisis en veiligheid binnen het gezin vergroten waardoor uithuisplaatsing van de kinderen kan worden voorkomen. Verschillende subdoelen dragen hieraan bij.

 

Opdracht: rollenspel -> Oefenen voor live-assessment in groepen van 3

Week 4

6.5 t/m 6.10 Centraal: Veilig Thuis

Vormen van gezinsinterventie methodieken:

  1. ReSet. Dit is een laagdrempeling en praktische interventie die zich richt op ouders met kinderen van 0 tot 19 jaar bij wie opvoedingsspanning is ontstaan door een combinatie van problemen (denk aan een echtscheiding, psychische problemen van een of beide ouders en financiële problemen).
  2. Home Start. Doel bij deze interventie is het zelfvertrouwen vergroten, sociale relaties versterken, ouders aanmoedigen gebruik te maken van beschikbare voorzieningen en regelingen en zo ernstige of langdurige problemen voorkomen.
  3. Gezinscoaching. Is bedoeld voor gezinnen met een lange hulpverleningsgeschiedenis. Doel: opvoedkundige vaardigheden van ouders verbeteren.
  4. Veilig thuis. Is een organisatie waarbij geweld of onveilige situatie in huiselijke kring kunt melden en advies kunt vragen. Veilig thuis neemt een melding aan en organiseert benodigde hulp. Vanuit de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ben je als sociaal-maatschappelijk dienstverlener wettelijk verplicht om bij vermoeden van geweld of onveilige situaties in de huiselijke kring te melden bij Veilig Thuis.
  5. Gedwongen hulpverlening. Dit is een vorm van hulpverlening waarbij het gezin geen keuze heeft en de hulpverlening door de rechter is opgelegd. Dit gebeurt wanneer er sprake is van geweld voor een of meerdere personen (denk aan mishandeling, verwaarlozing en misbruik).

 

Opdracht: je weet nu van het bestaan van een aantal methodieken. We gaan nu een documentaire kijken over Munchausen by proxy. Denk tijdens de documentaire na over welke methodiek volgens jou geschikt is in deze situatie. Na afloop van de documentaire gaan we dit bespreken. https://zembla.bnnvara.nl/nieuws/verdachte-ouders

Week 5

7.1 en 7.2 + eigen invulling

Verschillen tussen mensen noem je diversiteit. Zichtbare vormen van diversiteit zijn huidskleur, geslacht en leeftijd. Minder zichtbare vormen van diversiteit zijn cultuur, seksuele geaardheid, muzieksmaak, opleidingsniveau en geloofsovertuiging.

Opdracht: waarin verschil jij van je klasgenoten? Schrijf een aantal dingen op. Over 5 minuten bespreken we dit klassikaal.

 

Het belang van diversiteit is dat er binnen de maatschappij verschillende rollen vervuld worden. Binnen de hulpverlening is het tijdens de communicatie belangrijk je bewust te zijn van diversiteit. Diversiteit (bijvoorbeeld geloofsovertuiging) kan makkelijk zorgen voor miscommunicatie.

 

Doelgroepen zijn er om enige houvast te krijgen in de grote diversiteit aan cliënten. Tegen een kind praat je bijvoorbeeld anders dan tegen een bejaarde vrouw.

 

Opdracht: maak in tweetallen twee lijstjes met doelgroepen. Richt het ene lijstje op levensfases (baby, peuter etc.) en het andere lijstje op problematieken (psychische problemen, maar ook lichamelijk etc.). Probeer zoveel mogelijk te bedenken. Wissel na 10 minuten met een ander tweetal uit wat jullie hebben bedacht.

Rollenspel -> Oefenen voor live-assessment in groepen van 3

https://movisieacademie.nl/mod/page/view.php?id=4324
Introductie intercultureel vakmanschap voor sociaal professionals: korte online e-learining cursus

Week 6

7.3 t/m 7.5 + eigen invulling

Opdracht: Verdeel de klas in vier groepen. Elke groep dient een cultuur (Oost-Europa, Midden-Oosten, woonwagenbewoners Roma en Sinti, Suriname en de Antillen) te onderzoeken. Doe onderzoek naar bijvoorbeeld de geschiedenis van deze culturen en hoe deze mensen in Nederland terecht zijn gekomen. Hoe zou je de diversiteit van deze groep mensen omschrijven? Je krijgt hier een half uur de tijd voor, daarna presenteert ieder groepje 5 minuten aan de klas zijn bevindingen.

 

Uitdagingen bij cultuurverschillen kunnen zijn:

  1. Soms is het een taboe om over psychische, financiële en administratieve problemen te praten.
  2. Benaming. Soms is er een taalbarrière en zal je als hulpverlener goed door moeten vragen wat een cliënt daadwerkelijk bedoeld.
  3. Vooroordelen. Wees je ervan bewust dat niet iedere cliënt met dezelfde culturele achtergrond hetzelfde is.
     

Opdracht: oefenen met het rollenspel -> Oefenen voor live-assessment in groepen van 3

Week 7

Assessments

Week 8

Assessments

Week 9

Assessments

Bufferweek

Bufferweek (Eventueel ook voor assessments)

Alternatieve eindopdracht

Alternatieve opdracht/Herkansing:

Gesprek opnemen, minimaal 10 minuten en opsturen naar docent.

  • Het arrangement Gezinssystemen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    MZ Noorderpoort
    Laatst gewijzigd
    01-04-2021 10:45:05
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=y-e7EUKq6Gk
    https://www.youtube.com/watch?v=y-e7EUKq6Gk
    Link
    https://movisieacademie.nl/mod/page/view.php?id=4324
    https://movisieacademie.nl/mod/page/view.php?id=4324
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.