Week 7:
Conflicthantering
- Powerpoint Profi-leren Communicatie en Organisatie dia 145 t/m 153( hoofdstuk 15):
https://npcg-my.sharepoint.com/:p:/r/personal/na_hoekstra_noorderpoort_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc=%7Bfaabe0ac-9c59-4899-b4ea-872703b40f95%7D&action=edit&uid=%7BFAABE0AC-9C59-4899-B4EA-872703B40F95%7D&ListItemId=4533&ListId=%7B169EB86D-0FB8-4364-BB17-D27F6B2029D0%7D&odsp=1&env=prod
- Conflictstijlen Thomas Killman model. Informatie en Test
http://123management.nl/0/030_cultuur/a300_cultuur_13_conflictstijlen.html
- Animatie over 5 voorkeursstijlen om met conflicten om te gaan ( 4 min
https://www.youtube.com/watch?v=yMcoD3SzNNA
- Korte Engelse animatie waarbij model van Killman wordt uitgelegd ( 2,5 min).
https://www.youtube.com/watch?v=PFIydyH2H8Y
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over het omgaan met conflicten opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Heb je wel eens ruzie of een conflict gehad?
2. Kon je naar jouw gevoel daar goed mee omgaan?
- Hoe voelde je je daarbij?
- Heb je tijdens die ruzie nagedacht over hoe je zou reageren en bewust bepaalde dingen wel of niet gezegd?
- Had je achteraf anders willen reageren?
- Wat kon je opmaken uit de lichaamstaal van degene waar je een conflict mee had?
- Ben je zelf bewust rustig gebleven of heb je bewust je stem anders laten klinken?
- Wist je de achterliggende oorzaak van het conflict en heb je daar tijdens het conflict rekening mee gehouden?
- Heb je iets gewonnen met het conflict?
- Wat heeft volgens jou de doorslag gegeven bij de oplossing van het conflict?
- Heeft iemand zijn zin doorgedrukt en heeft de ander toegegeven? Of hebben jullie een compromis gesloten? Of is het conflict niet opgelost?
Opdracht 2
Lees de tekst over kenmerken van een conflict in Hoofdstuk 15.2 en onderstaande situaties. Beantwoord de vragen.
Situatie 1
Tijdens de werkbespreking hebben Ronald en Rayan een discussie over de regels tijdens het eten met de bewoners van een woonvoorziening voor mensen met een beperking. Zij willen allebei totaal iets anders en de gemoederen lopen hoog op.
- Is hier sprake van een conflict of van een meningsverschil?
Situatie 2
Zafirah en Wilfred werken allang met elkaar samen. Ze zijn het vaak niet met elkaar eens en laten elkaar zoveel mogelijk links liggen. Samen activiteiten organiseren is voor hen een probleem. Beiden vinden het niet leuk om met elkaar te werken. Op een gegeven moment knalt het. Ze krijgen een conflict omdat Zafirah iets anders uitgevoerd heeft dan volgens Wilfred was afgesproken. Beide voelen zich hier vervelend onder. Na een hoog oplopende ruzie besluiten ze de koppen bij elkaar te steken en eens met elkaar uit te zoeken waarom zij zo’n probleem met elkaar hebben.
- Is hier sprake van een constructief of destructief conflict?
Opdracht 3
Lees de tekst over conflictmechanismen in Hoofdstuk 15.3 en het tintvlak en maak de volgende opdracht.
- Bedenk hoe je positief kunt reageren op elk conflictmechanisme.
Opdracht 4
Lees de tekst over de oorzaken van conflicten en onderstaande situaties. Geef aan welke oorzaak aan het conflict ten grondslag ligt en leg uit waarom.
- Situatie 1
De personeelsafdeling zegt meer zeggenschap over de salarissen nodig te hebben. De managers kennen in hun ogen te vaak een hoger salaris toe dan volgens de CAO verplicht is. Er ontstaat een echte strijd tussen de managers en de personeelsafdeling.
- Situatie 2
‘Luister eens’, zegt Joan tegen zijn collega Jalil, ‘als het zo moet, dan hoeft het niet meer van mij. Jij zorgt steeds voor problemen. Je had kunnen weten dat er niet voldoende budget was.’
Opdracht 5
Het doel van deze opdracht is dat je niveaus en aspecten herkent in een praktijksituatie.
Je leert nu verschillende conflicthanteringsstijlen te gebruiken. Lees voor deze opdracht de tekst over conflicthanteringsstijlen in Hoofdstuk 15.5 en tip 3 in ‘In de praktijk’.
Werkwijze
- Vorm groepjes van 2 of 3 personen en wijs een woordvoerder aan.
- Verzin voorbeelden bij elke conflicthanteringsstijl en leg uit waarom deze conflicthanteringsstijl een goede methode is om het conflict op te lossen.
- De woordvoerder doet verslag van wat jullie gedaan hebben in de groep.
Conflicthanteringsstijlen:
- Ontlopen
- Toegeven
- Doordrukken
- Resultaatgericht handelen
- De gulden middenweg
Rollenspel 1
Werkwijze:
Lees onderstaande situatie door. Twee studenten spelen de situatie na. De overige studenten observeren het rollenspel en maken aantekeningen.
Zij stellen vast welke stijl van conflicthantering wordt gebruikt. Vervolgens spelen twee andere studenten de situatie na.
Nabespreking: welke stijlen heb je gezien? is dit de stijl die het meest bij de speler(s) past? Wat zegt dit over zijn of haar behoeften ( denk aan autonomie, opkomen voor je belangen? Zou je het zelf ook zo aanpakken?
Geef feedback aan de spelers.
Situatie 1. Het is een drukke dag op je werk, er moet van alles geregeld en georganiseerd worden. Terwijl jij in gesprek bent met de leidinggevende, komt een collega( invalkracht) woedend naar je toe. Jij hebt vergeten bestellingen te doen waardoor de activiteit, die nu zou starten, niet kan doorgaan.
Ze valt tegen je uit, in het bijzijn van je leidinggevende en behandelt je als een klein kind. Dat heeft ze al eerder gedaan, daar heeft ze een handje van.
Rollenspel 2
Werkwijze: Kies vijf spelers: een Pedagogisch Werker en vier groepsleden. De vijf spelers werken de situatieschets uit in een rollenspel. De overige studenten observeren het gesprek vanuit de gegevens over de methode ‘confronteren’.
Confronteren: benoem gedrag, gevolg, gevoel,
Nabespreking: Hoe was het om de rol van Pedagogisch werker te spelen? Hoe ging jou die stijl in dit rollenspel af? Past de methode confronteren over het algemeen bij je? Is de stijl confronteren goed toegepast? Of waren er ook andere conflicthanteringsstijlen te herkennen?
Is confronteren de juiste stijl om het conflict in deze situatie op te lossen?
Situatie 2 Je werkt als Pedagogisch Werker met een groep kinderen van ongeveer 9 tot 12 jaar. Vier kinderen uit de groep spelen samen een spel. Op een gegeven moment ontstaat er ruzie in een groepje: een van de vier wordt beschuldigd van vals spelen en de kinderen zijn heel kwaad op de valsspeler. Zoiets is al vaker gebeurd en je wilt het conflict oplossen omdat het de sfeer bepaalt. Je besluit om met het groepje in gesprek te gaan en het conflict aan te pakken. Je trekt daar de nodige tijd voor uit. Je gebruikt de stijl confronteren.
Rollenspel 3
Werkwijze:
Lees de onderstaande praktijksituatie. Splits de groep in tweeën en wijs uit een groepje Niek aan en uit een ander groepje Nora. Deze beide studenten voeren een onderhandelingsgesprek. De overige studeten observeren de stijl van conflicthantering die elke speler toepast. Welke stijl is kenmerkend voor het gesprek? Herhaal het rollenspel nog een keer; nu met andere spelers en een andere stijl. Welke stijl is in deze situatie het meest constructief?
Niek
Tijdens de BPV vraagt Nora aan Niek of hij een paar taken van haar wil overnemen. Nora moet dringend weg, ze moet naar de tandarts. Dat betekent dat Niek iets langer moet doorwerken. Dat vindt hij voor een keer niet zo erg, hij is erg collegiaal. Het valt hem echt op dat Nora dat al twee keer eerder heeft gevraagd de afgelopen drie maanden. Nora had welk een keer een goede reden, net zoals deze keer, maar Niek wil haar deze keer niet zomaar ter wille zijn. Hij vindt dat hij deze keer mag onderhandelen. Er mag nu welk iets tegenover staan, vindt hij.
Nora
Nora heeft de laatste tijd wat tegenvallers; doktersbezoeken, tandarts en andere vervelende zaken. Gelukkig is het team uitgebreid met een boventallige stagiair. Ze hebben wel eens andere gehad. Nora durft Niek dan ook wel eens te vragen als de nood aan de man komt om in te springen. Hij is in staat om zelfstandig een klus te klaren.
Deze keer is Nora echter verrast: Niek zet niet meteen “Ja, natuurlijk”, als ze zijn hulp vraagt nu ze met spoed naar de tandarts moet. Hij wil het er met haar over hebben. Ze is verbaasd en kijkt hem vragend aan.
Huiswerk voor week 8: Casus bedenken.*
|