Welkom op deze Nederlandse cursus 'Woordenschat en uitdrukkingen'!
Lees, maak, bekijk en beluister alle onderdelen van deze cursus in de juiste volgorde!
Je gaat er je woordenschat en kennis van Nederlandse uitdrukkingen mee uitbreiden.
Dat is mooi handig bij het lezen van teksten en het kijken en luisteren op tv of internet want je gaat er steeds meer van begrijpen! Met extra kennis van woorden en uitdrukkingen zul je ook beter worden in het voeren van een gesprek.
Wat heb je na deze cursus geleerd: heel veel!
Je kunt de geleerde woorden uit hfst 1 en 2 'woordenschat' wel dromen!
Je leert er een heleboel nieuwe woorden bij.
Je weet hoe je de betekenis van woorden kunt achterhalen.
Je kent de betekenis van veel Nederlandse uitdrukkingen.
Je weet welke soorten uitdrukkingen er zijn.
Je kunt passende zinnen vormen met woorden en uitdrukkingen er in.
Eindproduct
Je gaat zelf een quiz over uitdrukkingen maken voor je klasgenoot!
Kennistoets
Op basis van wat je hebt geleerd in deze cursus ga je een toets maken. Daar krijg je punten voor en dus ook een cijfer!
Een deel van de inhoud herken je (hopelijk) terug want die komt uit hoofdstuk 1 en 2 'woordenschat' van het methodeboek.
Hoe staat het met jouw woordenschat? Welke begrippen ken je (wel of nog niet).
Een korte herhalingsoefening woordenschat. De inhoud komt uit het methodeboek.
Oefening: Sleep het juiste woord naar de open plekken in de zinnen.
0%
Nog een oefening om woorden weer op een andere manier te leren! Je krijgt tien minuten voor deze opdracht.
Kies een woord waarvan jij denkt dat de betekenis het beste past in de zin. Sleep het woord naar de lege plek.
De zinnen in deze test zijn afkomstig uit de opdrachten 'woordenschat hoofdstuk 1 en 2' in het methodeboek. Deze opdrachten heb je al gemaakt en dus heb je ook de bijbehorende teksten al eens gelezen.
Algemene informatie
Titel
Sleep het juiste woord naar de open plekken in de zinnen.
Bekijk en beluister deze instructievideo aandachtig, want je gaat daarna zelf aan de slag! Neem de tijd om de uitleg te begrijpen. Je mag er ook aantekeningen bij maken (filmpje even stopzetten).
Opdracht: Je gaat nu zelf de betekenis van woorden achterhalen. Voor deze opdracht krijg je een kwartier.
Zoek een nieuwsartikel of een blog op het internet. Je mag zelf kiezen. Het alternatief: blader door een krant of tijdschrift naar keuze. Kranten en tijdschriften zijn ook aanwezig in het leslokaal. Kies een tekst die je interessant lijkt, maar ook lastig om direct te begrijpen. Onderstreep / noteer de zinnen en woorden die je niet (goed) begrijpt en pas de woordraadstrategieën uit het instructiefilmpje toe.
Oefen steeds met één of een paar manieren en wissel af. Net zo lang tot je alle manieren goed beheerst en kunt toepassen om (een deel van) de inhoud te begrijpen!
Na het kwartier gaan we onze ervaringen uitwisselen en kennis delen. De leraar geeft hiervoor nadere instructies!
Uitleg uitdrukking - gezegde - zegswijze en spreekwoorden
Wat is een uitdrukking?
Een uitdrukking is de manier waarop je iets zegt om iets duidelijk te maken. In de Nederlandse taal kennen wij verschillende soorten uitdrukkingen, zoals gezegde, zegswijze en spreekwoorden. Deze worden hieronder uitgelegd.
Wat is een gezegde of zegswijze?
Een gezegde of zegswijze is een uitdrukking met een vaste verbinding van woorden en met een figuurlijke betekenis. Als je de betekenis letterlijk zou nemen dan... kijk maar naar het filmpje!
Wat is het verschil tussen een gezegde en zegswijze?
Een gezegde is een uitdrukking die altijd onderdeel is van een complete zin. Je kunt een gezegde dus niet los gebruiken!
Voorbeelden
met hart en ziel
een open deur
een vrolijke frans
klip en klaar
Een zegswijze kan wel een hele zin vormen!
Voorbeelden
voor aap staan - in het openbaar belachelijk zijn
Abraham gezien hebben - 50 jaar of ouder zijn
via de achterdeur - indirect, onopgemerkt
een antenne voor iets hebben - iets goed aanvoelen
de balans opmaken – kijken hoe iets verlopen is
het been stijfhouden - volhouden, niet toegeven
Opdracht zegswijzen:
Zoek op het internet naar zinnen waarin bovenstaande voorbeelden van zegswijzen zijn gebruikt en noteer deze in een apart document. Sla het document op onder de naam: 'Wikiwijs-Woordenschat-naam-klas'.
Voorbeeld: Wikiwijs-Woordenschat-Mieke-klas1C
Wat is een spreekwoord?
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat. In tegenstelling tot een gezegde wordt in een spreekwoord steeds dezelfde tekst gebruikt.
Voorbeelden:
Wie a zegt moet ook b zeggen.
Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken
Hoge bomen vangen veel wind.
Mensen in een hoge positie krijgen veel commentaar.
De een zijn dood is een ander zijn brood.
Sommigen hebben voordeel van het ongeluk van een ander.
Opdracht spreekwoorden:
Zoek op het internet naar zinnen waarin bovenstaande voorbeelden van spreekwoorden zijn gebruikt en noteer deze in het document dat je al hebt aangemaakt:'Wikiwijs-Woordenschat-naam-klas'.
Opdracht uitdrukkingen zoeken
Veel uitdrukkingen
De Nederlandse taal staat stijf van de uitdrukkingen.
Op deze pagina van Wikipedia staan een groot aantal uitdrukkingen.
Opdracht 1. Kies drie uitdrukkingen uit die jij nog niet kende.
Hiervoor mag je maximaal vijf minuten gebruiken.
2. Maak met deze drie uitdrukkingen een zin.
Schrijf de zinnen op een vel papier.
3. Bespreek samen met je klasgenoot de zinnen die jullie hebben bedacht.
Als de zinnen niet helemaal kloppen, mag je ze verbeteren.
Als jullie vragen hebben, kunnen jullie deze natuurlijk aan een andere klasgenoot of aan mij stellen.
Gebruik voor deze opdracht ongeveer vijf minuten.
Zet de gekozen uitdrukkingen samen met de passende zinnen die jullie hebben gemaakt in het document 'Woordenschat-naam-klas'.
Zegswijzen: test jouw kennis en bestudeer de goede antwoorden aandachtig!
Test: Welke van de zinnen is géén zegswijze?
Test: Welke van de zinnen is géén zegswijze?
0%
De uitdrukkingen in deze test ben je (nog) niet tegengekomen in het methodeboek, maar misschien weet je al wel wat ze betekenen.
Als je het echt niet weet, dan bedenk je eerst wat de uitdrukking mogelijk kan betekenen en maak je een keuze.
Let op: de uitdrukkingen die wel kloppen moet je uit je hoofd leren want die kunnen in de eindtoets voorkomen!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Nederlandse uitdrukkingen in het Engels
Deze reisleider doet erg zijn best
om Nederlandse spreekwoorden/uitdrukkingen te vertalen naar het Engels.
Welke spreekwoorden/uitdrukkingen herken jij in het volgende filmpje?
Noteer ze. Je mag samenwerken met een medeleerling.
Vergelijk de spreekwoorden/uitdrukkingen die jullie hebben gevonden met een ander tweetal.
Kijk het filmpje nog een keer, zodat jullie geen uitdrukking missen.
Wat is de betekenis van de gevonden uitdrukkingen? Misschien kun je die wel ontdekken door het filmpje nog een keer goed te bekijken. Zo niet: zoek de betekenis op op het internet en noteer alles in je document Sla het document op onder de naam: 'Wikiwijs-Woordenschat-naam-klas'.
Zelf een woordenschatquiz maken!
Inmiddels heb je er een heleboel woorden en uitdrukkingen bij geleerd. Een deel van wat je hebt geleerd ga je gebruiken in een zelfgemaakte quiz.
Je doet er ongeveer 20 minuten over.
De quiz maak je in Quizlet en gaat over de uitdrukkingen en spreekwoorden waarmee je in deze cursus gewerkt hebt.
Kies ook een paar zelfgevonden spreekwoorden, zegswijzen of gezegdes die je in je worddocument (Wikiwijs-Woordenschat-naam-klas)'Woordenschat' hebt verzameld!
Het arrangement Nederlands - woordenschat 3F is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Karin Berenschot
Laatst gewijzigd
2018-06-28 09:23:51
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0
Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Arrangement betreft woorden en uitdrukkingen. De uitleg, opdrachten en voorbeelden (filmpjes) nemen minstens drie lessen in.
Een deel van de opdrachten verwerkt de leerling in groepjes / duo's.
Arrangement betreft woorden en uitdrukkingen. De uitleg, opdrachten en voorbeelden (filmpjes) nemen minstens drie lessen in.
Een deel van de opdrachten verwerkt de leerling in groepjes / duo's.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Toets NU Nederlands deel A
Sleep het juiste woord naar de open plekken in de zinnen.
Welke van de zinnen is géén zegswijze?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.