Informatievaardigheden HBO Groen

Informatievaardigheden HBO Groen

Introductie

Leer beter zoeken, beoordelen, verwerken en verwijzen!
Leer beter zoeken, beoordelen, verwerken en verwijzen!
https://www.pexels.com/photo/man-in-white-shirt-using-macbook-pro-52608/
Licensed under CC0 1.0 via Pexels

In het hoger onderwijs is informatievaardigheden een van de competenties die studenten moeten bezitten. Voor hbo-studenten in het groene domein is er daarom deze interactieve instructie Informatievaardigheden HBO Groen.

Met deze instructie leer je:

  • een correcte zoekvraag formuleren en hiervoor de juiste zoektermen kiezen;
  • welke verschillende soorten informatiebronnen er zijn en hoe je daarin kunt zoeken;
  • waar je de juiste informatie kunt vinden;
  • (web)informatie op kwaliteit toetsen;
  • hoe je de gevonden informatie kunt verwerken in een rapport, artikel, presentatie, etc.;
  • hoe je het proces bewaakt.

Zo werkt het:

De vaardigheden zijn ondergebracht in modules, gebaseerd op de 'Big6' voor informatievaardigheden. Dit is een bekend stappenplan dat is ontwikkeld door Berkowitz en Eisenberg en bestaat uit 6 stappen die je doorloopt bij het beantwoorden van een onderzoeksvraag.

Deze modules kunnen aaneengesloten worden doorlopen maar zijn ook onafhankelijk van elkaar te doen. Klik op de 'Volgende'-knop rechts onderin dit scherm om het arrangement te starten. Wil je de vragen in het arrangement opnieuw doen? Vernieuw de webpagina met Ctrl+F5.

Informatievaardigheden HBO Groen is een product van Aeres Hogeschool, HAS green academy en Van Hall Larenstein. Bij vragen of opmerkingen kun je terecht bij de mediatheek van je hogeschool of bij de auteurs van dit arrangement.

1 : Onderzoeksvraag

Voor je start met het zoeken naar informatie/literatuur is het belangrijk om voor jezelf eerst te bepalen wat je precies zoekt. Lukraak aan een zoekopdracht beginnen, leidt niet vaak - of in ieder geval niet snel - tot een betrouwbaar resultaat. Eerst een goede probleemstelling formuleren bespaart je heel wat werk, doordat je heel gericht kunt zoeken naar de nodige informatie. Naar welke informatie ben je precies op zoek? Wat wil je te weten komen? Ben je op zoek naar heel algemene informatie over je onderwerp of spitst je onderzoek zich toe op bepaalde deelaspecten?

1.1 : Van onderwerp tot probleemstelling

Mindmap
https://pixabay.com/nl/vrouw-gedachten-meisje-1169316/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Op basis van onderstaande vragen kun je een specifieke en scherp omlijnde opdracht of probleemstelling formuleren.

  • Hoeveel tijd heb ik gekregen voor mijn opdracht? Referenties opzoeken en documenten lezen kost immers wel wat tijd en je moet die voor jezelf realistisch indelen.
  • Hoe uitgebreid moet bijv. mijn paper zijn? Soms mag je je beperken tot recente literatuur; in andere gevallen moet je een uitgebreide literatuurlijst opstellen en dus ook oudere literatuur doornemen.
  • Hoe luidt de precieze opdracht? Soms moet je enkel literatuur verzamelen; in andere gevallen moet je deze ook kritisch met elkaar vergelijken.

Het grootste probleem bij het doen van bijv. een onderzoek is niet dat je te weinig informatie hebt. Meestal heb je zoveel informatie dat je afdwaalt van wat je eigenlijk had willen onderzoeken. Bij een onderzoek is het daarom verstandig om één centrale vraag te stellen. Je onderzoek moet een antwoord geven op deze vraag.

Probeer bij deze centrale vraag een aantal deelvragen te formuleren. Deelvragen zijn hulpvragen om de belangrijkste vraag, de hoofdvraag, te kunnen beantwoorden.

1.2 : Van probleemstelling tot zoektermen

Uit je probleemstelling kun je zoektermen afleiden. Deze zoektermen vormen de basis van je zoekacties. De kunst bestaat eruit om met zo weinig mogelijk zoektermen zoveel mogelijk relevante en zo weinig mogelijk irrelevante publicaties terug te vinden.

Om geschikte zoektermen te vinden, kun je je het beste eerst oriënteren op je onderwerp. Raadpleeg bijvoorbeeld kranten, (online) encyclopedieën en/of (vak)woordenboeken. Bedenk ook wie of wat de belangrijkste auteurs of organisaties zijn met betrekking tot je onderwerp. Met deze eerste basiskennis in het achterhoofd kun je de zoektermen vormen.

Er zijn verschillende relaties binnen een zoekterm:

Afkortingen Afkortingen van termen die te maken hebben met je onderwerp, bijv. SDG
Synoniemen Een ander woord met (ongeveer) dezelfde betekenis, bijv. fiets/rijwiel
Vertalingen Het kan zinvol zijn om vertalingen van je zoektermen te gebruiken. Denk ook aan het verschil tussen Brits (bijv. behaviour) en Amerikaans Engels (bijv. behavior) en aan Latijnse benamingen
Enkel- of meervoud Houd hier rekening mee bij het formuleren van je zoekactie, bijv. woman/women
Narrower term Een term die in relatie staat tot de zoekterm, maar een beperktere betekenis heeft. Dit is dus een nauwere zoekterm, bijv. tsunami is NT van natuurramp
Broader term Een term die in relatie staat tot de zoekterm, maar een ruimere betekenis heeft. Dit is dus een ruimere zoekterm, bijv. ramp is BT van natuurramp
Related term Een term die in relatie staat tot de zoekterm binnen de context van je onderwerp, bijv. evacuatie is RT van natuurramp


Als je de beginzoektermen van je probleemstelling aanvult met vertalingen, synoniemen, broader terms, narrower terms, etc., kom je tot een goede set van zoektermen.

1.1 : Oefening

2 : Zoekstrategie

Er worden heel wat informatiebronnen (boeken, encyclopedieën, tijdschriften, woordenboeken, enz.) aangeboden, ook via het internet, gratis of tegen betaling. De mediatheken selecteren informatiebronnen op relevantie en kwaliteit en maken de informatie op gestructureerde wijze toegankelijk voor studenten en docenten. Daarbij onderscheiden we de volgende categorieën:

  • Catalogi: om te zoeken naar boeken, tijdschriften of audiovisuele materialen
  • Databanken: om te zoeken naar artikelen, samenvattingen, enz.
  • Naslagwerken: om te zoeken naar een korte bijdrage over een een begrip, persoon of een woord.

In deze module leer je welke informatiebronnen het meest geschikt zijn en hoe je een goede zoekactie uitvoert, want informatievaardig zijn betekent ook dat je even nadenkt voordat je allerlei woorden intypt in een zoekbalk.

2.1 : Wanneer gebruik ik welk soort informatiebronnen?

Ik zoek basisinformatie over een onderwerp

Speld in een hooiberg
Zoeken naar een naald in een hooiberg
https://pixabay.com/nl/naald-in-een-hooiberg-zoek-zoeken-1706106/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Wat moet ik gebruiken?

Naslagwerken: om informatie op te zoeken over een algemeen begrip (encyclopedie) of een woord (woordenboek).

Waarom eigenlijk?

  • Hier vind je een relatief korte beschrijving over je onderwerp en vaak ook een selectieve literatuurlijst.
  • Als eerste kennismaking met het onderwerp van je paper.
  • Om snel iets op te zoeken over iets of iemand.
  • Om nieuwe geschikte zoektermen over je onderwerp te vinden.

Van sommige naslagwerken is er enkel een gedrukte versie beschikbaar, daarvoor moet je dus naar de mediatheek.

Ik zoek publicaties van een auteur of over een onderwerp

Wat moet ik gebruiken?

  • Catalogi: voor het lokaliseren van door de mediatheek geselecteerde gedrukte en online bronnen.
  • Databanken: voor het raadplegen van online bronnen van teksten, afbeeldingen, objecten enz.

Waarom eigenlijk?

  • Om je onderwerp zelf te leren kennen en te begrijpen.
  • Om je onderwerp voor de eerste keer in detail te bestuderen is de kritische inleiding van een editie hiervoor vaak heel geschikt.
  • Om te weten wat onderzoekers denken over je onderwerp.
  • Om de verschillende theorieën en hypotheses te kennen over aspecten van je onderwerp.
  • Om de verschillende theorieën en hypotheses te toetsen aan de bronnen.

2.1.1 Catalogi

Een catalogus bevat een beschrijving van boeken, tijdschriften en audiovisuele materialen, inclusief hun bewaarplaats (de precieze vindplaats naar een gedrukt exemplaar op de boekenplank of een directe link naar de elektronische versie).

LET OP: De meeste catalogi bevatten géén artikelen van tijdschriften, enkel de titels van de tijdschriften zelf.

 

Als je op zoek bent naar publicaties van een auteur of over een onderwerp kun je een catalogus goed gebruiken om je onderwerp zelf te leren kennen en te begrijpen. Maar ook om te weten wat onderzoekers denken over je onderwerpen en om de verschillende theorieën en hypotheses te kennen over aspecten van je onderwerp of deze juist te toetsen aan de bronnen. Om dezelfde redenen kun je ook databanken gebruiken, zie 2.1.2


Enkele voorbeelden van catalogi:

  • Greeni : gezamenlijke catalogus van de groene hogescholen Aeres Hogeschool, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Zie module 3.1 t/m 3.5 voor meer informatie.
  • WUR Library : catalogus van Wageningen University & Research en een aantal bijbehorende bibliotheken in Nederland. Zie module 3.10 voor meer informatie.
  • WorldCat : de grootste catalogus ter wereld. Meer dan 50.000 bibliotheken uit meer dan 90 landen werken samen aan één gemeenschappelijke online catalogus.

2.1.2 Databanken

Een databank bevat de bibliografische referentie en soms ook de elektronische versie van wetenschappelijke publicaties, vaak tijdschriftartikelen.

Types databanken: (een combinatie van onderstaande is mogelijk)

Databases
Databases are like scuba diving: they let you get deeper
http://librarygrits.blogspot.nl/2010/06/databases-are-like-scuba-diving.html
Licensed under CC BY-NC 3.0 via Library grits
  • Bibliografische databanken: bevatten enkel een bibliografische referenties, al dan niet aangevuld met een samenvatting of korte inhoud. Sommige bibliografische databanken geven wel een link naar de elektronische versie elders op het internet.
  • Full text databanken: bevatten niet alleen de bibliografische referentie, maar ook de volledige elektronische versie. Vaak is de full text zelf ook volledig doorzoekbaar. Sommige full text databanken bevatten enkel de archiefcollectie (d.i. vanaf de oudste jaargang, maar niet de nieuwste jaargangen), andere juist de nieuwste jaargangen (bijv. vanaf 2006-heden).
  • Citatiedatabanken: bevatten niet alleen de bibliografische referentie, maar ook een link naar de citaties (= andere publicaties die deze referentie citeren in voetnoot).

Enkele voorbeelden van databanken, zie ook module 3.6:

  • ScienceDirect (bibliografische en full-text databank)
  • Google Scholar (bibliografische databank, citatiedatabank en wetenschappelijke zoekmachine, zie module 3.6.2)
  • PubMed (bibliografische databank)

2.1.3 Naslagwerken

Een naslagwerk bevat een hele reeks korte bijdragen over een woord, persoon of begrip

Naslagwerk
https://pixabay.com/nl/wikipedia-boeken-encyclopedie-1802614/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Je gebruikt een naslagwerk als je basisinformatie over een bepaald onderwerp zoekt. Hierin vind je een relatief korte beschrijving over je onderwerp en vaak ook een selectieve literatuurlijst en nieuwe geschikte zoektermen over je onderwerp.

Van sommige naslagwerken is er enkel een gedrukte versie beschikbaar, daarvoor moet je dus naar de mediatheek.

Types naslagwerken:

  • Encyclopedieën: behandelen personen en begrippen
  • Woordenboeken: behandelen enkel woorden

Enkele voorbeelden van naslagwerken:

2.2 : Hoe moet ik zoektermen met elkaar combineren?

Puzzelstukjes
https://pixabay.com/nl/puzzel-deel-3d-model-taak-1721271/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Het volstaat NIET om alle mogelijke zoektermen lukraak in te typen. Om specifieke en gerichte informatie over je onderwerp terug te vinden, moet je zoektermen met elkaar combineren.

Er zijn vier belangrijke technieken om dit te doen

  1. Booleaanse operatoren;
  2. Truncatietekens (alleen te gebruiken voor databanken);
  3. Exacte woordcombinatie;
  4. Zoekvelden kiezen.

2.2.1 : Booleaanse operatoren (AND, OR, NOT)

Met Booleaanse operatoren kun je een zoekopdracht verfijnen of verbreden door ze tussen zoektermen te gebruiken. Er zijn drie Booleaanse operatoren: AND, OR en NOT.

AND

AND betekent dat alle woorden voor moeten komen;
De AND-relatie gebruik je om twee (of meer) verschillende onderwerpen aan elkaar te linken;
Het zoekresultaat wordt beperkt, kleiner ten opzichte van het zoeken op één woord.

Bijvoorbeeld: Je bent op zoek naar een camping op één van de Waddeneilanden.
Zoektermen en relatie: campings AND Waddeneilanden

AND

OR

OR betekent dat ten minste één van de woorden voor komt in het zoekresultaat;
de OR-relatie gebruik je bij (bijna) synoniemen, meervoud/enkelvoud, verschillende spellingsvormen;
Het zoekresultaat wordt vergroot, uitgebreid ten opzichte van het zoeken op één woord.

Bijvoorbeeld: Behalve op campings wil je ook zoeken op hotels.
Zoektermen en relatie: campings OR hotels.

OR

NOT

NOT betekent dat het aangegeven woord niet mag voorkomen;
de NOT-relatie gebruik je om een bepaald woord uit te sluiten;
het zoekresultaat wordt verkleind.

Bijvoorbeeld: Je wilt per se niet naar Texel
Zoektermen en relatie: Waddeneilanden NOT Texel.

NOT

Tips!

  • Verwar niet met de gewone spreektaal. Als je zegt 'Ik wil alles weten over katten én honden', dan zoek je naar informatie die over katten of over honden of over beide dieren gaat. Deze 'EN' uit de spreektaal komt dus overeen met de Booleaanse OR-operator.
  • Als je meerdere Booleaanse operatoren met elkaar combineert, gebruik dan haakjes. Ze geven prioriteit aan de zoektermen binnen de haakjes en verduidelijken de zoekactie. Haakjes geven aan welke woorden bij elkaar horen; vaak zijn dat woorden die over het zelfde gaan of met elkaar te maken hebben (bijv. synoniemen, enkelvoud/meervoud): bijv. (Campings OR Hotels) AND Waddeneilanden.
  • Type AND/OR/NOT met hoofdletters. Vaak zijn hoofdletters verplicht, bijv. in een zoekmachine.

2.2.2 : Truncatietekens (wildcards)

Trunceren is het vervangen van een stukje van een woord door een wildcard, het truncatieteken. Dit betekent dat je zoekt naar woorden beginnend met of eindigend op het ingetypte woord. In de handleiding van het bestand waarin je zoekt, staat aangegeven welk teken hiervoor gebruikt wordt. Vaak is dit een *. Andere mogelijke truncatietekens zijn een ? of @.

Als je een truncatieteken achter een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er achter kan staan. Bijv.: varken* geeft: varken, varkens, varkenshouderij, varkensvoer, etc.

Als je een truncatieteken vóór een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er voor kan staan. Bijv.: *rozen geeft rozen, kasrozen.

LET OP: In de meeste catalogi en databanken kun je niet tegelijk in één woord voor en achter het woord trunceren.


Tip! Het is de kunst om niet té vroeg of té laat te trunceren in een woord. Als je op zoek bent naar informatie over "pollution" typ je "pollut* en niet bv. poll*.

LET OP: Je kunt niet trunceren als je met een zoekmachine zoekt.

 

2.2.3 : Exacte woordcombinatie (phrase search)

Als je alleen zoekresultaten wilt vinden die de ingegeven zoektermen in exact dezelfde volgorde moeten bevatten, zet dan je zoektermen tussen dubbele aanhalingstekens (".....").

Dit is vaak het geval bij begrippen die uit meerdere woorden bestaan, bijv. "food design".

Tip! Een exacte woordcombinatie is eigenlijk een strenge versie van de Booleaanse AND-operator. De zoektermen moeten wel naast elkaar staan. Een ander verschil is dat de volgorde van de zoektermen niet willekeurig is, maar door jou wordt vastgelegd.

2.2.4 : Zoekvelden aanduiden

Bij geavanceerd zoeken is het vaak mogelijk om aan te geven in welke velden je wilt zoeken. Zo kun je bijv. aangeven dat je alleen in het zoekveld "titel" wilt zoeken.

2.3 : Hoe krijg ik meer/minder zoekresultaten?

InperkenNiemand is bereid om honderden of duizenden zoekresultaten allemaal afzonderlijk te beoordelen op hun relevatie. Het is dus zaak om op een verstandige manier maximaal enkele tientallen zoekresultaten te krijgen zonder relevante zoekresultaten overboord te gooien.

Hieronder volgt een aantal tips die je kunt gebruiken als je veel te veel zoekresultaten krijgt:

  • Gebruik geavanceerd zoeken in plaats van eenvoudig zoeken om meer filters te kunnen instellen;
  • Gebruik de Booleaanse AND-operator en wees kritisch op het gebruik van de OR-operator;
  • Gebruik "narrower terms";
  • Trunceer zo laat mogelijk;
  • Beperk op titel-/samenvattingsveld in plaats van op alle velden te zoeken;
  • Beperk op recente publicaties door te filteren op publicatiejaar (bijv. vanaf 2015).

Het is frustrerend om geen zoekresultaten te krijgen. Het is natuurlijk mogelijk dat de databank in kwestie inderdaad niet leidt tot relevante informatie over je onderwerp. Probeer dan eens een van de volgende tips als je weinig of geen zoekresultaten krijgt:

  • Gebruik geavanceerd zoeken in plaats van eenvoudig zoeken;
  • Zoek in alle mogelijke velden;
  • Zoek, indien mogelijk, in de volledige tekst;
  • Gebruik synoniemen, vertalingen en meervouden en combineer deze met de Booleaanse OR-operator;
  • Gebruik "related terms"en "broader terms" en combineer deze met de Booleaanse OR-operator.

2.4 : Oefening

3 : Informatiebronnen

Informatie kun je op vele manieren vinden, bijvoorbeeld via zoekmachines zoals Google en de (digitale) bronnen die aangeboden worden via de mediatheken.

Er is via internet steeds meer informatie te vinden maar vaak is deze informatie nogal verspreid en de kwaliteit niet altijd goed vast te stellen. Of je kunt er niet bij omdat de informatie alleen in databanken is opgenomen of je moet inloggen om toegang te krijgen.

Wist je dat:

Het "visible web" is slechts het topje van de ijsberg.
Het "surface web" is slechts het topje van de ijsberg
  • Google nog niet de helft van het hele internet indexeert?
  • de zoekresultaten bij een algemene zoekmachine niet gecontroleerd zijn op kwaliteit en betrouwbaarheid?
  • niet-inhoudelijke (commerciële, statistische en nationalistische) argumenten in belangrijke mate de ranking van zoekresultaten bepalen?
  • lang niet alle (wetenschappelijke) informatie online beschikbaar is?

Daarom zijn populaire zoekmachines problematisch voor je zoektocht naar (wetenschappelijke) informatie. Zoals je in de afbeelding hiernaast kunt zien is het "surface web", oftewel het internet waar wij allemaal bij kunnen, maar een klein topje van de, in dit geval letterlijke, ijsberg.

Om alle relevante publicaties over je onderwerp op te sporen, kun je dus beter gebruikmaken van door de mediatheek geselecteerde informatiebronnen. Deze bronnen zijn geselecteerd op kwaliteit en bieden de informatie gestructureerd aan. Deze module gaat nader in op de volgende bronnen:

  • Greeni Global Search & catalogus
  • Databanken
  • Zoekmachines, o.a. Google
  • WUR Library

3.1 : Greeni

GreeniGreeni - bibliotheek voor het groene hbo is de gezamenlijke website van de mediatheken van Aeres Hogeschool, HAS green academy en Van Hall Larenstein.

Greeni Global Search is de zoekmachine van Greeni. Met één zoekopdracht doorzoek je op een Google-achtige manier meerdere bestanden tegelijk.

Naast een catalogus met menufuncties zoals verlengen en reserveren, vind je speciaal voor jou geselecteerde internetbronnen, databanken en digitale tijdschriften. Ook vind je alles over informatievaardigheden, auteursrechten en meer.

LET OP: Je kunt onze digitale bronnen ook thuis (buiten school) raadplegen. Niet alle databanken gebruiken dezelfde methode om jou te herkennen als student of medewerker als je niet op school bent. Een uitleg van hoe de thuistoegang precies werkt, vind je hier.

3.2 : Greeni Global Search

Zoekbox Greeni Global Search op de beginpagina

Greeni Global Search is de zoekmachine van Greeni. Met één zoekopdracht doorzoek je op een Google-achtige manier meerdere bestanden tegelijk:

  • De gehele Greeni-collectie (boeken, tijdschrifttitels e.d.) zoals je die ook vindt in de catalogus;
  • De volledige inhoud van de databanken die in het alfabetische overzicht met een blauwe G zijn gemarkeerd;
  • Geselecteerde open access bronnen die vrij op het internet te vinden zijn.

Je gebruikt Greeni Global Search voor een oriënterende zoektocht naar (wetenschappelijke) informatie. Het verfijnen van een zoekresultaat gaat op een simpele en snelle manier.

Toch heeft Greeni Global Search niet dezelfde specifieke zoekopties als sommige gespecialiseerde databanken. Niet alle databanken zijn onder te brengen in Greeni Global Search om uiteenlopende redenen. Dus als je een specifieke vraag hebt, kun je informatie mislopen als je je beperkt tot Greeni Global Search. In dat geval raden wij je aan om gericht te zoeken in de databanken zelf. Een overzicht vind je in de menubalk van Greeni onder Informatiebronnen - Databanken.

3.2.1 : Eenvoudig zoeken op onderwerp

  • Typ een of meer zoekwoorden in de zoekbox.
  • Als je zoekt met Nederlandse woorden krijg je Nederlandstalige publicaties.
    Zoek met Engelse termen voor een internationaal resultaat en meer kans op wetenschappelijke publicaties.

3.2.2 : Tips en Trucs

  • Verklein je zoekresultaat door in de linker kolom bij Verfijn je zoekopdracht filters aan te vinken, zoals: Volledige tekst online, Materiaal (bijv.: Tijdschriftartikel), Termen onderwerp, Taal of Vakgebied. Je kunt ook meerdere filters aanvinken.
  • Wil je zoeken in een bepaalde periode, dan kun je dat aangeven in de ruimte bij Publicatiedatum.
  • Bewaar een resultaat door rechts van een titel op het ‘bewaren’-icoontje te klikken.
    Vergeet niet de Bewaarde items map rechts bovenaan het scherm te mailen of te printen voordat je Greeni Global Search afsluit.
  • Je kunt voor de weergave van Bewaarde items kiezen uit diverse richtlijnen voor literatuurverwijzingen, bijvoorbeeld APA (zie module 5).
  • Zoek met Booleaanse operatoren (zie module 2). Standaard is de operator AND. Andere mogelijkheden zijn: OR, NOT, +, -
  • Gebruik dubbele aanhalingstekens bij een vaste combinatie van woorden, bijvoorbeeld: “population analysis”.
  • Zoek breder met wildcards of truncatietekens ? en * (zie module 2). Het ? vervangt 1 teken, bijvoorbeeld: organi?ational = organizational en organisational. De * vervangt meerdere tekens, bijvoorbeeld: Ch*ter = charter, character, chapter enz. De * gebruiken aan het eind van een woord kan ook. Een wildcard kan niet aan het begin van een woord gebruikt worden
  • Specifiek zoeken met de zoekcombinatie zoekveld:(zoekterm), bijvoorbeeld: SubjectTerms:(diabetes, kinderen).
    Beschikbare velden: Title, SubjectTerms, Author, Publisher, PublicationTitle, Volume, Issue, Language, Notes, ISBN, ISSN en DOI.
  • Resultaten uitbreiden met Zoek ook buiten de Greeni-collectie.
    Gebruik deze functie om verder te zoeken wanneer je erg weinig vindt. Deze publicaties zijn dan niet beschikbaar in de Greeni-collecties.

3.2.3 : Uitgebreide zoekopdracht

  • Gebruik specifieke velden, bijvoorbeeld: auteur, titel, ISBN/ISSN.
  • Gebruik filters om je zoekopdracht te verfijnen.

3.3 : Greeni Global Search - Oefening

Greeni Global Search​Greeni Global Search is bereikbaar via www.greeni.nl (zoekbox op de beginpagina)
of rechtstreeks via
http://greeni.summon.serialssolutions.com/nl-NL/search#!/search?l=nl-NL

3.4 : Greeni catalogus

De catalogus in Greeni is een gezamenlijke mediatheekcatalogus van de volgende hogescholen:

  • Aeres Hogeschool
  • HAS green academy
  • Van Hall Larenstein

In de catalogus vind je de titels van boeken en tijdschriften (ook digitaal), dvd’s, streaming video's en andere materialen. Er kan niet gezocht worden op titels van artikelen en hoofdstukken. Iedere student kan gratis gebruik maken van de materialen in deze catalogus die toegankelijk is via internet: www.greeni.nl

3.4.1 : Zoeken in de catalogus

Op de beginpagina van Greeni vind je een zoekbox waarmee je in de catalogus kunt zoeken:

In de zoekbox typ je een of meerdere zoektermen, klik op 'Zoek' om de opdracht uit te voeren. Twee of meer zoektermen worden standaard gecombineerd met EN (AND).

LET OP: Gebruik bij het zoeken geen woorden die eigenlijk geen echte betekenis hebben, zoals lidwoorden, voorzetsels, bijwoorden en voegwoorden (Bijv.: de, het, een, van, op, er, als, dan).

3.4.2 : Het zoekresultaat

In het volgende scherm worden de resultaten van de zoekopdracht getoond:

Als je een zoekopdracht hebt gegeven krijg je een lijst met resultaten. In de lijst zie je de omslag, beknopte titelgegevens en materiaalsoort, deze lijst stelt je in staat snel de resultaten te doorlopen en te kijken of er titels bijzitten die je nader wilt bekijken.

Met behulp van de filters in de rechter kolom kun je je zoekresultaat verfijnen op jaar, taal, documenttype, medium, locatie, (corporatieve) auteur, trefwoord en uitgever.

Klik je op een titel, dan krijg je een volledige beschrijving:

Onderaan het scherm zie je bij welke mediatheek het materiaal aanwezig is en op welke plaats het in de kast staat.
Bijvoorbeeld: VHL LEEUWARDEN 502.6 79 = volgnummer 79 binnen het onderwerp 502.6 in de collectie van Van Hall Larenstein in Leeuwarden.

Bij 'Details exemplaren' staat of een publicatie uitleenbaar is, is uitgeleend en zo ja, tot wanneer. Bij digitale materialen (e-book, streaming video) is er geen plaats in de kast maar vind je in de titelinformatie een link naar het materiaal.

Indien aanwezig kan bij 'Relaties' (aan de rechter kant van het scherm) een verwijzing staan naar een vertaling, oudere of nieuwere druk, de serie waartoe het behoort of andere/bijbehorende materialen.

3.4.3 : Mijn Greeni

Dit catalogussysteem biedt je de mogelijkheid geselecteerde titels te bewaren, je persoonlijke gegevens in te zien, reserveringen te plaatsen en zelf verlengingen van de uitleentermijn uit te voeren.

Opdracht: Ga naar Greeni en klik 'Aanmelden Mijn Greeni' rechts bovenin het scherm.
Er wordt gevraagd naar je lenersnummer en een wachtwoord.
Bij Aeres Hogeschool en HAS green academy geldt: lenersnummer is studentnummer. Bij HAS Hogeschool vind je je lenersnummer op je studentenkaart.
Bij Van Hall Larenstein geldt: inloggen met je studentnummer (staat op je studentenkaart) werkt ook.

Heb je nog geen wachtwoord of ben je het vergeten? Klik dan op de knop 'Wachtwoord opvragen':
Aanmelding mijngreeni


Mijn Greeni biedt de volgende mogelijkheden:

  • Uitleningen en verlengen: je kunt hier bekijken welke materialen je geleend hebt, wat de vervaldatum is en je kunt ze eventueel verlengen;
  • Reserveringen: overzicht van de door jou gereserveerde publicaties. Je kunt hier per titel desgewenst aangeven of je de reservering alsnog wilt intrekken. Ook kun je hier zien of een reservering al beschikbaar is;
  • Leeslijsten: hier kun je lijsten maken van titels die je hebt geselecteerd en bewaard;
  • Zoekinstellingen: je kunt hier voorkeursinstellingen voor het zoeken in de catalogus opgeven;
  • Persoonlijke gegevens: hier vind je een overzicht van je gegevens, zoals vastgelegd in de lenersadministratie. Deze gegevens kun je wijzigen of aanpassen (o.a. wachtwoord voor Mijn Greeni).
LET OP: Vergeet niet om op Afmelden te klikken als je klaar bent met je zoekacties, verlengen, reserveren e.d., om te voorkomen dat iemand anders toegang heeft tot jouw persoonlijke gegevens.


Reserveren en verlengen

In de catalogus van Greeni heb je de mogelijkheid om voor jou interessante, maar op dat moment uitgeleende materialen zelf te reserveren. Onderaan de titelinformatie klik je op de button 'Reserveren'. Je komt dan op het aanmeldscherm van Mijn Greeni waar je je lenersnummer en wachtwoord invoert. In het vervolgscherm klik je op 'Reserveer', vanaf dan is de publicatie voor jou gereserveerd. Je ontvangt hiervan een bevestiging per e-mail. Op het moment dat de publicatie beschikbaar is, krijg je een e-mail met de boodschap dat de publicatie voor jou gereed staat. Ook voor het reserveren van publicaties die aanwezig zijn op andere Greeni-locaties kun je van deze procedure gebruik maken.

Geleende materialen kun je voor een langere tijd houden door de uitleentermijn te verlengen. Via Mijn Greeni kun je zien wat je geleend hebt en heb je de mogelijkheid om zelf te verlengen. Wanneer een publicatie gereserveerd is, is het niet mogelijk om te verlengen. De oorspronkelijke inleverdatum blijft staan.

Wil je meer weten over de mogelijkheden van Greeni? kijk dan bij de veelgestelde vragen of informeer bij de mediatheek van je Greeni-locatie.

3.5 : Greeni catalogus - Oefening

De catalogus in Greeni is rechtstreeks bereikbaar via www.greeni.nl.

3.6 : Databanken

Databanken
Afbeelding gebruikt onder licentie van Shutterstock.com

Een databank (ook wel gegevensbank of database genoemd) is een georganiseerde en uitbreidbare verzameling van gegevens. Het belangrijkste kenmerk van een dergelijke verzameling is dat de gegevens en de presentatie daarvan dynamisch benaderbaar zijn.

Een databank kan diverse soorten informatie bevatten: meestal artikelen uit digitale tijdschriften (e-journals), vaak (gedeelten van) e-books, beeldmateriaal, feitelijke gegevens en beschrijvingen van literatuur.

De informatie in deze databanken is voor een groot deel niet of moeilijk op andere manieren (gratis) te verkrijgen, ze bieden de informatie gestructureerd aan en zijn door de mediatheek geselecteerd op relevantie en kwaliteit.

LET OP: Je kunt onze digitale bronnen ook thuis (buiten school) raadplegen. Niet alle databanken gebruiken dezelfde methode om jou te herkennen als student of medewerker als je niet op school bent. Een uitleg van hoe de thuistoegang precies werkt, vind je hier.

3.6.1 : Veelgebruikte databanken

binnen het groene hbo, in alfabetische volgorde:

AgriHolland (Aeres, HAS & VHL) Nieuws voor de agrosector en agribusiness. Voorts o.a. vacatures, cijfers, subsidies en aanbestedingen

Beeld en Geluid op school (vrij toegankelijk) Streaming video- en audiomateriaal voor het onderwijs in Nederland, uit de archieven van Beeld en Geluid

Groen Kennisnet (vrij toegankelijk) Artikelen, rapporten, websites, leermiddelen en projecten op het gebied van voedsel en groen

HBO Kennisbank (vrij toegankelijk) Scripties en artikelen (o.a. lectoren) van de hogescholen in Nederland

Nexis Uni (VHL) Archief van regionale en (inter)nationale dagbladen en tijdschriften

MarketLine Advantage (HAS) Markt-, branche- en bedrijfsrapporten. Daarnaast landeninformatie en statistische informatie

ScienceDirect (Aeres, HAS & VHL) Wetenschappelijke tijdschriftartikelen op diverse wetenschapsgebieden

SpringerLink (Aeres, HAS & VHL) Wetenschappelijke tijdschriftartikelen op diverse wetenschapsgebieden

Wiley (Aeres, HAS & VHL) Wetenschappelijke tijdschriftartikelen op diverse wetenschapsgebieden

Een volledig overzicht van databanken staat op Greeni - Informatiebronnen - Databanken.

TIP: Soms lukt het niet om via de databanken of met behulp van de Library Access browserextensie bij de full text-versie van een artikel te komen. Ook al zijn steeds meer wetenschappelijke publicaties vrij toegankelijk online te raadplegen, het komt nog steeds vaak voor dat er een relatief hoog bedrag betaald moet worden om een digitaal artikel te kunnen lezen. Probeer dan de tips op de pagina Zoeken naar full text om te zoeken naar vrij toegankelijke (Open Access) of goedkopere versies.

3.7 : Databanken - Oefening

De databanken zijn te bereiken via Greeni - Informatiebronnen - Databanken.

LET OP: Toegang tot (de inhoud van) van databanken hangt af van de licenties die de hogescholen hebben afgesloten. Ook kan bij laptop- en thuisgebruik de toegang afwijkend zijn. Informeer eventueel bij de mediatheek van je hogeschool.

3.8 : Zoekmachines

Zoekmachinelogo'sVia het internet wordt wereldwijd een enorme hoeveelheid informatie aangeboden en het kan daarom een goede bron zijn voor de zoektocht naar het juiste antwoord. Van Google, Yahoo! en Bing heb je waarschijnlijk wel gehoord, DuckDuckGo is een zoekmachine die steeds populairder wordt vanwege de privacy die het biedt aan gebruikers.

3.8.1 : Tips

Het internet bevat veel informatie, het is een hele kunst om uit deze enorme hoeveelheid precies datgene te vinden wat je zoekt. Er zijn een aantal tips om zo efficiënt mogelijk te zoeken met een zoekmachine.

Met deze tien tips bij het typen van je Google-zoekopdracht kun je efficiënter zoeken met Google. De belangrijkste notaties bij het zoeken met een zoekmachine (met name Google) zijn:

  • AND OR ( ) Hoofdletters, let op plaatsing ().
  • filetype:pdf Kleine letters, aan elkaar. Geeft alleen documenten in pdf-formaat.
  • ........... Bij zoeken op samengestelde zoektermen (bijv. “Sociale Geschiedenis”) en zinsneden (bijv. “fietsen in Limburg”).
  • 2010..2014 Aan elkaar. Geeft min of meer jaar van uitgave.
  • -........... Aan elkaar. Sluit een woord buiten (= Booleaanse NOT-operator)
  • ~.......... Aan elkaar. Zoekt ook op mogelijke synoniemen (bijv. ~navo geeft ook “nato”.
  • allintitle:........ Aan elkaar. Zoekt in wat boven een website staat, niet in de tekst zelf.
  • inurl:........ Aan elkaar. Zoekt in de mappenstructuur, niet in de tekst (bijv. inurl:ikea)

Ook met zoekmachines kun je geavanceerd zoeken gebruiken, dit heeft echter minder mogelijkheden dan het geavanceerd zoeken in databanken.

LET OP: Vrijwel iedereen kan informatie op internet publiceren zonder dat er een overkoepelende redactie is, je zult daarom zelf de betrouwbaarheid van internetbronnen moeten beoordelen. Bekijk module 4 voor een overzicht van beoordelingscriteria.

3.8.2 : DuckDuckGo

DuckDuckGoEen privacyvriendelijker alternatief voor de standaardzoekmachines is DuckDuckGo, al heeft het wel enkele beperkingen. DuckDuckGo presteert voldoende maar vooral als het gaat om zoekresultaten in het Nederlands, doet het onder voor bijv. Google en vindt hij niet altijd de relevantste zoekresultaten. Maar meestal gaat dat ook wel goed en blijkt Google daarom niet beslist nodig.

Wie alsnog snel naar Google wil, kan door !g achter de opdracht in de zoekbalk van DuckDuckGo te typen, snel wisselen van DuckDuckGo naar Google. Die neemt dan de zoekopdracht mee, waardoor het relatief weinig moeite kost om een bepaalde zoekopdracht toch bij Google uit te voeren.

3.8.3 : Google Scholar

Google Scholar logoGoogle Scholar (in het Nederlands Google Wetenschap) houdt het midden tussen een databank en een zoekmachine en wordt daarom ook wel een wetenschappelijke zoekmachine genoemd. Qua uiterlijk lijkt het op de gewone Google, een groot verschil is echter dat het zich beperkt tot het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. De treffers die met Google Scholar worden gevonden, worden overigens ook met de gewone Google gevonden, alleen zul je ze daar tussen de vele andere treffers moeten zien te vinden.

Google Scholar biedt een eenvoudige manier om te zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Bij Google Scholar worden de zoekresultaten op relevantie gerangschikt: de volledige tekst van elk artikel wordt doorzocht en er wordt rekening gehouden met de auteur, de publicatie waarin het artikel staat en hoe vaak het artikel is geciteerd in wetenschappelijke literatuur.

LET OP: Als je op school bent en naar Google Scholar gaat, word je automatisch herkend als student, zodat je veel artikelen meteen full-text kunt openen door op de link "Greeni Full Text" te klikken. Ben je echter thuis of ergens anders off-campus, zorg er dan allereerst voor dat je ingelogd bent op het netwerk van je hogeschool (zie thuistoegang) en ga dan via de Greeni databankenlijst naar Google Scholar.
Je kan het ook instellen in Google Scholar. Ga in Google Scholar naar 'Instellingen' via het menu (het icoontje met de drie streepjes). Klik op 'Bibliotheeklinks' en typ 'Greeni' in het zoekvenster. Klik op het zoekicoontje, vink het selectie-icoontje aan bij 'Greeni - online bibliotheek voor het groene hbo - Greeni Full Text' en klik op 'Opslaan'.
Als je nu in Google Scholar naar literatuur gaat zoeken, zul je achter sommige zoekresultaten een link "Greeni Full Text" zien (zie afbeelding). Klik in dat geval op de titel om rechtstreeks naar het full-text bestand te gaan.

3.9 : Zoekmachines - Oefening

3.10 : WUR Library

Van alle universiteitsbibliotheken sluit de bibliotheek van Wageningen University & Research het meest aan bij de onderwijsgebieden van de groene hogescholen. WUR Library is te vinden als onderdeel van de website van Wageningen University & Research en is alleen in het Engels. Zoektermen kunnen echter wel in het Nederlands worden ingegeven.

Externen hebben alleen toegang tot alle informatiebronnen van de bibliotheek door daar zelf heen te gaan. Als je niet zelf naar de bibliotheek van Wageningen University & Research kunt, is het ook mogelijk om de verschillende informatiebronnen te doorzoeken maar is het niet mogelijk om alle artikelen te downloaden. WUR Library heeft wel een groot aantal publicaties bijeengebracht die vrij toegankelijk zijn.

Website WUR Library

De homepage biedt een overzicht van de actuele dienstverlening van de bibliotheek, met nieuws, cursussen en recente publicaties. In de zoekbox kun je direct een eenvoudige zoekactie starten in de belangrijkste zoekapplicaties. Kijk bij "Databases & Collections" or "Research@WUR" wanneer je op zoek bent naar een specifiek (aanbevolen) tijdschrift, databank of onderzoeksresultaten.

Kijk bij "For students" voor meer diensten van de bibliotheek.

3.11 : Oefening

4 : Informatie gebruiken en beoordelen

Het zoeken naar informatie resulteert in een hoeveelheid webpagina's of documenten. Bij het selecteren van informatiebronnen spelen twee aspecten een rol. Allereerst moet de informatiebron passen bij de informatiebehoefte. Wie bijvoorbeeld een lezing geeft over voeding en gezondheid aan een groep middelbare scholieren, heeft niet veel aan een proefschrift of dissertatie. De informatie die daarin staat is veel te wetenschappelijk. Als er in de presentatieruimte alleen een dvd-speler staat dan heb je niets aan een videoband.

Feiten onderzoeken
https://pixabay.com/nl/vergrootglas-feiten-onderzoeken-1607160/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Het tweede aspect waar je op moet letten is de betrouwbaarheid van de informatiebron. Hoe objectief is de informatiebron? Hoe deskundig? Wordt er verwezen naar achterliggende bronnen? Zo ja, kun je die dan terugvinden zodat je kunt kijken of je tot dezelfde conclusie zou komen?

Om een goede selectie te maken uit je resultatenlijst, zul je deze resultaten moeten kunnen evalueren op kwaliteit en het nut ervan. Er zijn verschillende redenen waarom sommige bronnen geschikt zijn en andere weer niet. Zo kan de informatie gekleurd zijn doordat de makers denken vanuit een bepaald wetenschappelijke perspectief, een levensovertuiging, een commercieel oogpunt, etc.

Gebruik dus altijd verschillende bronnen en vergelijk ze met elkaar.

4.1 : Criteria voor het beoordelen van (online) bronnen

Bij informatievaardigheden is het belangrijk om te kunnen onderscheiden welke informatie betrouwbaar of onbetrouwbaar is. Op het internet kan iedereen alles wat hij wil verkondigen. Er is geen commissie die eist dat de informatie juist is of dat de uitingen objectief zijn. Ook is hier het verschil tussen commerciële informatie, propaganda e.d. niet altijd even duidelijk. Je moet dus steeds zelf uitzoeken of de informatie betrouwbaar genoeg is en als je informatie van webpagina's wilt gebruiken moet je extra voorzichtig zijn en nadenken welke rol je die informatie geeft in je betoog of analyse.

4.1.1 : CRAAP

Een veelgebruikt - internationaal - hulpmiddel voor het beoordelen van informatie is de CRAAP-test. Door de gevonden informatie te beoordelen op vijf verschillende criteria krijg je een indicatie van de kwaliteit van de informatie:

Currency (actualiteit): hoe actueel is de informatie?

  • Wanneer is de informatie gepubliceerd?
  • Is de informatie nog gewijzigd of geüpdatet?
  • Is de informatie actueel genoeg voor je onderwerp?

Relevance (relevantie): is de informatie relevant voor je onderwerp?

  • Is het antwoord gerelateerd aan je onderwerp, of beantwoordt het een onderzoeksvraag?
  • Voor welk publiek is de informatie bedoeld? (bv. algemeen publiek/experts/onderzoekers)

Authority (autoriteit): is de maker een autoriteit op dit onderwerp?

  • Wie is de auteur/uitgever/bron/sponsor?
  • Wat zeggen andere bronnen over de maker? Wat vind je hierover op internet, wordt de auteur gezien als betrouwbaar, of juist controversieel?
  • Waaruit blijkt dat de auteur expert is op dit gebied? (bv. opleiding, achtergrond, verbonden aan bepaalde organisatie)

Accuracy (accuraatheid): is de informatie waar, correct en betrouwbaar?

  • Wordt de informatie ondersteund met bewijsmateriaal?
  • Wordt er verwezen naar gebruikte bronnen?
  • Is de informatie beoordeeld door andere experts (bv. peer review)?
  • Wordt de informatie bevestigd in andere bronnen?

Purpose (doel): wat is de reden voor het bestaan van de informatie?

  • Wat is het doel van de informatie (bv. informeren, entertainen, overtuigen)?
  • Is de auteur duidelijk over het doel van de informatie?
  • Berust de informatie op (bewijsbare) feiten, of op opinies?
  • Is de informatie objectief en onpartijdig? Of kan deze beïnvloed zijn door politieke, ideologische, culturele, religieuze, institutionele of persoonlijke standpunten?
LET OP: Houd bij je beoordeling rekening met het doel waar jij de informatie voor nodig hebt. Bijvoorbeeld of een bron actueel genoeg is, kan verschillen per onderwerp. Voor het in kaart brengen van actuele marktontwikkelingen zal een recente bron belangrijker zijn dan bij informatie over een historische gebeurtenis.

 

CRAAP-test invulformulier

Beoordeel bronnen op betrouwbaarheid en bruikbaarheid met met het CRAAP-test invulformulier. Beantwoord de vragen en geef daarbij steeds een score van 1-10. De opgetelde score geeft je een idee van de kwaliteit van de bron.

4.2 : Nepnieuws

Nepnieuws (fake news, fakenieuws, pseudonieuws) en hoaxes (valse berichten) bestaan al heel lang, maar de verspreiding ervan gaat razendsnel sinds de opkomst van sociale media. Iedereen kan tegenwoordig content plaatsen op internet. Daardoor lijken de grenzen tussen nieuws, nepnieuws en advertenties te vervagen. Het wordt steeds moeilijker om ze van elkaar te onderscheiden en een gefundeerde mening te vormen.

Waarom verspreiden mensen eigenlijk nepnieuws en waarom geloven we het? Wat is het gevaar van nepnieuws en hoe herken je het? Wat wordt ertegen gedaan en hoe kun je er zelf het beste mee omgaan? Daarover gaat de website isdatechtzo.nl die is ontwikkeld door Netwerk Mediawijsheid.

De internationale bibliotheekorganisatie IFLA (International Federation of Library Associations) heeft onderstaande infographic ‘Hoe ontdek je nepnieuws’ opgesteld om je te helpen een bepaald nieuwsbericht te verifiëren.

IFLA, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
IFLA, CC BY 4.0, via Wikimedia Commons

4.3 : Oefening

5 : Informatie verwerken

In deze module leer je waarom, wanneer en hoe je op een correcte manier moet verwijzen naar de informatiebron die je gebruikt hebt, en middelen die daarbij behulpzaam kunnen zijn.

Bronvermelding is het aangeven van de oorsprong van informatie en van verwerkte teksten, afbeeldingen en beeldfragmenten, die zijn gebruikt voor het creëren van een gepubliceerd werk. Er zijn verschillende systemen voor bronvermelding, het groene hbo gebruikt doorgaans de APA-richtlijnen.

5.1 : Waarom moet ik verwijzen naar mijn informatiebronnen?

Bronvermeldingen dienen de lezers of kijkers in staat te stellen de betrouwbaarheid van de informatie te beoordelen, om anderen de gelegenheid te geven de informatie uit te diepen door nader onderzoek of deze te corrigeren en geven de maker van het origineel de 'eer' en waardering waar hij of zij recht op heeft. Teksten en ideeën van anderen mogen niet zonder bronvermelding in een eigen document gepresenteerd worden, dat is plagiaat.

Plagiaat
Afbeelding gebruikt onder licentie van Shutterstock.com

Bij het gebruikmaken van andermans werk is bronvermelding auteursrechtelijk verplicht. Plagiaat door studenten gebeurt in de meeste gevallen onbewust. Het is dus veeleer zaak om te voorkomen (plagiaatpreventie) dan te genezen (plagiaatdetectie).

Definitie van plagiaat:

Plagiaat is elke overname van een werk van zichzelf of van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding.

Toelichting:

"...overname van een werk..."

  • Werk = (fragment van een) tekst, afbeelding, cijfermateriaal, grafiek, geluids- of beeldopname, schema, enz.
    • werk in gedrukte versie: boek, tijdschriftartikel, enz.
    • werk in elektronische versie: online encyclopedie, e-book, enz.

"...op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm..."

  • Citeren = letterlijke overname van een fragment tussen "dubbele aanhalingstekens".
  • Parafraseren = overname van iemands ideeën of stellingen in licht gewijzigde vorm, d.i. geherformuleerd in eigen bewoordingen.
  • Samenvatten = in het kort weergeven van de hoofdpunten van grotere stukken tekst (bijv. een pagina, een hoofdstuk of een artikel) in je eigen woorden.
  • Vertalen = overname van teksten in een andere taal, bijvoorbeeld van het Engels naar het Nederlands.

"...zonder adequate bronvermelding."

  • Citeren, parafraseren, samenvatten of vertalen zonder bronvermelding = plagiaat!

Plagiaat kan worden herkend aan:

  • het optreden van een stijlbreuk in de tekst (vlot vs. stroef, wetenschappelijk vs. populair taalgebruik)
  • onverwacht taalgebruik (té wetenschappelijk);
  • verschillen in opmaak in een tekst;
  • verschillende referentiestijlen;
  • fouten in of het ontbreken van referenties;
  • afwijking van het eigenlijke onderwerp;
  • ontbreken van recente referenties.

Plagiaat kan ook digitaal worden opgespoord door een deel van een verdachte zin of meerdere zinnen in te typen in een zoekmachine of door gebruik te maken van software die specifiek ontworpen is om tekstovereenkomsten op te sporen (plagiaatdetectiesoftware).

5.2 : Wanneer hoef ik niet te verwijzen?

Er zijn situaties waarin je niet hoeft te verwijzen:

  • Als je een algemeen bekend feit vermeldt. Dit is een ietwat rekbaar begrip, maar een goed criterium is dat je ouders/broers/zussen dit feit eveneens kennen zonder dat zij hiervoor informatie moeten opzoeken.

Algemeen bekend feit: de begin- en einddatum van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918); de naam van de huidige bondskanselier van Duitsland (Olaf Scholz).

Geen algemeen bekend feit: de begin- en einddatum van de Derde Punische Oorlog (149-146 v.C.); de naam van de senaatsvoorzitter van Madagascar in 2008-09 (Yvan Randriasandratriniony).

  • Als de informatie helemaal van jezelf afkomstig is. Het is best mogelijk dat je op basis van informatiebronnen een eigen denkspoor ontwikkelt. Dergelijke ideeën, stellingen of interpretaties zijn van jou en hoeven dus logischerwijze geen bronvermelding.

Tip! Als je twijfelt, gebruik dan een bronvermelding.

5.3 : APA-richtlijnen

Voor bronvermelding zijn verschillende systemen voorhanden. Het groene hbo gebruikt doorgaans de richtlijnen van de American Psychological Association (APA). Bronvermelding in APA-stijl houdt in dat in de lopende tekst naar een bron wordt verwezen met vermelding van auteur en jaar. Aan het eind van de tekst wordt een bronnenlijst met gedetailleerde beschrijvingen (referenties) van alle in de tekst genoemde bronnen opgenomen.

LET OP: een bronnenlijst is altijd alfabetisch gerangschikt, ongeacht de bron of het materiaal.

 

Hoe wordt in de tekst verwezen naar een citaat of een parafrase?
Een citaat staat altijd tussen dubbele aanhalingstekens (“…”), tussen haakjes worden auteur(s), jaartal of datum en indien van toepassing het paginanummer genoemd.
Een parafrase staat nooit tussen aanhalingstekens, tussen haakjes worden auteur(s) en jaartal of datum genoemd. Het noemen van een paginanummer is niet verplicht maar mag wel.
Behalve tussen haakjes mag de verwijzing naar de bron ook in de zin verwerkt worden.

Hoe wordt een bronnenlijst opgesteld?
De bronnenlijst bevindt zich aan het einde van de tekst als nieuw hoofdstuk, voor de eventuele bijlagen. De lijst is alfabetisch, ongeacht de bron of het materiaal en bestaat dus niet uit aparte rubrieken met boeken, artikelen, websites, etc.
Het doel van deze lijst is dat de lezer het geraadpleegde document kan terugvinden.De APA-richtlijnen uitgelegd

Wat wordt niet in een bronnenlijst opgenomen?
In een bronnenlijst staan alleen verwijzingen die door de lezer kunnen worden geraadpleegd, daarom worden interviews, e-mails, persoonlijke gesprekken, lessen, workshops, etc. niet genoemd. Er kan wel naar verwezen worden in de tekst. Bij APA worden titulatuur, ISBN of ISSN nooit vermeld.

5.3.1 : APA in de praktijk

De van oorsprong Amerikaanse APA-richtlijnen zijn vertaald en aangepast aan de Nederlandse situatie. Uitgebreide informatie over de APA-richtlijnen kun je vinden in de Library guide APA-richtlijnen of ga direct naar de Nederlandstalige handleiding De APA-richtlijnen uitgelegd: Een praktische handleiding voor bronvermelding in het hoger onderwijs, gratis te downloaden via www.auteursrechten.nl/apa en in handige ringband voor € 6,95 (exclusief verzendkosten) te koop via Studie Bijdehand.

In een reeks video's van Project APA7 worden verschillende onderdelen van bronvermelding uitgelegd. Er is ook een APA Blog, daar biedt The APA-Team (een initiatief van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) ondersteuning bij het gebruik van APA, met toelichtingen bij veelvoorkomende vragen en er is de mogelijkheid een reactie te geven of een vraag te stellen.

5.4 : Hulpmiddelen

Bronnen vermelden volgens de APA-richtlijnen is vaak lastig als je er geen ervaring mee hebt. Word kan je daarbij helpen en ook bestaat er bibliografische software, dit is gespecialiseerde programmatuur die het correct verwerken van bronnen in werkstukken en publicaties enorm kan vergemakkelijken.

5.4.1 : Bronvermelding via Word

Microsoft Word 2013 en 2016 bieden de optie om via een speciaal menu een bronvermelding volgens de APA-richtlijnen te maken. De gebruiker hoeft alleen de gegevens van de geraadpleegde bron (boek, artikel, website etc.) in te voeren. Een korte uitleg van het gebruik van deze optie:

APA in Word

Vermelding van een citaat of parafrase

  • Open Word, kies het tabblad Verwijzingen
  • Kies bij Stijl voor APA (is waarschijnlijk al geselecteerd)
  • Klik op Citaat invoegen en daarna op Nieuwe bron toevoegen
  • Vul alle gegevens van de bron in (let op het voorbeeld onderaan het venster) en klik op OK
  • In de tekst staat de verwijzing van de bron

Vermelding in een bronnenlijst

  • Open Word, kies het tabblad Verwijzingen
  • Klik op Bibliografie en daarna op Bibliografie invoegen
  • Alleen bronnen die bij Bronvermelding invoegen werden ingevoerd worden genoemd

Klik voor een uitgebreide uitleg op de helpfunctie in Word (vraagteken rechtsboven) en zoek op APA of raadpleeg de handleiding De APA-richtlijnen toepassen met behulp van Word 2013 en Word 2016 (pdf).

LET OP: De verwijzingen in Word zijn niet altijd volgens de APA-richtlijnen zoals op deze site staan aangegeven. Dat komt onder meer omdat de Nederlandse vertaling soms (te) letterlijk is. Zo hanteert Word de term 'opgeroepen' in plaats van 'geraadpleegd' en wordt bij de datum de maand eerst genoemd in plaats van de dag. Typfouten of het onjuist invullen van de gegevens worden door Word niet gecorrigeerd. Controleer daarom na invoer altijd of de verwijzingen volledig en juist worden weergegeven.

5.4.2 : Bibliografische software

Mendeley
         Bron: Mendeley

Om het correct verwerken van bronnen in werkstukken en publicaties te vergemakkelijken kun je gebruik maken van gespecialiseerde bibliografische software, bijvoorbeeld Mendeley.

Mendeley

Mendeley is een referentiemanager. Met een referentiemanager kun je je bronnen makkelijk:

  • Opslaan
  • Ordenen
  • Terugvinden
  • Importeren/exporteren

Het werkt grotendeels automatisch waardoor je veel tijd bespaart vergeleken met wanneer je je bronnen handmatig via Word zou verwerken.

In de Library guide Mendeley staan alle stappen uitgelegd, waar je de software kunt vinden en op je computer installeert, hoe je bronnen kunt invoeren en hoe je de bronnen kunt indelen in het programma zelf. Ook leer je hoe je bronnen vervolgens in je Word-bestand verwerkt en een literatuurlijst maakt.

5.5 : Oefening

6 : Evaluatie

Onderzoek doen en schrijven is een continu proces. Tijdens het hele proces van vragen, zoeken en selecteren van informatie, moet regelmatig worden gecontroleerd of het proces goed verloopt.

Een zoekopdracht naar informatie zal resulteren in een reeks websites of documenten. Maar zijn deze ook relevant en/of beantwoorden ze de zoekopdracht? Door het proces regelmatig te analyseren, kan tijdig actie worden ondernomen om het zoekproces aan te passen. Dit wordt ook wel regulatie genoemd.

Na het afronden van het onderzoek of de opdracht is het goed om alle stappen kritisch te beoordelen met het doel om hiervan te kunnen leren voor de volgende keer. Dit noemen we evaluatie.

Reguleren en evalueren zijn activiteiten die je tijdens het hele proces uitvoert. Door het proces bij te sturen werk je doelgerichter en efficiënter.

Schematische weergave van de 6 stappen van informatievaardigheden.

 

Handleidingen en online demo's

Op deze pagina vind je handleidingen en online demo's.

Vaardigheden

Kennisclips informatievaardigheden (6 stappen om te komen tot beantwoording van een onderzoeksvraag)

Hoe lees ik een (Engelstalig) wetenschappelijk artikel? (pdf)

CRAAP-test invulformulier (Beoordeel bronnen op betrouwbaarheid en bruikbaarheid met de CRAAP-test. Beantwoord de vragen en geef daarbij steeds een score van 1-10. De opgetelde score geeft je een idee van de kwaliteit van de bron.)

Greeni Global Search

Introduction to Summon (online demo, Engelstalig)
Summon is de naam van de applicatie achter Greeni Global Search. Zie voor zoektips het onderdeel “Search, Refine, Get, and Save”

Veelgebruikte informatiebronnen

Beeld en Geluid op school (mp4)

CAB Direct (pdf)

Nexis Uni

Wageningen University & Research - Library

APA-richtlijnen

APA-richtlijnen (Library guide)

De APA-richtlijnen toepassen met behulp van Word 2013 en Word 2016 (pdf)

De APA-richtlijnen uitgelegd : een praktische handeiding voor bronvermelding in het hoger onderwijs (pdf)

Uitleg over verschillende onderdelen van bronvermelding (videoreeks Project APA7)

Bibliografische software

Mendeley (Library guide)

Aanbevolen literatuur

Brand-Gruwel, S., & Wopereis, I. (2022). Word informatievaardig!: Digitale informatie selecteren, beoordelen en verwerken. Noordhoff.

Niezink, L.W. (2017). Kritisch zoeken, denken en evalueren: Informatievaardigheden als 21st century skill. Noordhoff.

Van Veen, M., & Westerkamp, K. (2017). Deskresearch: Informatie zoeken en kritisch beoordelen. Pearson.

  • Het arrangement Informatievaardigheden HBO Groen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Jurjan Boer Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2024-01-25 16:10:23
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het arrangement Informatievaardigheden HBO Groen is een product van de volgende hogescholen:

    Aeres Hogeschool Almere, Dronten en Wageningen

    HAS green academy Den Bosch en Venlo

    Van Hall Larenstein Leeuwarden en Velp

    Bij het samenstellen van dit arrangement is dankbaar gebruik gemaakt van materiaal van de volgende instellingen: Hogeschool Arnhem en Nijmegen; Katholieke Universiteit Leuven; Saxion; Universiteit Utrecht.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In het hoger onderwijs is informatievaardigheden een van de competenties die studenten moeten bezitten. Met deze interactieve instructie willen we je aanleren hoe je op een efficiënte manier informatie kan zoeken, beoordelen en gebruiken in je verslag, presentatie, etc. Informatievaardigheden HBO Groen is een product van de volgende hogescholen: Aeres Hogeschool; HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein.
    Leerniveau
    HBO - Master; HBO - Bachelor;
    Leerinhoud en doelen
    Landbouwwetenschappen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    informatievaardigheden

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Boer, Jurjan. (z.d.).

    Informatievaardigheden HBO Groen - versie 1

    https://maken.wikiwijs.nl/50629/Informatievaardigheden_HBO_Groen___versie_1