2.2 : Hoe moet ik zoektermen met elkaar combineren?

Puzzelstukjes
https://pixabay.com/nl/puzzel-deel-3d-model-taak-1721271/
Licensed under CC0 1.0 via Pixabay

Het volstaat NIET om alle mogelijke zoektermen lukraak in te typen. Om specifieke en gerichte informatie over je onderwerp terug te vinden, moet je zoektermen met elkaar combineren.

Er zijn vier belangrijke technieken om dit te doen

  1. Booleaanse operatoren;
  2. Truncatietekens (alleen te gebruiken voor databanken);
  3. Exacte woordcombinatie;
  4. Zoekvelden kiezen.

2.2.1 : Booleaanse operatoren (AND, OR, NOT)

Met Booleaanse operatoren kun je een zoekopdracht verfijnen of verbreden door ze tussen zoektermen te gebruiken. Er zijn drie Booleaanse operatoren: AND, OR en NOT.

AND

AND betekent dat alle woorden voor moeten komen;
De AND-relatie gebruik je om twee (of meer) verschillende onderwerpen aan elkaar te linken;
Het zoekresultaat wordt beperkt, kleiner ten opzichte van het zoeken op één woord.

Bijvoorbeeld: Je bent op zoek naar een camping op één van de Waddeneilanden.
Zoektermen en relatie: campings AND Waddeneilanden

AND

OR

OR betekent dat ten minste één van de woorden voor komt in het zoekresultaat;
de OR-relatie gebruik je bij (bijna) synoniemen, meervoud/enkelvoud, verschillende spellingsvormen;
Het zoekresultaat wordt vergroot, uitgebreid ten opzichte van het zoeken op één woord.

Bijvoorbeeld: Behalve op campings wil je ook zoeken op hotels.
Zoektermen en relatie: campings OR hotels.

OR

NOT

NOT betekent dat het aangegeven woord niet mag voorkomen;
de NOT-relatie gebruik je om een bepaald woord uit te sluiten;
het zoekresultaat wordt verkleind.

Bijvoorbeeld: Je wilt per se niet naar Texel
Zoektermen en relatie: Waddeneilanden NOT Texel.

NOT

Tips!

2.2.2 : Truncatietekens (wildcards)

Trunceren is het vervangen van een stukje van een woord door een wildcard, het truncatieteken. Dit betekent dat je zoekt naar woorden beginnend met of eindigend op het ingetypte woord. In de handleiding van het bestand waarin je zoekt, staat aangegeven welk teken hiervoor gebruikt wordt. Vaak is dit een *. Andere mogelijke truncatietekens zijn een ? of @.

Als je een truncatieteken achter een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er achter kan staan. Bijv.: varken* geeft: varken, varkens, varkenshouderij, varkensvoer, etc.

Als je een truncatieteken vóór een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er voor kan staan. Bijv.: *rozen geeft rozen, kasrozen.

LET OP: In de meeste catalogi en databanken kun je niet tegelijk in één woord voor en achter het woord trunceren.


Tip! Het is de kunst om niet té vroeg of té laat te trunceren in een woord. Als je op zoek bent naar informatie over "pollution" typ je "pollut* en niet bv. poll*.

LET OP: Je kunt niet trunceren als je met een zoekmachine zoekt.

 

2.2.3 : Exacte woordcombinatie (phrase search)

Als je alleen zoekresultaten wilt vinden die de ingegeven zoektermen in exact dezelfde volgorde moeten bevatten, zet dan je zoektermen tussen dubbele aanhalingstekens (".....").

Dit is vaak het geval bij begrippen die uit meerdere woorden bestaan, bijv. "food design".

Tip! Een exacte woordcombinatie is eigenlijk een strenge versie van de Booleaanse AND-operator. De zoektermen moeten wel naast elkaar staan. Een ander verschil is dat de volgorde van de zoektermen niet willekeurig is, maar door jou wordt vastgelegd.

2.2.4 : Zoekvelden aanduiden

Bij geavanceerd zoeken is het vaak mogelijk om aan te geven in welke velden je wilt zoeken. Zo kun je bijv. aangeven dat je alleen in het zoekveld "titel" wilt zoeken.