Welkom in het laatste jaar.De afgelopen jaren heb je bij de verschillende lessen kennisgemaakt met de verschillende branches.
In het laatste jaar maak je een keuze voor de branche waarin jij wilt afstuderen.
Examen C, bestaat uit 2 examens:
onderkent de gezondheidstoestanden inventarisereert ondersteuningsvragen
Levert een bijdrage aan het ondersteuningsplan.
Bij PIT ga je de komende periode in de verschillende sprints het examen C examerineren.
Om goede kwaliteitzorg, vraaggericht te zorgen en te begeleiden is er een goede samenwerking tussen jou en de client,mantelzorgers en andere disciplines nodig.
Op deze manier krijgt de client de zorg en begeleiding die aan zijn wensen en verwachtingen voldoet. Om goed vraaggericht te kunnen werken vraagt dit van jou een gezonde nieuwsgierigheid naar het verhaal van de client en het verhaal achter de (zorg)vraag.
Van de client is nodig dat hij goed aangeeft wat zijn wensen zijn en ook feedback kan geven over de geleverde zorg.
Uiterste opleverdatum van je sprint verslag krijg je in een planning
Het is een individueel examen,alle sprints maak je alleen.
Eisen om een go te krijgen:
Je mag zonder toestemming niet afwezig zijn.
Sprint 1 en 2 moeten voldoende en afgetekend zijn dan kijg je pas een go om je examen te mogen doen.
Heel veel plezier de komende periode!
planning PIT/BGK/ZGK/GZK/LOB
Les
ZGK wo 1 uur
BGK do 1 uur
EXC wo/do 2 uur
LOB
1
Samenwerken met collega’s:
Boek ZOB thema 3 hoofdstuk 5
Praktijksituatie: Machteloos na conflict met arts, blz 84-86
het is een individueel examen,.Voor dit examen ga je een casus schrijven in een middencomplexe situatie. De persoon in de casus heeft tenminste 2 aandoeningen, 1 psychische en 1 lichamelijke aandoening/ziekte.
H 23,24, 25TH7: Begeleiden van de woon- en leefsituatie
31/3
anamnese- of evaluatiegesprek voeren
Voer een anamnese- of evaluatiegesprek met de cliënt uit je casus in de vorm van een rollenspel.
Signaleer (tijdens het gesprek) risico’s, veranderingen in het gedrag, de gezondheidstoestand, welbevinden en de veiligheid van de cliënt (en zijn/haar omgeving).
Maak hierbij gebruik van informatie die de cliënt geeft of je via de casus en rode loper weet.
Hou rekening met de eigen kracht en (medische) voorgeschiedenis van de cliënt, diens ervaringsdeskundigheid en met individuele verschillen die de communicatie kunnen beperken.
Neem het gesprek op (met beeld en geluid) zodat het achteraf beoordeeld kan worden
Let op dat je zelf goed in beeld bent. Bij de beoordeling wordt de gedragsobservatie uit exameneenheid C gebruikt bladzijde 3 van 10.
16/3
slbi
Xxxxx bufferweek
23/24 maart
xxxx
xxxx
xxxxx
5
Geschiedenis van de GGZ
Boek GGZ hoofdstuk 2
H 2 Praktijksituatie ik wil nu echt aan het werk! Opdrachten 1 t/m 5
30/3
Zorgvragers met gedragsproblemen
Boek begeleiden h31
TH10: Conflicthantering en gedragsproblemen
31/3
Lever een bijdrage aan het opstellen van een ondersteuningsplan voor je cliënt door zo mogelijk met de cliënt en/of collega’s een bestaand plan bij te stellen of een nieuw plan op te stellen:
Verzamelen van gegevens
Inschatten van wensen, behoeften en problemen
Uitwerken van de doelen, geplande activiteiten/interventies en evaluatiewijze en -momenten
het is een individueel examen,maar het is wel belangrijk om te beginnen met planning waarin je de te maken sprints zet.
Voor dit examen ga je een casus schrijven in een middencomplexe situatie. De persoon in de casus heeft tenminste 2 aandoeningen, 1 psychische en 1 lichamelijke aandoening/ziekte. Kies een aandoening waar je nog niet zoveel vanaf weet.
Beschrijf je cliënt in de vorm van een casus. In de casus werk je de volgende onderdelen uit:,maak hier kopjes van en schrijf daaronder je tekst.
De casus moet minimaal 1 a4 en maximaal 1,5 a4 groot zijn .
Laat de casus controleren door je docent . Je mag pas verder met de volgende sprint/les wanneer de casus is afgetekend .
sprint 2/les 2
Beschrijven van een methodiek voor het plannen van zorg en begeleiding
Onderzoek welke methodiek voor het opstellen van het zorg-, begeleidings- of ondersteuningsplan gebruikt wordt op jouw huidige of laatste BPV-plek of momenteel het meest gangbaar is of aan het opkomen is in jouw branche. Je kunt denken aan:
Kies de methodiek die het best bij jou casus past. Beschrijf in een verslag onderstaande punten:
- Beschrijf de methodiek in een verslag.
- Beschrijf waarom deze methodiek bij jou casus past.
- Benoem minimaal 2 voordelen van deze methodiek.
Gebruik deze planmethode bij de examenopdrachten.
sprint 3
Vraag en krijg een GO voor de beoordeling van de examens
Controleer samen met de begeleidende docent, met behulp van het GO/NO GO-formulier, of je voldoet aan de eisen voor de GO voor de examens.
Als je de GO krijgt, kun je beginnen met de examenopdrachten.
Uitvoering, beoordeling en evaluatie van de examens
De uitvoering, beoordeling en evaluatie van de examens bestaat uit de volgende sprints:
Sprint 4: EX1 Annamnese of evaluatiegesprek voeren (uitwerken van twee rode lopers)
Sprint 5: EX1 Annamnese of evaluatiegesprek voeren.
Sprint 6: EX 16/20 Ondersteuningsplan bij- of opstellen ( witte loper uitwerken/ MDO voorbereiden)
Sprint 7: EX 16/20 Ondersteuningsplan vaststellen en onderbouwen ( MDO)
Sprint 8: Afronding en evaluatie van de examens.
sprint 4/les 3
Maken van twee rode lopers (behorende bij ex 1 onderkent de gezondheidstoestand van de client en inventariseert de ondersteuningsvraag van de client)
Verzamel via verschillende bronnen (meer) gegevens over de gezondheidssituatie van de cliënt. Denk aan: zorgdossier, hetero-anamnese, consult/overdracht, leerboeken, website(s) van patiëntenverenigingen.
Werk voor de client uit je casus de gehele gezondheidssituatie uit m.b.v. de rode loper (zie bijlage .
Denk aan de bronvermelding.
Dit examen onderdeel geldt ook als cijfer voor GZK-path.
Wanneer de rodelopers voldoende zijn kan in exameneenheid C dit onderdeel afgetekend worden door de examinator
EX1 onderkent de gezondheidstoestand en inventariseert ondersteuningsvragen
Kies een methode voor het voeren van het anamnese- of evaluatiegesprek,zie formulier .
Voer een anamnese- of evaluatiegesprek met de cliënt uit je casus in de vorm van een rollenspel.
Op onderstaande punten wordt je beoordeeld vanuit het examen:
Toont in gesprek met de cliënt en (indien aanwezig)naastbetrokkenen (belangstelling en betrokkenheid
Observeert volgens een observatieplan
Maakt gebruik van informatie en (non-verbale) signalen van de cliënt en/of andere betrokkenen
Vraagt gericht door bij de cliënt en (indien aanwezig)naastbetrokkenen om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie, mogelijkheden, beperkingen, ondersteuningsvragen , wensen en verwachtingen van de cliënt en/of sociaal systeem
Maakt gebruik van bestaande meetinstrumenten
Bespreekt veranderingen in de gezondheidstoestand met cliënt en /of betrokkenen
Stelt de relevante informatie voor de cliënt vast en stemt deze met hem af
Stelt de relevante informatie voor het (multidisciplinaire) team vast en stemt deze af
Reageert adequaat op de verandering in het gedrag, de gezondheidstoestand, het welbevinden en de veiligheid van de cliënt
Rapporteert bevindingen nauwkeurig en correct
Neem het gesprek op (met beeld en geluid) zodat het achteraf beoordeeld kan worden
Let op dat je zelf goed in beeld bent.
De punten uit de gedragsobservatie ‘stelt de relevante informatie voor het ( multidisciplinaire) team vast en stemt deze af’ en ‘rapporteert bevindingen nauwkeurig en correct’ worden afgetekend bij het behalen van sprint 6.
Het filmpje mag maximaal 6 minuten duren.
Je bent de mzvz-er en je simulant speelt jouw casus.
Zet de link naar jou youtube filmpje in its learning
sprint 6/les 5/6
Ondersteuningsplan bij- of opstellen(EX16/20)
Lever een bijdrage aan het opstellen van een ondersteuningsplan voor je cliënt
Maak de planmethode waarvan je de theorie hebt uitgewerkt in sprint 2.
maak een witte loper
Benoem welke 2 ondersteuningsvragen je wilt inbrengen bij het MDO, deze komen uit sprint 2 en het het evaluatie/ananamese gesprek.
sprint 7 les 7/8
Voeren van een MDO (EX16/20: Ondersteuningsplan onderbouwen)
Van de docent krijg je uitleg over de werkwijze van het MDO .
Deze gedragsobservatie heeft betrekking op het op- of bijgestelde ondersteuningsplan zelf en hoe je dit onderbouwt.
Stel (in het MDO) samen met de eindverantwoordelijke het plan vast en onderbouw in een gesprek (tijdens het MDO) daarover je keuzes m.b.t. de wensen, behoeften en problemen, de doelen en de activiteiten/interventies in relatie tot de gezondheidssituaties Volgens schema wordt je ingedeeld.
Een MDO wordt gehouden in groepen van 5: Per casus is er 8/10 minuten bespreektijd. Vooraf geef je aan welke disciplines je sowieso aan tafel wilt hebben. De andere studenten doen actief mee aan het MDO; ieder krijgt een rol toegewezen.Dit heb je van te voren gedeeld .
Stel in het MDO, samen met de eindverantwoordelijke, het plan vast en onderbouw in een gesprek (tijdens het MDO) je keuzes m.b.t. de wensen, behoeften, problemen, doelen en de interventies van je cliënt.
Het examen bestaat uit een gedragsobservatie tijdens het MDO. Check hiervoor de beoordelingscriteria bij EX16/20.
Je gaat in een groepje van 5 het MDO voeren.
Je hebt 10 minuten om je casus in te brengen
Je gebruikt hiervoor de casus, het anamnesegesprek,witte loper.en rode loper.
Je brengt tenminste 2 zorgproblemen in tav de ondersteuning,waarin de wensen van de client en mantelzorger meegenomen wordt.
Je maakt naambordjes met welke functie je hebt binnen het MDO.
De docent is de examinator
De docent deelt jullie volgens schema in , het MDO wordt onder de les PIT gedaan.
MDO
afronding na het examen
Sprint 8
Afronding en evaluatie van de examens
De beoordelende docent rondt de beoordelingen netjes af en wanneer dit gereed is, worden de beoordelingsresultaten formeel bekend gemaakt en besproken.
De examens worden geëvalueerd (digitaal of via evaluatieformulier Examen in de bijlagen).
De examinatoren en de beoordelingen die zij geven kunnen steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Dat kan betekenen dat een externe steekproefnemer bij het examenmoment aanwezig is. Deze beoordeelt jou als examenkandidaat dus niet.
Bij de beoordeling zijn de regels in het addendum Examenregels in de studiewijzer van toepassing.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.