Tijdvak 6 Regenten en vorsten - HV2

Inleiding Tijdvak 6

Thema Regenten en vorsten

In 2004 werd door middel van een verkiezing vastgesteld welke tien Nederlanders volgens het Nederlandse publiek de grootste Nederlanders aller tijden waren. Van deze tien grootste Nederlanders aller tijden leefden er maar liefst drie in het tijdvak 6. Het tijdvak van regenten en vorsten is in Nederland vooral bekend als de Gouden Eeuw.
In dit thema daarom veel aandacht voor de Republiek der Nederlanden.

 

Introductieopdracht

Wat weet je al van de Republiek der Nederlanden in de 17e eeuw? Je bent als ambassadeur van een buitenlandse monarchie op bezoek in het Amsterdam van de 17de eeuw. Schrijf een brief aan je eigen koning over de bijzonderheden van de Republiek.

Wat valt je op aan de handel, het bestuur, de religie, de volksaard, de woningen en de welvaart in Amsterdam? Ben je het met de gang van zaken en levenswijze in de Republiek eens of heb als buitenlander je zo je bedenkingen? Geef je mening.

Leerdoelen

Aan het eind van het thema kun je:

  • de relatie illustreren tussen overzeese expansie, het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • in eigen woorden uitleggen waarin de Nederlandse staatsinrichting zich onderscheidde van andere landen.
  • voorbeelden geven van burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland en de overeenkomsten of verschillen aangeven.
  • aan de hand van voorbeelden kenmerken beschrijven van het streven van vorsten naar absolute macht.
  • aan de hand van voorbeelden het nieuwe (revolutionaire) wetenschappelijke denken beschrijven.

Planning

'Tijdvak 6' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 1 lesuur -
Opdracht: Handelskapitalisme 2 lesuren -
Opdracht: Bestuur in de Republiek 2 lesuren -
Opdracht: Bloei van de Republiek 2 lesuren Artikel
Opdracht: Absolutisme 2 lesuren -
Opdracht: Wetenschap 2 lesuren Eigen keuze
Opdracht: De grachtengordel 2 lesuren Kaart
Opdracht: Rampjaar 1672 2 lesuren Collage
Opdracht: Gouden eeuw = afsluiting 2 lesuren Portret
Afsluiting 2 lesuren Portret
Totaal 19,5 lesuren  

Werkplan

De tijd van de regenten en vorsten bestudeer je door zeven opdrachten en de afsluiting te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van de tijd van regenten en vorsten belicht.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Werkplan Tijdvak 6

Absolutisme

Vooraf

De 17e eeuw is er een opkomst van het absolutisme. Door het in dienst nemen van ambtenaren en het oprichten van professionele legers worden koningen in Europa steeds onafhankelijker van de adel. Bij het bestuur hebben ze niemand meer nodig. Zij willen alleen regeren zonder inspraak van wie dan ook. Zij ontlenen het recht om alleen te regeren aan de uitspraak dat God het zo gewild heeft. Lodewijk de Veertiende (XIV) is een schoolvoorbeeld van een absoluut vorst.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je beschrijven wat de begrippen absolutisme en centralisatie betekenen.
  • kun je uitleggen dat een koning ambtenaren en een professioneel leger nodig had om zijn bestuur te centraliseren.
  • kun je beschrijven wie Lodewijk XIV was en uitleggen waarom hij de Zonnekoning werd genoemd.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbanken 'Staatsvorming 17e eeuw' en 'Het streven van vorsten naar absolute macht' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Film bekijken en werkstuk bestuderen over Lodewijk XIV.
Stap 3 Alleen Vragen beantwoorden over de Franse koning Lodewijk XIV.
Stap 4 Alleen Vragen beantwoorden over de belevenissen aan het hof in Versailles.
     


Benodigdheden

Geen

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Stap 1

De 17e eeuw is de periode van staatsvorming. Vorsten streefden naar een sterke staat die centraal werd bestuurd en waarover zij de absolute macht hadden. De uitkomst van dat streven kon heel verschillende resultaten opleveren. In Frankrijk kreeg koning Lodewijk XIV een haast goddelijke status, maar in Engeland en De Republiek zegevierde de republikeinse staatsvorm.

KB: Staatsvorming 17e eeuw
KB: Het streven van vorsten naar absolute macht

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Wat waren de belangrijkste landen in het Europa van de 17e eeuw?
  2. Leg uit hoe de manier van oorlog voeren veranderde in de 17e eeuw en waarom het daarom nodig was de macht te centraliseren.
  3. Leg uit hoe huwelijkspolitiek kan bijdragen tot het versterken van de machtspositie van een vorst.
  4. Niet in alle landen was het absolutisme als regeringsvorm even succesvol. In welk land werd het absolutisme het verst doorgevoerd?
  5. Waarom kon het absolutisme zich in de Republiek der Nederlanden niet verder ontwikkelen?

Stap 2

Lodewijk XIV
Het absolutisme bereikte zijn hoogtepunt tijdens het bewind van de Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715). Over het bewind van Lodewijk XIV en over het leven in die periode is een film gemaakt.

Bekijk de trailer van de film:


Over Lodewijk XIV hebben heel wat middelbare scholieren al eens een werkstuk gemaakt.
Bekijk het volgende werkstuk op de site van scholieren.com

Lees het werkstuk helemaal door.
Wat voor cijfer zou jij geven voor dit werkstuk?
Schrijf op wat je goed vindt, maar schrijf ook op wat je minder goed vindt.
Bespreek je mening met een klasgenoot.

 

Stap 3

Lodewijk XIV
De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd een bijzonder benoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel was.

  1. Leg uit dat hoe deze benoeming paste bij een absoluut vorst uit die tijd.
  2. Leg ook uit hoe deze benoeming samenhing met de maatschappelijke veranderingen die het handelskapitalisme met zich meebracht.

Stap 4

Louis de Rouvroy
Louis de Rouvroy, hertog De Saint-Simon (1675-1755), is een hoge edelman aan het hof van koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Hij houdt dagboeken bij van zijn belevenissen aan het hof in Versailles.
Over het jaar 1692 schrijft hij:

Voordat de koning aan tafel ging, tussen zeven en tien uur, was er een toeloop van het hele hof in de staatsievertrekken van een van de salons aan het eind van de spiegelzaal. Eerst was er muziek en daarna stonden er in alle vertrekken tafels klaar voor alle soorten spelletjes. Een tafel voor een kaartspel, een biljart, etc. Iedereen kon vrijelijk een partijtje spelen met wie hij maar wilde en kon meer tafels laten komen als ze allemaal bezet waren. Achter de biljartzaal was een vertrek waar verfrissingen stonden opgediend, overal was volop licht.

Toen deze gewoonte nog nieuw was, verscheen de koning zelf ook nog aan de speeltafels. Maar hij liet zichzelf allang niet meer zien, hoewel hij wenste dat de rest van het hof trouw verscheen. Iedereen stroomde toe om hem te behagen.

Hijzelf liet zich 's avonds bij Madame de Maintenon (zijn tweede vrouw) door de verschillende ministers, de een na de ander, verslag van zaken uitbrengen.

 

  1. Welk gegeven uit de bron wijst op het absolutisme van Lodewijk XIV?
  2. Welk politiek motief zou de koning kunnen hebben om de adel aan zijn hof te binden?
  3. Zijn de beschrijvingen van de hertog De Saint-Simon een betrouwbare bron? Leg je antwoord uit.

Begrippenlijst

Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.
Huwelijkspolitiek
Vorsten probeerden door strategisch huwelijken hun machtspositie te versterken en hun grondgebied te vergroten.
Absolutisme
Absolutisme is een manier van regeren waarbij alle macht bij de koning (vorst) van het land ligt. Hij kan alles zelf beslissen, zonder dat anderen invloed hebben.

 
Hofhouding
De hofhouding of het hof is het geheel van personen waarmee een (geestelijke) machthebber zich omringt. De hofhouding bestond in de vroegere eeuwen niet alleen uit de huishouding van een vorst, maar vormde tevens het bestuurlijke en culturele centrum van een land en kon wel een paar duizend personen omvatten.
Verpersoonlijking
De identiteit van iemand anders aannemen door gebruik te maken van de identificatie van die persoon.
Koning Karel I van Engeland
Karel I was koning. Hij is de enige Britse vorst ooit die werd afgezet en onthoofd.
Ferdinand II
Habsburgse vorst en keizer van het Heilige Roomse Rijk in de periode 1620 - 1637.
 
Lodewijk de XIV
Lodewijk XIV (1638-1715), de Zonnekoning van Frankrijk, was 72 jaar koning van Frankrijk. Tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV bereikte het absolutisme een hoogtepunt.
Centralisatie
Het streven naar een organisatie of natie die zo veel mogelijk vanuit één centraal punt of zelfs door één centraal orgaan of persoon bestuurd wordt.

 

 

Bestuur in de Republiek

Vooraf

Na de opstand tegen de Spaanse koning Filips II was de Republiek der Nederlanden ontstaan. In deze opdracht staat het bestuur in de Republiek centraal. Personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in het bestuur van de Republiek waren Johan van Oldenbarnevelt, Johan de Witt, Maurits van Oranje en Willem II van Oranje. Aan het eind van deze opdracht maak je een dubbelportret van twee van deze vier personen.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je de begrippen Staten Generaal, raadpensionaris en stadhouder beschrijven.
  • kun je aangeven welke provincie de meeste politieke invloed had in de Republiek en uitleggen waarom dat zo was.
  • kun je uitleggen welke tegenstelling er ontstond tussen enerzijds de stadhouder en anderzijds de raadpensionaris en de Hollandse regenten.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Bestuur in de republiek' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Samen met een klasgenoot De rollen van de stadhouder en de raadspensionaris bespreken.
Stap 3 Alleen Een dubbelportret maken.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

Stap 1

Bestuur in de Republiek
In 1609 sloten de Republiek en Spanje een wapenstilstand: het Twaalfjarige bestand (1609 - 1621). Het was een welkome adempauze maar betekende ook de definitieve scheiding tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden.
De kleine Republiek groeide snel uit tot een economische en politieke grootmacht. De bloei van de Republiek der Nederlanden tijdens de Gouden eeuw werd door de rest van Europa met een mengeling van afgunst en bewondering bekeken. Een staat zonder koning en waar de macht werd gedeeld, was in die tijd heel bijzonder.

Bestudeer het volgende onderdeel in de Kennisbank:

KB: Bestuur in de republiek

Vragen:

  1. Hoe heette het hoogste gezamenlijke politieke bestuurlijke orgaan in de Republiek?
  2. Welk politiek figuur was door de opstand verdwenen?
  3. Welke provincie was verreweg de belangrijkste provincie in de Republiek?
  4. Waaruit blijkt dat deze provincie de meeste politieke invloed had?
  5. Hoe wordt de hoogste ambtenaar van de Staten van Holland genoemd?
  6. Wat was de functie van Johan van Oldenbarnevelt?
  7. Hoe heette de stadhouder die verantwoordelijk was voor de terechtstelling van Oldenbarnevelt?
  8. Was de functie van de stadhouder vooral een bestuurlijke of juist een militaire functie?
  9. In welke periode was er sprake van een stadhouderloze periode?
  10. Hoe heette de raadpensionaris ten tijde van de stadhouderloze periode?


In de Nederlanden ontstond in de tweede helft van de 16e eeuw een conflict tussen de steden en hun landsheer, de koning van Spanje. Dit conflict, de Nederlandse Opstand, leidde uiteindelijk tot de vorming van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Leg uit welke bijzondere plaats in staatkundig opzicht de Republiek in die tijd innam.

Stap 2

Conflict stadhouder en raadpensionaris

Lees de volgende twee tekstjes:

  1. "In 1619, ten tijde van het Twaalfjarig Bestand, werd raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt ter dood veroordeeld. De stadhouder, prins Maurits van Oranje, deed niets om het doodvonnis te voorkomen."
  2. "In 1650 overleed stadhouder Willem II van Oranje. Het lukte de regenten onder leiding van raadpensionaris Johan de Witt de benoeming van een nieuwe stadhouder tegen te houden."


De stadhouder en de raadpensionaris waren het blijkbaar niet altijd met elkaar eens. Bespreek samen met een klasgenoot de rollen van de stadhouder en de raadpensionaris in het bestuur in de Republiek. Bespreek waarom het eigenlijk onvermijdelijk is dat beide personen met elkaar in conflict komen. In het conflict tussen de stadhouder en de raadpensionaris speelde oorlog en vrede een rol.

Zoek samen uit wat de rol van oorlog en vrede was in dit conflict.

 

Begrippenlijst

Gewest
De gewesten waren de delen van het land. Zij hadden besloten samen te werken op het vlak van buitenlandse politiek en oorlog om zo sterker te staan.
Soevereiniteit
Het hoogste gezag.

 
Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.
 
Wapenstilstand
Een wapenstilstand, bestand of staakt-het-vuren is een officieel tussen oorlogvoerende partijen afgesproken onderbreking van oorlogshandelingen.

 

 

Handelskapitalisme

Vooraf

VOC-schip in 1762

Door de ontdekkingsreizen hadden de Spanjaarden en Portugezen een wereldrijk opgebouwd. Ook andere landen, waaronder de Republiek der Nederlanden, kregen belangstelling voor de rijkdommen uit de overzeese gebieden. Hoe het economisch ging met de Republiek der Nederlanden in de periode 1600-1700 leer je in deze opdracht.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je in eigen woorden uitleggen waarom Nederlanders geïnteresseerd waren in de overzeese gebieden.
  • geef je de betekenis van de afkortingen VOC en WIC weer en kun je uitleggen waarom de VOC en WIC werden opgericht.
  • kun je illustreren hoe het economisch leven in de Republiek der Nederlanden veranderde.
  • kun je in je eigen woorden beschrijven wat handelskapitalisme is.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Lange reizen' en `Reizigers' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Kennisbank 'VOC en WIC' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3 Alleen Kennisbank 'Economische ontwikkelingen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 4 Alleen Vragen beantwoorden over de bevolkingsgroei.
Stap 5 Alleen Vragen beantwoorden over de economische positie van de Republiek.
Stap 6 Alleen Toets 'Handelskapitalisme' maken.
Stap 7 Samen met een klasgenoot Eindproduct maken: bijvoorbeeld een logboek of een Mindmap.


Benodigdheden
Materiaal voor het maken van het eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Het eerste uur doe je stap 1 t/m 3.
Het tweede uur gebruik je voor het maken van het eindproduct.

 

 

 

Stap 1

VOC-munten

Rond het jaar 1500 werden de wereldzeeën verkend door Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers. Door de omvang en ligging van de overzeese gebieden die beide landen veroverden, kun je spreken van een wereldrijk. Door het succes van Portugal en Spanje kregen meer landen belangstelling voor de overzeese rijkdommen. Voor expedities naar onbekend gebied was veel geld en mankracht nodig. Het risico was voor de investeerders hoog want de uitkomst was onzeker.
Bestudeer 'Lange reizen' 'Reizigers' en beantwoord de vragen.

KB: Lange reizen

KB: Reizigers

  1. Welke twee landen waren rond 1500 het meest succesvol met het veroveren van overzeese gebieden?
    1. Republiek der Nederlanden en Engeland.
    2. Portugal en Spanje.
  2. Waarom waren de overzeese gebieden in de 16e eeuw vooral interessant voor de Europese landen?
    1. Om producten die in Europa werden gemaakt in de overzeese gebieden te kunnen verkopen.
    2. Om producten die in de overzeese gebieden werden verbouwd in Europa te kunnen verkopen.
  3. Hoe heette de eerste Nederlandse ontdekkingsreiziger die naar Indië voer?
    1. Cornelis de Houtman
    2. Petrus Plancius
  4. In welk jaar vertok deze Nederlandse ontdekkingsreiziger vanuit Nederland op zoek naar Indië?
    1. Het jaar 1595
    2. Het jaar 1610
  5. Was de reis van deze ontdekkingsreiziger een succes?
    1. Nee, hij werd gevangen genomen door inboorlingen en gedood.
    2. Ja, hij legde de basis voor de vaarroutes van de VOC.
  6. Waarom was het werk van Petrus Plancius belangrijk voor de ontdekkingsreizigers?
    1. Hij maakte kaarten waarmee ontdekkingsreizigers konden bepalen waar ze zich op zee bevonden.
    2. Hij bedacht een methode waarmee ontdekkingsreizigers ervoor konden zorgen dat voedsel langer houdbaar was.
  7. Hoe lang duurde een reis naar Indië ongeveer?
    1. Ongeveer 2 maanden.
    2. Ongeveer 2 jaar.
  8. Waardoor overleefde meestal slechts een klein deel van de matrozen de reizen naar Indië?
    1. Veel matrozen stierven omdat de Nederlandse schepen werden aangevallen door Spaanse of Portugese schepen.
    2. Veel matrozen stierven omdat er voor zo’n lange reis te weinig gezond eten aan boord was.

Stap 2

Scheepswerf van de VOC

Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het volgende onderdeel:

KB: VOC

KB: WIC

Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen:

  1. In welk jaar werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht?
    1. Het jaar 1598
    2. Het jaar 1602
  2. Waarom werd de VOC opgericht?
    1. Om een eind te maken aan de concurrentie tussen allerlei kleine maatschappijtjes.
    2. Om samen beter oorlog te kunnen voeren tegen de Spanjaarden.
  3. Wie waren de eigenaren van de VOC?
    1. De leden van de Staten-Generaal.
    2. De aandeelhouders.
  4. Op welke manieren werd de VOC ondersteund door de overheid?
    1. De aandeelhouders van de VOC hoefden geen belasting te betalen.
    2. De VOC kreeg onder andere toestemming om handelsovereenkomsten in het buitenland aan te gaan.
  5. De VOC heeft bijna 200 jaar bestaan.
    Hoeveel reizen binnen en naar Azië zijn er in die periode gemaakt?
    1. ongeveer 800
    2. ongeveer 8000
  6. In welk jaar werd de West-Indische Compagnie opgericht?
    1. Het jaar 1612.
    2. Het jaar 1621.
  7. De vloot waarmee Piet Heyn in 1627 een Spaanse zilvervloot overmeesterde was …
    1. een WIC-vloot.
    2. een VOC-vloot.
  8. De vaarroutes van de WIC-schepen vormden een driehoek. Wat vervoerden de WIC-schepen van Afrika naar het Caribisch gebied?
    1. goud
    2. slaven
  9. In welke zes Nederlandse steden waren er pakhuizen van de VOC?
    1. Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Antwerpen, Groningen en op Texel.
    2. Amsterdam, Middelburg, Hoorn, Enkhuizen, Delft en Rotterdam.
  10. Welke bewering klopt?
    1. Op een VOC-schip mocht geen alcohol gedronken worden.
    2. Op een VOC-schip werden levende dieren als voedsel meegenomen.
  11. VOC-schepen werden gebouwd op scheepswerven. Hoe lang duurde het bouwen van één schip?
    1. Ongeveer 8 maanden.
    2. Ongeveer 8 jaar.
  12. Hoe heet de ziekte die veel bemanningsleden kregen door gebrek aan vitamine C?
    1. Scheurbuik.
    2. Hepatitis.
  13. Hoe duur was het bouwen van een VOC-schip?
    1. Omgerekend ongeveer 50.000 euro.
    2. Omgerekend ongeveer 500.000 euro.
  14. Hoeveel verdiende een matroos per maand bij de VOC?
    1. Omgerekend 5 euro.
    2. Omgerekend 50 euro.
  15. Wat werd er verhandeld op de Amsterdamse koopmansbeurs?
    1. De goederen die de schepen naar Nederland hadden gebracht.
    2. De aandelen van de VOC.

Stap 3

Batavia in 1740

Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis:

KB: Economische ontwikkelingen

Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:

  • In welke twee economische sectoren werkten de meeste Nederlanders in de 17e eeuw?
  • Waar ontstonden in de Republiek de meeste steden? En waarom ontstonden die steden juist daar?
  • Welke beroepen hadden de mensen in de steden?
  • Leg uit waarom door een groeiende stedelijke bevolking er een verandering in de landbouw nodig was.
  • Wat wordt bedoeld met drooglegging? Waarom was de drooglegging belangrijk?

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

 

Stap 4

Republiek
In 1600 telt Amsterdam, de belangrijkste stad van de Republiek, ongeveer 50.000 inwoners, in 1660 zijn dat er ongeveer 200.000. Deze bevolkingsgroei wordt grotendeels veroorzaakt door de economische bloei van de Republiek.

  1. Waardoor kwam de Republiek economisch tot grote bloei.
  2. En waarom leidde deze grote bloei tot een grote bevolkingsgroei van Amsterdam.

Video: Amsterdam omstreeks 1600

Amsterdam in 1662

 

Stap 5

Luis de Geer

Louis de Geer
Hieronder enkele gegevens over Luis de Geer (1578-1652):

1 Op jonge leeftijd verhuist de protestantse Louis met zijn familie van de Zuidelijke Nederlanden die onder Spaans beheer zijn, naar de Republiek.

2 In 1615 gaat Louis de Geer met zijn zwager, de wapenfabrikant Trip, naar Amsterdam en sluit een overeenkomst met een Zweedse handelsmaatschappij, waardoor hij kan beschikken over koper en ijzer uit Zweden.

3 Tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) leent De Geer grote bedragen aan de protestantse koning van Zweden die hem allerlei gunsten verleent.

4 In Zweden bouwt De Geer een wapennijverheid op, hij laat daar kanonnen vervaardigen die vervolgens verscheept worden naar Amsterdam. Daar verkoopt De Geer ze op de stapelmarkt.

5 Bij zijn overlijden laat De Geer een vermogen van 1,5 miljoen gulden (= nu ongeveer 150 miljoen euro) en een huis aan de Keizersgracht in Amsterdam na.


Uit deze gegevens komt de bijzondere economische positie van de Republiek aan het eind van de 16e en begin van 17e eeuw naar voren.
Met welk twee gegevens uit het leven van De Geer is de bijzondere economische positie van de Republiek het best uit te leggen? Motiveer je antwoord.

Stap 6

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Handelskapitalisme'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Handelskapitalisme

Begrippenlijst

Economische wereldmacht
De Republiek dreef zeer veel handel (voornamelijk over zee) en werd daardoor het rijkste land ter wereld.
Specerijen
Specerijen zijn planten en/of plantendelen die aromatisch smaken of ruiken of scherpe smaak hebben. Ze kunnen aan voedsel worden toegevoegd als smaak- en geurmiddel.
Ondervoeding
Situatie waarin iemand te weinig voedsel en-of voedsel van een slechte kwaliteit binnenkrijgt; er is dan sprake van onvoldoende energietoevoer.
Kooplieden
Personen die handelsproducten kopen of verkopen om winst te maken.
Petrus Plancius
Een Vlaams astronoom, geograaf, bewindhebber van de VOC en predikant.
Matroos
Een persoon die alle algemene en voorkomende werkzaamheden aan boord van een schip verricht die nodig zijn om het schip rein en zeewaardig te houden.
Cornelius de Houtman
Een Nederlandse koopman en ontdekkingsreiziger die als opperkoopman met de eerste Nederlandse expeditie naar Oost-Indië voer.
Aandeelhouder
Mede-eigenaar van een onderneming, bezit aandelen van een bedrijf.
Multinational
Een onderneming die in meerdere landen tegelijk geregistreerd en/of werkzaam is.
 
VOC
In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Het was een vereniging van bedrijven die al bezig waren met de zeehandel met Azië en nu gingen samenwerken, in plaats van elkaar tegen te werken. De VOC kreeg van de Republiek een monopolie op de handel met Azië.
WIC
De West-Indische Compagnie werd in 1621 opgericht om handel te drijven met Afrika en Amerika. Het kreeg net zoals de VOC een monopolie op die handel. De WIC handelde uiteindelijk vooral in slaven, die vanuit Afrika naar Amerika werden gebracht.
Monopolie
Een monopolie is een besluit dat maar één bedrijf in een bepaald product mag handelen. De VOC kreeg een monopolie op de handel met Azië.
Handel met Azië
In Azië groeiden veel producten die in Europa niet groeiden. De Europeanen waren vooral geïnteresseerd in specerijen en andere luxeproducten.
Marktgericht
De mate waarin ondernemingen rekening houden met alle partijen die een rol spelen in hun markt.
Loonarbeid
Werken tegen betaling.
Beemster
De eerste grote met windmolens drooggemalen polder.
Handelsgewas
Een handelsgewas is een landbouwproduct dat niet voor eigen consumptie wordt geteeld, maar voor de handel.
Nijverheid
Beroepswerkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt of bewerkt.
Inpolderingen
De Republiek bestond voor een groot deel uit moerassig gebied en wateren. Om die gebieden te kunnen gebruiken, werden ze ‘ingepolderd’. Dat betekent dat ze door een systeem van molens drooggepompt werden, zodat er nieuwe grond ontstond.
Droogmakerij
Een meer of water wordt omdijkt en drooggemalen. Op die manier heeft men vanaf de zestiende eeuw land gewonnen.
Turfwinning
Turf is gedroogd veen. Turf kan als brandstof gebruikt worden.

 

 

 

Driehoekshandel

Vooraf

Het handelskapitalisme van de VOC en de WIC van de 17e eeuw heeft Nederland veel rijkdom gebracht. Maar tegenwoordig wordt niet alleen positief terug gekeken op deze 'Gouden Eeuw'. Met name de driehoekshandel van de WIC was niet iets om trots op te zijn.

Het hoe en waarom van deze driehoekshandel staat centraal in deze opdracht.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je in eigen woorden uitleggen wat een plantage is.
  • kun je de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika inzichtelijk maken met een schema en kaart.

Eindproduct
Je brengt op (een deel van) een wereldkaart in beeld wat een plantage is en hoe de driehoekshandel er in de 17e en 18e uitzag.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • je eindproduct laat zien wat een plantage is.
  • je eindproduct laat zien welke producten er werden verscheept in de driehoekshandel.
  • in je eindproduct beeld en tekst goed zijn gecombineerd.
  • je eindproduct met zorg gemaakt is.
  • je eindproduct origineel is.
  • je eindproduct op tijd klaar is.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbanken 'Driehoekshandel' en 'Plantages' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Eindproduct: Op een kaart de driehoekshandel en een plantage in beeld brengen.
Stap 3 Alleen Toets 'Driehoekshandel' maken.


Benodigdheden
Een kaart met daarop Europa, Afrika en Amerika.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Het eerste uur doe je stap 1 en 2.
Het tweede uur gebruik je voor het maken van het eindproduct.

 

Stap 1

De grootmachten van Europa veroverden overzeese gebieden. Ze beheersten de wereldeconomie met een lucratieve handel in exotische producten. Deze exotische producten uit de koloniën waren populair. De handel in de 17e eeuw nam verder toe. Om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen werden plantages aangelegd. Uit Afrika werden slaven aangevoerd. Producten van de plantages werden vervolgens verscheept naar Europa. Zo ontstond een driehoekshandel waarmee veel winst werd gemaakt.

KB: Driehoekshandel
KB: Plantages

Bekijk nu ook de volgende twee videoclips over de handel en het vervoer van slaven.

Video: Handel in slaven

Video: Op het schip

Vragen:

  1. Waar of niet waar?
    De Europeanen hebben in het westen van Afrika op grote schaal plantages aangelegd.
  2. Waar of niet waar?
    Op één plantage werden verschillende gewassen verbouwd zoals koffie, thee, suikerriet en tabak.
  3. Waar of niet waar?
    Vanaf het allereerste begin werden slaven uit Afrika gehaald om de plantages te bewerken.
  4. Met welke producten aan boord vertrokken de schepen vanuit Europa naar Afrika?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  5. Met welke producten aan boord vertrokken de schepen vanuit Afrika naar Amerika?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  6. Welke producten werden vanuit Amerika naar Europa verscheept?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  7. Speelde Nederland een belangrijke rol in de driehoekshandel?
    1. Nee, Nederlandse schepen voeren alleen naar het Oosten (Nederlands Indië).
    2. Ja, de West Indische Compagnie had korte tijd een monopolie op slavenhandel.

Stap 2

Driehoekshandel op de kaart

Ga op zoek naar een (deel van een) wereldkaart waarop je de driehoekshandel kunt weergeven.

Geef op de kaart ook aan waar Europeanen veel plantages aanlegden.
Maak met woorden en/of afbeeldingen duidelijk wat een plantage is.

Geef op de kaart met woorden en een afbeelding aan welke producten van waar naar waar werden vervoerd. Maak duidelijk waarom deze handel bekend is onder de naam driehoekshandel.

Geef op de kaart met woorden en/of afbeeldingen aan hoeveel slaven er vanuit Afrika naar Amerika zijn verscheept en hoe de overtocht verliep.

 

Interessante bronnen van informatie over de driehoekshandel en slavernij zijn de websites van het Zeeuws Archief

En Slavernij en jij

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Stap 3

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Driehoekshandel'. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

 

Toets:Driehoekshandel

Extra: LvL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Video: Slavernij

Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.

Begrippenlijst

Driehoekshandel
Vanuit Europa vertrokken handelsschepen met handelswaar (vooral vuurwapens, buskruit, drank, ijzer en textiel) naar de Goudkust in Afrika. Daar werden de handelswaren geruild tegen slaven, die in de forten aan de kust waren verzameld. De slaven werden vervolgens ingescheept en naar Amerika vervoerd. Daar werden de slaven verkocht en van de winst werden producten van de plantages ingekocht. Daarna voeren de schepen terug naar Europa om de producten daar weer te verkopen.
WIC
De West-Indische Compagnie werd in 1621 opgericht om handel te drijven met Afrika en Amerika. Het kreeg net zoals de VOC een monopolie op die handel. De WIC handelde in goud, ivoor en vooral slaven, die vanuit Afrika naar Amerika werden gebracht.
Kolonie
Een kolonie is een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat. Vaak wordt zo'n gebied veroverd om winst mee te maken.
Slavenhandel
Het kopen en verkopen van mensen om door middel van deze handel in slaven financieel voordeel te kunnen behalen.
Slaven
Slavernij is een toestand waarin een mens eigendom is van een ander of als zodanig behandeld wordt.
Handelspost
Een handelspost is een plaats waar handel gedreven wordt.
Arbeidskracht
Iemand die werkt of kan werken.
Plantages
Op de plantages in Noord- en Zuid-Amerika werden producten verbouwd, waar veel arbeidskracht (slaven) voor nodig was en die veel winst opleverden. De plantages specialiseerden zich meestal in één product om het rendement zo groot mogelijk te maken.

Bloei van de Republiek

Vooraf

De 17de eeuw in Nederland wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd. De Republiek was een wereldmacht. De handel bloeide en de militaire vloot groeide. En ook op het gebied van de kunsten en wetenschappen vervulde de Republiek een voorbeeldfunctie in de wereld. In deze opdracht wordt aan de hand van een aantal meesterwerken uit deze periode een beeld geschetst van het Nederland in de Gouden Eeuw.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je de namen noemen van twee belangrijke Nederlandse kunstschilders uit de 17e eeuw.
  • kun je aan de hand van een schilderij uitleggen dat de regenten in de steden veel verdienden aan de handel.
  • kun je aan de hand van twee schilderijen een beschrijving geven van het dagelijks leven in de Gouden Eeuw.


Eindproduct
Je schrijft een kort artikel over het leven in de Gouden Eeuw. Je schrijft dat artikel aan de hand van enkele schilderijen uit de Gouden Eeuw. Aan de hand van de schilderijen schets je een beeld van het leven in Nederland in de Gouden Eeuw. In het artikel heb je aandacht voor de rijkdom als gevolg van de bloeiende handel, maar ook voor de verschillen tussen arm en rijk.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je artikel:

  • als je van minimaal drie verschillende kunstschilders een schilderij in je artikel hebt opgenomen.
  • als je aan de hand van een of enkele schilderijen duidelijk kunt maken dat er sprake was van een Gouden Eeuw.
  • als minimaal één van je schilderijen iets vertelt over de verschillen tussen arm en rijk.
  • als je artikel verzorgd is vormgegeven en geen taalfouten bevat.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Kennisbank 'Culturele bloei van de republiek' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen Vragen beantwoorden over 'genrestukken': portretten.
Stap 3 Alleen Vragen beantwoorden over schilderijen met het thema 'dagelijks leven'.
Stap 4 Alleen Vragen beantwoorden over de Republiek.
Stap 5 Alleen Vragen beantwoorden over het schilderij van een opperkoopman.
Stap 6 Alleen Toets 'Bloei van de republiek' maken.
Stap 7 Alleen Eindproduct schrijven: een artikel over het leven in de Gouden Eeuw.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1,5 à 2 uur nodig.

Stap 1

Culturele bloei van de Republiek
Voor deze opdracht maak je gebruik van het onderdeel 'Culturele bloei van de Republiek' uit de Kennisbank geschiedenis:

KB: Culturele bloei van de republiek

Bezoek op de website van het museum Boijmans van Beuningen de pagina over de Gouden Eeuw:
De gouden eeuw.

Op deze pagina worden verschillende genres in de schilderkunst besproken.

  • Welk genre stond volgens de 17e eeuwse opvatting op de hoogste plaats in de hiërarchie van onderwerpen die een schilder kon kiezen?
    Bekijk een of enkele schilderijen uit dat genre.
  • Een ander genre is het stilleven.
    Bekijk een of enkele schilderijen uit dat genre.
  • De Hollandse luchten zijn wereldberoemd dankzij de landschappen die werden geschilderd in de Gouden Eeuw.
    Bekijk nu ook een of enkele schilderijen uit het genre Hollandse luchten.

Stap 2

Portretten en het genrestuk
Ga als dat nodig is opnieuw naar de pagina over de Gouden Eeuw op de website van het museum Boijmans van Beuningen: De gouden eeuw.

Beantwoord de volgende vragen:

  • Voor wie werkten de meeste kunstenaars vóór 1600?
  • Waarom was het genre portretten zo populair ten tijde van de Republiek?
  • Vertel iets over twee beroemde portretschilders uit die periode.
    Zoek ook een portret schilderij van de schilders op. Schrijf op wie op het schilderij staat afgebeeld.
  • Wat wordt bedoeld met het 'genrestuk'?
  • Noem een beroemde schilder van het genrestuk.
    Zoek ook een schilderij van deze schilder op. Beschrijf het schilderij.
  • Geven de schilderijen uit dit genre een goed beeld van het dagelijkse leven in de Gouden Eeuw?

Stap 3

Dagelijks leven
Op de website van het Rijksmuseum vind je ook schilderijen die iets vertellen over het dagelijks leven in de Gouden Eeuw.

Bezoek de pagina: Het dagelijks leven

Bekijk een aantal schilderijen en kijk of je antwoord kunt vinden op de volgende vragen:

  • Kun je iets vertellen over de kleding van de mensen?
  • Kun je iets vertellen over wat ze doen op de schilderijen?
  • Kun je iets vertellen over het interieur, huis, straat, kamer?
  • Kun je verschillen beschrijven in kleding en interieur?
  • Kun je zien wat ze eten en drinken?
  • Kun je zien waar ze wonen?

Stap 4

John Evelyn
Op 13 augustus 1641 bezoekt de Engelsman John Evelyn een jaarmarkt te Rotterdam. In zijn dagboek schrijft hij hierover:

We kwamen laat aan in Rotterdam, waar op dat moment juist de jaarlijkse markt werd gehouden. Hier waren zoveel schilderijen (vooral landschappen) te zien dat ik er versteld van stond. Ik heb er enkele gekocht en naar Engeland gezonden. De reden voor deze enorme hoeveelheid en de lage prijzen die ervoor worden gevraagd, ligt in het gebrek aan land om geld in te kunnen beleggen. Het komt vaak voor dat een gewone boer twee- tot drieduizend pond neertelt voor deze waar, waarmee de muren van hun huizen dan ook volhangen en die ze op hun kermissen vervolgens weer met aanzienlijke winst verkopen. Sommige van de doeken zijn lang niet slecht en gaan doorgaans van de hand op deze kermissen, vanwaar zo vele Hollandse schilderijen door heel Europa worden verspreid.


John Evelyn geeft in de tekst een beschrijving van de Republiek.

  1. Geef een voorbeeld uit de beschrijving waaruit blijkt dat er sprake was van economische bloei in de Republiek.
  2. Geef een voorbeeld uit de beschrijving waaruit blijkt dat de Republiek in die tijd bijzonder was op cultureel gebied.

Stap 5

Bekijk het schilderij.



Bij dit schilderij geeft het Rijksmuseum de volgende toelichting:
“Een schilderij van een opperkoopman van de VOC (de Verenigde Oostindische Compagnie) in Hollandse kleding, vermoedelijk Jacob Mathieusen en zijn vrouw.
Achter de koopman en zijn vrouw staat een slaaf met een parasol. Dit was in Azië een teken van macht. Op de achtergrond de retourvloot op de rede van Batavia op Java.”

Dit schilderij illustreert verschillende aspecten van de zeventiende eeuw, namelijk (1) de economische bloei en (2) de culturele bloei van de Republiek en (3) het ontstaan van wereldwijde handelscontacten.
Maak voor elk van deze drie aspecten duidelijk dat het schilderij dit aspect illustreert.

Stap 6

Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Bloei van de Republiek'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.

Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:

 

Toets:Bloei van de Republiek

Stap 7

Eindproduct
Je gaat een artikel schrijven over het leven in de Gouden Eeuw. Dat doe je door een aantal schilderijen uit die periode te beschrijven. Natuurlijk neem je de schilderijen ook op in je artikel.

Zorg dat je minimaal één schilderij kiest aan de hand waarvan je kunt laten zien dat er veel rijkdom was in de Gouden Eeuw.
Beschrijf ook minimaal één schilderij dat laat zien dat niet iedereen even rijk was in de Gouden Eeuw.

Beëindig het artikel met antwoord geven op de volgende vraag:
Vind je dat je door het bestuderen van schilderijen uit de 17e eeuw een goed beeld kunt krijgen van het leven in de Gouden Eeuw?

Klaar?
Laat je eindproduct beoordelen door je docent.

 

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Begrippenlijst

Gewest
De gewesten waren de delen van het land. Zij hadden besloten samen te werken op het vlak van buitenlandse politiek en oorlog om zo sterker te staan.
Soevereiniteit
Het hoogste gezag.

 
Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.
 
Wapenstilstand
Een wapenstilstand, bestand of staakt-het-vuren is een officieel tussen oorlogvoerende partijen afgesproken onderbreking van oorlogshandelingen.
Economische wereldmacht
De Republiek dreef zeer veel handel (voornamelijk over zee) en werd daardoor het rijkste land ter wereld.
Portret
Een artistieke voorstelling van een persoon of een groep.
 
Culturele bloei
De culturele opbloei van de Republiek had alles te maken met het succes op economisch gebied. Rijke handelaren en kooplieden, hoge functionarissen, schutters- en ambachtsgilden, regenten van liefdadigheidsinstellingen lieten individuele portretten en groepsportretten maken door populaire kunstschilders. De schilderijen waren een bevestiging en een uitdrukking van hun macht en rijkdom.
Gouden Eeuw
De zeventiende eeuw wordt ook wel de ‘Gouden Eeuw’ genoemd, vanwege de enorme winst die handelaren maakten in de Republiek en de mooie gebouwen en schilderijen die ze lieten maken.


 

 

 

Wetenschap

Vooraf

Tijdvak 6 is ook het tijdvak van de wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen. Veel beroemde geleerden hebben gezocht naar verklaringen voor hoe de dingen op aarde en in de ruimte werken. Dat was niet altijd zonder gevaar. Hoe de wereld werkte was immers al verklaard in de Bijbel, het woord van God. De Katholieke kerk keek met wantrouwen naar de wetenschap.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je beschrijven dat vanaf de 16e eeuw steeds vaker kennis op basis van waarnemingen en experimenten werd verzameld.
  • kun je de namen noemen van drie wetenschappers uit de 17e eeuw en je kunt hun ontdekkingen/uitvindingen omschrijven.
  • kun je uitleggen waarom de Kerk met wantrouwen keek naar de wetenschap.


Eindproduct
Je maakt een eindproduct over de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw. Je kiest zelf een eindproduct dat je vindt passen bij dit onderwerp.
In je eindproduct moeten minimaal twee wetenschappers besproken worden.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je eindproduct:

  • als je eindproduct duidelijk maakt dat er in de 17e eeuw sprake was van een wetenschappelijke revolutie.
  • als er in je eindproduct drie wetenschappers uit die periode aan bod komen.
  • als je eindproduct origineel en goed vormgegeven is.
  • als je eindproduct op tijd klaar is.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen of met een klasgenoot Kennisbank 'Wetenschappers en de kerk' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen of met een klasgenoot Vragen beantwoorden over hoe door de wetenschap en de kerk verschijnselen verklaard werden.
Stap 3 Alleen of met een klasgenoot Kennisbank 'Wetenschap' bestuderen en de naam 'wetenschappelijke revolutie' verklaren.
Stap 4 Alleen of met een klasgenoot Eindproduct maken over de wetenschappelijke revolutie.


Benodigdheden
Afhankelijk van de keuze van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1,5 à 2 uur nodig.

 

 

Stap 1

Wetenschappelijke revolutie
Moderne wetenschap is grotendeels gebaseerd op waarneming en experimenten. Dat is niet altijd het geval geweest. In de Middeleeuwen was de wetenschap vooral gericht op de kennis van de Griekse wetenschappers uit de Klassieke Oudheid.

De wetenschappelijke kennis van de oude Grieken was gebaseerd op het idee dat het verstand de belangrijkste bron van kennis was. In de 16e eeuw werd kennis op basis van experimenten en waarneming steeds belangrijker. Er kwam een stroom van nieuwe kennis op gang. De uitbreiding van nieuwe kennis ging zo snel en bestreek zoveel terreinen dat we die periode later de wetenschappelijke revolutie zijn gaan noemen.

KB: Wetenschappers en de kerk

Beantwoord de volgende vragen:

Vragen:

  1. Van welke geleerde was de theorie afkomstig dat de aarde het middelpunt van het heelal was?
    1. Paus Urbanus VIII
    2. Claudius Ptolemaeus
    3. Nicolaus Copernicus
  2. Welke wetenschapper ontdekte als eerste dat de zon niet draait om de aarde, maar juist de aarde om de zon?
    1. Michelangelo Buenarotti
    2. Nicolaus Copernicus
    3. Galileo Galilei
  3. Hoe heette wetenschapper die een boek schreef over de beweging van de planeten rond de zon en daardoor hevig in conflict kwam met de Kerk?
    1. Galileo Galilei
    2. Michelangelo Buenarotti
    3. Nicolaus Copernicus

 

Stap 2

Wetenschap en de Kerk

Lees de volgende stelling:
'In de bijbel staat de waarheid en alles wat je nodig hebt om de wereld te begrijpen en te verklaren.'

Denk je dat een paus in de 16e of 17e eeuw het eens was met deze stelling? Welke argumenten zou hij hebben om het wel of niet eens te zijn met de stelling?

Denk je dat wetenschappers als Copernicus en Galilei het eens waren met deze stelling? Welke argumenten zouden zij hebben om het wel of niet eens te zijn met de stelling?

Wetenschappelijke verklaringen van allerlei natuurlijke verschijnselen werden door de Kerk als bedreigend ervaren. Kun je uitleggen waarom?

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

 

Stap 3

Wetenschap
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis. Bestudeer nu het volgende onderdeel:

KB: Wetenschap

In het onderdeel vind je de volgende links naar videoclips op SchoolTV.

Bekijk alle filmpjes.
Vind je de naam "wetenschappelijke revolutie" voor deze periode goed gekozen?
Leg je antwoord uit.

Stap 4

Eindproduct
Je maakt een eindproduct over de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw. Je kiest zelf een eindproduct dat je vindt passen bij dit onderwerp.
In je eindproduct moeten minimaal twee wetenschappers besproken worden.

Tip:
Maak een collage met uitvindingen en hun uitvinders.

Tip:
Interview een docent biologie en een docent natuurkunde en vraag naar de betekenis van de uitvinding van bijvoorbeeld de microscoop, slingerklok of telescoop.

Overleg met je docent of je eindproduct alleen of samen met een klasgenoot maakt.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door de docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Begrippenlijst

Meetinstrumenten
Instrumenten waarmee grootheden gemeten konden worden,  zoals lengte en temperatuur.

 
Drukkunst
Drukkunst is een vermenigvuldigingstechniek die bestaat uit het met kracht drukken van een met inkt ingesmeerde drukvorm op het te bedrukken materiaal (meestal papier, maar soms ook perkament of zijde).
Nicolaas Copernicus
Nicolaas Copernicus (1473 - 1543) was een wiskundige en astronoom die de theorie bedacht waarbij de aarde samen met andere planeten rond de zon draaide. Deze theorie noemen we de heliocentrische theorie.
 
Galileo Galilei
Galileo Galilei (1564 - 1642) was een Italiaans natuur- en sterrenkundige. Hij is voornamelijk bekend vanwege het feit dat hij de theorie van Nicolaas Copernicus, die dacht dat de aarde om de zon draaide, kon bevestigen. Dit was in strijd met de kerkelijke standpunten.
Heliocentrische theorie
Deze theorie stelt dat de zon het middelpunt is van het universum. De aarde draait samen met andere planeten rond de zon.
 
Paus Urbanus VIII
Paus Urbanus VIII (1568 - 1644) heeft Galileo Galilei, een oud studiegenoot van hem, moeten straffen voor het feit dat hij zijn theorie als enige mogelijke waarheid verkondigde.
Wetenschappelijke revolutie
De wetenschappelijke revolutie is een periode in de geschiedenis van de wetenschap waarin klassiek-religieuze ideeën plaatsmaakten voor modern-wetenschappelijke ideeën. Tijdens de revolutie vond een ingrijpende verandering plaats in de inzichten in de natuurkunde, wiskunde, sterrenkunde, scheikunde en biologie en de manier waarop de wetenschap uitgevoerd werd, namelijk gebaseerd op waarnemingen en experimenten i.p.v. op de kennis van Griekse wetenschappers uit de klassieke oudheid.
Claudius Ptolemaeus
Claudius Ptolemaeus (87 - 150) was een Grieks astroloog, astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus die leefde in Alexandrië. Zijn bekendste werk is een gids voor het maken van kaarten, inclusief een lijst van de geografische lengte en breedte van circa 350 plaatsen.



 

 

De grachtengordel

Vooraf

De Amsterdamse grachtengordel (Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht) kreeg in de Gouden Eeuw zijn huidige vorm. De grachtengordel is een goed voorbeeld van stadsuitbreiding in die tijd. Die stadsuitbreiding was nodig omdat de stad in deze welvarende periode een grote aantrekkingskracht had op mensen die buiten de stad woonden. De vloedgolf van nieuwkomers zorgde voor woningnood en ruimtegebrek. Een uitbreiding van de stedelijke ruimte was onvermijdelijk.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je uitleggen waarom Amsterdam in de 17e eeuw veel nieuwkomers trok.
  • kun je uitleggen wat wordt bedoeld met 'Nederlandse tolerantie'.
  • kun je in beschrijven hoe de stadsuitbreiding van Amsterdam in de 17e eeuw verliep.


Eindproduct
Je geeft op een kaart van het huidige Amsterdam de stadsuitbreiding in de 17e eeuw aan.
Op de kaart geef je aan hoe de grachtengordel eruit zag:

  • rond 1600
  • na de grote uitbreiding vanaf 1613
  • na de uitbreiding tussen 1656 en 1662


Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je eindproduct:

  • als je op de kaart duidelijk hebt aangegeven hoe de uitbreiding van de grachtengordel in de 17e eeuw is verlopen.
  • als je kaart 'aangekleed is' met enkele afbeeldingen van typische grachtenhuizen.
  • als je kaart netjes gemaakt is.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Samen met een klasgenoot In de canon van Nederland 'De grachtengordel' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2 Samen met een klasgenoot De 'Nederlandse tolerantie' bespreken.
Stap 3 Samen met een klasgenoot Op de kaart van Amsterdam de grachtengordel aangeven in 1600, vanaf 1613 en tussen 1656 en 1662.


Benodigdheden
Kaart van Amsterdam

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1,5 à 2 uur nodig.

 

Stap 1

Canon: De grachtengordel
De canon van Nederland is een lijst met 50 thema's. Deze thema's geven een samenvatting van de geschiedenis van Nederland. Eén van de thema's is de Amsterdamse grachtengordel.
Over dit thema vind je veel informatie op de website van entoen.nu.

Ga naar deze website, lees de tekst, bekijk de afbeeldingen en de plattegrond. Bekijk ook de canonclip, het filmpje op de website van SchoolTV en de aflevering over de grachtengordel van het Klokhuis.
Lees de vragen hieronder. Kun je samen met een klasgenoot de antwoorden vinden op deze vragen? De meeste antwoorden vind je in de Canon-clip.

  • Waarom kwamen er in de 17e eeuw veel nieuwkomers naar Amsterdam?
  • Waar kwamen deze nieuwkomers zoal vandaan?
  • Noem een aantal beroepen die mensen in Amsterdam hadden en die je nu niet meer tegenkomt.
  • Wat is een stedelijk poorterschap?
  • Wie woonden er vooral in de grachtengordel?

Stap 2

Nederlandse tolerantie
Het Nederland van de Gouden Eeuw staat bekend als een tolerant land.
Mensen uit alle windstreken waren welkom in Nederland, maar was dat wel zo?
- Welke groepen waren welkom?
- En welke groepen waren minder welkom?

In de Canon-clip geven jongeren antwoord op de volgende vragen:
- Wat versta jij onder de 'Nederlandse' tolerantie?
- Waar zou jij mensen die in Nederland willen komen wonen op selecteren?
- Wie zou jij wel naar ons land toe willen laten emigreren?

Wat zou jij op deze vragen antwoorden?
Heb je dezelfde antwoorden als je buurman/buurvrouw?
Bespreek eventuele verschillen.

Stap 3

Eindproduct

 

Op entoen.nu vind je een kaart van de grachtengordel. Bekijk de kaart goed.

Ga nu op zoek naar een plattegrond van het huidige Amsterdam. Gebruik eventueel maps.google.nl. Zoek op de plattegrond de grachtengordel op. Geef op de plattegrond aan hoe deze stadsuitbreiding in de 17e eeuw is verlopen. Geef aan hoe de grachtengordel er uit zag:

 

  • rond 1600.
  • na de grote uitbreiding vanaf 1613.
  • na de uitbreiding tussen 1656 en 1662.

Kleed de kaart aan met enkele passende afbeeldingen.

Klaar?
Laat de kaart met de stadsuitbreiding beoordelen door jullie docent.

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Rampjaar

Vooraf

Het jaar 1672 staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als het Rampjaar. In dat jaar werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen.

In deze opdracht staat het rampjaar centraal. Je gaat antwoord geven op de volgende vragen: Waarom werd de Republiek aangevallen? Hoe verliep deze oorlog voor de Republiek? Waarom werden de broers Johan en Cornelis de Witt vermoord?

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je uitleggen waarom 1672 bekend staat als Rampjaar.
  • kun je uitleggen wie de broers Johan en Cornelis de Witt waren en waarom ze werden vermoord.


Eindproduct
Je maakt een collage over het Rampjaar 1672. Je verzamelt teksten en afbeeldingen over het rampjaar 1672. Met deze teksten en afbeeldingen maak je een collage. In je collage maak je duidelijk met welke landen de Republiek in 1672 in oorlog kwam. Je laat zien hoe de oorlog verliep. Je collage legt ook uit wat Johan en Cornelis de Witt deden en waarom ze werden vermoord.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je collage:

  • als je collage duidelijk maakt waarom 1672 bekend is geworden als rampjaar.
  • als in je collage tekst en beeld op een goede manier is gecombineerd.
  • als je collage met zorg is gemaakt.

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen of samen met een klasgenoot SchoolTV aflevering 'Het einde van de Gouden Eeuw' bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2 Alleen of samen met een klasgenoot Film over de moord op de gebroeders De Witt bekijken en een woordweb maken.
Stap 3 Alleen of samen met een klasgenoot Eindproduct maken over het Rampjaar 1672: een collage.


Benodigdheden
Materiaal voor het maken van een collage.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1,5 à 2 uur nodig.

 

Stap 1

Rampjaar 1672
De Gouden Eeuw leek wel een sprookje, maar na het rampjaar 1672 volgt een economische neergang en is de Gouden Eeuw over haar hoogtepunt heen.
Op de website van SchoolTV vind je een mooie aflevering over het einde van de Gouden Eeuw.

Bekijk de video.

Video: Het einde van de Gouden Eeuw

Beantwoord daarna de volgende vragen.

  1. Wat voor staatsvorm kende Nederland in de Gouden Eeuw?
    1. monarchie
    2. republiek
  2. Welke functie bekleedde Johan de Witt in 1672?
    1. stadhouder
    2. raadpensionaris
  3. Hoe heette de zee-admiraal die Johan de Witt hielp om de Engelsen en de Fransen op afstand te houden?
    1. Michiel de Ruyter
    2. Johan van Oldenbarnevelt
  4. Waarom hadden de Fransen nauwelijks moeite met het verslaan van het landleger van de Republiek?
    1. Er was jarenlang bezuinigd op de landleger.
    2. Het landleger vocht aan de Duitse grens.
  5. Wat gebeurde er met de gebroeders De Witt?
    1. Ze werden door een boze menigte gelyncht in Den Haag.
    2. Ze werden door de Fransen gevangen gezet in Parijs.
  6. In welk jaar eindigde de oorlog tegen de Fransen?
    1. 1674
    2. 1682

Stap 2

Nederland in 12 moorden
Enkele jaren geleden is op de Nederlandse televisie de serie ‘Nederland in 12 moorden’ uitgezonden. Eén van de moorden die aan de orde kwam was de moord op de gebroeders De Witt.

Bekijk (een deel van) de uitzending op uitzending gemist:

NTR - Nederland in 12 moorden: Gebroeders De Witt gelyncht

Maak na het bekijken van de uitzending een woordweb over het rampjaar 1672. Zet het jaar 1672 in het midden en rangschik de belangrijkste gebeurtenissen rond dat centrale begrip.

 

Stap 3

Eindproduct

 

Je gaat of alleen of samen met een klasgenoot een collage over het Rampjaar 1672 maken. Gebruik het woordweb dat je in de vorige stap hebt gemaakt. Zoek bij alle gebeurtenissen teksten en/of abeeldingen die goed passen bij de gebeurtenis.

In je collage maak je duidelijk met welke landen de Republiek in 1672 in oorlog kwam. Je legt uit waarom de Fransen zo weinig weerstand ondervonden van de Nederlandse steden. Je collage legt ook uit wat Johan en Cornelis de Witt deden en waarom ze werden vermoord.

Klaar?
Laat de collage beoordelen door je docent.

 

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Gouden eeuw

Vooraf

In 2004 werd door middel van een verkiezing vastgesteld welke tien Nederlanders volgens het Nederlandse publiek de grootste Nederlanders aller tijden waren. Van deze tien grootste Nederlanders aller tijden leefden er maar liefst drie in het tijdvak van de Gouden Eeuw: Antoni van Leeuwenhoek, Michiel de Ruyter en Rembrandt van Rijn. In deze opdracht staan beroemde Nederlanders uit de Gouden Eeuw centraal.

Aan het eind van de opdracht:

  • Ken je een aantal van de beroemdste Nederlanders uit de Gouden Eeuw.


Eindproduct
Je maakt een portret van een beroemde Nederlander die leefde in de Gouden Eeuw. Dat portret presenteer je aan je klasgenoten. Aan het eind van de opdracht organiseren jullie een verkiezing met als titel de ‘Grootste Nederlander uit de Gouden Eeuw’.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je portret:

  • als je portret de juiste historische feiten over de persoon bevat.
    als je portret laat zien waarom de persoon een van de belangrijkste personen uit de Gouden Eeuw was.
    als je portret origineel is.
    als je portret met zorg is gemaakt.


Groepsgrootte
Het portret maak je alleen. Je spreekt met de klas af wie van welk persoon een portret maakt.
Je docent zorgt ervoor dat er van minimaal tien verschillende personen een portret wordt gemaakt.

Benodigdheden
Spullen voor het maken van je portret
 

Tijd
Voor het maken van je portret krijg je 2 lesuren.
De presentatie van de portretten en de verkiezing van de ‘Grootste Nederlander uit de Gouden Eeuw’ duurt ook één lesuur.

Stap 1

Nederlanders die leefden in de Gouden Eeuw

Alleen
Maak een lijst met beroemde Nederlanders uit de Gouden Eeuw.
Kies Nederlanders die actief waren op verschillende gebieden.
Denk aan: politiek, kunst en cultuur, wetenschap, scheepvaart, etc.
Zorg dat je minimaal 10 beroemde Nederlanders op je lijstje hebt staan.

Met de hele klas
Voeg alle individuele lijstjes samen tot één grote lijst met beroemde Nederlanders. Laat iedere leerling één beroemde Nederlander uitkiezen. Van die Nederlander gaat hij/zij een portret maken.
Zorg dat er minimaal van 10 beroemde Nederlanders een portret wordt gemaakt.

 

Stap 2

Maak een portret
Een portret is een goede manier om allerlei informatie over een persoon in beeld te brengen.

Natuurlijk bepaal je eerst over welke persoon je een portret gaat maken (Stap 1).
Daarna zoek je zoveel mogelijk informatie over die persoon op.
Vervolgens bepaal je welke informatie je wilt gebruiken. Vaak vertel je iets over zijn of haar persoonlijke leven (geboorte- en sterftedatum, wel of niet getrouwd, kinderen, etc.) en vertel je iets over zijn of haar beroep en zijn of haar rol in de samenleving.
Dan bepaal hoe je de informatie in beeld wilt brengen. Wordt het een poster, een collage, een paspoort of …. En tenslotte maak je het portret.

  • Zorg ervoor dat de informatie in portret correct is.

  • Zorg voor een goede combinatie van beeld en tekst.

  • Zorg dat er geen taalfouten in je portret staan.

Stap 3

Grootste Nederlander van de Gouden Eeuw

 

Als iedereen in de klas een portret heeft gemaakt, is het tijd om elkaar de portretten te laten zien. Dat kan op verschillende manieren. Je kunt allemaal een korte presentatie houden over de persoon die je geportretteerd hebt, maar jullie kunnen ook een tentoonstelling organiseren waarin alle portretten een plaatsje hebben.
Maak hierover duidelijke afspraken met je docent.

Alle portretten gezien?
Organiseer dan samen een verkiezing van de Grootste Nederlander van de Gouden Eeuw.

Bedenk vervolgens een manier om de uitslag bekend te maken.
Misschien is een artikel in de schoolkrant een leuk idee of anders...

Succes.

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Extra: Hugo de Groot

Vooraf

Leerdoelen
Hij is de grootste jurist van Nederland en misschien wel van de wereld. Als wonderkind gaat hij om met koningen en koninginnen, maar hij eindigde bijna zijn leven als politieke gevangene, ware het niet dat hij met een list uit de gevangenis van Slot Loevestein wist te ontsnappen. Zijn naam is Hugo de Groot.

Aan het eind van deze les:

  • kun je beschrijven wie Hugo de Groot was en uitleggen waarom hij de grootste jurist aller tijden wordt genoemd.
  • kun je beschrijven dat hij niet alleen als jurist, maar ook op andere terreinen tal van publicaties op zijn naam heeft staan.
  • kun je de twee onderdelen van het recht noemen, het zeerecht en het volkerenrecht, die vierhonderd jaar later nog steeds van grote betekenis zijn.
  • kun je in je eigen woorden beschrijven wat de inzet van de godsdienstige twisten was ten tijde van de Groot en uitleggen welke twee groepen –remonstranten en contra-remonstranten- tegenover elkaar stonden.
  • kun je uitleggen waarom Hugo de Groot in Slot Loevestein werd opgesloten.
  • kun je beschrijven met welke list hij uit Slot Loevestein is ontsnapt.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 45 minuten nodig.

Stap 1

Wonderkind
Op 10 april 1583 komt er een bijzonder kind ter wereld. Zijn naam is Hugo, soms ook wel Huig genoemd. Op een leeftijd dat de meeste kinderen zich voorbereiden op de overstap van de basisschool naar een middelbare school, gaat Hugo studeren aan de universiteit.

Bekijk het videofragment.

Video: Kaaskoppen en Waterlanders (bekijk van 12:33 tot 13:30)

De elfjarige Hugo gaat filosofie en rechten studeren in Leiden. Verder is hij historicus, theoloog, schrijver van tragedies en dichter. Hij schrijft gedichten in het Nederlands, Latijn en Grieks. Hij vertaalt duizenden gedichten van de oude Grieken in het Latijn op rijm. En hij vertaalt boeken uit het Grieks in het Latijn.

Hij studeert cum laude af en promoveert op zijn vijftiende (!) in het ‘gewone’ recht én in het kerkelijk recht. Zijn naam en faam is in heel Europa bekend. Als vijftienjarige ontvangt de Franse koning hem. Die noemt hem ‘La miracle de Hollande’ (Het wonder van Holland). Later wordt hij ook ontvangen door de Engelse koning en door de Zweedse koningin.

Zijn Nederlandse naam is Hugo de Groot; in het buitenland is hij bekend bij zijn Latijnse naam Hugo Grotius (in die tijd communiceren de geleerden onderling in het Latijn).

Als hij 25 is, trouwt hij met de 19-jarige Maria van Reigersberch. Zij krijgen drie zonen en een dochter.
Maria zal een belangrijke rol in zijn leven spelen, maar daarover meer in Stap 4.

Vragen:

  1. Hoe oud is Hugo als hij zijn eerste gedichten schrijft in het Grieks en het Latijn?
  2. Waarom zou hij Griekse boeken vertalen in het Latijn?

Stap 2

Zee- en volkenrecht
Hugo de Groot of Grotius wordt tegenwoordig gezien als een van de grootste juristen ooit. Er zijn drie bronzen beelden van hem in Nederland (Delft, Den Haag en Rotterdam), tal van straten in Nederland zijn naar hem vernoemd en in Amsterdam-West is er zelfs een heuse Hugo de Groot-buurt te vinden. Zijn Latijnse naam is ook door de rechtenfaculteit van de Radboud Universiteit in Nijmegen herdacht. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft in 2014 het nieuwe Grotiusgebouw in gebruik genomen.
Tijdens zijn leven was zijn invloed al groot, vooral als jurist. Als jurist publiceert Hugo de Groot onder meer:

  • De republica emendanda (Over verbetering van de Republiek – 1601)
  • Inleyding tot de Hollantsche rechtsgeleertheit (1631)

Maar hij is bekend van veel meer werken:
Als schrijver en dichter:

  • Adams Excul (Adam in ballingschap, een tragedie - 1601)
  • Christus patiens (Het lijden van Christus, een tragedie - 1608)
  • Excerpta Tragicorum et Comicorum (Uittreksels uit tragedie- en komedieschrijvers, door hem uit het Grieks vertaald in het Latijn - 1626)

Als historicus:

  • De antiquitate reipublicae Batavicae (Over de oudheid van de Bataafse Republiek – 1610)
  • Annales et historiae de rebus Belgicis (Annalen en geschiedenis van de Nederlanden – 1657)

Als theoloog:

  • Defensio fidei catholicae de satisfactione Christi (Verdediging van het Christelijk geloof – 1617)
  • De veritate religionis Christianae (Over de waarheid van het Christelijk geloof – 1627)

Echt beroemd is hij vooral geworden met twee juridische boeken die hun tijd ver vooruit waren.
In Mare Liberum (De Vrije Zee) uit 1604 bepleit hij dat de zee voor iedereen vrij toegankelijk moet zijn, om elkaar niet de toegang tot overzeese gebieden te ontzeggen en zo de communicatie tussen volkeren in stand te houden. Hugo de Groot bespreekt daarmee voor het eerst een soort wereldgemeenschap in de stijl van de huidige Verenigde Naties.

Het tweede boek is De Iure Belli ac Pacis (Over het Recht van Oorlog en Vrede) uit 1625. Dit boek vormt de basis voor het moderne volkenrecht zoals we dat nog steeds kennen. Hugo de Groot geeft aan dat een vorst niet uit eigen gewin een oorlog mag beginnen, maar alleen als de oorlog ‘rechtvaardig’ is. Wat de Groot met een rechtvaardige oorlog bedoelt, wordt uitgelegd in deze Canonclip:

Bekijk nu het volgende videofragment.

Video: Hugo de Groot (bekijk van 00:00 tot 01:55)

Deze boeken zijn in 24 verschillende talen vertaald en zijn nog steeds in menige juridische bibliotheek te vinden. Toch kennen de meeste Nederlanders van nu Hugo de Groot niet vanwege zijn beroemde boeken, maar vanwege zijn ontsnapping uit slot Loevestein in een boekenkist.

Vragen:
Kijk nog een keer naar het videofragment.

  1. Welke drie redenen geeft de Groot aan voor een rechtvaardige oorlog?
  2. Wat zegt hij over geweld tijdens een oorlog?

Stap 3

Godsdienst- en politieke twisten
Hoe kan het dat de grootste geleerde van Nederland in de gevangenis belandde? Om dat te kunnen verklaren, heb je enig inzicht nodig in de godsdienstige en politieke twisten uit zijn tijd.

Hugo de Groot is geboren in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Er was in die tijd een groot conflict tussen Prins Maurits van Oranje en Johan van Oldenbarnevelt. Prins Maurits was stadhouder, de hoogste gezagsdrager van de Republiek. Van Oldenbarnevelt was landsadvocaat en de belangrijkste politicus van de Republiek, te vergelijken met onze minister-president.

Aanvankelijk werkten Maurits en Van Oldenbarnevelt goed samen. Maar tijdens het Twaalfjarige Bestand (1609-1621) van de Tachtigjarige Oorlog kregen ze ruzie. Hun ruzie ging om politieke en om godsdienstige zaken.

In de godsdienstige twist stonden remonstranten en contra-remonstranten tegenover elkaar. Voorman van de contra-remonstranten was de theoloog Gomarus. Hij was van mening dat God zich in zijn beslissingen niet liet leiden door het gedrag van de mens. In zijn ogen is alles voorbeschikt. De contra-remonstranten vonden dat de kerk het hoogste gezag had en dat de strenge orthodoxe religie de enige juiste was.

De remonstranten onder leiding van Arminius waren van mening dat verschillende protestantse stromingen goed naast elkaar konden bestaan. Zij waren minder streng en vonden bovendien dat de staat het hoogste gezag was, boven de kerk. Maurits koos partij voor Gomarus en sloot zich bij de contra-remonstranten aan. Van Oldenbarnevelt bevond zich in het remonstrantse kamp. Zijn belangrijkste adviseur was … inderdaad, de jurist Hugo de Groot.

Hun godsdienstige twist werd ook een politieke twist tijdens het Twaalfjarige Bestand. Maurits wilde de oorlog na het bestand weer hervatten, omdat het Spaanse leger verzwakt was en omdat hij de macht naar zich toe wilde trekken. Van Oldenbarnevelt wilde een definitieve vrede, omdat de oorlog de staat handenvol geld kostte en de handel belemmerde.

De remonstranten verloren de strijd en Maurits trok -gesteund door de contra-remonstranten- alle macht naar zich toe. Van Oldenbarnevelt en de Groot werden gearresteerd. Van Oldenbarnevelt werd onthoofd en de Groot kreeg levenslang. Hij werd opgesloten in Slot Loevestein.

Denk terug aan wat je hebt gelezen in Stap 2. Kun je verklaren waarom Hugo de Groot de kant van de remonstranten en van Van Oldenbarnevelt koos?

Stap 4

De ontsnapping
In 1619 wordt de Groot opgesloten in Slot Loevestein. Het is een staatsgevangenis waar onmogelijk uit is te ontsnappen. De muren zijn twee meter dik, het kasteel is omringd door twee grachten en soldaten houden er de wacht.

De Groot wordt er met alle egards behandeld. Zijn vrouw, hun kinderen en hun dienstmeisje mogen het kasteel vrij in en uit lopen. Hij krijgt een grote kamer en hij mag boeken ontvangen, zodat hij kan studeren. In de gevangenis schrijft hij aan ‘Inleyding tot de Hollantsche rechtsgeleertheit’ dat hij later zal afmaken en publiceren.

Bekijk de volgende video.

Op 22 maart 1621 weet Hugo de Groot te ontsnappen in een kist. Hij heeft dan bijna twee jaar opgesloten gezeten. Vanuit Gorinchem ontsnapte de Groot naar Antwerpen. Vandaar vertrok hij naar Parijs.

Na de dood van Maurits (in 1625) hoopt hij dat hij terug naar de Nederlanden terug mag gaan, maar dat wordt geweigerd. Hij krijgt een toelage van de Franse koning, waardoor hij zich volledig kan wijden aan het schrijverschap.

Pas na zijn dood in 1645 is hij in de Nederlanden terug. Hij ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Delft, een paar stappen van het graf van Maurits.

Vragen:

  1. Geef een argument voor en een argument tegen de stelling dat Hugo de Groot was opgesloten in een luxegevangenis.
  2. In stap 1 schreven we al dat Maria een belangrijke rol in Hugo de Groots leven zal spelen. Welke rol?

Verderkijker

Tijdvak 6

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik. Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

1 Handelskapitalisme
Het duurde dertig jaar voordat de VOC winstgevend werd en er serieuze bedragen aan de aandeelhouders werden uitgekeerd. Handelskapitalisme


2 Bestuur in de Republiek

Burgemeester koopt grond met voorkennis bij de uitbreiding van de stad Amsterdam.
Bestuur in de Republiek

Let op: Om een video af te sluiten, moet je eerst op stop drukken en dan pas de popup wegklikken.

3 Gouden eeuw

 

Humoristische scene over de gouden eeuw. Dit fragment gaat over eten. Gouden eeuw

 

Opsporingsbevel voor Hugo de Groot.
Beroemdheden Gouden eeuw

Clipphanger over het ontstaan van de Amsterdamse grachtengordel.
De grachtengordel

4 Absolutisme

Willem III wordt stadhouder en blijft strijden tegen de Zonnekoning, Lodewijk XIV. Absolutisme


5 Wetenschap
Rembrandt tijdens het maken van anatomische les: wat vinden de mensen die geportretteerd worden van de medische wetenschap? Wetenschap versus gods schepping.
Rembrandt

Humoristische versie van 'Wedden dat' met Jan Adriaansz Leeghwater.
Rembrandt

6 Rampjaar 1672

 

Stadsgids vertelt over de lynchpartij van de gebroeders de Witt. De tong en vinger van de gebroeders worden nog steeds bewaard. Rampjaar 1672 - 1

 

Fragment over een brief van Otto van Hinloopen, een regent in roerige tijden.
Rampjaar 1672 - 2

  • Het arrangement Tijdvak 6 Regenten en vorsten - HV2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marc Boiten
    Laatst gewijzigd
    2019-11-08 08:46:36
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van regenten en vorsten (1600 - 1700); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    18 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Geschiedenis. (2019).

    Tijdvak 6 Regenten en vorsten hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/61305/Tijdvak_6_Regenten_en_vorsten_hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Handelskapitalisme

    Driehoekshandel

    Bloei van de Republiek

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.