Stap 1

VOC-munten

Rond het jaar 1500 werden de wereldzeeën verkend door Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers. Door de omvang en ligging van de overzeese gebieden die beide landen veroverden, kun je spreken van een wereldrijk. Door het succes van Portugal en Spanje kregen meer landen belangstelling voor de overzeese rijkdommen. Voor expedities naar onbekend gebied was veel geld en mankracht nodig. Het risico was voor de investeerders hoog want de uitkomst was onzeker.
Bestudeer 'Lange reizen' 'Reizigers' en beantwoord de vragen.

KB: Lange reizen

KB: Reizigers

  1. Welke twee landen waren rond 1500 het meest succesvol met het veroveren van overzeese gebieden?
    1. Republiek der Nederlanden en Engeland.
    2. Portugal en Spanje.
  2. Waarom waren de overzeese gebieden in de 16e eeuw vooral interessant voor de Europese landen?
    1. Om producten die in Europa werden gemaakt in de overzeese gebieden te kunnen verkopen.
    2. Om producten die in de overzeese gebieden werden verbouwd in Europa te kunnen verkopen.
  3. Hoe heette de eerste Nederlandse ontdekkingsreiziger die naar Indië voer?
    1. Cornelis de Houtman
    2. Petrus Plancius
  4. In welk jaar vertok deze Nederlandse ontdekkingsreiziger vanuit Nederland op zoek naar Indië?
    1. Het jaar 1595
    2. Het jaar 1610
  5. Was de reis van deze ontdekkingsreiziger een succes?
    1. Nee, hij werd gevangen genomen door inboorlingen en gedood.
    2. Ja, hij legde de basis voor de vaarroutes van de VOC.
  6. Waarom was het werk van Petrus Plancius belangrijk voor de ontdekkingsreizigers?
    1. Hij maakte kaarten waarmee ontdekkingsreizigers konden bepalen waar ze zich op zee bevonden.
    2. Hij bedacht een methode waarmee ontdekkingsreizigers ervoor konden zorgen dat voedsel langer houdbaar was.
  7. Hoe lang duurde een reis naar Indië ongeveer?
    1. Ongeveer 2 maanden.
    2. Ongeveer 2 jaar.
  8. Waardoor overleefde meestal slechts een klein deel van de matrozen de reizen naar Indië?
    1. Veel matrozen stierven omdat de Nederlandse schepen werden aangevallen door Spaanse of Portugese schepen.
    2. Veel matrozen stierven omdat er voor zo’n lange reis te weinig gezond eten aan boord was.