In lessenreeks ga je leren hoe je het voltooid deelwoord spelt!
Het is niet altijd duidelijk hoe je het voltooid deelwoord spelt. Wanneer plaats je nou die D of T? En wanneer is het gebeurt of gebeurd? En dan is er ook nog zoiets als een hulpwerkwoord.
We gaan verschillende onderdelen behandelen, zodat jij straks het voltooid deelwoord goed kan spellen!
Doelen van deze les:
1. Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden.
2. Je kunt de stam spellen.
3. Je kunt het werkwoordschema voor de tegenwoordige én verleden tijd toepassen in zinnen.
4. Je kunt het voltooid deelwoord spellen.
Aan de slag!
We gaan drie onderdelen behandelen in één of twee lessen.
Je leest of ziet steeds van elk onderdeel de korte theorie en de instructie. Vervolgens ga je de opdrachten maken.
Als je alle opdrachten van de drie onderdelen gemaakt hebt, krijg je een korte toets, zodat je kunt zien of je de stof begrepen hebt en/of al een beetje beheerst.
We doen steeds een onderdeel per lesuur en als je de opdrachten nog niet afhebt tijdens de les, maak je ze thuis af. Ze zijn te vinden op Its Learning (de elo van school). De toets maken we als iedereen de stof heeft afgerond en we in de les besproken hebben wat nog lastig is.
Heel veel plezier en succes gewenst bij het werken aan de opdrachten.
Voorkennis
We gaan het hebben over het voltooid deelwoord, maar ook over de persoonsvorm, stam, tegenwoordige én verleden tijd van een werkwoord.
Leerdoelen:
- Je kunt de stam van een werkwoord maken
- Je kunt het werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd
- Je kunt het werkwoord vervoegen in de verleden tijd
- Je kunt het voltooid deelwoord maken van een werkwoord
Voorkennis in tweetallen:
1. Bespreek nu eerst met jouw buurman of buurvrouw wat jullie al weten over dit onderwerp. Schrijf alles op wat er mee te maken heeft volgens jullie.
2. Alles besproken? Nu gaan we klassikaal een woordweb maken over het onderdeel. Geef je antwoorden en vertel wat je hier al van weet!
3. Bedenk voor jezelf nu waar deze kennis voor nodig hebt in het dagelijks leven. Schrijf een voorbeeld op het whiteboard voor in de klas. Daarna bespreken we deze voorbeelden klassikaal.
Onderdeel 1: de stam
Bij onderdeel 1 gaan we het hebben over de stam van een werkwoord.
Theorie
De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam. De stam van worden is word, de stam van leiden is leid.
Je hebt de stam nodig om het voltooid deelwoord te kunnen spellen. Je gebruikt hier namelijk 't kofschip voor en om deze te kunnen gebruiken, moet je de stam kunnen vinden van een werkwoord. Hier leer je straks meer over.
Hieronder staat een video met extra uitleg over de stam. Bekijk deze ook nog en maak daarna de opdrachten die erbij horen.
De stam van het werkwoord
Hoe ging het?
Je hebt nu onderdeel 1 gemaakt. Hoe is dit gegaan?
Had je alle antwoorden goed? Super! Nu mag je door naar onderdeel 2.
Had je nog een paar foutjes? Bekijk de theorie opnieuw en/of vraag je docent en buurman of -vrouw om uitleg.
Onderdeel 2: de tegenwoordige én verleden tijd van een werkwoord
In dit onderdeel behandelen we de tegenwoordige en verleden tijd van een werkwoord.
Dit gaan we in twee stukken doen: eerste de tegenwoordige tijd en daarna de verleden tijd. Bij allebei de stukken krijg je een stukje theorie uitgelegd en een video te zie. Ook horen er vragen bij dit onderdeel. Maak deze vragen op papier en controleer ze daarna.
We beginnen met de tegenwoordige tijd.
Theorie: bekijk onderstaand schema in combinatie met de video.
De tegenwoordige tijd van een werkwoord
Nu gaan we aan de slag met de verleden tijd van een werkwoord.
Theorie: bekijk onderstaand schema in combinatie met de video
De verleden tijd van een werkwoord
Hoe ging het?
Je hebt nu onderdeel 2 gemaakt. Hoe is dit gegaan?
Had je alle antwoorden goed? Super! Nu mag je door naar onderdeel 3.
Had je nog een paar foutjes? Bekijk de theorie opnieuw en/of vraag je docent en buurman of -vrouw om uitleg.
Onderdeel 3: het voltooid deelwoord
In het derde en laatste onderdeel gaan we leren hoe je het voltooid deelwoord maakt.
Theorie
Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op:
-d (zwak werkwoord)
-t (zwak werkwoord)
-en (sterk werkwoord)
Daarnaast heeft een voltooid deelwoord een hulpwerkwoord nodig: zijn, worden of hebben. Even een paar voorbeelden:
1. Er is gisteren een ongeluk gebeurd op de snelweg. (Is = hulpwerkwoord, gebeurd = voltooid deelwoord).
2. Hij heeft zijn tas weer terug gevonden. (Heeft = hulpwerkwoord, gevonden = voltooid deelwoord).
3. Vandaag wordt er een nieuw spel gepresenteerd. (Wordt = hulpwerkwoord, gepresenteerd = voltooid deelwoord).
Het voltooid deelwoord wordt ook nog een keer uitgelegd in onderstaande video. Bekijk deze ook goed en maak dan de opdrachten. Schrijf de antwoord op in je schrift en controleer ze daarna.
Het voltooid deelwoord
Hoe ging het?
Je hebt nu onderdeel 3 gemaakt. Hoe is dit gegaan?
Had je alle antwoorden goed? Super! Nu mag je door naar de eindtoets.
Had je nog een paar foutjes? Bekijk de theorie opnieuw en/of vraag je docent en buurman of -vrouw om uitleg.
Eindtoets
Je hebt nu alle onderdelen gehad en gemaakt!
Nu mag je de eindtoets maken en kijken of je de stof al goed beheerst, anders gaan we nog meer oefenen!
Je hebt nu theorie gekregen, de opdrachten en de eindtoets gemaakt. Ook heb je de antwoorden terug gekregen van de opdrachten en eindtoets.
Kies iemand uit de klas om een tweetal mee te vormen. Je gaat samen kunnen naar jullie resultaten en elkaar helpen waar dit nodig is. Jullie gaan reflecteren.
Beantwoord de volgende vragen:
1. Welk onderdeel ging het beste? Vertel waarom en bespreek eventuele fouten samen.
2. Welk onderdeel ging niet zo goed? Vertel waarom en bekijk waar het mis gaat. Leg elkaar de stof uit!
3. Hoe ging de eindtoets? Bespreek de plus- en minpunten en vertel elkaar jullie bevindingen over de stof.
Kijk samen goed naar de stof! Jullie leren heel veel van elkaar als jullie samen naar de stof kijken en elkaar dit uitleggen.
Het arrangement Werkwoordspelling van het voltooid deelwoord is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Chantal Pasop
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-06-15 20:30:36
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Werkwoordspelling: het voltooid deelwoord
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.