Onderdeel 3: het voltooid deelwoord

In het derde en laatste onderdeel gaan we leren hoe je het voltooid deelwoord maakt.

Theorie

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-

Een voltooid deelwoord eindigt op:

Daarnaast heeft een voltooid deelwoord een hulpwerkwoord nodig: zijn, worden of hebben. Even een paar voorbeelden:
1. Er is gisteren een ongeluk gebeurd op de snelweg. (Is = hulpwerkwoord, gebeurd = voltooid deelwoord).
2. Hij heeft zijn tas weer terug gevonden. (Heeft = hulpwerkwoord, gevonden = voltooid deelwoord).
3. Vandaag wordt er een nieuw spel gepresenteerd. (Wordt = hulpwerkwoord, gepresenteerd = voltooid deelwoord).

Het voltooid deelwoord wordt ook nog een keer uitgelegd in onderstaande video. Bekijk deze ook goed en maak dan de opdrachten. Schrijf de antwoord op in je schrift en controleer ze daarna.

Het voltooid deelwoord https://www.youtube.com/watch?v=2qa5Ki0mwF4