Inhoud periode 8 SBV
Vak SBV
In deze module komen de onderwerpen interculturele communicatie, groepsgesprekken en normen en waarden aan de orde.
Benodigdheden tijdens vak
Bij dit vak wordt er gebruik gemaakt van het boek Communicatie MZ (basisboek voor niveau 3 en 4) van uitgever ThiemeMeulenhoff. We behandelen deze periode hoofdstuk 3, 8 en 16. Zorg dat je dit boek elke les bij je hebt.
Doelen
Tijdens deze periode zal er aan de volgende doelen gewerkt worden:
- je hebt kennis van anderstaligheid en wat dit betekent voor de communicatie
- je hebt kennis van westerse en niet-westerse culturen
- je weet hoe je visuele hulpmiddelen kunt inzetten en toepassen
- je weet wat normen en waarden zijn
- je hebt zicht op je eigen normen en waarden
- je weet hoe je om kunt gaan met mensen die andere normen en waarden hebben dan jij zelf
- je hebt kennis van de theorie over groepsgesprekken
- je kunt deelnemen aan een groepsgesprek en kunt hierbij verschillende rollen en taken onderscheiden
Werkprocessen
Deze doelen sluiten aan bij de volgende werkprocessen en competenties:
B1-K2-W1
De periode is afgerond als:
- je minimaal 90% aanwezig bent tijdens de lessen (je mag max. één les missen)
- je actief aan de workshop hebt deelgenomen, dat is: observeren, feedback geven, in groepjes oefenen, opdrachten gedaan
- je voor de praktijkopdrachten minimaal een voldoende hebt gehaald en de toets een 5,5 of hoger
Eventueel uitleg opdracht/ criteria verslag/ o.i.d.
Zie onderdeel praktijkopdrachten
Contactgegevens docenten
Naam docenten: Gea Mellema en Lisa Kolkman
Periode overzicht
les
|
Onderwerp
|
theorie
|
bijzonderheden
|
1
|
Hemelvaartsdag
|
|
|
2
|
Groepsgesprekken
|
Hoofdstuk 8
|
|
3
|
Groepsgesprekken
|
Hoofdstuk 8
|
|
4
|
Praktijkopdracht uitvoeren
|
Hoofdstuk 8
|
Zie opdracht uitleg Wikiwijs
|
5
|
Toets hoofdstuk 8
|
Hoofdstuk 8
|
|
Normen en waarden
|
Hoofdstuk 16
|
|
6
|
Interculturele communicatie
|
Hoofdstuk 3
|
|
7
|
Interculturele communicatie
|
Hoofdstuk 3
|
|
8
|
Opdracht interculturele communicatie
|
Hoofdstuk 3
|
Zie opdracht uitleg Wikiwijs
|
plus
week
|
|
|
|
Groepsgesprekken
Praktijkopdracht Groepsgesprek
Praktijkopdracht groepsgesprek
Overlegvorm uitspelen
Klas wordt verdeelt in 2 groepen. Elke groep bestaat uit een voorzitter, notulist en teamleden.
Jullie krijgen 5 gespreksonderwerpen over ‘de gang van zaken op school’.
AGENDA
- Opening
- Uitval van lesuren
- Aansluiting MBO bij beroepspraktijk
- Feedback voor docenten
- Gebruik van boeken en werkboeken
- Toetsing en examinering
- Afsluiting
Bepaal wie welke rol heeft bij welk agendapunt, en noteer jullie rolverdeling in het schema hieronder. De taak van de voorzitter is de vergadering te leiden en de tijd in de gaten te houden. De taak van de notulist is te noteren wat er besproken en besloten wordt.
LET OP: Zorg ervoor dat bij ieder agendapunt de rollen wisselen en dat iedereen elke rol heeft gehad.
Agenda punten
|
Doel
B=besluiten, I=informeren, M=mening vormen
|
Tijd in min.
|
Rollen
|
Voorzitter
|
Notulist
|
Deelnemers
|
1. Opening
|
|
|
|
|
|
2. Uitval van lesuren
|
|
|
|
|
|
3. Aansluiting MBO bij beroepspraktijk
|
|
|
|
|
|
4. Feedback voor docenten
|
|
|
|
|
|
5. Gebruik van boeken en werkboeken
|
|
|
|
|
|
6. Toetsing en examinering
|
|
|
|
|
|
7. Afsluiting
|
|
|
|
|
|
Iedereen bereidt zich voor op de hele vergadering, maar wanneer je de rol van voorzitter hebt bij een bepaald agendapunt, bereid je dit punt vanuit die rol voor:
- Met wel doel staat het agendapunt op de vergadering?
- Wat houdt het agendapunt precies in? Wat wil je besproken hebben, in welke volgorde?
- Moeten er besluiten worden genomen? Zo ja, via welke besluitvormingsmethode?
- Hoeveel tijd is er nodig om dit agendapunt te bespreken?
De vergadering wordt opgenomen met de camera.
Beoordeel na het vergaderen je deelname aan de vergadering, op een 5-puntsschaal.
Observeren
Je krijgt iemand uit de andere groep toegewezen die je gaat observeren en beoordelen.
Je maakt gebruik van een 5-puntsschaal (+ eigen toegevoegde feedback)
Als voorzitter heeft hij/zij…
|
1 2 3 4 5
|
Feedback
|
Laatkomers en deelnemers die zich niet hoed hebben voorbereid, niet beloond
|
|
|
Geen vergadertijd verspilt met het geven van informatie
|
|
|
Efficiënt vergaderd qua tijd
|
|
|
Afdwalingen afgebroken
|
|
|
Onnodige uitweidingen voorkomen
|
|
|
Regelmatig korte samenvattingen gegeven
|
|
|
Alle deelnemers aan bod laten komen
|
|
|
Gelet op goede besluitvorming
|
|
|
Extra:
|
|
|
Als notulist heeft hij/zij…
|
1 2 3 4 5
|
Feedback
|
De afspraken zwart op wit vastgelegd
|
|
|
De afspraken in begrijpelijke taak geschreven
|
|
|
Foutloos Nederlands gebruikt
|
|
|
Extra:
|
|
|
Als deelnemer heeft hij/zij…
|
1 2 3 4 5
|
Feedback
|
Eigen mening naar voren gebracht
|
|
|
Eigen mening beargumenteerd
|
|
|
Goede argumenten gebruikt
|
|
|
Naar anderen geluisterd
|
|
|
Respect getoond voor de mening van een ander
|
|
|
Efficiënt vergaderd
|
|
|
Extra:
|
|
|
Bijlagen Opdracht Groepsgesprek
Hieronder losse documenten bij de Praktijkopdracht Groepsgesprek:
Opdracht Groepsgesprek afronden
Je kunt de Praktijkopdracht Groepsgesprek afronden als je de volgende onderdelen hebt ingeleverd en met (minimaal) een voldoende is beoordeeld:
- ingevulde observatielijsten Voorzitter, Notulist, Deelnemer die je hebt ingevuld van degene die je hebt geobserveerd
- ingevulde observatielijsten Voorzitter, Notulist, Deelnemer die je over jezelf hebt ingevulde a.d.h.v. de film
Dit samen inleveren in 1 mapje
Normen en waarden
Interculturele communicatie
Praktijkopdracht Interculturele communicatie



Lessen interculturele communicatie
Interculturele communicatie, ‘inter’ betekent: tussen. Interculturele communicatie betekent dus: de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.
In je werk als MMZ’er kun je te maken krijgen met anderstalige cliënten (= mensen die niet dezelfde taal spreken als jij). Dit maakt de communicatie nog moeilijker dan het soms al kan zijn. In de communicatie met anderstaligen kun je gebruik maken van verschillende hulpmiddelen om taalproblemen/miscommunicatie te voorkomen of in elk geval in te perken. Hulpmiddelen zijn o.a.: non-verbale communicatie, visuele hulpmiddelen en een tolk. Tijdens deze opdracht gaan jullie aan de slag met visuele hulpmiddelen.
Opdracht: Ontwikkel een spel wat als visueel hulpmiddel kan dienen, over interculturele communicatie en culturele diversiteit.
Doelgroep: Anderstalige kinderen, jongeren en volwassenen.
Doel: Door middel van een spel mensen uit andere culturen kennis laten maken met de Nederlandse cultuur en taal en/of met culturele diversiteit.
Eisen: (en beoordelingscriteria):
- De spelregels en speluitleg zijn begrijpelijk voor anderstaligen
- Aandachtspunten uit de theorie zijn zichtbaar in het spel en de spelregels verwerkt
- Het spel ziet er aantrekkelijk en netjes uit
- Het spel kan minimaal 10 minuten gespeeld worden
Beoordeling:
Onvoldoende = het spel voldoet niet aan alle beoordelingscriteria
Voldoende = het spel voldoet minimaal aan alle beoordelingscriteria
Goed = het spel voldoet ruimschoots aan alle beoordelingscriteria
Tijdpad:
Week 23/24 Tijdens een deel van de les kan er worden gewerkt aan de opdracht groepen van 4 maken, plan ontwerpen, taken verdelen
Week 25 Tijdens (een deel van) de les kan er worden gewerkt aan de opdracht
Week 26 Het spel wordt gespeeld