Op de weg naar je ideale baan krijg je veel te maken met schrijven. We schrijven een sollicitatiebrief als we werk zoeken, maken offertes voor klanten en we sturen klanten e-mails en andere berichten.
Om een bepaalde mate van professionaliteit uit te stralen, is het heel belangrijk dat je in correct Nederlands schrijft. Eén van de lastigste onderdelen hiervan is WERKWOORDSPELLING.
Hier gaan we mee aan de slag!
Doel van de opdrachten:
1. je leert wat een werkwoord is
2. je leert het verschil tussen de stam en de ik-vorm
3. je leert een werkwoord in de tegenwoordige tijd te zetten
4. je leert een werkwoord in verleden tijd te zetten
5. je leert een werkwoord als voltooid deelwoord te schrijven
6. je leert tegenwoordige, verleden tijd en voltooid deelwoord door elkaar te gebruiken
7. je kan werkwoordspelling toepassen in een schrijfopdracht
Aan het werk
Hier gaan we dan:
De opdrachten zijn verdeeld over 5 onderdelen.
Ieder onderdeel bevat een korte instructie. Na de instructie maak je de opdrachten. Heb je fouten in de opdracht, dan kan je de uitleg nog een keer volgen en de extra opdracht maken. Heb je geen fouten, mag je de extra opdracht natuurlijk ook maken.
Aan het einde van ieder onderdeel volgt er een tussenevaluatie. Aan de hand van de evaluatie kan je zien of je de stof beheerst.
Aan het einde van alle onderdelen volgt een eindtoets waarin alle onderdelen door elkaar getoetst worden en maak je een schrijfopdracht waarin je werkwoordspelling toepast.
We hebben 3 lesuren de tijd voor werkwoordspelling. Red je dit niet, dan moet je er thuis aan verder werken.
Onderdeel 1
Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat we doen. Het makkelijkst te onthouden kenmerk van een werkwoord is dat het van tijd kan veranderen.
voorbeelden:
Tegenwoordige tijd (tt) Verleden tijd (vt)
lopen liepen
gaan gingen
Was deze uitleg nog niet duidelijk, kijk dan het volgende filmpje:
Je weet nu het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden en je kan zwakke werkwoorden vervoegen. Maak de minitoets hieronder om te kijken of je het echt goed begrepen hebt.
Onderdeel 5
Tot nu toe heb je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd vervoegd.
We komen nu bij het laatste onderdeel: het voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord kan je aan een aantal kenmerken herkennen:
- het is altijd een werkwoord
- het kan niet van tijd veranderen
- er staat nog een ander werkwoord in de zin (hulpwerkwoord)
- veel voltooide deelwoorden beginnen met ge- (of be- of ver-) (voorvoegsel)
Voorbeeld: Hij heeft een cadeau voor mij gekocht.
Sommige voltooide deelwoorden eindigen op -en, die schrijf je dan ook zo. Bijvoorbeeld: gelachen, gelopen, gegeten enz.
Voltooide deelwoorden die eindigen op de 't'-klank, kun je schrijven met een 'd' of een 't'. Om erachter te komen welke dat is, pas je weer de TaXiKoFSCHiP regel toe.
LET OP: eindigt een voltooid deelwoord van zichtzelf al op een 'd' of 't' dan komt er geen extra -d of -t achter.
De TaXiKoFSCHiP regel:
1. zoek de stam van het werkwoord
2. kijk naar de laatste letter van de stam
3. kijk of de in het TaXiKoFSCHiP zit
4a. zo ja: dan eindigt het voltooid deelwoord op een -t
4b. zo niet: dan eindigt het voltooid deelwoord op een -d
Was deze uitleg nog niet duidelijk, kijk dan het volgende filmpje:
Wil je meer weten over Hulpwerkwoorden of voorvoegsel kijk dan de filmpjes hieronder. Is de instructie duidelijk dan kan je verder gaan met de opdrachten.
Het arrangement Werkwoordspelling pv-tt-vt is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marloes van Trier
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-05-03 12:30:31
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
werkwoordspelling persoonsvorm tt & vt en voltooid deelwoord
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.