Je weet nu het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.
Sterke werkwoorden in de verleden tijd zijn makkelijk: ze veranderen van klank.
Voor het vervoegen van zwakke werkwoorden volgen een een stappenplan:
1. zoek de stam van het werkwoord
2. kijk naar de laatste letter van de stam
3. kijk of de in het TaXiKoFSCHiP zit
4a. zo ja: dan komt er achter de ik-vorm: +te of +ten
4b. zo niet: dan komt er achter de ik-vorm: +de of +den
Voorbeeld:
Gisteren............. ik de muur blauw. (verven)
Stam: verv
Laatste letter: V
Niet in het TaXiKoFSCHiP = verfde
Was deze uitleg nog niet duidelijk genoeg, kijk dan het volgende filmpje: