Je hebt nu werkwoordpelling persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd onder de knie! Super!
Tijd voor de eindopdracht.
Je kan kiezen uit twee opdrachten:
1: Schrijf een verslag van minimaal 1 A4 over de stage die je hebt gelopen:
- geef het verslag een titel
- schrijf het in lettergrootte 11 lettertype arial
- let op werkwoordspelling
2: Schrijf een fictief verhaal van minimaal 1 A4:
- geef het verhaal een titel
- schrijf in lettergrootte 11 en lettertype arial
- let op werkwoordspelling
Is je verhaal of verslag af dan geef je deze aan een klasgenoot ter controle.
Het wordt beoordeeld op werkwoordspelling.
- 2F maximaal 7 fout
- 3F maximaal 5 fout
Van de docent hoor je waar je het verhaal na de controle van je klasgenoot kan inleveren!