Onderdeel 2

Je weet nu dus wat werkwoorden zijn.

Om een werkwoord te vervoegen moet je het verschil weten tussen de stam en ik-vorm.

STAM: vind je door van het hele werkwoord -en af te halen

IK-VORM: Is de schrijfvorm van een werkwoord nadat je de stam hebt gevonden.

In het Nederlands hebben we de afspraak dat de V of de Z nooit aan het einde van een woord of lettergreep kan staan.

 

Voorbeeld:

Werkwoord Stam ik-vorm
gooien gooi gooi
reizen reiz reis
verven verv verf

 

Was deze uitleg nog niet duidelijk, kijk dan het volgende filmpje:

verschil stam en ik-vorm