Algemene Wetenschappelijke Ontwikkeling

Algemene Wetenschappelijke Ontwikkeling

Algemeen

Dit is de wikiwijspagina van Algemene Wetenschappelijke ontwikkeling. Hier vind je achtergrondmaterialen en globale indruk van wat er in een module plaatsvindt.

Periode 1

Fundamenten van wetenschap

Leerdoelen:

Je leert wat de criteria van wetenschap zijn en deze kunnen benoemen en herkennen uit een bron.
Je leert een goede onderzoeksvraag  opstellen en een bijbehorende hypothese opstellen.
Je leert een onderzoeksvraag en hypothese  afleiden uit een artikel over wetenschap.
Je leert beoordelen of een artikel met wetenschappelijk nieuws elementen van betrouwbaarheid bevat.
Je leert analyseren welke risico's er zijn bij slechte wetenschap en iets kunnen zeggen over repliceerbaarheid in de verschillende disciplines.

Les 1:

Uitleg over falsificatie, reproduceerbaarheid, voorlopigheid van kennis.
Oefening met nieuwsberichten over wetenschap. Zoek van tevoren een artikel op met wetenschapsnieuws van bijv:

https://www.scientias.nl/

https://www.sciencedaily.com/

https://www.nu.nl/wetenschap (matige kwaliteit)

https://www.sciencemag.org/

Andere bronnen zoals wetenschapsbijlages van kranten of bijv. een podcast over wetenschap (behaarde apen van NRC) zijn ook goed.

 

Popper

Les 2:
Betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek, onderzoeksvraag en hypotheses.

Lees van tevoren 1 van de drie artikelen uit de achtergrondmaterialen (economen en zelfplagiaat, psychologie en replicatie, en betrouwbaarheid kankeronderzoek). Zorg dat je de rode draad van het artikel voor jezelf helder hebt. Aan het begin van deze les is er een korte quiz over deze artikelen.

We kijken de video van Ben Goldacre, waarin hij veel voorbeelden geeft van hoe wetenschappelijke informatie onbetrouwbaar kan zijn.

Ben Goldacre - Bad science

Les 3

Als het filmpje van Ben Goldacre nog niet afgekeken is in de les, kijk die dan thuis af.

We gaan kort in op betrouwbaarheid en validiteit.

We onderscheiden bij betrouwbaarheid:

  • testconsistentie (als je een test nog een keer doet, komt er dan hetzelfde uit)
  • interne consistentie (als je iets meet aan een proefpersoon of experiment moet een vergelijkbare meting een vergelijkbaar resultaat geven)
  • versieconsistentie (zou je dezelfde test op een andere manier doen (bijv. versies van een proefwerk) dan moeten die vergelijkbare resultaten geven

Validiteit is vaak een probleem bij enquêtes. Dat kan komen doordat een respondent de vragen anders interpreteert of niet serieus invult. Belangrijk bij al het onderzoek, maar denk eens aan gezondheidsonderzoek, toelatingstesten voor studie.

Les 4:

Lees van tevoren het eerder opgezochte nieuwsbericht door en beschrijf wat de onderzoeksvraag moet zijn geweest van dit onderzoek, wat er weerlegd is, en hoe jij de betrouwbaarheid inschat van het onderzoek.

We gaan kijken naar een aantal fraudezaken in de wetenschap en hoe sommige wetenschap misbruikt wordt.

We gaan tijdens de les aan de hand van een digitale quiz analyseren hoe deze problemen kunnen ontstaan en op te lossen zijn.

 

Diederik Stapel

Profiel

reactie studenten Stapel

Interview Stapel tijd later

Shinichi Fujimura

Hwang Woo-Suk

Kenleer

Leerdoelen:

Je leert het het domein van de epistemologie (kenleer) kennen en je leert welke vragen er tot het domein van de epistemologie behoren.
Je raakt vertrouwd met de kernbegrippen uit de epistemologie zoals: de vijf claims voor een kennisoordeel, inductie, deductie en kenvermogen.
Je leert wat het verschil is tussen de argumenten van het empirisme, het rationalisme en de opvatting van Immanuel Kant m.b.t. betrouwbare kennis.
Je leert een eigen definitie van kennis op te stellen en je leert hoe je deze definitie van kennis kunt toepassen op een casus.

Les 1:

In de eerste verkennen we het domein van de epistemologie. De volgende vragen staan centraal:

1) Wat is de basis voor betrouwbare kennis?

2) Wat is een kennisoordeel?

Les 2:

In deze les gaan we verder met kenleer. In de vorige les stonden we stil bij de verschillende claims (aanspraken) voor kennis. Welke aanspraken op kennis wegen nu eigenlijk zwaarder? Twee filosofische stromingen (empirisme en rationalisme) hebben hier zo hun eigen "ideeën" over. We staan als eerste stil bij het rationalisme a.d.h.v. de denkers die aan de wieg stond van de moderne wetenschap en de Verlichting: René descartes en Benedictus de Spinoza.

Lees ter voorbereiding op deze lees artikel 3 en de internetsite over Spinoza, beantwoord de bijbehorende vragen en maak opdracht B.

Spinoza

Les 3:

Deze les gaan we het hebben over het empirisme aan de hand van het gedachtegoed van David Hume.

Lees ter voorbereiding op deze les artikel 4 en maak de bijbehorende vragen.

Les 4:

Deze week bespreken we het gedachtegoed van Immanuel Kant m.b.t. de kenleer. Hij brengt het rationalisme en het empirisme bij elkaar.

Lees ter voorbereiding op deze les artikel 5 en maak de bijbehorende vragen.

Vragen horende bij de artikelen:

 

 

Artikel 2

  • Waarom zijn 'qualia' (gewaarwordingen) volgens Jackson een argument tegen het fysicalisme?
  • Ben je het eens met Jackson?

Artikel 3

  • Beschrijf in het kort het twijfelexperiment van Descartes.
  • Waarom is de twijfel (en het denken/bewustzijn) zelf de enige zekerheid in dit leven?

Link Spinoza

Waarom wordt Spinoza gezien als een atheïst?

Artikel 4

Waarom weten we volgens hume niet zeker of de wereld bestaat?

Waarom wijst Hume het begrip “causaliteit” af?

Wat betekent het afwijzen van dit begrip voor de wetenschap?

Leg in je eigen woorden uit waarom Hume “de onveranderlijke menselijke persoonlijkheid” (het “ik”) afwijst.

Leg in je eigen woorden uit wat de Vork van Hume inhoudt.

Artikel 5

Leg in je eigen woorden uit wat de ‘Copernicaanse wending’ inhoudt.

 

Wat betekent de spreuk: 'Gedachten zonder inhoud zijn leeg, aanschouwingen zonder begrippen zijn blind.'

 

Op welke manier brengt Kant empirisme en rationalisme bij elkaar?

 

David Hume twijfelde aan de objectiviteit van het begrip causaliteit, en daarmee werd de objectiviteit van wetenschap aangetast (een justified true belief). Is die objectiviteit door de gedachtegang van Kant hersteld?

Literatuuronderzoek

Leerdoelen:

Je leert onderscheid maken tussen bruikbare en niet bruikbare bronnen.
Je leert de invloed van de status en achtergrond van de auteur op de betrouwbaarheid van bronnen inschatten.
Je leert wat goede plekken zijn om bronnen te vinden en wat niet.
Je leert bronnen ordenen binnen een thema en op basis daarvan overeenkomsten en hiaten tussen bronnen opstellen.
Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen meenemen in een samenvatting van verschillende bronnen.
Je kunt uit een bronnenonderzoek een logische onderzoeksvraag opstellen.

Plan van aanpak

Het literatuuronderzoek bestaat uit een aantal fases.

1) Het verzamelen en  beoordelen van bronnen.

2) Het analyseren van de bronnen en de belangrijkste inhoud samenvatten en daaruit overeenkomsten en verschillen tussen bronnen duidelijk maken. Het is zaak hier alleen verder te gaan met de de in stap 1 als bruikbaar beoordeelde bronnen. Zaken die overeenkomen tussen bronnen geven aan dat iets goed onderzocht is en er consensus over lijkt te zijn (ze zijn het eens), als er verschillen zijn is dat dat een interessant startpunt voor vervolgonderzoek en dus je onderzoeksvraag. Soms kom je erachter dat er met de bronnen die je hebt gevonden bepaalde onderwerpen niet aan de orde komen. Dat kan betekenen dat jouw bronnen niet volledig genoeg zijn, of dat iets nog niet (goed) onderzocht is. In beide gevallen geeft ook dit je een mooi aanknopingspunt voor vervolgonderzoek. Deze stap is de moeilijkste stap.

3) Een onderzoeksvraag beschrijven die een logisch gevolg is van stap 2.

Een onderzoeksvraag is namelijk ook een gevolg van literatuuronderzoek. Door een onderzoeksvraag te laten volgen uit uitgebreid literatuuronderzoek zorg je dat je vraag past bij de reeds aanwezige literatuur en op een solide basis gebouwd wordt. Je moet dus pas aan het eind over een onderzoeksvraag gaan nadenken die naar boven komt uit je analyse in stap 2.

Activiteiten

Je analyseert met een 3-tal leerlingen 15 bronnen. Voorbeelden van onderwerpen zijn:

  • vaccinatieproblematiek
  • migratie en het effect op de maatschappij
  • de status van de 'planeet' Pluto
  • de vrijheid van onderwijs (geloof, christelijke scholen t.o.v. openbare scholen)
  • Flexibilisering van onderwijs (wat zijn nu de echte voor- en nadelen uit de literatuur)
  • stikstofproblematiek
  • klimaatverandering

Deze onderwerpen zijn interessant omdat er ook veel onbetrouwbare bronnen over bestaan en je dus echt kritisch moet zijn.

Les 1: Tijdens de eerste les wordt de opdracht uitgelegd en ga je aan de slag met deel 1. Aan het begin van les 2 moet deel 1 zoveel mogelijk af zijn, want dan kun je dat laten beoordelen zodat je goed verder kunt met stap 2.

Les 2: Tijdens de 2e les ga je aan de slag met stap 2. Je vraag feedback aan de docent op je werk tot dan toe, en verbetert eventueel je beoordelingen van stap 1. Nadrukkelijke tip: vraag ook feedback aan je klasgenoten (zeker aan hen die net feedback van ons hebben gehad).

Les 3: Je zorgt dat je aan het begin van de derde les (in ieder geval een deel) van fase 2 afgerond hebt. Dat zorgt ervoor dat je om feedback kunt vragen over jouw werk tot dan toe, en zeker weet dat als je doorwerkt je dit baseert op goed werk. Je gaat in deze les zorgen dat je een onderzoekvraag formuleert die een logisch gevolg is op je analyse van deel 2. Deze vraag moet dus niet al van tevoren vastliggen. Als de link tussen je analyse van deel 2 en je onderzoekvraag niet logisch is (de onderzoeksvraag lijkt uit de lucht te komen vallen) dan wordt je literatuuronderzoek afgekeurd.

Les 4: Tijdens deze laatste les ga je het literatuuronderzoek van een andere groep beoordelen (jullie wisselen uit). Dat betekent dus dat je zoveel mogelijk klaar moet zijn (iets wat niet af is kun je geen feedback op krijgen). Bij twijfel over of iets goed genoeg is, zijn de docenten beschikbaar. Hierdoor zorgen jullie er met elkaar voor dat het werk een goed niveau heeft. Tijdens deze les gebruiken jullie de rubric uit de opdracht als leidraad (staat in Teams).

 

Belangrijk: de onderzoeksvraag is het eindpunt. Je hoeft deze niet te beantwoorden. Sterker nog, als je de onderzoeksvraag al kunt beantwoorden op basis van je literatuuronderzoek, is hij niet nuttig meer.

Een voorbeeld van het structureren van fase 1 van het literatuuronderzoek
Een voorbeeld van het structureren van fase 1 van het literatuuronderzoek

Periode 2

Publiceren en publicaties

Leerdoelen

Deze module bestaat uit twee componenten:

Deel 1:

Je leert welke stappen er ondernomen moeten worden om een wetenschappelijke publicatie tot stand te brengen.

Je leert hoe het peer-reviewproces in zijn werk gaat en hoe dat de betrouwbaarheid van wetenschappelijke artikelen beïnvloedt.

Je kunt een mening vormen over de discussie over open-access en pay-to-view.

Je leert hoe er een discrepantie kan ontstaan tussen wetenschappelijke artikelen en nieuwsberichten.

Je kunt uitleggen wat de verbanden zijn tussen hoe het publicatieproces werkt en hoe jij op school werkt aan opdrachten en verslagen.

Deel 2:

Je leert hoe wetenschappelijke publicaties in elkaar zitten

Je leert hoe je wetenschappelijke publicaties effectief leest

Je leert hoofd- en bijzaken van publicaties scheiden

Activiteiten

Dit doen we door deels collegelessen (grotere groep) en leeslessen (kleinere groepen).

Afronding

Het schrijven van een samenvatting van een wetenschappelijke publicatie naar keuze. In tweetallen.

Wetenschapsfilosofie

Leerdoelen

- Je leert het het domein van de wetenschapsfilosofie kennen en je leert welke vragen er tot het domein van de wetenschapsfilosofie behoren.

- Je raakt vertrouwd met de kernbegrippen uit wetenschapsfilosofie zoals: demarcatiecriterium, verificatie, falsificatie, inductie, inductieprobleem, deductie, paradigma en paradigmawisseling.

- Je raakt vertrouwd met een inleiding in het denken van de Wiener Kreis, Karl Popper, Thomas Kuhn, Paul Feyerabend en Bruno Latour.

- Je kunt op aan de hand van de verschillende wetenschapsfilosofische posities een eigen standpunt t.a.v. deze posities innemen en beargumenteren.

 

Activiteiten

Les 1

  • Wetenschapsfilosofie stelt de volgende vraag: wat is wetenschap?
  • Je hebt filosofen die stellen dat wetenschap erg objectief is, en filsofen die stellen dat wetenschap relatief is.
  • We staan stil bij de Wiener Kreis beweging, die de filosofie van Kant m.b.t. de kenleer verwerpt en weer teruggrijpt naar de vork van Hume.

Les 2

  • Karl popper
  • Lees voor deze les artikel 1 en 2, en beantwoord de vragen (zie opdrachten).

Les 3

  • Thomas Kuhn en Paul Feyerabend
  • Lees artikel 3, 4 en 5, en beantwoord de vragen.

Les 4

  • Behandeling van een actuele casus (onderzoek naar mindfullness) in relatie tot de verschillende wetenschapsfilosofische posities.
  • Bruno Latour (onder voorbehoud, i.v.m. tijd)
  • Uitleg eindopdracht

 

Afronding

Je gaat op basis van het aangeleverde materiaal en/of zelfgekozen bronnen een betoog schrijven van plusminus 500 - 750 woorden. De bedoeling is dat je beschrijft welke wetenschapsfilosofische positie jouw voorkeur heeft.

Evolutie van de mens

Leerdoelen

 
  1. Het verloop van de evolutie van de mens op wetenschappelijke wijze beschrijven.

  2. Uitleggen of het gebruik van symbolische taalconstructies ons als mens uniek maakt.

  3. De leefwijze van de eerste mensen schetsen.

  4. Het begrip ‘collectieve kennis’ van een betekenis voorzien.

  5. Verklaren hoe wetenschappers in verschillende disciplines in dit kennisgebied tot hun wetenschappelijke kennis komen.

  6. Op een kaart de eerste migratiestromen zichtbaar maken.

  7. Aantonen dat je snapt dat aan bepaalde gebeurtenissen meerdere oorzaken ten grondslag liggen en uitleggen hoe deze multicausaliteit de relatie tussen oorzaken, gevolgen en de interactie tussen deze twee bemoeilijkt.  

Activiteiten

Vooral college en werklessen.

Afronding

Opdrachten tijdens de lessen

Paradigmawisselingen (Alfa/Gamma/Beta)

Leerdoelen:

Je maakt kennis met de wetenschapsfilosofische opvatting van Thomas Kuhn.
Je leert de vier fases van wetenschap die Kuhn in zijn filosofie beschrijft en weet deze te herkennen in een wetenschappelijke ontwikkeling uit een vakgebied dat jou interesseert.
Je neemt kennis van een aantal bepalende paradigmawisselingen uit de wetenschap.
Je leert wat de begrippen paradigma, paradigmawisseling, anomalie en incommensurabiliteit inhouden.
Je leert hoe je kritisch kunt kijken naar een bestaand paradigma.

Activiteiten

Werklessen en introles

Afronding

Je verzamelt informatie over een wetenschappelijke revolutie uit een vakgebied naar keuze die daadwerkelijk impact heeft gehad. Nobelprijzen of andere wetenschappelijke prijzen zijn indicaties voor onderwerpen die aan het niveau voldoen. Van deze wetenschappelijke doorbraken ga je het proces zoals dat tijdens de introles beschreven wordt, uitzoeken en beschrijven. Individueel.

Onderzoekstechnieken

Leerdoelen

Tijdens deze module laten we je kennismaken met verschillende onderzoekstechnieken zoals:

- modelleren

- ontwerpen

- experimenten

- enquetes

- en nog een paar methodes

Het doel is dat je een groter repertoire hebt waarmee je voor een profielwerkstuk aan de slag kunt.

Activiteiten

collegelessen

Afronding

socratives in les

Onderzoeksvoorstel

Leerdoelen

Je leert wat de structuur is van een wetenschappelijk artikel en dat een onderzoeksvoorstel hier voor een groot deel op lijkt.

Je leert een voorstel voor een onderzoek of ontwerp schrijven.

Activiteiten

Uitleglessen en werklessen.

Afronding

Je schrijft een onderzoeksvoorstel voor je eigen PWS.

Periode 3

Psychologie

Dag van de imperfecties, interview Dirk De Wachter
Bekijk in ieder geval het interview met Dirk de Wachter, het panelgesprek daarna is optioneel.

Coen Simon: durf te falen is modieuze flauwekul

Krantenartikel: interview met De Wachter en Verhaeghe

Speltheorie

We gaan tijdens deze module speltheorie verkennen. Les 1 volgt grofweg de opzet van het volgende college dat online staat op openyale.org

Les 2 volgt college 2, Les 3 volgt college 3, les 4 college 4. Na les 3 worden de opdrachten gemaakt die je hieronder vindt. Dit is een selectie van opdrachten van college 3. Het is de bedoeling dat je daar een serieuze poging voor maakt die te maken en in te leveren. Verder is aanwezigheid en meedoen met de lessen verplicht.

 

 

Lecture 1 - Game Theory - Ben Polak

Lecture 2 - Game Theory - Ben Polak

Lecture 3 - Game Theory - Ben Polak

Lecture 4 - Game Theory - Ben Polak

Ethiekmodules

Algemeen ethiek

Robin de film

Medische ethiek

Deze module bestaat uit 4 componenten:

  1. Uitleg stappenplan ethisch dilemma
  2. Medisch ethische problemen bespreken aan de hand van allerlei voorbeelden m.b.v. videomateriaal
  3. Uitwerken van een medisch ethisch dilemma (dat niet in de les is behandeld) en hier met elkaar over discussiëren
  4. De film Robin kijken

 

Gepersonaliseerde geneeskunde

Knutselen aan baby's

Knutselen aan baby's

Voor de 2e les moet je de documentaire afkijken.

Dossier abortus 1 - Trouw

Dossier abortus 2 - Fiom

Dossier abortus 3 - Rijksoverheid 1

Dossier abortus 4 - Rijksoverheid 2

Dossier abortus 5 - Rijksoverheid 3

Dossier abortus 6 - Schreeuw om leven

Dossier abortus 7 - Humanistisch verbond

Technologie en ethiek

Deze module bestaat uit 4 componenten:

  1. Uitleg stappenplan ethisch dilemma
  2. Technologisch ethische problemen bespreken aan de hand van allerlei voorbeelden m.b.v. videomateriaal
  3. Uitwerken van een technologisch ethisch dilemma (dat niet in de les is behandeld) en hier met elkaar over discussiëren
  4. De film Robin kijken

 

Zelfrijdende Tesla

Invasie van de drones

Marleen Stikker over de 'Californian dream'

All Watched Over by Machines of Loving Grace

Waarde persoonlijke data

Selfish ledger

The internet's own boy

Google and the world brain

Cambridge Analytica

Voor les 2 moet je de documentaire 'De invasie van de drones' afkijken en beantwoord de volgende vragen:

Wat maakt een technologie goed of fout? Wie bepaalt dat?

Het is de bedoeling dat je je mening geeft en onderbouwt, het is geen overhoringsvraag over de documentaire.

Juridische ethiek

https://www.dailymotion.com/video/x60frik
Eerste deel van The Verdict

Financiële ethiek

https://www.youtube.com/watch?v=v_yrWQ7JW64
Debat tussen Luyendijk en Ruding

Complottheorieën

Periode 4

PWS-review

Alle leerlingen volgen deze module.

 

Deze module dient om je een beter beeld te geven wat er van je wordt verwacht bij het profielwerkstuk en hoe je een goed of een slecht profielwerkstuk maakt.

We leggen tijdens les 1 kort uit wat de uitgangspunten zijn van het PWS, en dat jullie oude profielwerkstukken gaan reviewen met je beoogde groep voor het PWS van 3 leerlingen.

Tijdens de 2e les ga je zelf een profielwerkstuk met behulp van een rubric beoordelen.

Tijdens de 3e en 4e les ga je de bevindingen van je individuele PWS samenbrengen met de bevindingen van je andere groepsleden en ga je zorgen dat er samenhang in het inzicht komt wat er nu goed is aan een PWS en wat niet. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het eindproduct (de presentatie) alleen een samenvoeging is van de 3 individuele reviews, maar dat er iets ontstaat dat overkoepelende inzichten geeft. Belangrijk is dat je daarbij een paar treffende voorbeelden over de verschillende PWS'en gebruikt. Een presentatie waarbij eerst het ene PWS besproken wordt en daarna de andere etc. is onvoldoende.

Tijdens de 5e les presenteer je je bevindingen in maximaal 5 minuten. Je wordt na 5 minuten afgekapt.

Om de groepen werkbaar te houden werken we tijdens les 1 en les met de stamklas. Tijdens les 3 en les 4 maken we 3 deelgroepen (A, B en C) op basis van de gemaakte groepen. Er kan niet vanwege roosters of andere afspraken van deelgroep gewijzigd worden omdat anders er niet genoeg tijd is voor de presentaties.

Tijdens deze module ga je oude profielwerkstukken reviewen. Je werkt met groepen van 3.

Ieder van de groep kiest een ander profielwerkstuk om te beoordelen. Dat doe je met behulp van de nakijkrubric (die docenten ook gebruiken).

Tijdens les 1 krijg je uitleg

Tijdens les 2 ga je het door jou gekozen PWS lezen en beoordelen (dit doe je individueel)

Tijdens les 3 en 4 ga je samen met jou groep de bevindingen van de drie profielwerkstukken op een rijtje zetten en daar 1 geheel van maken. Let op: presentaties die eerst PWS 1 bespreken, daarna PWS 2 en daarna PWS 3 en geen overkoepelende inzichten bieden zijn onvoldoende.

Tijdens les 5 ga je in 5 minuten jullie inzichten van de review presenteren. Na 5 min word je afgekapt.

Heelal

Onderzoeksvoorstel

Opdracht Onderzoeksvoorstel AWO

Je hebt in de afgelopen periode een inkijk gekregen in het proces wetenschap. Onderzoek vindt plaats nadat er een onderzoeksvoorstel is geschreven. Jullie gaan aan het einde van het jaar ook een plan van aanpak maken voor je profielwerkstuk. Deze module dient ter voorbereiding daarop.

Je gaat een kort onderzoeksvoorstel schrijven. Voor dit onderzoeksvoorstel krijg je de keuze uit twee contexten, maar je mag ook een eigen onderwerp kiezen (bijvoorbeeld waar je voor je PWS aan denkt).

Jouw onderzoeksvoorstel moet voldoen aan het bovenste gedeelte van het zandlopermodel (wordt uitgelegd in les 1), en er moet uit blijken dat je in staat bent een thema van een voor iedereen begrijpelijk niveau te verdiepen tot een specifiek onderzoek. De bron die jullie krijgen dient als het startpunt voor een literatuuronderzoek. Je zult daar enkele passende bronnen zelf bij moeten zoeken. Op basis van jouw literatuuronderzoek komt er een logische onderzoeksvraag en een hypothese die ook zijn basis vindt in de besproken literatuur. Daarmee is deze module een voortzetting van de module literatuuronderzoek.

Vervolgens moet je een korte methode beschrijven die jouw onderzoeksvraag onderzoekt. Dat betekent dat je bij het opstellen van je onderzoeksvraag ook al moet nadenken over een methode. Voor die methode mag je groot denken, mits je maar beschrijft wat je nodig hebt en waarom. Heb jij 200 proefpersonen nodig en een duur apparaat, alles mag. Je moet wel kunnen beargumenteren waarom je dat nodig hebt. Originaliteit is een belangrijk criterium, evenals de verzorgdheid van het voorstel. Zorg dat je plan VWO niveau heeft. De diepgang die je bereikt is grotendeels afhankelijk van hoe goed je zelf goede bronnen vindt en deze verwerkt. Tenslotte is het belangrijk dat je in je inleiding glashelder maakt waarom jouw onderzoek belangrijk is om uit te voeren.

Beoordeling

Onderzoeksvoorstellen dienen ervoor om geld binnen te halen voor je onderzoek. We doen alsof er €1.000.000 te verdelen is. Voor de vorm gaan we ervan uit dat ieder voorstel om €500.000 vraagt. Zodra de onderzoeksvoorstellen af zijn gaan we ook elkaars voorstellen beoordelen. De docenten beoordelen je voorstel ook. De beste 2 onderzoeksvoorstellen winnen een kadobon van €30,-. Bij twijfel hebben de docenten een doorslaggevende stem. De docenten bepalen ook of het voorstel het minimale niveau heeft behaald (of je dus de studiepunten krijgt).

Omvang

Er is een maximum voor deze opdracht van 1000 woorden. Dat komt ongeveer overeen met 2 A4’tjes. Dat betekent dat je geen onzin moet opschrijven want dat gaat qua ruimte ten kosten van interessante dingen. Wij lezen niet verder dan pagina 2. De bronvermelding mag op pagina 3.

Criteria voor beoordeling:

  • Wetenschappelijke verantwoording van onderzoeksvraag en hypothese
  • Wetenschappelijk niveau onderzoeksvraag
  • Volledigheid van beschreven methode
  • Verantwoording maatschappelijk nut van het onderzoek
  • Originaliteit

 

Voorbeeldcontexten

De twee contexten hieronder kun je gebruiken. Ze dienen er vooral voor dat je niet twee weken nodig hebt om te bedenken waar je je onderzoeksvoorstel over gaat schrijven. Als je deze kiest moet je wel zorgen dat je je onderzoeksvraag en methode binnen deze context zo origineel mogelijk maakt.

Context 1

Boosting medical diagnostics by pooling independent judgments – Kurvers et al. 2016 – Proceedings of the National Academy of Sciences.

Context 2

Easy money or a golden pension? Integrating economics and psychology. Popular Science background of the Nobel Prize of Economics 2017 – The Royal Swedish Academy of Sciences.

 

Formulier beoordeling voorstellen

Deze module heeft twee delen. We beginnen met een theoretische basis en het kijken naar de documentaire 'Do you trust this computer?'.

Die theoretische basis sluiten we tijdens het begin van de 2e les af. Leerlingen die daar goed genoeg op scoren (6 of hoger) gaan door naar de praktische opdracht.

Voor het theoretische gedeelte moet ook stof van een website gelezen worden. Het betreft de bron (Tutorial AI) hieronder tot het stuk over 'The Structure of Intelligent Agents'.

 

 

 

Tutorial AI

Tutorial Machine Learning in R

Leerdoelen

Je leert onderscheid maken tussen bruikbare en niet bruikbare bronnen.

Je leert de invloed van de status en achtergrond van de auteur op de betrouwbaarheid van bronnen inschatten.

Je leert wat goede plekken zijn om bronnen te vinden en wat niet.

Je leert bronnen ordenen binnen een thema en op basis daarvan overeenkomsten en hiaten tussen bronnen opstellen.

Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen meenemen in een samenvatting van verschillende bronnen.

Je kunt uit een bronnenonderzoek een logische onderzoeksvraag opstellen.

 

SLU: 8 (2 lesuren en 6 uur zelfstandig werken)

Lessen

We gaan meer lessen inruimen voor deze module dan vorig jaar. Hoeveel weten we nog niet precies.

De lessen zullen steeds bestaan uit het bespreken van jouw werk.

Opdrachten

Je gaat een literatuuronderzoek uitvoeren over 1 van de volgende onderwerpen.

  • vaccinatieproblematiek
  • migratie en het effect op de maatschappij
  • de status van de 'planeet' Pluto
  • de vrijheid van onderwijs (geloof, christelijke scholen t.o.v. openbare scholen)
  • Flexibilisering van onderwijs (wat zijn nu de echte voor- en nadelen uit de literatuur)
  • stikstofproblematiek
  • klimaatverandering

Deze onderwerpen zijn gekozen omdat er menigsverschillen over bestaan en dus een verscheidenheid aan bronnen en diverse bronnen die bullshit bevatten.

Dat literatuuronderzoek heeft als eindpunt een onderzoeksvraag die logisch is op basis van het door jou uitgevoerde literatuuronderzoek. Dat kan te maken hebben met overeenkomsten die je tussen bronnen hebt gevonden of juist verschillen, of juist delen van het onderwerp die niet in de bronnen aan de orde komen. Je wordt geacht buiten de lessen per persoon 6 uur werk te steken in deze opdracht. Verdeel dit ongeveer in 4 uur voor het eerste bespreekmoment (zie lessen) en 2 uur daarna. Je wordt geacht in deze tijd een hoog niveau te halen. 4 uurtjes wikipedia lezen en dan een mooi copy-paste verhaal is zonde van je tijd want dat is niet goed genoeg (zie ook rubric). Je wordt geacht minstens 10 serieuze bronnen te gebruiken.

 

Mogelijke criteria om je bronnen op te beoordelen (er zijn er meer):

  • expertise van auteur (heeft de auteur ook echt aantoonbaar kennis van zaken hiervan)
  • recentheid van bron
  • Worden er in de bron naar ondersteunende bronnen verwezen
  • is het medium waar de bron in staat gekleurd/partijdig?
  • Heeft de auteur een belang bij het onderwerp (een tabaksfabrikant zal anders schrijven over sigaretten dan een arts)
  • worden er gegevens in de bron gebruikt (en waar die vandaan komen)
  • staat de auteur ook open voor tegenargumenten

 

 

Rubric

Je leert onderscheid maken tussen bruikbare en niet bruikbare bronnen.

Je leert de invloed van de status en achtergrond van de auteur op de betrouwbaarheid van bronnen inschatten.

Je leert wat goede plekken zijn om bronnen te vinden en wat niet.

Je leert bronnen ordenen binnen een thema en op basis daarvan overeenkomsten en hiaten tussen bronnen opstellen.

Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen meenemen in een samenvatting van verschillende bronnen.

Je kunt uit een bronnenonderzoek een logische onderzoeksvraag opstellen.

Uit het ingeleverde werk moet duidelijk zijn dat er voldoende tijd in deze opdracht is gestoken en het niveau van de uiteindelijke samenvatting en nieuwe onderzoeksvraag is op 5-vwo niveau.

Speeches

Als je informatie wilt overbrengen moet je verhaal in orde zijn, naast natuurlijk de inhoud. Wij hebben in Nederland geen cultuur van redevoeringen (wat we elke twee weken kunnen zien tijdens de verschrikkelijke persconferenties van Hugo de Jonge).

Het brengen van een goed verhaal d.m.v. een speech is een vaardigheid die je veel kan brengen, of dat nu een wetenschappelijke voordracht is, een speech om je team te overtuigen van een bepaalde strategie, op een bruiloft een goede speech neer te zetten, of om juist op een uitvaart de juiste snaar te raken.

Het doel van deze module is dat je

- weet welke elementen goede speeches bevatten

- dat je oefent met het schrijven en voordragen van een speech en merkt dat dit echt een andere vorm is dan een betoog of beschouwing

Voor de module ‘Speeches’ gaan jullie een eigen speech schrijven. Vanwege het feit dat het bedenken van een onderwerp voor een speech best lastig kan zijn, geven we jullie het onderwerp: de strijd tegen het coronavirus. Je gaat je proberen te verplaatsen in de toekomst. Wanneer de coronacrisis achter de rug is blikken jullie, als (fictief) leider van Nederland, terug op de moeilijkheden, de pijn en het verlies dat de burgers van Nederland hebben moeten doorstaan, maar kijken jullie ook vooruit en wijzen jullie de weg naar een betere toekomst. Het is belangrijk dat je in jouw speech zoveel mogelijk de verbinding probeert te zoeken met alle doelgroepen in de samenleving, zodat alle burgers van Nederland ook echt achter jou gaan staan, en vertrouwen in jou hebben als leider. De speech die jullie geschreven hebben gaan jullie uiteindelijk ook voordragen.

Twee aspecten

Voor het schrijven en voordragen van een speech zijn twee dingen belangrijk:

  1. De tekst zelf: deze moet inspirerend en motiverend zijn. Het is dus heel wat anders dan het schrijven van een betoog, waarin je rationeel (met behulp van argumenten) mensen probeert te overtuigen. Een speech moet mensen ook raken in hun gevoel, en er kunnen bijvoorbeeld ook herhalende boodschappen in zitten (denk aan I have a dream van Martin Luther King). Om je voor te bereiden op het schrijven van een speech gaan jullie een aantal bekende speeches analyseren (deelopdracht 1).

  1. Het overbrengen van de speech: niet alleen de tekst is natuurlijk belangrijk. Het gaat ook over de wijze waarop je de speech overbrengt; lichaamstaal en intonatie spelen hier een belangrijke rol. Ben je een leider die vol passie en met luide stem spreekt of ben je een leider die met zachte stem vooral verbinding zoekt en betrouwbaarheid wil uitstralen? Ben je een leider die zekerheid uitstraalt en vooral mensen wil aanmoedigen of ben je een leider die ook kwetsbaarheid laat zien en ruimte overlaat voor onzekerheid? Om te bestuderen hoe bekende leiders van nu dit doen, gaan jullie een aantal (fragmenten) van speeches (over het coronavirus) bestuderen op lichaamstaal en intonatie van: Rutte, Merkel, Johnson en Trump (deelopdracht 2).

  • In de eerste les gaan jullie speeches bekijken en analyseren (zie Teams).

  • In de tweede les gaan we de analyse van de speeches klassikaal bespreken en werken jullie alvast aan de eerste versie van de speech. Op vrijdag 21 mei moet de eerste versie van de speech zijn ingeleverd.

  • In de derde les gaan jullie de definitieve speech schrijven en is er tijdens de lessen ruimte voor vragen en bespreking van de eerste versie van jullie speeches.

  • Op vrijdag 4 juni moet de definitieve versie van de speech worden ingeleverd.

  • Presentatie speech: denken we nog even over na (mogelijk via Teams).

Amanda Gorman - The Hill We Climb

Hele jaar door

Lezingenserie

Organisatie

Gedurende het jaar zullen er geregeld op de vrijdagmiddag lezingen georganiseerd worden door sprekers van buiten school. Dit zullen sprekers zijn uit verschillende disciplines van de wetenschap. Er wordt gestreefd om elke maand een lezing te organiseren, waardoor er ongeveer 10 lezingen zullen plaatsvinden. Door het merendeel van de lezingen bij te wonen (de helft +1) en daar voor jezelf een document over bij te houden wat voor inzichten deze lezingen jou hebben gegeven kun je studiepunten verdienen.

De exacte details hierover volgen zodra we die hebben.

Non-fictieboek

Voor de verschillende talen moeten jullie allerlei boeken lezen. Dat zijn altijd fictieboeken. Er zijn echter ook hele interessante non-fictieboeken en biografieën. Voor deze module mag je zo'n boek lezen en kun je daar studiepunten voor krijgen. Het aantal punten hangt af van het boek. Het maximum is in principe 6 punten.

Jij moet over jouw boek een uitgebreide samenvatting maken in je eigen woorden, en uitleggen welk inzicht dit boek jou heeft gegeven. Overleg van tevoren met docenten welk boek je wil lezen. Weet je geen boek maar wil je wel iets lezen? Wij hebben vast ideeën.

Datacamp

Science vlog