In deze les doorloop je zelfstandig lesmateriaal en ga je werken aan opdrachten uit je werkboek. Aan het eind van de les schrijf je een korte reflectie op hoe jij het vond om deze les op deze manier te maken.
Als het goed is weet je na deze les wat reflecteren, supervisie en intervisie zijn, heb je verschillende meetinstrumenten van kwaliteit opgezocht en hier een opdracht over gemaakt en ingeleverd.
Kwaliteit meten
"Kwaliteit is de mate waarin de daadwerkelijk verleende zorg overeenkomt met wat men wenselijk vond”. Of er kwaliteit van zorg is kan dus heel subjectief zijn. Wat jij goede kwaliteit vindt, hoeft de buurman weer geen kwaliteit te vinden.
Kwaliteit moet je meten. Je vergelijkt dan de kwaliteit die gewenst was met de kwaliteit die gegeven is.Daarvoor is het belangrijk dat de gewenste kwaliteit heel goed beschreven staat (bijvoorbeeld in een zorgplan).
Stappenplan
Om kwaliteit te meten of een probleem uit te zoeken, kun je een stappenplan gebruiken, bijvoorbeeld:
O Probleem?
O Wat willen we bereiken?
O Hoe is het nu?
O Welke acties nodig?
O Verbeteringen doorvoeren
O Resultaten evalueren
O Resultaten borgen
Cirkel van Deming
De cirkel van Deming is ook een methode om zorg- en begeleidingsprocessen mee te kunnen verbeteren. Je hebt vast wel eens gehoord van Plan-Do_Check-Act.
- Je maakt eerst een plan, waarin je beschrijft wat het probleem is en hoe je de doelstellingen wilt gaan toetsen (dus hoe bepaal je wanneer een doel behaald is en met welke termijn?)
- Dan ga je het uitvoeren (Do). Je baseert je activiteiten op de doelen die er gesteld zijn.
- Daarna doe je de Check. Je beoordeelt of de doelstellingen behaald zijn.
- Tot slot doe je de Act. Je stelt je plan bij omdat het toch anders is gelopen dan je dacht (dat is meestal zo). En dan begin je weer van voren af aan; je kunt dit model dus steeds blijven gebruiken.
Kijk goed naar het filmpje en beantwoord dan de vraag.
Welke kwaliteit van zorg is verbeterd
Interne kwaliteitsbewaking
Je kunt als afdeling of instelling bij elkaar controleren hoe het met de kwaliteit gesteld is die je levert. Dit kun je doen via: zorgvragerbespreking, intercollegiale toetsing (als collega's onder elkaar), kwaliteitsgroepen (bijvoorbeeld op gebied van hygiëne), verbetercommissies (een commissie gaat zich buigen over hoe we contact met mantelzorgers kunnen verbeteren bijvoorbeeld). Je noemt dit monodisciplinair, er komt dus niemand van buiten bij kijken.
Externe kwaliteitsbewaking
Bij externe kwaliteitsbewaking komen er mensen van buitenaf bekijken hoe de kwaliteit in de instelling of op de afdeling is. Beoordeling van de kwaliteit gebeurt dus door niet-verzorgenden. Voorbeelden:
-IGZ
-Zorgverzekeraars
-Clientenorganisaties en –verenigingen
-ZorgKaart Nederland
-MIP, MIM, FOBA, FONA
-Medisch-ethische commissies
-Klachten commissie
Keurmerken
Als zorginstelling kun je een kwaliteitskeurmerk krijgen. Je moet dan aan bepaalde voorwaarden van kwliteit voldoen. Voorbeelden hiervan zijn:
OHKZ/ISO, gouden zilveren en bronzen keurmerken, Planetree, Prezo, kwaliteitsregister
Wat is Planetree?
Planetree
Hulpmiddelen bij het meten van kwaliteit
Om kwaliteit te kunnen meten van zorg, kun je een aantal hulpmiddelen gebruiken:
-SMART
-Visgraatdiagram
-Pareto-analyse
-Sterkte-zwakte analyse
-Checklist
In je boek vind je deze hulpmiddelen vanaf blz. 162. Je kunt deze gebruiken om de volgende opdracht mee te maken.
Opdracht.
Visgraatdiagram
Maak een groepje van 2-3 mensen en maak samen de volgende opdracht. Als je klaar bent, mail je de opdracht naar je docent. Je krijgt dan een antwoordmodel terug.
Casus.
Mevrouw Anholt is gisteren opgenomen in het verpleeghuis, omdat zij na een operatie nog niet in staat is zelfstandig thuis te wonen. Mevrouw heeft last van duizeligheid door de nieuwe medicijnen die de arts haar heeft voorgeschreven voor haar hoge bloeddruk. Omdat zij veel vocht vasthoudt krijgt ze tevens Lasix (= een vochtafdrijvend middel). Mevrouw ligt nog veel in bed en heeft hulp nodig bij mobiliseren.
Nadat het bezoek aan het einde van de middag is vertrokken, belt mevrouw omdat zij nodig naar het toilet moet. Er verstrijken enkele minuten zonder dat er een verzorgende komt. De verzorgenden zijn op dat moment namelijk druk bezig met het uitdelen van het eten en de medicijnen.
Mevrouw besluit om dan maar zelf te gaan, want ze heeft hoge nood. Omdat het bed nog in een hoge stand staat, probeert ze met een sprongetje uit bed te komen. Door duizeligheid wankelt ze. Ze probeert haar evenwicht terug te krijgen door haar linker voet naar voren te zetten. Deze glijdt echter weg op de gladde vloer. Mevrouw valt voorover met haar hoofd op een in de weg staande stoel en belandt uiteindelijk languit op de vloer. Ze wordt na 5 minuten gevonden door een verzorgende die eindelijk tijd had om op de bel te reageren.
Opdracht.
Maak met je groepje een analyse volgens het visgraatdiagram en kom tot een concrete formulering van het probleem. Je mag zelf sub-oorzaken er bij bedenken (dat zijn mogelijke andere oorzaken die met het probleem te maken hebben).
Standaarden en protocollen
Een standaard is een beschrijving van hoe een situatie of handeling zou moeten zijn. Dus de wenselijke situatie.
In een protocol liggen de afspraken vast. Het gaat hierbij om het doel van de situatie of handeling en de manier waarop je ze uit moet voeren.
Reflecteren
Door te reflecteren kun je kritisch en doelgericht kijken naar je eigen houding en handelen.
Daar kun je iets van leren.
Waarom doe ik wat ik doe?
Wat kan ik verbeteren?
Supervisie en intervisie
Supervisie: je functioneren met iemand anders beoordelen.
Supervisor heeft meer deskundigheid of ervaring en kan jou begeleiden.
Je wordt je samen bewust van jouw gedachten en gevoelens tijdens je werk.
Intervisie
Met collega’s elkaars functioneren bespreken, bijvoorbeeld via de Incidentmethode.
Je bekijkt een probleem of situatie vanuit verschillende invalshoeken.
Een vraag hierbij kan zijn: Waarom doe jij het op deze manier?
Het doel is dat je samen verder komt in jullie werk, of samen afstemt hoe je een bepaald probleem aanpakt.
Opdracht.
Schrijf een reflectie op deze les en beantwoord daarin de volgende vragen:
- Wat vond je van deze les en waarom?
- Hoe voelde je je tijdens deze les?
- Zou je een les nog een keer op deze manier willen volgen?
Mail je reflectie naar de docent.
Einde van de les
Je bent aan het eind van deze les gekomen. Je kunt nu verder werken aan opdracht 1 t/m 7 op blz. 152-155 in je praktijkboek. We bespreken de vragen volgende les na.
Het arrangement Kwaliteitsmeetmethoden en reflecteren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Esther Donkers
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-03-19 12:55:24
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
