De Rederijkers

De Rederijkers

Inleiding

zo zag een gilde bijeenkomst er dan uit
zo zag een gilde bijeenkomst er dan uit

Overal in Nederland werden rederijkerskamers opgericht tegen het einde van de middeleeuwen. Rederijkerskamers waren verenigingen van groot naar klein gevuld met mensen die van literatuur hielden, zo’n vereniging werd ook wel een gilde genoemd. En zij spraken meestal een keer per maand af om een gedicht te schrijven over een opgegeven onderwerp. Het gedicht, dat aan zeer strenge regels moest voldoen. Was vaak heel kunstzinnig gemaakt. En bij deze bijeenkomsten werden de gedichten van de vorige opdracht dan ook weer voorgelezen aan de prins van het gezelschap (een soort van voorzitter). En wie zich niet aan de regels hield moest een boete betalen of werd zelfs uit het gilde gezet.

De Theorie

Wie waren de Rederijkers?

dit is een voorbeeld van een rederijkerszegel, een soort van logo van vroeger
dit is een voorbeeld van een rederijkerszegel, een soort van logo van vroeger

De eerste Nederlandse rederijkerskamers ontstonden in Vlaanderen. En de eerste zo ver bekende kamer had de naam ‘Alpha en Omega’ en kwamen uit Leper. Pas na de val van Antwerpen (1585) begonnen de rederijkerskamers echt populair te worden in Holland. Maar niet iedereen was blij met de rederijkers in het begin. Als je te kritisch was werd je immers opgepakt door de Spaanse bezetters. Hierdoor vluchtte er veel schrijvers naar het noorden van Nederland. Pas aan het einde van 15de eeuw werden er weer meer kamers opgericht. Deze gezelschappen hadden veel culture en maatschappelijke macht gekregen over de jaren in Vlaanderen. Dus later volgden ook de provincies Brabant, Zeeland en Nood-/Zuid-Holland. Iedereen die iets te maken had met literatuur of er een grootte interesse in had werd lid van een rederijkerskamer. Er werden dichterswedstrijden gehouden. En iedereen in een kamer deed mee. Het was de grootste eer om te winnen.

waar komt de term 'Rederijkers' vandaan

De term ‘Rederijkers’ komt van het Oudgriekse woord ῥήτωρ, rhêtôr, 'spreker', 'leraar'. De oude Nederlandse spelling is rhetorica, wat nu als retorica word gespeld. Dit betekend letterlijk ‘redenaarskunst’ of ‘welsprekendheid’ wat staat voor de kunst van het spreken in het openbaar. Dit komt dus overheen met wat ze daadwerkelijk doen.

Waar zaten de Rederijkers?

De rederijkers zijn begonnen in Vlaanderen in de stad Leper, en later naar de Brabant, Zeeland en Noord-/Zuid-Holland gekomen. Oorspronkelijk komen deze soort kamers uit Frankrijk. Daar werden de leden rhétoriqueurs genoemd. De naam rederijkers komt dus ook van het Franse rhétoriqueurs. De traditie van de rederijkers word tot het heden nog hoog gehouden. Namelijk in Groningen in het K.P.G.R.V. ( Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkers Verbond) waar ze nog maandelijks als hobby bij elkaar komen. Natuurlijk zijn de regels niet zo streng als vroeger en zijn de boetes afgeschaft. Maar gedichten schrijven doen ze nog steeds.

Welke functies had je in de Rederijkerskamer?

Belangrijk voor de Rederijkers was natuurlijk het schrijven en hun liefde voor literatuur, maar ook het gevoel van een gemeenschap was heel belangrijk. Als je goede gedichten schrijft, maar niet overweg kan met de regels en de mensen in de kamer werd je alsnog verzocht om te vertrekken. Ook hadden de kamers een soort eigen monarchie (dus met een koningshuis). Je had een prins (die stond boven aan) en hij had weer ambtenaren en dan had je nog weer de minderen, de mensen die alleen maar gedichten schreven en geen organiserende taak hadden binnen de kamer. 

Landjuweel?

Een landjuweel was een wedstrijd in het schrijven en spelen van toneel, waaraan rederijkers met een uitnodiging mee mochten doen. Deze rederijkerskamers kwamen uit verschillende gewesten. Landjuwelen waren erg feestelijk en konden soms weken duren, ze bestonden uit zeven wedstrijden.

Deze wedstrijden werden gehouden als een soort spel.

Wie won moest de volgende wedstrijd organiseren. De hoofdprijs van een landjuweel was een zilveren schaal (of een beker) die de organiserende kamer had laten maken. Met de eerste wedstrijd in een landjuweel kon er één schaal worden verdiend, met de tweede twee schalen, enzovoort, tot zeven dus. Op landjuwelen en andere wedstrijden kwamen verschillende literaire genres aan bod.

De rederijkers organiseerden vaak een wedstrijd rond een centrale vraag, een zinne, bijvoorbeeld: ‘Wat zet de mens het meest tot de kunsten aan?’ of ‘Wat is de beste troost voor een stervende?’ De kamers moesten dan met een toneelstuk, een spel van zinne, een antwoord geven.

Het landjuweel dat de rederijkerskamer De Violieren in augustus 1561 in Antwerpen organiseerde, werd het beroemdste landjuweel. Veertien kamers namen deel en trokken bij de intrede in feestelijk kostuum, met muziek en zang, vergezeld van tientallen praalwagens door de stad. De leden van de rederijkerskamer De Heybloemkens(Turnhout) zongen bij de intocht een lied ter ere van De Violieren. Dit was voorlopig het laatste grote landjuweel want niet lang na 1561 barstten in noord en zuid de godsdiensttwisten los. Alle latere wedstrijden waren veel kleinschaliger. De laatste vermeldenswaardige rederijkerswedstrijd, een refreinfeest, vond plaats in Mechelen in 1620. Maar toen was het accent eigenlijk al naar het noorden verschoven.

bekende gedichten uitgevoerd door de Rederijkers

Een aantal dichtvormen die de rederijkers beoefenden op een rijtje:

 

Naamdicht/acrostichon: De beginletters van de opeenvolgende strofen vormen de naam van de persoon aan wie het gedicht is opgedragen.

 

Rondeel: Gedicht dat (meestal) bestaat uit acht regels. In het gedicht worden twee rijmklanken gebruikt. De eerste, vierde en zevende regel zijn gelijk en de tweede en achtste regel zijn gelijk.

 

Refrein: Elke strofe bestaat uit minstens acht regels en alle strofen eindigen met dezelfde regel. De stock (de zelfde regel aan het eind) drukt het thema uit van het gedicht. De laatste strofe is ook bijzonder. Deze is korter en bevat een envoi of prinsenregel. Een envoi is een opdracht aan de voorzitter van de rederijkerskamer die prins wordt genoemd.

 

Retrograde: De woorden of zinnen kunnen van voren naar achteren en van achteren naar voren gelezen worden.

 

Palindroom: De letters kunnen van voren naar achteren en van achteren naar voren gelezen worden.

 

Ketendicht: De regels worden aan elkaar geketend door middel van een rijmwoord.

 

Schaakbord: Op elk veld van het schaakbord staat een versregel, dit geeft dus 64 versregels. Het schaakbord is op meerdere manieren te lezen en levert maar liefst 38 balladen op. Een ballade is een verhalend lied in de vorm van een gedicht.

Opdrachten

1.  Wie zijn de rederijkers en waar komen ze vandaan?

 

2.  Zoek op internet twee hedendaagse kamers en de steden waar ze aan gebonden zijn.

 

3.  Welke functies had je in de Rederijkers kamers?

 

4.  Waarom heten Rederijkers de Redenrijkers?

 

5.  Hoe verloopt een landjuweel?

 

6. Schrijf een naamdicht van je eigen naam. Je zet bij elke letter van je naam 1 zin. Voorbeeld: de naam Pim. (het hoeft niet perze te rijmen, wel moet elke zin beginnen met de volgende letten van de naam)

Pas op waar je loopt                                                                                                                                                                             

In een naaktslak stappen wil niet                                                                                                                                                     

Met slijmerige voeten lopen  

  • Het arrangement De Rederijkers is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Maxime Wendt Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-05-08 15:33:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    literatuur uit de middeleeuwen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.