Landjuweel?

Een landjuweel was een wedstrijd in het schrijven en spelen van toneel, waaraan rederijkers met een uitnodiging mee mochten doen. Deze rederijkerskamers kwamen uit verschillende gewesten. Landjuwelen waren erg feestelijk en konden soms weken duren, ze bestonden uit zeven wedstrijden.

Deze wedstrijden werden gehouden als een soort spel.

Wie won moest de volgende wedstrijd organiseren. De hoofdprijs van een landjuweel was een zilveren schaal (of een beker) die de organiserende kamer had laten maken. Met de eerste wedstrijd in een landjuweel kon er één schaal worden verdiend, met de tweede twee schalen, enzovoort, tot zeven dus. Op landjuwelen en andere wedstrijden kwamen verschillende literaire genres aan bod.

De rederijkers organiseerden vaak een wedstrijd rond een centrale vraag, een zinne, bijvoorbeeld: ‘Wat zet de mens het meest tot de kunsten aan?’ of ‘Wat is de beste troost voor een stervende?’ De kamers moesten dan met een toneelstuk, een spel van zinne, een antwoord geven.

Het landjuweel dat de rederijkerskamer De Violieren in augustus 1561 in Antwerpen organiseerde, werd het beroemdste landjuweel. Veertien kamers namen deel en trokken bij de intrede in feestelijk kostuum, met muziek en zang, vergezeld van tientallen praalwagens door de stad. De leden van de rederijkerskamer De Heybloemkens(Turnhout) zongen bij de intocht een lied ter ere van De Violieren. Dit was voorlopig het laatste grote landjuweel want niet lang na 1561 barstten in noord en zuid de godsdiensttwisten los. Alle latere wedstrijden waren veel kleinschaliger. De laatste vermeldenswaardige rederijkerswedstrijd, een refreinfeest, vond plaats in Mechelen in 1620. Maar toen was het accent eigenlijk al naar het noorden verschoven.