OEFENING - Hoofdgedachte
Oefening met verschillende teksten waarbij je de hoofdgedachte van de tekst moet aangegeven.
Nog een keer de uitleg in een filmpje:
Deelonderwerp
Deelonderwerpen en tussenkopjes
A Deelonderwerp
Een tekst heeft naast een onderwerp vaak ook deelonderwerpen. Een deelonderwerp is een onderdeel van het onderwerp.
Zo kan een tekst over natuurgeweld verdeeld zijn in de vier deelonderwerpen: overstromingen, aardbevingen, orkanen en vulkaanuitbarstingen. Bij een nieuw deelonderwerp begint vaak een nieuwe alinea. Een deelonderwerp kan echter zo uitgebreid worden besproken, dat er meer dan één alinea aan wordt besteed.
Hoe kun je het deelonderwerp vinden?
Het onderwerp van een tekst kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele tekst over gaat. Het deelonderwerp (van een alinea) kun je vinden door jezelf de vraag te stellen waar de hele alinea over gaat. Het antwoord is dan het deelonderwerp. Dit noteer je altijd in één of een paar woorden, dus niet in een zin.
Waar staat het deelonderwerp?
Voordat je op zoek gaat naar deelonderwerpen, moet je de tekst eerst verdelen in een inleiding, een kern en een slot. Deelonderwerpen staan alleen in de kern van een tekst. De inleiding en het slot hebben nooit een deelonderwerp.
Vaak staat het deelonderwerp al in de eerste zin van een alinea.
B Tussenkopje
Wat is een tussenkopje?
Een tussenkopje is een titel van een alinea. Het maakt duidelijk waar de alinea over gaat, net als de titel boven de hele tekst duidelijk maakt waar de hele tekst over gaat. Een tussenkopje geeft vaak aan wat het deelonderwerp van de alinea is.
Hoe ziet een tussenkopje eruit?
Het is vaak maar één woord. Het deelonderwerp kan heel goed als tussenkopje dienen. Een tussenkopje maakt direct duidelijk waar een alinea over gaat. Het maakt het zoekend lezen (als je snel informatie in een tekst aan het zoeken bent) een heel stuk makkelijker.
Opdracht 2a
Lees oefentekst 1 nauwkeurig.
Oefentekst 1
Katten aan de dope
I Dronken bijen, hallucinerende rendieren, bedwelmde dolfijnen: wij mensen zijn niet de enige diersoort die soms onder invloed raakt van drugs. Ook bij katten gebeurt dit.
II Als een kat zijn neus in kattenkruid steekt, verandert hij direct in een ware drugsverslaafde. Zijn pupillen worden groot. Hij likt aan de bladeren en geeft de plant kopjes. Af en toe onderbreekt het dier zijn activiteit door met een lege blik in de verte te staren. Gelukzalig rolt hij vervolgens miauwend over de grond.
III Wat katten zo lekker vinden aan de plant? Kattenkruid bevat nepetalacton, een stof die de plant produceert tegen insecten. Voor katten dient de stof ook als een seksferomoon, een stof die dieren gebruiken om hun partner seksueel op te winden. Een kat die het feromoon heeft opgesnoven, vertoont het gedrag van een krols wijfje. Gek genoeg geldt dit net zo voor katers als voor poezen.
IV In een grotere hoeveelheid lijkt het kruid ook hallucinerend te werken. Katten slaan met hun poot naar muizen die verder niemand kan zien of gaan achter onzichtbare vogels aan. Ook grote katten, zoals leeuwen en tijgers, zijn vaak gek op kattenkruid.
V Toch heeft het spul niet op elke kat evenveel effect. Ongeveer dertig procent van de huiskatten is niet gevoelig voor deze drug. En wat doet het met mensen? Het kattenkruid (gewoon te koop bij elk tuincentrum) geeft bij ons geen reactie.
VI Dus als je jouw kat een keer een plezier wilt doen, weet je wat je moet kopen. bron: vrij naar Quest
Hoe ging het?
Door na te denken over hoe je de opdrachten hebt gemaakt (wat ging goed, wat kon beter?), kom je te weten wat je al wel beheerst en wat je nog niet zo goed beheerst.
Hoe doe je dit? Probeer in gedachten aan iemand uit te leggen wat je moeilijk vindt of wat je helemaal niet begrijpt. En natuurlijk vertel je ook wat je al wel snapt.
Vind je het deelonderwerp lastig? Bekijk dan de theorie opnieuw en maak de opdrachten nog eens. Grote kans dat het kwartje dan wel valt. Denk je dat je de leerstof goed onder de knie hebt? Maak dan nu onderstaande oefening.
OEFENING - Deelonderwerp
Oefening voor het bepalen van het deelonderwerp van een tekstgedeelte. Direct te controleren.
Nog een keer de uitleg van het onderwerp, de deelonderwerpen en de hoofdgedachte van de tekst in een filmpje.
Blok 2
Tekstopbouw
Goed opgebouwde teksten bestaan uit een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot.
Inleiding
In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst. Dat kan op verschillende manieren:
met een anekdote. Dit is een kort, grappig of bijzonder verhaal.
door een vraag te stellen (die de schrijver in de tekst beantwoordt)
door de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen
door te vertellen hoe de tekst is opgebouwd
door een korte samenvatting te geven van de tekst
met de mening van de schrijver over het onderwerp
door de lezer op een andere manier nieuwsgierig te maken naar de tekst
Soms bestaat de inleiding uit combinaties van deze mogelijkheden. Een ander woord voor inleiding is de 'lead'.
Middenstuk
Na de inleiding komt het middenstuk of de kern van de tekst. Hierin wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken. Om een tekst overzichtelijk te presenteren wordt een tekst vaak ingedeeld in alinea's. In iedere alinea komt een ander aspect van het onderwerp aan bod; ook wel deelonderwerpen genoemd. Deelonderwerpen zijn er om de tekst snel te begrijpen.
Van iedere alinea bevat de eerste of tweede zin of de laatste zin vaak de belangrijkste informatie. De zin met de belangrijkste informatie wordt wel de kernzin genoemd.
Slot
Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Er kan een korte samenvatting worden gegeven van de tekst. Ook kan er een conclusie worden getrokken.
Let op: bij nieuwsberichten is er vaak geen slot. In zo'n tekst vindt je de belangrijkste informatie in het eerste deel van de tekst. De rest van de tekst geeft extra informatie.
In een tekst kun je samenhangen aanbrengen door alinea's met elkaar te verbinden.
Die samenhang heet het verband in de tekst.Je kunt verbanden herkennen aan signaalwoorden.
Er zijn verschillende soorten verbanden; bij ieder soort verband horen vaak andere signaalwoorden.
Chronologisch verband
Een zins- of alineaverband dat het verloop van de tijd aangeeft. Voorbeeld
Vroeger verplaatste men zich met de koets, later werd de stoomtrein een belangrijk vervoersmiddel en nu is de auto de makkelijkste manier om je snel te verplaatsen.
Andere signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven: eerst, daarna, dan, vervolgens, later, in de toekomst, enzovoort.
Tegenstellend verband
Er is sprake van een tegenstelling tussen zinnen of alinea's. Voorbeeld
In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
Een tegenstellend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: maar, toch, echter, integendeel, daar staat tegenover, enerzijds ... anderzijds, enzovoort.
Opsommend verband
Bij een opsommend verband worden een aantal zaken achter elkaar opgenoemd. Voorbeeld
Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en tenslotte kijk ik nog een half uurtje televisie.
Een opsommend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, tenslotte, ook, niet alleen ... maar ook, verder, nog, daarnaast, zowel ... als ..., enzovoort.
Oorzakelijk verband
Bij een oorzakelijk verband heb je te maken met een oorzaak en een gevolg. Voorbeeld
Door de hevige regenval was een deel van de weg afgesloten.
Een oorzakelijk verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: door, doordat, ten gevolge van, daardoor, zodat, waardoor, enzovoort.
Tekst
Lees de volgende tekst goed door. Beantwoord daarna de vragen.
Leren kan in de droomslaap, maar niet in de diepe slaap
Hersenwetenschap
Leren terwijl je slaapt, wie droomt daar nu niet van? Het kan, wijst onderzoek uit, maar alleen in de lichtere fases van de slaap.
Slapen is onmisbaar voor een goed werkend geheugen, maar wat er dan tijdens de slaap gebeurt? Daarover breken hersenonderzoekers zich al decennia het hoofd. De Franse hersenonderzoeker Thomas Andrillon en zijn collega’s ontdekten dat nieuwe herinneringen zelfs tijdens de slaap gevormd kunnen worden. Of dat gebeurt, hangt af van de fase van slaap. Als de proefpersonen diep in slaap waren, werden hun herinneringen juist onderdrukt, schrijven de onderzoekers dinsdag in Nature Communications.
De Franse onderzoekers speelden geluidsfragmenten van een paar seconden af terwijl ze een nacht lang de hersenactiviteit maten van hun twintig slapende proefpersonen. Het geluid bestond ofwel uit alleen witte ruis, of uit witte ruis met daarin een repeterend patroon dat moeilijk te horen was. Voor het naar bed gaan hadden de slapers geleerd die repeterende geluiden te herkennen.
Tijdens het slapen verandert onze hersenactiviteit volgens een vast patroon: je hebt de rem-slaapfase, waarin we dromen, en de non-rem-fase, waarin we diep slapen (zie inzet). De slapende deelnemers kregen in elke slaapfase nieuwe repeterende ruisfragmenten te horen, afgewisseld met ‘lege’ witte ruis. Na het ontwaken kregen ze alle stukjes geluid én nieuwe fragmenten, door elkaar gehusseld, weer te horen.
Na het ontwaken herkenden proefpersonen fragmenten die waren afgespeeld tijdens de rem-slaap of tijdens het eerste, lichtere deel van de non-rem-slaap beter en sneller dan nieuwe geluidsfragmenten, en even goed als de fragmenten die ze hadden gehoord toen ze nog wakker waren. Maar de fragmenten die ze hadden gehoord in de diepe niet-rem-slaap herkenden ze niet. Er leek wel iets gebeurd te zijn tijdens de diepe slaap, want de proefpersonen konden die fragmenten daarna juist moeilijker leren herkennen dan nieuwe.
Het was al bekend dat je je na een nacht goed slapen sneller en beter een eerder geleerde pianoriedel of een lijst met woordparen kunt herinneren dan wanneer je niet hebt geslapen. Maar of het mogelijk is om slapend nieuwe dingen te leren, was nog weinig onderzocht. Sommige studies constateerden dat het niet kan, omdat het brein terwijl we slapen bezig is opgedane indrukken te ordenen, versterken of laten verdwijnen.
Het nieuwe onderzoek laat zien dat het van de slaapfase afhangt. Het ging trouwens louter om perceptueel leren: herkennen, categoriseren. En vorig jaar beschreef Andrillon dat mensen die duttend woordjes hoorden, die na het ontwaken niet beter herkenden dan nieuwe woorden. Maar hij zag in hun brein dat ze ze wel goed gecategoriseerd hadden in hun slaap.
Bron: Niki Korteweg, NRC, 8 augustus 2017
Toets: Vragen bij de tekst
Toets: Vragen bij de tekst
0%
Lees de tekst 'Leren kan in de droomslaap, maar niet in de diepe slaap'. Maak vervolgens de vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Van je docent krijg je de vragen behorende bij deze tekst.
Week 37, niveau C.
Blok 4
Tekstverbanden (2)
Redengevend verband
Het redengevend verband lijkt op het oorzakelijk verband. Het verschil is dat je bij een reden zelf een besluit kunt nemen om iets wel of niet te doen en bij een oorzaak niet.
Voorbeeld: Omdat het regent (reden), trek ik mijn regenpak aan (besluit).
Er wordt een reden tussen zinnen of alinea's aangeduid. Voorbeeld
Voor voetbalwedstrijd heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer in de week.
Een redengevend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: daarom, daardoor, omdat, want, namelijk, immers, enzovoort.
Voorwaardelijk verband
Een voorwaardelijk verband in een tekst beschrijft de voorwaarden waaronder iets gebeurt. In de zin of alinea wordt een voorwaarde genoemd.
Als er in de zin of alinea een voorwaarde wordt genoemd. Voorbeeld
Als het morgen mooi weer is, gaan we naar het strand.
Een voorwaardelijk verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: als, mits, wanneer, indien, op voorwaarde dat, tenzij, in het geval dat, enzovoort.
Concluderend verband
Een concluderend verband geeft aan dat de schrijver zijn conclusie weergeeft over het onderwerp waar hij zojuist over heeft geschreven.
Er is sprake van een conclusie tussen zinnen of alinea's. Voorbeelden
Als je komende zomer met je vrienden een week op vakantie wilt, heb je veel geld nodig; dus is het verstandig een baantje te nemen.
Jeremy wilde niet naar de dierentuin, Anke wilde niet naar het pretpark, Yorrick wilde niet naar het strand; kortom we konden het niet eens worden over wat we gingen doen.
Een concluderend of samenvattend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als: dus, daarom, kortom, concluderend, alles bij elkaar, enzovoort.
Tekst
En dan moet het carnaval nog beginnen
2 Iedere dag zijn in Brazilië duizend militairen en gezondheidswerkers op pad om de
3 verspreiding van zika tegen te gaan. De mug tiert welig door de slechte watervoorziening.
4
5 “‘Soldaten, kom alstublieft mee naar binnen, er zitten zikalarven in mijn waterton!” Een
6 oude vrouw trekt een groepje passerende militairen aan de mouw en wijst naar haar
7 bouwvallige huisje. Een geïmproviseerde brug van wiebelende planken waaronder een
8 stinkend beekje stroomt, leidt de zikabestrijdingsgroep, bestaande uit militairen en
9 gezondheidsagenten, naar haar huisje. Een „walhalla voor zikamuggen”, ziet coördinator
10 Elaine Cristini.
11
12 Drie enorme blauwe tonnen, tot de rand gevuld met water, waarvan slechts één een deksel
13 heeft, staan in de felle zon. „Stilstaand, schoon water, de perfecte broedplaats voor de
14 muggen”, zegt ze tegen de oude vrouw. Geen larve te bekennen. Uit voorzorg strooien de
15 militairen wat donkergeel antibacterieel poeder in het water waardoor eitjes, als die erin
16 zitten, meteen worden vernietigd. „Mensen kunnen het water gewoon drinken, maar de
17 bacterie wordt ermee uitgeroeid”, zegt Cristini.
18
19 Recife, hoofdstad van deelstaat Pernambuco, is in de ban van het zikavirus dat hier al
20 duizenden mensen heeft geïnfecteerd. Het virus, verspreid door de Aedes aegypti-mug,
21 gedijt in de warme, regenachtige zomer. Het wemelt van de muggen.
22
23 Inmiddels zijn in Brazilië circa 4.000 baby’s geboren met microcefalie, de afwijking die aan
24 het zikavirus wordt toegeschreven. 1.300 werden er geboren in de noordoostelijke staat
25 Pernambuco. 49 baby’s zijn mogelijk overleden aan het virus.
26
27 Gewapend met spuitbussen
28 In de wijken van Recife is een groep van zo’n duizend militairen en gezondheidswerkers
29 dagelijks bezig met de bestrijding van het virus. Op deze vroege zondagochtend springen
30 zo’n vijftig jonge militairen uit twee legervoertuigen en stellen zich op bij het gezondheids-
31 centrum van de wijk Vasco da Gama, in het noorden van de stad. Hiervandaan worden
32 vandaag ook omliggende buurten bezocht. Gewapend met twee soorten antibacterieel
33 poeder, spuitbussen en informatiefolders gaat de groep op pad. „De meeste militairen
34 komen uit Recife. Ze voelen zich betrokken, veel jongens hebben zelf zika gehad of hebben
35 geïnfecteerde familieleden. Het is fijn dat we ons kunnen inzetten voor de bevolking”, zegt
36 luitenant Fortaleza. De militairen hebben samen met de gezondheidsagenten een speciale
37 training gevolgd zodat ze weten hoe de huizen gecontroleerd moeten worden. „We deden al
38 aan denguebestrijding, maar dit is intensiever. De bewoners zijn angstig door alle berichten.
39 Tegelijkertijd is het verontrustend om te zien hoe laks mensen nog steeds zijn, want
40 voorlichting is er al tijden.” De inspectiegroep bezoekt ook de 22-jarige Juliana Diniz Silva die
41 met haar drie maanden oude zoontje Pedro boven in de wijk Nova Descoberta woont. Je
42 komt er alleen via een smalle hoge trap, bezaaid met kadavers van kleine hagedissen en met
43 hondenpoep.
44
45 Geboren met microcefalie
46 Baby Pedro is geboren met microcefalie: zijn hoofdje was bij de geboorte kleiner dan 32
47 centimeter en de kans dat hij een hersenafwijking heeft, is groot. „Hij kan gelukkig zien,
48 maar of hij kan horen, weten we nog niet”, zegt Juliana zachtjes terwijl ze de slapende baby
49 in haar armen wiegt. Hij wordt onderzocht in een speciaal ziekenhuis voor gehandicapte
50 kinderen in Recife waar onder meer zijn motoriek wordt bestudeerd en hij fysiotherapie
51 krijgt. „Of Pedro gaat lopen, weten de artsen nog niet. Alleen God kent de toekomst van mijn
52 zoontje”, zegt de jonge moeder met tranen in haar ogen. Na drie maanden zwangerschap
53 werd ze ziek. „Ik dacht dat het chikungunya was, maar nu blijkt dat het het zikavirus was. Op
54 de echo zagen de artsen al dat zijn hoofdje te klein was.”
55
56 Er zijn in Nova Descoberta al tien baby’s met microcefalie geboren. Volgens Liliana Amorim,
57 hoofd van het gezondheidscentrum, is het grote probleem de watervoorziening. „Er zijn 96
58 wijken in Recife en zeker 90 wijken hebben niet dagelijks stromend water. Er zijn wijken
59 waar maar eens in de drie of vijf dagen stromend water is. De mensen sparen het water daar
60 op in emmers en tonnen, en daar gaat het al mis.”
61
62 De gemeente rantsoeneerde het water vanwege de grote droogte in het gebied. Daardoor
63 zijn er drastische watertekorten en zijn bewoners geneigd om water op te sparen. „Worden
64 de emmers niet goed afgedekt, dan zijn dat de perfecte plekken voor muggen om eitjes te
65 leggen en op die manier het virus verder te verspreiden.”
66
67 Carnaval komt eraan
68 Als aan het einde van de middag de militairen vertrokken zijn, houden de bewoners zich
69 alweer bezig met vrolijker zaken: ze bereiden zich voor op eenbloco, een feestelijk
70 voorproefje op het beroemde carnaval dat hier over twee weken losbarst.
71
72 Braziliaanse autoriteiten hebben gewaarschuwd voor een mogelijke volgende zika-explosie
73 tijdens het carnaval, dat miljoenen toeristen trekt. Het eerste zikavirus bereikte Brazilië
74 mogelijk tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 2014 via toeristen.
75
76 In Recife zullen daarom infectiologen en specialisten worden ingezet op bestaande medische
77 posten. Hoofd gezondheidsdienst Liliana Amorim juicht dit toe: „We werken nu al op het
78 maximale niveau. Grotere problemen na carnaval kunnen we er niet bij hebben.”
79
80 bron: NRC Handelsblad (25 januari 2016)
Maak nu de onderstaande vragen bij: En dan moet het carnaval nog beginnen
Oriënterend lezen
Noteer het eerste en het laatste woord van de lead.
Hoeveel tussenkopjes telt deze tekst?
En hoeveel alinea’s?
Wat voor tekstsoort is dit?
En met welk tekstdoel hebben we (dus) te maken?
Intensief lezen
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Geef een synoniem voor het woord walhalla (r. 9).
Door welk specifiek insect wordt het zikavirus verspreid?
Wat is de kernzin van alinea 6 (regel 28-43)? Noteer de eerste en de laatste twee woorden.
Geef een synoniem voor het woord laks (r. 39).
Geef een synoniem of betekenisomschrijving voor het woord kadaver (r. 42).
Naast het zikavirus worden er in de tekst nog andere ziekten en/of virussen genoemd. Noteer deze namen van deze ziekten en/of virussen.
Wat is de voornaamste oorzaak voor de verspreiding van het zikavirus? Noteer ook de regelnummers waar je je antwoord hebt gevonden.
Hoe komt het zikavirus in Brazilië terecht?
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Intensief lezen: tekstverbanden*
In regel 3 kom je het signaalwoord door tegen. Welk verband geeft door aan?
In regel 15 kom je het signaalwoord als tegen. Welk verband geeft als aan?
Noteer uit alinea 6 (regel 28-43) een signaalwoord dat een tegenstelling aanduidt.
Noteer uit alinea 6 (regel 28-43) een signaalwoord dat een reden aanduidt.
„Worden de emmers niet goed afgedekt, dan zijn dat de perfecte plekken voor muggen om eitjes te leggen en op die manier het virus verder te verspreiden.” (r. 62- 65) Welk verband kom je hier tegen?
Waarschijnlijk via toeristen die in 2014 naar het WK voetbal kwamen kijken.
Brazilië probeert, met de hulp van militairen en gezondheidsmedewerkers, de verspreiding van het zikavirus tegen te gaan.
oorzakelijke verband
voorwaardelijk verband
maar (38)
want (39)
voorwaardelijk verband
Blok 5
Tekstverbanden (3)
8 Vergelijkend verband
Voorbeelden:
Net als in veel landen is het ook in Nederland verboden mensen op grond van ras, geloof of geslacht te discrimineren.
Vergeleken met voorgaande jaren is het voetbalseizoen een stuk rustiger begonnen.
Ook de volgende signaalwoorden geven een vergelijkend verband aan: zoals, hetzelfde,
eenzelfde geval enzovoort.
9 Doel-middelverband
Voorbeelden:
Om aan geld te komen wilde hij een baantje hebben.
Door morgen auditie te doen hoop ik een rol in deze film te krijgen.
Andere signaalwoorden die een doel-middelverband aangeven: met de bedoeling, opdat, zodat,
daarvoor, waarvoor, voor, door … te enzovoort.
Begrijp je de tekstverbanden nog niet helemaal? Kijk dan dit filmpje:
Verbanden extra opdrachten
Lees het tekstfragment 'Virus'. Beantwoord daarna de vragen.
(Tip: werk samen: de tekst op de ene tablet en de vragen op de andere tablet.)
Virus
Een virus is een computerprogrammaatje dat de werking van uw computer verstoort. Het is even besmettelijk als de bekende ziekteverwekker. Een virus kan gegevens op uw computer beschadigen of verwijderen, uw e-mailprogramma gebruiken om zichzelf te verspreiden of zelfs alles op uw harde schijf wissen.
De term virus wordt breed gebruikt; ook wormen en Trojaanse Paarden (trojans) vallen eronder. Een worm kopieert zichzelf van de ene op de andere computer, vaak in snel tempo. De worm neemt bezit van functies op de computer waarmee informatie of bestanden worden verzonden. Zo kan een worm zichzelf versturen naar iedereen in uw e-mailadresboek en via hun computer vervolgens hetzelfde doen. Bovendien kan een worm zelfstandig andere computers op internet opzoeken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hieronder vind je een oefening met signaalwoorden.
Je ziet een tekst met vetgedrukte signaalwoorden.
Geef bij elk dikgedrukt signaalwoord aan om wat voor soort signaalwoord het gaat.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij sommige vragen wordt gevraagd om een citaat te geven. Als antwoord schrijf je dus een stukje tekst letterlijk over. Dit moet je zeer nauwkeurig doen. Vermeld bij een citaat altijd de regelnummers om aan te geven waar je het citaat gevonden hebt.
Let goed op wat er precies gevraagd wordt! Als je een zin moet citeren, citeer dan de hele zin van hoofdletter tot punt. Als je een zinsgedeelte moet citeren, citeer dan niet de hele zin. Zelfs als het juiste zinsgedeelte in die zin staat, is je antwoord fout, omdat je te veel geciteerd hebt!
Je mag een citaat verkort weergeven. Je geeft dan de eerste en de laatste twee woorden. Vermeld wel altijd de regelnummers en zorg dat je zin niet te verwarren is met een andere zin uit de tekst.
Voorbeeld: De belangrijkste (…) is gekomen. R.4-5
Leesopdrachten
Toets leesvaardigheid in de toetsweek
Je rondt deze opdracht af met het maken van een toets in de toetsweek. Daar komen alle begrippen van deze les terug.
Je maakt eerst de diagnostische toets. Als je 70% goed hebt, beheers je de basisstof. Je maakt dan de opdrachten onder het kopje 'uitdagende opdrachten'.
Heb je een lagere score behaald, is het belangrijk te oefenen met de basisstof. Deze vind je onder het kopje 'basisniveau begrijpend lezen'. Heb je daarna tijd over, mag je alsnog een uitdagende opdracht maken.
Je eindigt met een reflectie op de les en een afsluitende toets. Deze lijkt op de toets in de toetsweek en geeft je een goed beeld van je begrijpend leesvaardigheden.
De volgende les ga je in duo's samenwerken aan een presentatie. Hierbij heb je de begrijpend leesvaardigheden van deze les nodig.
1 Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.
2 De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.
Drinkwater
3 "De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers.
4 Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen." Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.
Maatregelen
5 Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."
6 Verder probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.
Colistine
7 Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer.
Overal te koop
8 Maar ook met de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.
Bron: NOS, 30 maart 2016
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5
Opdracht 6
Opdracht 7
Opdracht 8
Ben je klaar en heb je nog zin in een hele leuke opdracht? Ga dan naar het tabblad: uitdagende extra opdrachten en maak opdracht 5. Daar ga je een mindmap maken over de oplossingen die jij bedenkt over de vervuiling van de rivieren in China.
Uitdagende opdrachten begrijpend lezen
Bedenk een titel
1 Veel Chinese rivieren zijn sterk vervuild met antibiotica. Vooral in het midden, oosten en zuidoosten van het land belanden grote hoeveelheden antibiotica in het rivierwater na uitscheiding ervan door mensen en dieren, blijkt uit onderzoek van het Guangzhou Instituut voor Geochemie.
2 De wetenschappers deden onderzoek naar 36 veelgebruikte antibiotica. In 2013 werden van deze middelen 92.700 ton aan mensen en dieren gegeven, ruim de helft van het totale aantal in China gebruikte antibiotica. Volgens de onderzoekers kwam 53.800 ton hiervan in rivieren terecht.
Bedenk een tussenkopje
3 "De hoeveelheden antibiotica die we aantroffen waren het grootst in de rivieren in het noorden bij Peking en Tianjing, bij Shanghai aan de oostkust en in de provincie Guangzhou in het zuiden", zegt professor Ying Guang-Guo, een van de onderzoekers.
4 Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen." Bijkomend gevaar is dat het rivierwater wordt gebruikt om akkers te besproeien.
Bedenk een tussenkopje
5 Behalve campagnes om het verstandig gebruik van antibiotica te stimuleren, zijn er intussen ook maatregelen om het gebruik terug te dringen, vertelt professor Ying. "Grote ziekenhuizen mogen jaarlijks niet meer dan een bepaalde hoeveelheid antibiotica gebruiken. Dat begint te helpen, ze gebruiken nu minder dan voorheen."
6 Signaalwoord probeert de overheid het toedienen bij dieren van antibiotica als fluorchinolonen en colistine uit te bannen. Dat zijn middelen die belangrijk zijn voor de mens: zo worden fluorchinolonen in Nederlandse ziekenhuizen vaak gegeven. Bij vee is het gebruik ervan bijna verleden tijd.
Bedenk een tussenkopje
7 Colistine is een oud antibioticum dat vanwege bijwerkingen in onbruik was geraakt. Tegenwoordig is het vaak het laatste redmiddel bij patiënten met infecties die veroorzaakt worden door bacteriën die resistent zijn voor alle andere antibiotica. In ziekenhuizen in bijvoorbeeld Griekenland en Italië wordt colistine steeds vaker ingezet. Daar is intussen ook resistentie tegen colistine niet ongewoon meer.
Bedenk een tussenkopje
8 Signaalwoordmet de maatregelen die de Chinezen nu invoeren, is het probleem niet opgelost. Antibiotica zijn overal in China te koop, zonder doktersrecept. Die illegale handel bloeit. Boeren kopen ze voor hun beesten, maar ze worden ook massaal voor eigen gebruik gekocht door veel Chinezen.
Bron: NOS 30 maart 2016
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5
Bij deze opdracht ga je een mindmap maken. Door op de link te klikken van mindmap kun je deze online maken. Je mag het ook op papier tekenen. Denk eraan dat je verschillende kleuren en verschillende takken gebruikt. Je mag ook plaatjes tekenen.
De opdracht is: bedenk meerdere oplossingen voor de problematiek van vervuild water die je aan de Chinese mensen kunt vertellen.
Het arrangement Lezen havo is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
G Laats
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-08-29 10:39:56
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Vragen bij de tekst
Vragen Virus
Signaalwoorden
verband - signaalwoord Spyware
verband - signaalwoord
Sleepvraag - Zwervende kinderboeken
Verband - signaalwoord Disney
Diagnostische toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.