Tekstopbouw

Goed opgebouwde teksten bestaan uit een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot.

Inleiding

In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst. Dat kan op verschillende manieren:

  1. met een anekdote. Dit is een kort, grappig of bijzonder verhaal.
  2. door een vraag te stellen (die de schrijver in de tekst beantwoordt)
  3. door de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen
  4. door te vertellen hoe de tekst is opgebouwd
  5. door een korte samenvatting te geven van de tekst
  6. met de mening van de schrijver over het onderwerp
  7. door de lezer op een andere manier nieuwsgierig te maken naar de tekst

Soms bestaat de inleiding uit combinaties van deze mogelijkheden. Een ander woord voor inleiding is de 'lead'.

Middenstuk

Na de inleiding komt het middenstuk of de kern van de tekst. Hierin wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken. Om een tekst overzichtelijk te presenteren wordt een tekst vaak ingedeeld in alinea's. In iedere alinea komt een ander aspect van het onderwerp aan bod; ook wel deelonderwerpen genoemd. Deelonderwerpen zijn er om de tekst snel te begrijpen. 
Van iedere alinea bevat de eerste of tweede zin of de laatste zin vaak de belangrijkste informatie. De zin met de belangrijkste informatie wordt wel de kernzin genoemd.

Slot

Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Er kan een korte samenvatting worden gegeven van de tekst. Ook kan er een conclusie worden getrokken.

Let op: bij nieuwsberichten is er vaak geen slot. In zo'n tekst vindt je de belangrijkste informatie in het eerste deel van de tekst. De rest van de tekst geeft extra informatie.

Snap je de theorie?