Tekstverbanden (2)

Redengevend verband
Het redengevend verband lijkt op het oorzakelijk verband. Het verschil is dat je bij een reden zelf een besluit kunt nemen om iets wel of niet te doen en bij een oorzaak niet.

Voorbeeld: Omdat het regent (reden), trek ik mijn regenpak aan (besluit).

Er wordt een reden tussen zinnen of alinea's aangeduid.
Voorbeeld

Een redengevend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
daarom, daardoor, omdat, want, namelijk, immers, enzovoort.

 

Voorwaardelijk verband
Een voorwaardelijk verband in een tekst beschrijft de voorwaarden waaronder iets gebeurt. In de zin of alinea wordt een voorwaarde genoemd.

Als er in de zin of alinea een voorwaarde wordt genoemd.
Voorbeeld

Een voorwaardelijk verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
als, mits, wanneer, indien, op voorwaarde dat, tenzij, in het geval dat, enzovoort.

Oefening: Mits of tenzij

Concluderend verband
Een concluderend verband geeft aan dat de schrijver zijn conclusie weergeeft over het onderwerp waar hij zojuist over heeft geschreven.

Er is sprake van een conclusie tussen zinnen of alinea's.
Voorbeelden

Een concluderend of samenvattend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
dus, daarom, kortom, concluderend, alles bij elkaar, enzovoort.