Landbouw
Vooraf
Leerdoelen
Het klimaat in Nederland is gematigd, niet erg koud, niet erg heet en met regen in alle jaargetijden. Datzelfde klimaat vind je ook in een deel van Spanje. Maar Spanje kent ook heel andere klimaten. Weer en klimaat zijn van groot belang voor de landbouw. In deze opdracht brengen jullie dat in kaart.
Aan het eind van deze opdracht:
- Kun je met een voorbeeld omschrijven hoe het klimaat in Nederland invloed heeft op de vegetatie.
- Kun je met een voorbeeld omschrijven hoe het klimaat in Spanje invloed heeft op de vegetatie.
- Kun je een overeenkomst en een verschil noemen tussen de landbouw in Nederland en in Spanje.
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je een ‘conceptkaart’,
met de begrippen die je in deze les tegenkomt.
Een conceptkaart is een visuele voorstelling van een onderwerp
en de begrippen die met dat onderwerp te maken hebben.
Je maakt een conceptkaart door die begrippen op een vel papier te tekenen en er lijnen
tussen te trekken.
Met elke lijn geef je een verband weer tussen twee begrippen (oorzaak, komt voort uit,
overeenkomst met, etc.).
Beoordeling
De conceptkaarten laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:
- De inhoud: laat de conceptkaart zien dat je begrepen wat voor invloed het klimaat in Nederland en Spanje heeft op de vegetatie en de landbouw?
- De vorm: is je conceptkaart met zorg gemaakt en overzichtelijk?
Werkwijze
Groepsgrootte
Stap 1 tot en met stap 3 doe je alleen.
Het eindproduct (stap 4) maak je samen met een klasgenoot.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Benodigdheden
Download hieronder een lijst met 23 begrippen voor het maken van het eindproduct.
.
Stap 1
Het klimaat in Nederland en Spanje bepaalt mede wat er groeit.
Vraag
- Kijk naar de satellietbeelden van Nederland en Spanje. Zie je het kleurverschil tussen deze satellietbeelden? Hoe is dit verschil te verklaren?
Nederland:
Spanje:
Dat Nederland groen lijkt vanuit de ruimte heeft een reden: heel het land is zo’n beetje met vegetatie bedekt. Overal, tussen de dorpen en steden, vind je bossen, grasland, akkers en heide. Dat komt omdat Nederland een gematigd klimaat heeft, een zeeklimaat. Wind van zee tempert de hitte in de zomer en de kou in de winter. En zorgt voor neerslag in alle jaargetijden. Bovendien heeft Nederland een positieve waterbalans. Dat wil zeggen dat er meer water valt dan dat er verdampt. Daardoor kan een deel van de neerslag infiltreren in de bodem (in de bodem zakken) en dat is goed voor de plantengroei.
Ook Spanje heeft zijn groene delen, vooral in het noorden en noordwesten. Ook daar bestaat een weelderige vegetatie ten gevolge van het zeeklimaat ter plaatse. Er zijn vooral loofbossen te vinden en heidevelden op de berghellingen. Andere delen van Spanje zien er min of meer bruin uit, want de vegetatie is er minder weelderig of de bodem is er zelfs bijna kaal. Dat komt omdat het klimaat er een stuk droger is. Het levert een vegetatie op die we in Nederland niet kennen. Naast het zeeklimaat kent Spanje nog vier andere klimaten:
Het Middellands Zeeklimaat (met warme droge zomers) in het zuiden van Spanje (bijvoorbeeld in Andalusië) en langs de oostkust. Daar groeien onder meer palmen, agaven en schijfcactussen, soorten die in Nederland niet in het wild groeien.
Het continentaal klimaat (met koude winters en warme zomers en neerslag in alle jaargetijden) in het gebied tussen de zuidelijke hellingen van het Cantabrisch Gebergte en de Pyreneeën, de Portugese grens en de oostkust van Spanje. In dit gebied kom je graslanden tegen, bossen en struikgewas met rozemarijn, lavendel en tijm. In Catalonië en Extremadura staan ook kurkeiken, bomen die je evenmin in Nederland tegenkomt. Op berghellingen, ten slotte, groeien veel naaldbomen, mossen en korstmossen.
Het steppeklimaat (met warme zomers en weinig regen in zowel winter als zomer) in een strook langs de zuidoostkust van Spanje tussen Cartagena en Almeria in. Er is weinig begroeiing zodat dit gebied een beetje op een woestijn lijkt.
Het hooggebergteklimaat (met temperaturen die zelden boven het vriespunt komen) op hoge berghellingen en –toppen in de Pyreneeën, de Sierra Nevada en het Cantabrisch gebergte. Bomen kunnen er niet groeien want daar is het te koud voor, wel gras en bloemen als orchideeën, zonnedauw, gentianen en krokussen. Op de hoogste toppen ligt het hele jaar door sneeuw.
Vraag
- Waarom spreken Spanjaarden van een groen of vochtig Spanje en een droog Spanje?
Stap 2
Landbouw en water
De vegetatie in Nederland en Spanje zegt veel over de waterhuishouding ter plaatse en daarmee ook over de landbouwmogelijkheden. Landbouwgewassen hebben water nodig. Op plekken waar weinig of geen water voorhanden is, groeien weinig of geen bomen en planten, zelfs al is de bodem vruchtbaar. Het is er niet geschikt voor landbouw of hoogstens voor extensieve landbouw. Dat is landbouw met een lage opbrengst per hectare. Maar als de bodem vruchtbaar is en je hebt water om de bodem te bevloeien, dan is intensieve landbouw mogelijk, landbouw met een hoge opbrengst per hectare.
Vraag
- In woestijngebieden liggen rond bronnen en waterputten akkers en boomgaarden. Hoe komt dat volgens jou?
Landbouw in Nederland
Nederland heeft een vruchtbare bodem. En er is overal water voorhanden dankzij het zeeklimaat en de positieve waterbalans (zie Stap 1). Slechts af en toe, tijdens een hete zomer bijvoorbeeld, dreigt verdroging van de bodem. In dat geval besproeien de boeren hun akkers met sproei-installaties. In de glastuinbouw wordt de opbrengst per hectare nog verder opgevoerd. In kassen kun je het hele jaar door zorgen voor de ideale temperatuur, voldoende water en voldoende licht. Ongeacht het weer buiten de kas. Daardoor kan er in elk jaargetijde geoogst worden, tot driemaal per jaar. Bij teelt van gewassen in de buitenlucht blijft het bij één oogst per jaar. De Nederlandse landbouw levert veel meer op dan de voedselgewassen voor eigen consumptie. Er blijft veel over - bloemen, groenten en fruit - dat als handelsgewas wordt geëxporteerd naar het buitenland.
Vraag
- Verbouwen van gewassen in kassen heeft het voordeel dat je onafhankelijk bent van het weer en het seizoen. Maar het heeft ook nadelen. Kun je er enkele bedenken?
Stap 3
Landbouw in Spanje
In het noorden en noordwesten van Spanje is de bodem vruchtbaar en is er veel water te vinden voor de landbouw omdat er een zeeklimaat heerst. Hier en daar valt er jaarlijks zelfs meer neerslag dan in Nederland. In andere delen van Spanje is het een stuk droger. De waterbalans is er doorgaans negatief. Er verdampt meer dan er aan neerslag valt. Bovendien is het niet ongewoon dat er jaren achtereen ook ’s winters nauwelijks regen valt, waardoor de bodem uitdroogt.
Daardoor is intensieve landbouw in sommige delen van Spanje alleen mogelijk als er water wordt aangevoerd van elders om akkers of weidegebieden in die gebieden te irrigeren. Dat water komt uit rivieren waarin stuwdammen zijn gebouwd. ’s Winters, als het af en toe regent, verzamelt regenwater zich achter de dammen in een stuwmeer. ’s Zomers, als er weinig regen valt en de waterbalans vaak negatief is, doen deze stuwmeren dienst als waterreservoirs voor de landbouw en voor de drinkwatervoorziening. Door het aanleggen van stuwdammen en (andere) irrigatiewerken is bijvoorbeeld de vallei van de Ebro, in het noordoosten van Spanje, geschikt gemaakt voor intensieve landbouw. Daar worden rijst en olijven geteeld, bestemd voor de export. In de Ebrovallei is ook veel wijnbouw.
Het hooggebergte of de hoogvlakte is evenmin geschikt voor intensieve landbouw. Het is er voor dit soort landbouw te koud.
Ten slotte is in sommige gebieden de bodem minder vruchtbaar geworden door afspoeling van de vruchtbare bovenste laag van de bodem. Eerst waren die gebieden geschikt voor intensieve landbouw. Landbouwers teelden graan en andere voedingsgewassen. Maar door het rooien van bossen en overbeweiding (= het teveel schapen of andere dieren die grazen houden op een bepaald oppervlak, waardoor er steeds minder van de begroeiing op dat oppervlak overblijft) werd de bovenste laag van de bodem niet goed meer vastgehouden door plantenwortels, en kon het tijdens zware regenbuien wegspoelen. Op sommige plekken is zelfs alleen kale rotsbodem te zien en groeit er niets meer. Op die plekken kan regenwater niet meer infiltreren in de bodem en stroomt het naar beneden zodra het op de bodem valt. Of anders gezegd: op die plekken is er een snelle afstroming van regenwater.
Nu is er alleen extensieve landbouw mogelijk. Dat is bijvoorbeeld het hoeden van schaapskudden door herders en hun herdershonden (zie afbeelding). In enkele delen van Spanje wordt op een manier aan intensieve landbouw gedaan die we ook in Nederland kennen. Kijk naar de film Tuinbouw in Spanje van SchoolTV.
Vragen:
Kijk naar kaart 117B Waterhuishouding van de 53e editie van de Bosatlas
of naar Kaart 117B Waterhuishouding van de 54e editie van de Bosatlas.
- Zijn overal in Spanje gebieden te vinden waar akkers worden geïrrigeerd? (zie ook de afbeelding Spanje vanuit de ruimte)
- Noem twee handelsgewassen die in de kassen in deze film worden geteeld.
- Waarom is het voordeliger om gewassen in kassen bij Almeria te telen dan in kassen in het Westland?
- Wat voor functie hebben kassen in het Westland en de kassen in deze film?
Stap 4
Extra opgaven Weer en klimaat
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de volgende toets.
Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.
Stap 5
Conceptkaart
Je hebt gezien wat voor verbanden er bestaan tussen klimaat, vegetatie en de manieren waarop aan landbouw wordt gedaan in Nederland en Spanje.
Daardoor kun je
overeenkomsten en verschillen aangeven tussen de landbouw in Nederland en Spanje.
Je gaat de manieren waarop in beide landen aan landbouw wordt gedaan in kaart brengen.
Niet door een landkaart te tekenen of een landkaart in te kleuren,
maar door verbanden te leggen tussen begrippen die je in deze les bent tegengekomen. Die verbanden kunnen zijn: oorzaak en gevolg, herkomst, overeenkomst, enzovoort.
Dowload de lijst met 23 begrippen en pak een leeg vel.
Midden op het lege vel papier plaats je het begrip ‘landbouw’ en aan weerszijden de begrippen 'Nederland' en ‘Spanje’. Dan plaats je de andere begrippen erbij en je trekt lijnen tussen de begrippen die op de één of andere manier verband met elkaar houden. Bij elke lijn vermeld je het soort verband dat er volgens jou bij hoort. Bijvoorbeeld: Tussen A en B trek je een lijn omdat A en B een overeenkomst met elkaar hebben of omdat B de oorzaak is van A. Verwerk zoveel mogelijk van je kennis in de conceptkaart. Laat zien wat je weet!
Klaar?
Laat je conceptkaart beoordelen door jullie docent.