Stap 2

Landbouw en water
De vegetatie in Nederland en Spanje zegt veel over de waterhuishouding ter plaatse en daarmee ook over de landbouwmogelijkheden. Landbouwgewassen hebben water nodig. Op plekken waar weinig of geen water voorhanden is, groeien weinig of geen bomen en planten, zelfs al is de bodem vruchtbaar. Het is er niet geschikt voor landbouw of hoogstens voor extensieve landbouw. Dat is landbouw met een lage opbrengst per hectare. Maar als de bodem vruchtbaar is en je hebt water om de bodem te bevloeien, dan is intensieve landbouw mogelijk, landbouw met een hoge opbrengst per hectare.

Vraag

  1. In woestijngebieden liggen rond bronnen en waterputten akkers en boomgaarden. Hoe komt dat volgens jou?

Landbouw in Nederland
Nederland heeft een vruchtbare bodem. En er is overal water voorhanden dankzij het zeeklimaat en de positieve waterbalans (zie Stap 1). Slechts af en toe, tijdens een hete zomer bijvoorbeeld, dreigt verdroging van de bodem. In dat geval besproeien de boeren hun akkers met sproei-installaties. In de glastuinbouw wordt de opbrengst per hectare nog verder opgevoerd. In kassen kun je het hele jaar door zorgen voor de ideale temperatuur, voldoende water en voldoende licht. Ongeacht het weer buiten de kas. Daardoor kan er in elk jaargetijde geoogst worden, tot driemaal per jaar. Bij teelt van gewassen in de buitenlucht blijft het bij één oogst per jaar. De Nederlandse landbouw levert veel meer op dan de voedselgewassen voor eigen consumptie. Er blijft veel over - bloemen, groenten en fruit - dat als handelsgewas wordt geëxporteerd naar het buitenland.

Vraag

  1. Verbouwen van gewassen in kassen heeft het voordeel dat je onafhankelijk bent van het weer en het seizoen. Maar het heeft ook nadelen. Kun je er enkele bedenken?