28. Beslissen

28. Beslissen

28 Intro

Opgave 1

28.1 Kans en verwachting

Opgave 2

Opgave 3

Opgave 4

Opgave 5

Opgave 6

Opgave 7

Opgave 8

Opgave 9

Opgave 10

28.2 Het toelaatbare gebied

Opgave 11

Opgave 12

Opgave 13

Opgave 14

Opgave 15

Opgave 16

Opgave 17

28.3 Optimaliseren

Opgave 18

Opgave 19

Opgave 20

Opgave 21

Opgave 22

Opgave 23

Opgave 24

28.4 Eindpunt

Kans en verwachting

Om kansproblemen op te lossen, kun je een stroomdiagram gebruiken.
Kansen kunnen dan worden berekend:

  • met behulp van de aantallen in de rechthoeken van het stroomdiagram, of

  • met behulp van de breuken bij de takken van het stroomdiagram.

Met behulp van een stroomdiagram kan de verwachtingswaarde worden berekend.
De verwachtingswaarde is een theoretisch gemiddelde.


Voorbeeld
Op een fancy fair staan twee grabbeltonnen. In de ene grabbelton zitten \(10\) enveloppen. In drie daarvan zit \(5\) euro. De rest van de enveloppen is leeg. In de andere grabbelton zitten \(6\) enveloppen, waarvan er twee zijn gevuld met \(5\) euro. De rest is leeg. Voor beide grabbeltonnen moet je \(2\) euro betalen.
Ad beproeft bij beide grabbeltonnen eenmaal zijn geluk. We berekenen de winst die Ad mag verwachten.
Allereerst tekenen we een stroomdiagram om de winkansen van Ad te bepalen.

Als je met behulp van een stroomdiagram de kans op een bepaalde uitbetaling wilt berekenen, kun je met een willekeurig aantal spelletjes beginnen. Het is echter verstandig om met een zodanig aantal spelletjes te beginnen dat je in het stroomdiagram alleen gehele getallen krijgt.
De kans op \(10\) euro is \(\frac{3}{30}=\frac{1}{10}\) of \(\frac{3}{10}⋅\frac{1}{3}=\frac{1}{10}\).

De kans op \(5\) euro is \(\frac{6+7}{30}=\frac{13}{30}\) of \(\frac{3}{10}⋅\frac{2}{3}+\frac{7}{10}⋅\frac13=\frac{13}{30}\).

De kans op \(0\) euro is \(\frac{14}{30}\) of \(\frac{7}{10}⋅\frac23=\frac{14}{30}\).

De verwachte uitbetaling na twee keer grabbelen is \(\frac{3⋅10+13⋅5}{30}=3\frac16\) euro.
Dus Ad verliest gemiddeld \(\frac56\) euro.

Toelaatbare gebied

Een lijn verdeelt het vlak in twee gebieden. Deze gebieden kunnen worden beschreven met ongelijkheden.

Voorbeeld

In het oker gekleurde gebied liggen de punten \((x,y)\) waarvoor geldt \(3x+5y≤15\).
De grenslijn van het gebied is de lijn \(3x+5y=15\).

Er zijn situaties die aanleiding geven tot het opstellen van een aantal ongelijkheden. De punten \((x,y)\) die aan al die ongelijkheden voldoen, vormen het toelaatbare gebied.

 

 

Voorbeeld

Voor de punten in het gekleurde gebied geldt: \(x≥0, y≥0\) en \(x+y≤3\).

Optimaliseren

Bij veel praktische optimalisatieproblemen kunnen de beperkende voorwaarden met behulp van ongelijkheden worden beschreven.
De oplossing van het probleem moet aan deze ongelijkheden voldoen en ligt dus in het bijbehorende toelaatbare gebied.

28.5 Extra opgaven

Opgave 1

Opgave 2

Opgave 3

Opgave 4

Opgave 5

Opgave 6

Oker

Opgave 6-S

Opgave 7-S

Opgave 21-S

  • Het arrangement 28. Beslissen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-10-03 17:59:44
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor wiskunde voor havo leerjaar 3. De volgende onderdelen worden behandeld: kans en verwachting, toelaatbaar gebied en optimaliseren.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Uitkomst van een toevalsexperiment; Verhoudingsvraagstukken; Rekenen/wiskunde; Inzicht en handelen; Rekenen met getallen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, havo 3, kans, optimaliseren, stercollectie, stroomdiagram, toelaatbaar gebied, verwachting, verwachtingswaarde, wiskunde