Deel 4 bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.
stap
activiteit
leerdoel
Stap 1
Lesen
Je leest een recept.
Stap 2
Wörter
Oefen de woorden en zinnen.
Stap 3
Sprechen
Je oefent de woordenschat in verschillende situaties.
Stap 4
Wörter
Maak je eigen woordenlijst.
Stap 5
en
Schreiben
Je ontwerpt een storyboard over je lievelingseten.
Stap 1 - Lesen
Rezepte
Heute muss es schnell gehen mit dem Essen. Zeit zum Kochen ist nicht, aber zum Glück findest du im Küchenschrank noch eine Tüte, aber der Text ist auf Deutsch!
Wahrscheinlich hat deine Mutter sie beim Aldi oder Lidl gekauft.
Doch das ist natürlich kein Problem für dich!
Vandaag moet het snel gaan met het eten. Tijd om uitgebreid te koken is er niet. Gelukkig vind je in de keukenkast nog een zakje voor een snelle hap, maar de tekst op het zakje is in het Duits!
Waarschijnlijk heeft je moeder boodschappen bij de Aldi of Lidl gedaan.
Maar dat geeft niet. Voor jou is dat helemaal geen probleem!
Beginne mit der folgenden Übung:
Rezepte
Weiter mit der Aufgabe zum Lesen!
Suche einen Mitschüler für diese Aufgabe.
Verteilt die Rollen (A und B). Du sollst Arbeitsblatt bei Rolle A und B herunterladen.
Jeder Schüler liest sein Rezept und macht die Aufgaben.
Werkblad leerling A Werkblad leerling B
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Arbeite bei den drei Teilen mit drei verschiedenen Partnern zusammen.
Hört euch danach einige Minigespräche in der Klasse an.
Situation 1. In der Gastfamilie
Während eines Schüleraustauschs in Deutschland übernachtest du bei deinem Austauschpartner.
Bei den Mahlzeiten gibt es verschiedene Situationen, in denen du auf Deutsch reagieren musst.
Bij het ontbijt vraagt de gastmoeder: 'Was möchtest du trinken?' Zeg dat je graag melk (of jus d'orange, thee, koffie...) bij het ontbijt wilt.
Je uitwisselingspartner vraagt: 'Hast du den Kuchen schon probiert?' Bevestig en zeg dat de cake erg goed smaakt.
Je gastvader wil graag weten: 'Was ist dein Lieblingsessen?' Zeg dat je graag ... eet.
Je gastmoeder maakt een lunchpakket voor je klaar en wil weten: 'Welches Obst willst du mitnehmen?' Zeg dat je graag een appel en een banaan mee wilt nemen.
Bij het avondeten schept je uitwisselingspartner behoorlijk veel aardappelen op je bord. Zeg dat je niet zo veel wilt, dat het zo wel genoeg is.
Situation 2. In der Schulkantine
Das Mittagessen bekommt ihr in der Schule. (In vielen deutschen Schulen gibt es mittags eine warme Mahlzeit. Oft kann man sogar aus mehreren Gerichten wählen.)
Auch hier gibt es einige Situationen, in denen du auf Deutsch reagieren musst.
De leraar zegt: 'Es gibt gleich Mittagessen.' Zeg dat je nog geen honger hebt.
Je uitwisselingspartner zegt: 'Die Hauptspeise ist Schnitzel mit Pommes und Tomatensalat.' Zeg dat je geen tomaten lust.
Een medeleerling roept: 'Guten Appetit!' Reageer.
Het zout staat te ver weg, je kunt er niet bij. Vraag aan een medeleerling verderop of die je het zout kan aanreiken.
De leraar vraagt: 'Hat es euch geschmeckt?' Reageer.
Situation 3. Zu Besuch
Abends esst ihr zusammen bei einem der deutschen Schüler.
Wieder gibt es ein paar Situationen, in denen du auf Deutsch reagieren musst.
Iedereen is aan het eten. Jouw glas is al leeg maar je hebt nog dorst. Spreek de gastvrouw beleefd aan en vraag of je nog een cola kunt krijgen.
Het eten is echt lekker, maar je kent het gerecht niet. Vraag of het een specialiteit uit de regio is.
De gastheer vraagt: 'Möchtest du noch einen Nachtisch?' Geef aan dat je dat graag wilt.
De gastvrouw vraagt: 'Möchtest du noch ein Stück Torte?' Bedank, maar zeg dat je genoeg hebt gegeten.
Na het eten neem je afscheid. Bedank voor de uitnodiging en zeg dat alles heel lekker was.
Die Antworten findest du am Ende dieser Aufgabe.
Stap 4 - Wörter
Nog meer woordjes!
Du hast nun die Wörter und Aussagen über 'Lebensmittel' gelernt. Aber es gibt natürlich noch viele andere Wörter zu diesem Thema, z.B. Früchte oder Gemüsesorten. In den folgenden Übungen findest du darum noch mehr Wörter, um deinen Wortschatz zu vergrößern. Dann kannst du noch besser sagen, was dir (nicht) schmeckt, was du (nicht) gern isst, was du bestellen oder kaufen möchtest.
Schreibe mindestens zehn neue Wörter auf, die für dich wichtig sind.
Lerne diese Wörter.
Stap 5 - Schreiben
In Blok 1 (Lieblingsessen) hast du bei Stap 5 (Sprechen) eine kurze Bildergeschichte – ein Storyboard – zum Thema Lieblingsessen gesehen. Hier schreibst und entwirfst du selbst so eine Bildergeschichte. Sieh dir die Bildergeschichte eventuell noch einmal kurz an.
Dialog
Suche einen Partner für diese Aufgabe.
Schreibt zusammen einen Dialog auf Deutsch in eure Hefte. In dem Dialog müsst ihr verarbeiten:
- was euer Lieblingsessen ist
- was ihr sonst noch gern esst
- was ihr nicht so gern esst
- was ihr gar nicht mögt
- was ein typisch niederländisches Gericht ist und wie es euch schmeckt.
Kontrolliert alles.
Zeigt eurem Lehrer den Text.
Unten entwirfst du deine Bildergeschichte weiter.
Storyboard
Wählt die Software, mit der ihr eure Bildergeschichte machen wollt, z.B.
Het arrangement Opdracht: Lecker - hv23 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Guten Appetit', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor het vak Duits voor niveau hv23. Tijdens deze opdracht ga je een recept lezen en daarbij de relevante woorden en zinnen oefenen. Er is ook gelegenheid om de woordenschat in verschillende situaties te oefenen en zelfs je eigen woordenlijst te maken. Een creatief aspect van de opdracht is het ontwerpen van een storyboard dat gaat over je favoriete eten. Deze opdracht draagt bij aan je begrip van alledaagse situaties met betrekking tot eten en versterkt je taalvaardigheden in het Duits op dit niveau.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Spreken;
Schrijven;
Gesprekken voeren;
Duits;
Luisteren en kijken;
Lezen;
Deze opdracht hoort bij het thema 'Guten Appetit', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor het vak Duits voor niveau hv23. Tijdens deze opdracht ga je een recept lezen en daarbij de relevante woorden en zinnen oefenen. Er is ook gelegenheid om de woordenschat in verschillende situaties te oefenen en zelfs je eigen woordenlijst te maken. Een creatief aspect van de opdracht is het ontwerpen van een storyboard dat gaat over je favoriete eten. Deze opdracht draagt bij aan je begrip van alledaagse situaties met betrekking tot eten en versterkt je taalvaardigheden in het Duits op dit niveau.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.