Tegen of met elkaar?
Als een buitenlands bedrijf hetzelfde product maakt als een Nederlands bedrijf, dan is er sprake van internationale concurrentie.
Als het buitenlandse bedrijf goedkoper produceert dan het Nederlandse bedrijf dan zal het buitenlandse bedrijf meer producten verkopen dan het Nederlandse bedrijf. Je zegt: het buitenlandse bedrijf heeft een betere concurrentiepositie.
Protectionisme
Protectionisme is het beschermen van bedrijven tegen internationale concurrentie. Dit wordt vooral gedaan om de werkgelegenheid in Nederland te beschermen. Nu we al een aantal jaar lid zijn van de Europese Unie, is protectionisme er om de werkgelegenheid binnen de EU te beschermen.
Voorbeelden van protectionisme zijn
- Het heffen van invoerrechten.
Een buitenlands bedrijf dat een product in Nederland wil verkopen, moet geld betalen aan de Nederlandse overheid.
- Het stellen van hoge kwaliteitseisen.
Een buitenlands product mag alleen in Nederland worden verkocht als het van zeer goede kwaliteit is.
- Het vaststellen van een contingentering. (= maximum stellen aan in te voeren hoeveelheid)
Van een buitenlands product mogen er slechts een vastgesteld aantal in Nederland worden verkocht. Is er meer van dit product nodig dan moet dit binnen de EU worden gekocht.
- Exportsubsidies verstrekken.
Als exportbedrijf kun je subsidies aanvragen bij de overheid. Door deze subsidies kun je je producten goedkoper aanbieden op de wereldmarkt.
Belangrijk om te weten is dat de EU landen dezelfde regels hanteren naar niet EU landen. Als de invoerrechten 6% naar niet EU landen zijn, dan geldt dit voor alle EU landen. Als niet EU land maakt het dus niet uit aan welk EU je de producten verkoopt; in elk land moet je 6% invoerrechten betalen.

Europese Unie
In Europa werkt een aantal landen op verschillende terreinen samen in de Europese Unie.
Resultaat van deze samenwerking is onder andere:
- vrijhandel tussen de deelnemende landen;
- vrij verkeer van personen tussen de deelnemende landen;
- de invoering van de euro door enkele EU-landen;
- Europol: de samenwerkende Europese politie.
Op de kaart hiernaast zie je welke landen in 2013 lid zijn van Europese Unie.
Groot-Brittanië is geel gekleurd. Dit land heeft aangegeven de EU te willen verlaten: de Brexit.
Groot-Brittanië verlaat waarschijnlijk in 2018 de EU.
IJsland, Macedonië, Servië en Turkije willen graag lid worden van de EU. Hiervoor zijn onder andere wel een aantal financieële regels opgesteld:
- het land moet van de afgelopen jaren een gezonde begroting kunnen laten zien
- de wisselkoers van de huidige munt moet stabiel zijn
- De staatsschuld moet lager zijn dan 60% van het nationaal inkomen.
Een aantal (de meeste) landen binnen de EU hebben ook dezelfde munt, de euro. Deze landen samen vormen de EMU. De Europese Monetaire Unie. Monetair wil in dit geval zeggen dat ze dezelfde munt voeren.
Alle nieuwe EU landen moeten uiteindelijk ook de eigen munt inwisselen voor de Euro.