Protectionisme is het beschermen van bedrijven tegen internationale concurrentie. Dit wordt vooral gedaan om de werkgelegenheid in Nederland te beschermen. Nu we al een aantal jaar lid zijn van de Europese Unie, is protectionisme er om de werkgelegenheid binnen de EU te beschermen.
Voorbeelden van protectionisme zijn
Het heffen van invoerrechten.
Een buitenlands bedrijf dat een product in Nederland wil verkopen, moet geld betalen aan de Nederlandse overheid.
Het stellen van hoge kwaliteitseisen.
Een buitenlands product mag alleen in Nederland worden verkocht als het van zeer goede kwaliteit is.
Het vaststellen van een contingentering. (= maximum stellen aan in te voeren hoeveelheid)
Van een buitenlands product mogen er slechts een vastgesteld aantal in Nederland worden verkocht. Is er meer van dit product nodig dan moet dit binnen de EU worden gekocht.
Exportsubsidies verstrekken.
Als exportbedrijf kun je subsidies aanvragen bij de overheid. Door deze subsidies kun je je producten goedkoper aanbieden op de wereldmarkt.
Belangrijk om te weten is dat de EU landen dezelfde regels hanteren naar niet EU landen. Als de invoerrechten 6% naar niet EU landen zijn, dan geldt dit voor alle EU landen. Als niet EU land maakt het dus niet uit aan welk EU je de producten verkoopt; in elk land moet je 6% invoerrechten betalen.