Kenmerken belastingsysteem
De belangrijkste bron van inkomsten van de overheid zijn de belastingen. Belastingen zijn verplichte betalingen van mensen en bedrijven aan de overheid.
Je kunt belastingen onderverdelen in:
- belastingen op basis van het draagkrachtbeginsel.
Belastingen op basis van het draagkrachtbeginsel gaan er vanuit dat mensen met een hoog inkomen meer belasting betalen dan mensen met een laag inkomen.
De inkomstenbelasting werkt volgens het draagkrachtbeginsel.
- belastingen op basis van het profijtbeginsel.
Belastingen op basis van het profijtbeginsel gaan er vanuit dat mensen betalen die ook echt van het gebruik van het product profiteren.
Belastingen die werken volgens het profijtbeginsel zijn bijvoorbeeld de hondenbelasting, de wegenbelasting, en natuurlijk de BTW
Naast het draagkrachtbeginsel is het belastingstelsel ook gebouwd op het solidariteitsbeginsel. Als je een inkomen hebt moet je een gedeelte hiervan afstaan voor mensen die geen inkomen hebben of een heel laag inkomen.
Progressieve belasting
Je betaalt inkomstenbelasting als je een inkomen hebt.
De inkomstenbelasting is een voorbeeld van een progressieve belasting. Dit betekent dat iemand met een hoog inkomen een hoger percentage belasting betaalt dan iemand met een laag inkomen. Je betaalt dan in verhouding meer belasting.
Bekijk het voorbeeld in de tabel:
In het bovenstaande voorbeeld verdiende persoon 2 vóór belastingheffing 2x zoveel (60.000 / 30.000) als persoon 1.
Persoon 1 houdt na belastingheffing € 22.500 over en persoon 2 houdt € 42.000 over.
Persoon 2 verdient ná belasting nog 42.000/22.500 = 1,87 x zoveel dan persoon 1.
Ook dit is een manier om aan te tonen dat het belastingstelsel progressief werkt.
Retributies
Een retributie (soms ook wel leges genoemd) is, net als belasting, een betaling aan de overheid. Het grote verschil met het betalen van belating is dat bij het betalen van een retributie je er direct iets voor terug krijgt. Je weet wat je voor de betaling krijgt. Als je belasting betaalt dan weet je niet wat hiermee gedaan wordt. Het salaris van een agent of leraar kan hiermee worden betaalt, of de aanschaf van een nieuwe dienstauto voor de minister president. Het kan overal voor worden gebruikt. Bij betaling van een retributie weet je dus wel wat er mee gedaan wordt. Je betaalt bijvoorbeeld voor je paspoort, voor een bouwaanvraag of schoolgeld.
Ook voor deze inkomsten van de overheid geldt het profijtbeginsel. Degene die gebruik maakt van het overheidsproduct, betaalt voor het product.
Het bedrag dat je voor het product moet betalen is voor iedereen gelijk. Het is niet gekoppeld aan je inkomen. Wel mogen gemeenten zelf ( tot op zekere hoogte) het bedrag bepalen. Zo kost een paspoort in Alphen aan den Rijn € 65,30 en in Amsterdam € 64,75.
Het bedrag dat je voor het product betaalt is soms de gehele kostprijs van het product; vaker betaal je slechts een deel van de kostprijs en wordt de rest door de overheid betaald.