The subject of this double period is telephones. Het onderwerp van dit blokuur is telefoons.
Make groups of three or four. Maak groepjes van drie of vier.
Discuss the following questions in English in your group: Bespreek de volgende vragen in het Engels met je groepje:
Hebben jullie thuis nog een vaste telefoon?
Waar gebruik jij je telefoon voor?
Hoe belangrijk is jouw telefoon voor jou?
Wanneer moet je het alarmnummer bellen?
Wat zou jij doen als er brand uitbrak?
Step
activiteit
activity
leerdoel
aim
tijd
time
introduction
Find out what you already know. Nadenken over wat je al weet.
10
Step 1
reading Telephones
You can understand a text about telephones and answer questions. Je kunt een tekst over telefoons begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 2
listening Emergency
You can understand a video about an emergency call and answer questions. Je kunt een video over een 112 telefoongesprek begrijpen en er vragen over beantwoorden.
15
Step 3
vocabulary
You can understand and use the vocabulary about telephones. Je kunt de vocabulaire over telefoons begrijpen en gebruiken.
15
Step4
grammar comparatives and superlatives
You can understand and use comparatives and superlatives. Je kunt de vergelijkende en overtreffende trap begrijpen en gebruiken.
15
Step 5
speaking Speech card
You can have a conversation talking about telephones. Je kunt een gesprek over telefoons hebben.
10
Step 6
writing An email about your telephone
You can write an email about telephones. Je kunt een email over telefoons schrijven.
15
Step 7
evaluation
Reflect on what you have learnt. Nadenken over wat je hebt geleerd.
05
Step 1 - Reading
Telephones
You are going to read a text about telephones.
Read the text.
While reading, think about the following question:
Is de schrijver van jouw leeftijd, jonger of ouder? Hoe weet je dat?
Telephones are a major part of our lives these days. When I was little,
I used the phone perhaps once a week. When it rang, it was almost a big event. Everyone would rush into the living room to find out who was calling. Of course, it was an old-fashioned phone. It was the size of a football and you had to leave it on the table, because it was plugged into the wall.
These days, everything is different. Everyone has a phone. Some people I know even have several, one for private calls and one for work, for example. And every six months, when the latest models come out, they replace them. What they do with the 'old' ones, I don't know.
Today’s phones aren’t really phones. They are more like personal entertainment devices with lots of features, one of which is making calls. Personally, I don't have a smartphone anymore. I have an old model that I can use to text and to make calls, and that's it. It's a lot less stressful than a smartphone! Though I would like a phone with navigation. I'm not very good at finding my way around...
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Study the words and phrases well. Leer de woorden en zinnen goed.
If you want, you can also study the vocabulary on Wozzol: Als je wilt kun je de woordenlijst ook oefenen op Wozzol:
Tip!
There are different ways to study vocabulary. Click the red arrow in Wozzol to select another way. Er zijn verschillende manieren om woordjes en zinnen te leren. Klik op de rode pijl in Wozzol om een andere manier te kiezen.
You can read the words aloud or copy them. Je kunt de woorden hardop oplezen of overschrijven.
The most important rule is not to study for too long in one go, because you won't learn any more. You will learn more in two 10-minute sessions than in half an hour. Het belangrijkste is dat je dit niet te lang achter elkaar doet, want dan leer je niets meer. In twee keer 10 minuten leer je meer dan in een half uur.
Step 4 - Grammar
Trappen van vergelijking
In het vorige blok heb je geleerd wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en waar je ze voor gebruikt. Met bijvoeglijke naamwoorden kun je ook dingen met elkaar vergelijken. Wie of wat is groter, of het snelst? Dat noem je de trappen van vergelijking.
Trappen van vergelijking gebruikt je dus om dingen met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld:
This car is bigger than that one.
Deze auto is groter dan die.
I am the fastest runner.
Ik ben de snelste hardloper.
Bestudeer uit de kennisbank Engels pagina 1 en 2 van het onderdeel over de trappen van vergelijking. Denk na over deze vragen:
Hoe maak je de vergrotende en overtreffende trap van korte bijvoeglijke naamwoorden (één lettergreep)?
Waar moet je op letten als je van hot een vergrotende of overtreffende trap maakt?
Hoe maak je de vergrotende en overtreffende trap van langere bijvoeglijke naamwoorden (twee of meer lettergrepen)?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Expressions: If you need some extra help, go to Wozzol and take another look at the chunks. Uitdrukkingen: Als je extra hulp nodig hebt, ga dan naar Wozzol en kijk nog eens naar de zinnen.
Have a conversation with a classmate. Use the table below. Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.
Preparation Voorbereiding
Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation. Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
Practise your conversation at least twice. Oefen jullie gesprek minstens twee keer.
Having the conversation Het gesprek voeren
Find another pair to work with. Zoek een ander paar om mee samen te werken.
Have your conversation. Voer jullie gesprek.
Ask your classmates to write down feedback for you. Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
Next, let them have their conversation and write down feedback for them. Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
Discuss what went well and what you can do better next time. Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.
Persoon A
Persoon B
1
Groet.
1
Groet.
2
Vraag wat voor telefoon B heeft.
2
Geef antwoord. Vertel wat voor merk en type telefoon je hebt en wat voor functies hij allemaal heeft.
3
Vertel wat je van de telefoon van B vindt.
3
Reageer.
Vraag wat voor telefoon A heeft.
4
Geef antwoord. Vertel wat voor merk en type telefoon je hebt en wat voor functies hij allemaal heeft.
4
Vertel wat je van de telefoon van A vindt.
Vraag of er ook dingen zijn die A nog zou willen.
5
Geef antwoord.
Vraag of er ook dingen zijn die B nog zou willen.
5
Geef antwoord.
6
Stel een zelfbedachte vraag.
6
Geef antwoord.
Stel een zelf bedachte vraag.
7
Geef antwoord.
Beëindig het gesprek.
7
Reageer en sluit af.
Step 6 - Writing
An email about your phone
You are going to write an email to your pen pal from London.
In your email:
Begroet je penvriend(in).
Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou gaat.
Vertel over je telefoon:
Wanneer heb je hem gekocht?
Wat voor functies zitten er allemaal op?
Wat vinden je vrienden ervan?
Wat zou je nog willen?
Wat voor functie of app die nu nog niet bestaat zou je graag willen hebben? Beschrijf hem kort en vertel waarom je hem graag zou willen hebben.
Vraag je penvriend(in) naar zijn/haar telefoon.
Stel je penvriend(in) een zelfbedachte vraag.
Sluit je e-mail netjes af.
Step 7 - Evaluation
What have you learnt in this double period? Wat heb je in dit blokuur geleerd?
Answer the following questions: Beantwoord de volgende vragen:
What was the easiest part of this lesson? Wat was het makkelijkst aan deze les?
What did you already know? Wat wist je al?
What was the most difficult part? Wat was het moeilijkst?
What was new to you in this lesson? Wat wat in deze les nieuw voor je?
Are there things you don't quite understand yet? How are you going to deal with them? Zijn er nog dingen die je niet helemaal begrijpt? Wat ga je daaraan doen?
What do you need to ask your teacher? Wat moet je nog aan je docent vragen?
Het arrangement 4.2 Calling for help - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Calling for help. In deze les staat het onderwerp telefoons centraal, waarbij het gebruik ervan wordt behandeld en hoe je het gebruikt in een noodgeval. De grammaticaopdracht gaat deze les over de vergelijkende en de overtreffende trap.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Engels;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 40 minuten
Trefwoorden
alarmnummer, arrangeerbaar, calling for help, de vergelijkende en de overtreffende trap, engels, hv12, stercollectie, telefoongebruik
4.2 Calling for help - hv12
nl
VO-content
2023-06-14 11:59:25
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Engels voor havo en vwo, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 4 'Contacts'. Het onderwerp van deze les is: Calling for help. In deze les staat het onderwerp telefoons centraal, waarbij het gebruik ervan wordt behandeld en hoe je het gebruikt in een noodgeval. De grammaticaopdracht gaat deze les over de vergelijkende en de overtreffende trap.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Telephones
Emergency
Emergency number
Comparative and superlative
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.