Step 5 - Speaking

Tell me about your phone

Expressions: If you need some extra help, go to Wozzol and take another look at the chunks.
Uitdrukkingen: Als je extra hulp nodig hebt, ga dan naar Wozzol en kijk nog eens naar de zinnen.

Have a conversation with a classmate. Use the table below.
Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.

Preparation
Voorbereiding

  1. Write down a couple of words and phrases to help you during the conversation.
    Schrijf een paar woorden en zinnen op als steuntje tijdens het gesprek.
  2. Practise your conversation at least twice.
    Oefen jullie gesprek minstens twee keer.

Having the conversation
Het gesprek voeren

  1. Find another pair to work with.
    Zoek een ander paar om mee samen te werken.
  2. Have your conversation.
    Voer jullie gesprek.
  3. Ask your classmates to write down feedback for you.
    Vraag jullie klasgenoten om feedback voor jullie op te schrijven.
  4. Next, let them have their conversation and write down feedback for them.
    Laat hen vervolgens hun gesprek voeren en schrijf feedback voor hen op.
  5. Discuss what went well and what you can do better next time.
    Bespreek wat er goed ging en wat de volgende keer beter kan.

 

 

Persoon A

 

Persoon B

1

Groet.

1

Groet.

2

Vraag wat voor telefoon B heeft.

2

Geef antwoord. Vertel wat voor merk en type telefoon je hebt en wat voor functies hij allemaal heeft.

3

Vertel wat je van de telefoon van B vindt.

3

Reageer.

Vraag wat voor telefoon A heeft.

4

Geef antwoord. Vertel wat voor merk en type telefoon je hebt en wat voor functies hij allemaal heeft.

 

4

Vertel wat je van de telefoon van A vindt.

Vraag of er ook dingen zijn die A nog zou willen.

5

Geef antwoord.

Vraag of er ook dingen zijn die B nog zou willen.

5

Geef antwoord.

6

Stel een zelfbedachte vraag.

6

Geef antwoord.

Stel een zelf bedachte vraag.

7

Geef antwoord.

Beƫindig het gesprek.

7

Reageer en sluit af.