Bemesting bol geldermalsen

Bemesting bol geldermalsen

Boek "Bemesting van bodem en substraat"

https://contentplatform.ontwikkelcentrum.nl/CMS/CDS/Ontwikkelcentrum/Published%20content/Kenniskiem/97522%20Bemesting%20van%20bodem%20en%20substraat/97522/97022/kenniskiem2/index.html
Boek "Bemesting van bodem en substraat"

Voeden van de planten

Orientatie

Dierlijke mest en plantenresten zorgen ervoor dat planten beter groeien. Scheikundigen komen erachter waarom dit zo is. Zo ontstaat kunstmest.

 

hoofd en spoorelementen

vragen Voedingelementen: Plantengroei

 

1          Wat kun je gebruiken om voedingsstoffen in de grond te brengen?

 

2          Wanneer is een voedingselement een hoofdelement?

3          Wanneer is een element een spoorelement?

4          Welke 4 elementen zijn hoofdelementen?

  1. IJzer
  2. Zink
  3. Stikstof
  4. Magnesium
  5. Mangaan
  6. Fosfor
  7. Kalium
  8. Silicium

5          Verklaar waarom je in een substraatteelt altijd spoorelementen bemest en bij de teelt in de grond bijna nooit?

6          Schrijf de juiste chemische stof op bij het symbool

Symbool

Voedingsstof

Ca

 

B

 

S

 

N

 

Fe

 

P

 

K

 

Mn

 

Mg

 

Cu

 


7          Geef aan of het ion positief of negatief geladen is

Symbool

Positief of negatie

Ca

 

NO3

 

SO4

 

NH4

 

Fe

 

PO4

 

K

 

Mn

 

Mg

 

H

 

 

8          Wat betekenis van CEC?

9          leg uit hoe de bodem voedingsionen kan bufferen?

10        Is het vastleggen van voedingsionen adsorptie of absorptie?

11        Wat is het verschil tussen de CEC buffer en het KH complex?

Stikstofbemesting

Vragen stikstofbemesting

1          Op welke manieren komt in de natuur stikstof beschikbaar voor de planten?

2          Welke stikstof meststoffen kun je gebruiken om te bemesten?

3          Noem vier stikstof meststoffen.

4          Enkele symptomen die op stikstofgebrek wijzen zijn?

5          Wat is symbiose bij vlinderbloemige planten?

6          Noem enkele verschillen tussen stikstof en nitraatmeststoffen.

7          Op het bemestingsadvies wordt aangegeven hoeveel kilogram kalkammonsalpeter je per oppervlakte moet strooien. Soms kies je voor een andere stikstofmeststof. Om er voor te zorgen dat je dezelfde bemestingswaarde strooit moet je uitrekenen hoeveel je moet strooien om een gelijkwaardige vervanger te krijgen.

Je pakt dit als volgt aan:

Je moet bijvoorbeeld 1,5 kg kalkammonsalpeter per 100 m2 geven. Kalkammonsalpeter bevat 26% stikstof, Dus 1 kg kalkammonsa;peter levert______gram zuiver stikstof

Je moet 1,5 kg geven, dat is dan_______gram zuiver stikstof.

We kiezen kalksalpeter (25% N) als vervanger voor de KAS.

We moesten ___________gram zuiver stikstof aanvoeren.

Dus we moeten _____________:______________=________________kg kalksalpeter aanvoeren.

8          Reken nu het volgende uit als je weet dat Gold-N 30% N, kalkammonsalpeter26% N, kalksalpeter 15% N en zwavelzure ammoniak  21% N bevat.

3 kg KAS bevat evenveel stiksof als ________________kg zwavelzure ammoniak.

4 kg kalksalpeter bevat evenveel stikstof als ____________kg KAS.

9        http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Stikstofkringloop/stikstofkringloop.htm

          kies de juiste term voor de verschillende vakjes

Fosfaat in de grond

1          Waarvoor heeft de plant fosfaat nodig?

2          Hoe wordt het fosfaatgehalte van de grond gemeten?

3          Noem een goed oplosbare fosfaatmeststof.

4          Noem een slecht oplosbare fosfaatmeststof.

5          Waarom spoelt fosfaat niet snel uit?

6          Hoe worden fosfaat meststoffen vrij gemaakt in de grond zodat de plant deze kan opnemen?

7          Wat is een groen fosfaat korrel?

1          Wat is de functie van het element K?

2          Op welke twee manieren kun je het kaligehalte van de grond meten?

3          Wat is het verschil tussen die twee uitkomsten?

4          Wanneer mag je een kalimeststof chloorarm noemen?

5          Noem drie kalimeststoffen?

6          Welk proces in de plant wordt gestuurd door de kalium-ionen?

https://www.meststoffennederland.nl/dossiers/voeding-van-de-plant/de-belangrijkste-elementen/zwavel

1          Geef aan of de volgende bewering waar of niet waar is

  1. Magnesium spoelt op zandgrond gemakkelijk uit           0 waar  0 niet waar
  2. Magnesium spoelt op rivierklei gemakkelijk uit              0 waar  0 niet waar
  3. Magnesium is een mobiel element                                0 waar  0 niet waar
  4. Magnesium gebrek komt vooral voor op kleigrond         0 waar  0 niet waar
  5. Zwavel is vooral voor wortelgewassen belangrijk           0 waar  0 niet waar
  6. Magnesium is nodig voor het  bladgroen                       0 waar  0 niet waar
  7. Zwavel zit er altijd voldoende in de grond                     0 waar  0 niet waar
  8. Kali kan de opname van magnesium verstoren              0 waar  0 niet waar
  9. Magnesium schrijf je ook als Mn                                   0 waar  0 niet waar

 

2          Noem 4 magnesium meststoffen.

 

3          Geef aan waar in de plant Magnesium te kort zichtbaar is.

 

4          Hoe ziet een tekort aan magnesium eruit? Voeg een duidelijke afbeelding van internet toe.

Voedingselementen: kalk

Vragen Kalk (Calcium)

1          Wat is de functie van kalk voor de plant?

2          Wat is de functie van kalk voor de grond?

3          Hoe verhoogd kalk de pH van de grond?

4          Waarom is de pH van de grond belangrijk?

5          Op welke manieren verdwijnt kalk uit de grond?

Voedingselementen: teveel of te weinig voeding

Vragen Te veel of te weinig voeding

1          Wat zijn vijf oorzaken van het ontstaan van gebreksverschijnselen?

2          Hoe kun je zien of een plant te weinig voeding heeft?

3          Wat zijn tips om te veel of te weinig meststoffen te voorkomen?

4          Hoe kun je bepalen of er van een voedingselement te veel of te weinig in de plant zit?

Overige voedingselementen; Spoorelementen

Klik hier voor een video over uitleg spoorelementen