Nederlands in de onderbouw

Nederlands in de onderbouw

Welkom!

Afbeeldingsresultaat voor spelling loesjeWelkom op mijn site.

Op deze site is de theorie van spelling te vinden.
Ook kun je oefeningen maken en uiteindelijk een spellingstoets.

Succes!

Mirela Kobilic

Voor wie?

Deze theorie en opdrachten zijn voornamelijk bedoeld voor 1 havo/vwo, maar ook 2 havo/vwo kan het goed gebruiken. 

Thema

De persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd, het meervoud van zelfstandige naamwoorden en lees- en aanhalingstekens.

Doelen

Na deze les kan ik:

• de tegenwoordige tijd van een werkwoord spellen;
• de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen;
• de verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen;
• zelfstandige naamwoorden in het meervoud zetten;
• de leestekens goed gebruiken.

Instaptoets

Om deze instaptoets te kunnen maken, moet je de volgende room name invullen: KOMI.

Deze toets gaat over de persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd, het meervoud van zelfstandige naamwoorden en lees- en aanhalingstekens. Dit is alleen een test, om te zien hoeveel je al weet.


Instaptoets afgerond

Klaar met de instaptoets?

Heb je acht of meer fouten, begin dan bij: 'spelling - beginner'.
Heb je tussen de vier en zeven fouten, begin dan bij: 'spelling - gemiddelde'.
Heb je minder dan vier fouten, begin dan bij: 'spelling - gevorderde'.

 

Spelling - beginner

Tegenwoordige tijd werkwoorden

De persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pv - tt - ev) heeft twee vormen.
1. De stam. Deze vorm maak je door van het hele werkwoord (infinitief) -en af te halen.
Voorbeelden: lopen – lop; bonzen – bonz; rennen – renn.
 
Vaak moet je een kleine aanpassing doen om van de stam de ik-vorm te maken:
lopen – lop – ik loop; bonzen – bonz – ik bons; rennen – renn – ik ren
 
De stam gebruik je:
• bij ik: Ik loop.
• bij je of jij achter de persoonsvorm: Bons jij?
• bij de gebiedende wijs: Ren!

 

Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?

Persoonsvorm verleden tijd sterk         -        PV – VT – STERK

Sterke werkwoorden (klankveranderende werkwoorden): in de verleden tijd verandert de klank.

Voorbeelden: zie – zag; geniet– genoot; slaap – sliep

Persoonsvorm verleden tijd zwak        -        PV – VT – ZWAK

Zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden of regelmatige werkwoorden): in de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.

• Enkelvoud: ik-vorm + -te of –de

• Meervoud: ik-vorm + -ten of –den

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Je kunt op verschillende manieren het zelfstandig naamwoord in het meervoud zetten:

-en achter het enkelvoud zetten: ruit – ruiten,  paard – paarden
   • Soms verandert de klank en moet je het woord aanpassen: glas – glazen,  bak – bakken
-s achter het enkelvoud zetten: drempel – drempels,  garage – garages

Leestekens

Leestekens geven een signaal aan de lezer. Een tekst waarin leestekens zijn gebruikt, is daardoor makkelijker te lezen.

Punt
   • Een zin eindigt met een punt.

      • We beginnen vandaag met de kookles.

Vraagteken
   • Je plaatst een vraagteken achter een vraag.
      • Heeft iedereen de opdracht begrepen?

Opdrachten - beginner

Spelling - gemiddelde

Tegenwoordige tijd werkwoorden

Wat weet ik al?

De persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pv - tt - ev) heeft twee vormen.

1. De stam. Deze vorm maak je door van het hele werkwoord (infinitief) -en af te halen.
Voorbeelden: lopen – lop; bonzen – bonz; rennen – renn.

 

Vaak moet je een kleine aanpassing doen om van de stam de ik-vorm te maken:
lopen – lop – ik loop; bonzen – bonz – ik bons; rennen – renn – ik ren

 

De stam gebruik je:
• bij ik: Ik loop.
• bij je of jij achter de persoonsvorm: Bons jij?
• bij de gebiedende wijs: Ren!


Niewe stof

2. Stam + -t gebruik je:
• bij je of jij voor de persoonsvorm: Je loopt.
• bij hij: Hij bonst.
In plaats van hij kan ook zij staan. Of de vader, het kind enzovoort.

Persoonsvorm verleden tijd sterk - PV – VT – STERK

Wat weet ik al?

Sterke werkwoorden (klankveranderende werkwoorden): in de verleden tijd verandert de klank

Voorbeelden: zie – zag; geniet– genoot; slaap – sliep


Nieuwe stof

Tips:

1. Schrijf het woord zo kort mogelijk op: zag – zagen; genoot – genoten

2. Bij twijfel over een –d of –t aan het eind, maak je het woord langer: vond – vonden; leed - leden

 

Persoonsvorm verleden tijd zwak - PV – VT – ZWAK

Wat weet ik al?

Zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden of regelmatige werkwoorden): in de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.

• Enkelvoud: ik-vorm + -te of –de

• Meervoud: ik-vorm + -ten of –den


Nieuwe stof

‘T KoFSCHiP X           |          ‘T eX– KoFSCHiP         |          ‘T SeXy FoKSCHaaP

• Laatste letter van de stam van het werkwoord een t, -k, -f, -s, -ch, -p, -x?

  ⇒ dan gebruik je in de verleden tijd –te(n)

• In alle andere gevallen ⇒ -de(n)

 

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Wat weet ik al?

-en achter het enkelvoud zetten: ruit – ruiten,  paard – paarden
   • Soms verandert de klank en moet je het woord aanpassen: glas – glazen,  bak – bakken
-s achter het enkelvoud zetten: drempel – drempels,  garage – garages


Nieuwe stof

-’s achter het enkelvoud zetten, waarbij de zn eindigt op: -a, -o, -u, -i of –y: opa – opa’s, piano – piano’s, paraplu – paraplu’s, ski– ski’s, pony – pony’s
• Sommige zelfstandige naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud: gedachte – gedachten – gedachtes, datum – data –datums

Leestekens

Wat weet ik al?

Leestekens geven een signaal aan de lezer. Een tekst waarin leestekens zijn gebruikt, is daardoor makkelijker te lezen.

Punt
   • Een zin eindigt met een punt.
      • We beginnen vandaag met de kookles.

Vraagteken
   • Je plaatst een vraagteken achter een vraag.
      • Heeft iedereen de opdracht begrepen?


Nieuwe stof

Uitroepteken
   • Een uitroep of gebiedende wijs wordt gevolgd door een uitroepteken.
      • Snijd deze komkommer onmiddellijk in schijfjes!

Komma
   • gebruik je bij een opsomming:
      • Meng de sla vervolgens met de komkommer, de tomaten en de dressing.
   • gebruik je in een samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
      • Als je klaar bent, ga je weer op je stoel zitten.
   • gebruik je tussen bijvoeglijke naamwoorden:
      • Een leuke, makkelijke, snelle opdracht.

Opdrachten - gemiddelde

Spelling - gevorderde

Tegenwoordige tijd werkwoorden

Wat weet ik al?

De persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pv - tt - ev) heeft twee vormen.

1. De stam. Deze vorm maak je door van het hele werkwoord (infinitief) -en af te halen.
Voorbeelden: lopen – lop; bonzen – bonz; rennen – renn.

 

Vaak moet je een kleine aanpassing doen om van de stam de ik-vorm te maken:
lopen – lop – ik loop; bonzen – bonz – ik bons; rennen – renn – ik ren
 

De stam gebruik je:
• bij ik: Ik loop.
• bij je of jij achter de persoonsvorm: Bons jij?
• bij de gebiedende wijs: Ren!
 

2. Stam + -t gebruik je:
• bij je of jij voor de persoonsvorm: Je loopt.
• bij hij: Hij bonst.
In plaats van hij kan ook zij staan. Of de vader, het kind enzovoort.


Nieuwe stof

De persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud (pv– tt – mv) ziet er hetzelfde uit als het hele werkwoord (infinitief).
Voorbeelden: Wij lopen. Jullie bonzen. Jullie rennen.

Persoonsvorm verleden tijd sterk - PV – VT – STERK

Wat weet ik al?

Sterke werkwoorden (klankveranderende werkwoorden): in de verleden tijd verandert de klank

Voorbeelden: zie – zag; geniet– genoot; slaap – sliep

Tips:

1. Schrijf het woord zo kort mogelijk op: zag – zagen; genoot – genoten

2. Bij twijfel over een –d of –t aan het eind, maak je het woord langer: vond – vonden; leed - leden

Persoonsvorm verleden tijd zwak - PV – VT – ZWAK

Wat weet ik al?

Zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden of regelmatige werkwoorden): in de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.

• Enkelvoud: ik-vorm + -te of –de

• Meervoud: ik-vorm + -ten of –den

 

‘T KoFSCHiP X           |          ‘T eX– KoFSCHi        |          ‘T SeXy FoKSCHaaP

• Laatste letter van de stam van het werkwoord een t, -k, -f, -s, -ch, -p, -x?

  ⇒ dan gebruik je in de verleden tijd –te(n)

• In alle andere gevallen ⇒ -de(n)


Nieuwe stof

Werkwoord      

Stam            

Ik-vorm          

Pv– vt - zwak  

bedanken

bedank

bedank

bedankte(n)

relaxen

relax

relax

relaxte(n)

verhuizen

verhuiz

verhuis

verhuisde(n)

 


 

Wat is 'T KoFSCHiP?

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Wat weet ik al?

-en achter het enkelvoud zetten: ruit – ruiten,  paard – paarden
   • Soms verandert de klank en moet je het woord aanpassen: glas – glazen,  bak – bakken
-s achter het enkelvoud zetten: drempel – drempels,  garage – garages

-’s achter het enkelvoud zetten, waarbij de zn eindigt op: -a, -o, -u, -i of –y: opa – opa’s, piano – piano’s, paraplu – paraplu’s, ski– ski’s, pony – pony’s
• Sommige zelfstandige naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud: gedachte – gedachten – gedachtes, datum – data –datums


Nieuwe stof

• Woorden die eindigen op –ie krijgen in het meervoud –eën of –ën:
   • Als de klemtoon ligt op laatste lettergreep -ie, schrijf je –eën: knie – knieën  melodie – melodieën
   • Als de klemtoom niet op –ie ligt, schrijf je –ën: bacterie – bactern  kolonie – kolonn
• Woorden die eindigen op –ee, krijgen in het meervoud –ën: zee – zeeën    idee – ideeën  fee – feeën
• Woorden die komen uit het Latijn en eindigen op –um, krijgen in het meervoud –a of –s: museum – musea – museums  datum – data – datums
• Woorden die eindigen op –us, krijgen in het meervoud –i: politicus – politici  technicus - technici

Aanhalingstekens

Wat weet je al?

Leestekens geven een signaal aan de lezer. Een tekst waarin leestekens zijn gebruikt, is daardoor makkelijker te lezen.

Punt
   • Een zin eindigt met een punt.
      • We beginnen vandaag met de kookles.

Vraagteken
   • Je plaatst een vraagteken achter een vraag.
      • Heeft iedereen de opdracht begrepen?

Uitroepteken
   • Een uitroep of gebiedende wijs wordt gevolgd door een uitroepteken.
      • Snijd deze komkommer onmiddellijk in schijfjes!

Komma
   • gebruik je bij een opsomming:
      • Meng de sla vervolgens met de paprika, de tomaten en de dressing.
   • gebruik je in een samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
      • Als je klaar bent, ga je weer op je plaats zitten.
   • gebruik je tussen bijvoeglijke naamwoorden:
      • Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.


Nieuwe stof
Als je een woord of een zin tussen aanhalingstekens wilt zetten, dan plaats je deze tekens altijd voor en na dat woord of die zin.
Aanhalingstekens kunnen uit één of twee kleine tekens bestaan; je plaatst ze ‘in de lucht’.
• Je gebruikt aanhalingstekens:
   • als je een gesprek weergeeft:
      • De coach zei: We gaan een nieuwe tactiek toepassen in de wedstrijd.
   • als je een passage uit een tekst citeert, dat wil zeggen: letterlijk overneemt.
      • Meedoen is belangrijker dan winnen, zo luidt de slogan van onze club.
   • als je een woord speciale aandacht wilt geven:
      • Hoe spel je coach eigenlijk?

Opdrachten - gevorderde

Extra oefenen: meervoud zelfstandige naamwoorden

Om te oefenen met het meervoud van zelfstandige naamwoorden, moet je de volgende code invullen: 800557.

Eindtoets

Bronnen

Tenter, P. den., Boer, T. de., Janssen, K., Keppler J., Kamp, K. van der., Musters, M., Potters, M. & Vugt, J. van. (2014). Ta!ent. 's-Hertogenbosch: Malmberg.

Clipphanger. (2012). Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?. Geraadpleegd op   7 maart 2018 van:
https://www.youtube.com/watch?time_continue=5&v=3NUcVQSjXjE

Jufmelis. (2008). Spelling. Geraadpleegd op 15 februari 2018 van: https://www.jufmelis.nl/spelling

 

 

 

 

  • Het arrangement Nederlands in de onderbouw is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Mirela Kobilic Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-04-13 21:32:01
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    't kofschip x, leestekens, meervoud, spelling, sterke werkwoorden, tegenwoordige tijd, verleden tijd, zwakke werkwoorden

    Bronnen

    Bron Type
    Wanneer eindigt een werkwoord op d, t of dt?
    https://www.youtube.com/watch?v=3NUcVQSjXjE&index=5&list=PL6J8tGiuAhPyQJsSA6dVVmjXkwL--jr1j
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Opdrachten - beginner

    Opdrachten - gemiddelde

    Opdrachten - gevorderde

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.