Wat weet ik al?
• -en achter het enkelvoud zetten: ruit – ruiten, paard – paarden
• Soms verandert de klank en moet je het woord aanpassen: glas – glazen, bak – bakken
• -s achter het enkelvoud zetten: drempel – drempels, garage – garages
Nieuwe stof
• -’s achter het enkelvoud zetten, waarbij de zn eindigt op: -a, -o, -u, -i of –y: opa – opa’s, piano – piano’s, paraplu – paraplu’s, ski– ski’s, pony – pony’s
• Sommige zelfstandige naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud: gedachte – gedachten – gedachtes, datum – data –datums