Nederland en Duitsland

Nederland - Duitsland

Vooraf

Leerdoelen

In deze opdracht vergelijken jullie de bevolkingen van Duitsland en Nederland in de tijd na de Tweede Wereldoorlog. Jullie kijken met name naar de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen. Denk hierbij aan de bevolkingssamenstelling, immigratie en emigratie en de handelsrelaties.

Aan het eind van deze opdracht:

  • Kun je de begrippen migratie, immigratie en emigratie beschrijven.
  • Kun je uitleggen waarom er in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw veel immigranten naar Nederland en Duitsland kwamen.
  • Kun je drie landen noemen waar Nederlandse en Duitse emigranten in de jaren '50 en '60 naartoe gingen.
  • Kun je omschrijven wat wordt bedoeld met het 'Wirtschaftswunder'.
  • Kun je het belang van de handel tussen Nederland en Duitsland voor beide landen beschrijven.


Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een quiz.

Beoordeling
Door de quiz goed op te lossen, laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald en definities van de begrippen kunt geven.

 

Werkwijze

Groepsgrootte
Stap 1 tot en met stap 3 doe je alleen.
Het eindproduct (stap 4) maak je samen met een klasgenoot.

Benodigdheden
Geen bijzonderheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap1

De Nederlandse bevolking
De Nederlandse bevolking bestaat uit 16,8 miljoen inwoners (per 1/1/2014). Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zal het bevolkingsaantal de komende 30 jaar nog toenemen. Het CBS is een instantie die statistisch onderzoek verricht, gegevens verzamelt en presenteert. Denk aan cijfers over bijvoorbeeld het aantal werklozen, het aantal buitenlanders in Nederland of de bevolkingsgroei. Cijfers die met de bevolkingssamenstelling te maken hebben, noemen we demografische gegevens. Demografie is de wetenschap die de bevolking cijfermatig in kaart brengt.

Heb jij je weleens afgevraagd waarom er mensen in Nederland zijn die hier niet werden geboren? En waar komen zij allemaal vandaan? In de media hoor je vaak de termen migratie, immigratie en emigratie, maar wat betekenen deze begrippen eigenlijk?

  • Migratie: verplaatsing van een groep mensen.
    Stel je voor, je verhuist met je gezin van Amsterdam naar Utrecht. Dit wordt (binnenlandse) migratie genoemd.
  • Emigratie/immigratie: het vestigen in een ander land of gebied.
    Stel dat je met je met je ouders naar Duitsland gaat verhuizen, dan immigreer je in Duitsland. Je verlaat Nederland; dit wordt emigratie genoemd. Je emigreert uit Nederland en je immigreert in Duitsland.

Om immigranten op te vangen en de immigratie in goede banen te leiden, is een duidelijke aanpak nodig. De maatregelen die we daarvoor bedenken, noemen we het immigratiebeleid. Er wordt bijvoorbeeld gepland hoeveel immigranten er het land in mogen en welke eisen aan deze groep worden gesteld. Er zijn natuurlijk talloze redenen om te emigreren of te immigreren, zoals voor werk, omdat je je in het oude land niet veilig voelt of omdat je denkt elders een beter leven te zullen krijgen.

Na de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal immigranten in Nederland. Deze kwamen voornamelijk uit Suriname, Indonesië en de Nederlandse Antillen. Migranten die hier kwamen om te werken, noemen we arbeidsmigranten. Ze kwamen in de jaren ‘60 en ’70 voornamelijk uit Marokko en Turkije. Gastarbeiders, zoals arbeidsmigranten toen werden genoemd, kwamen ook uit landen aan de Middellandse Zee. Nederland was een welvarend land en had behoefte aan laaggeschoold personeel. Destijds ging iedereen er van uit dat deze gastarbeiders na een aantal jaren terug zouden gaan naar hun land van herkomst, maar velen van hen zijn in Nederland gebleven en hebben hun gezinnen hier naartoe gebracht.

Nederlandse emigranten gingen in de jaren ‘50 voornamelijk naar de VS, Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland.

Vraag:
Beschrijf met je eigen woorden wat migratie is en geef concrete voorbeelden van redenen om te migreren.

Stap2

De Duitse bevolking
De Duitse bevolking bestaat uit 81 miljoen inwoners en is hiermee de grootste bevolking van de Europese Unie (EU). Berlijn is de hoofdstad en sinds 2005 is Angela Merkel (CDU: Christelijke Democratische Unie) bondskanselier. De positie van Merkel is te vergelijken met de positie van de minister-president in Nederland. Duitsland heeft geen koning, zoals Nederland, maar een president. De Bondspresident heeft net als de Nederlandse koning geen uitvoerende macht, maar vooral een representatieve functie. Hij vertegenwoordigt Duitsland bij officiële gelegenheden. Duitsland bestaat uit 16 deelstaten, de ‘Bundesländer’. Dichtbij Nederland ligt de deelstaat Noordrijn-Westfalen met Düsseldorf als hoofdstad.






 

Tekst 1 - Wirtschaftswunder

Na de Tweede Wereldoorlog (en vooral in de jaren vijftig) voltrok zich in West-Duitsland het zogenoemde ‘Wirtschaftswunder’, oftewel het economische wonder. De steden, industrie en economische infrastructuur werden weer hersteld en er was veel werk beschikbaar. Duitsland was destijds verdeeld in West-Duitsland (de Bondsrepubliek) en de DDR (Duitse Democratische Republiek). De DDR behoorde tot het Oostblok, een verzameling landen onder sterke invloed van de toenmalige Sovjet-Unie.

Het economische wonder bracht de bevolking meer zelfvertrouwen na de zware oorlog. Er kwam een nieuwe munteenheid, de ‘Deutsche Mark’, die heeft bijgedragen aan de economische groei. Duitsland kreeg een pensioenstelsel en werd bovendien een echt exportland. Het was toen goedkoop om in Duitsland te produceren. Er werden veel investeringen gedaan en dit wierp vruchten af. Onder andere de auto-industrie verkocht steeds meer en de VW-Kever werd het symbool van het economische wonder.

 

Tekst 2 - Migratie

Vlak na de Tweede Wereldoorlog vertrokken veel Duitsers naar Australië of Zuid-Amerika omdat daar meer werk te vinden was. Mensen in de DDR vluchtten massaal naar West-Duitsland uit onvrede over de overheersing van de Sovjet-Unie. Daaraan kwam een einde toen in 1961 de Berlijnse Muur werd gebouwd. De grens tussen Duitsland en de DDR werd hermetisch afgesloten.

De redenen om de DDR te ontvluchten waren divers. Zo had je de tegenstanders van de DDR-politiek die op de socialistische leer was gestoeld. Ze waren het niet eens met allerlei DDR-beleid, bijvoorbeeld het onderwijsbeleid, de legerplicht of de macht van de staat binnen de economie. Ook gingen mensen weg om naar hun gezin toe te gaan in andere delen van de wereld of waren ze op zoek naar een beter leven en inkomen. Dit wordt in het Duits Republikflucht genoemd, de vlucht uit de republiek. Snel hierna verbood de DDR-regering het haar inwoners om het land te verlaten. Zij die probeerden te vluchten, werden zwaar bestraft. De regering was bang dat teveel goede arbeiders het land zouden verlaten en dat daardoor de staat economische schade op zou lopen. Mensen uit West-Duitsland daarentegen mochten wel naar de DDR reizen.

Vergelijkbaar met Nederland, kwamen er vanaf de jaren ‘50 arbeidsmigranten naar Duitsland. Deze waren meestal afkomstig uit Italië, Spanje of Turkije. Later kwamen er ook veel Oost-Europese migranten.

Vragen:

  1. Geef een voorbeeld van een industrietak die het economisch voor de wind ging tijdens het Wirtschaftswunder in Duitsland.
  2. In welke twee delen was Duitsland destijds opgedeeld?

Stap3

Overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Duitsland
Naast de verschillen tussen Nederland en Duitsland, zoals de oppervlakte van het land en het aantal inwoners, zijn er ook overeenkomsten. In beide landen wordt ongeveer de helft van de bodem gebruikt voor de landbouw. Nederland is met ongeveer 480 inwoners per km² gemiddeld twee keer zo dichtbevolkt als Duitsland (230). Al zijn er deelstaten die een hogere bevolkingsdichtheid hebben zoals Nordrhein-Westfalen (530 inwoners per km²).

In Nederland zijn er 3,6 miljoen inwoners met een migratieachtergrond, 21,4% van de hele bevolking (CBS 2014). Minstens een van de ouders is niet in Nederland geboren.
In Duitsland wordt er ook gesproken van mensen met een migratieachtergrond. Hierbij gaat het niet alleen om de eerste en tweede generatie, maar ook om de derde generatie die in Duitsland is geboren maar een buitenlandse nationaliteit heeft. Ook als de grootouders in Duitsland zijn geboren met een buitenlands paspoort, hebben de kleinkinderen een migratieachtergrond.

In 2012 had er volgens deze definitie 20% van de bevolking in Duitsland een migratieachtergrond. De verschillende definities maken het lastig om de cijfers van Nederland en Duitsland met elkaar te vergelijken.
Wel is er onderzoek in de EU gedaan naar mensen met een buitenlands paspoort. In Nederland gaat het dan om 4% en in Duitsland om 8% van de gehele bevolking (stand 2012).

Lees de onderstaande teksten en beantwoord de bijbehorende vragen.

Tekst 1 - Belangrijkste handelspartner

Duitsland is de belangrijkste handelspartner voor Nederland. Dit heeft te maken met de omvang van de onderlinge handel, dus met export en import van producten. Een vijfde van de totale Nederlandse export en een kwart van de export van agrarische producten gaat naar Duitsland. Duitslands grootste handelspartner is Frankrijk, maar Nederland komt daarna op de tweede plaats. Bovendien is Nederland een belangrijk doorvoerland. Veel producten worden via de haven van Rotterdam naar andere landen getransporteerd met grote schepen. Duitsland is het belangrijkste doorvoerland voor Nederland naar andere Europese landen. Dit betekent dat ook veel producten via Duitsland naar andere landen worden vervoerd. Beide landen werken dan ook nauw samen op het gebied van infrastructuur en transport.

De Nederlandse bevolking is zich er vaak niet van bewust hoe belangrijk Duitsland voor ons is. Mensen die aan de grens wonen, kunnen zich vaak redelijk redden in de Duitse taal, maar elders wordt er nauwelijks Duits gesproken en er zijn ook steeds minder studenten die kiezen voor een studie Duitse taal en cultuur.

 

Tekst 2 - Omgang/Cultuur

In de Duitse cultuur is het normaal om iedereen vanaf ongeveer 16 jaar die men niet kent met ‘u’ (Sie) aan te spreken. Ook in de bedrijfscultuur is het gewoon om ‘u’ tegen de baas en collega’s te zeggen en deze bij de achternaam te noemen. In Nederland zijn wij er makkelijker in en is het gewoon om je baas met ‘jij’ en met de voornaam aan te spreken. In de bedrijfscultuur in Duitsland ligt er meer nadruk op hiërarchie, op iemands plaats in de organisatie. Hoe hoger je staat op de ladder, met hoe meer respect je wordt behandeld.

 

Tekst 3 - Mobiliteit

De mobiliteit binnen Nederland is erg groot, want het openbaar vervoer is sterk ontwikkeld en er is een uitgebreid wegennetwerk met veel snelwegen. Maar er zijn ook veel files en de kosten van onderhoud van het wegennetwerk zijn hoog. In Nederland is lange tijd gepraat over invoering van een kilometerheffing. Dat is een systeem waarbij weggebruikers betalen per gereden kilometer. De gebruiker betaalt. Het systeem is (nog) niet ingevoerd omdat er veel protest uit de samenleving kwam.

Ook in Duitsland is er veel verkeer, vooral op de snelwegen. Het Duitse Autobahnen-netwerk is beroemd, maar evenmin goedkoop. De Duitse regering heeft inmiddels een tolsysteem ingevoerd voor vrachtverkeer. Vrachtwagens mogen alleen de snelweg op als er is betaald voor een tolvignet.

Nu heeft de Duitse Bondsregering vergevorderde plannen om tol te heffen voor iedere weggebruiker die gebruik van de snelwegen wil maken. Duitse automobilisten krijgen in ruil voor die kosten belastingverlaging. Het zijn dus vooral de buitenlandse chauffeurs die de rekening krijgen. Er is veel kritiek op de plannen omdat het de mobiliteit binnen Duitsland erg beïnvloed. Ook voor veel Nederlanders zal dit plan grote gevolgen hebben, vooral in de grensstreek.

Vragen:

  1. Welke soort handel wordt er het meest gedreven tussen Duitsland en Nederland?
  2. Bedenk wat de gevolgen zijn voor Nederlandse automobilisten van de invoering van een tolheffing in Duitsland. Noem voorbeelden.

Stap4

Extra opgaven Bevolking en ruimte
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de volgende toets.

Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is. 

 

 

Toets:Nederland en Duitsland

Stap5

Eindproduct: Quiz
In deze puzzel krijg je tien woorden die met de Nederlandse of Duitse bevolking te maken hebben en die in de inhoud van deze opdracht genoemd zijn. Na het goed invullen van de antwoorden kun je van boven naar beneden een woord lezen.

Quiz: Nederland-Duitsland

  • Het arrangement Nederland en Duitsland is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Gijs Labots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-02-07 11:23:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Bevolkingskenmerken; Migratie; Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rerrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: Nederland: Nederland - Duitsland - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82642/Opdracht__Nederland__Nederland___Duitsland___vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Nederland en Duitsland

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.