Grammatica - Naamwoordelijk gezegde HV12

Grammatica - Naamwoordelijk gezegde HV12

Grammatica - Naamwoordelijk gezegde

Vooraf

In deze grammaticaopdracht staat het naamwoordelijk gezegde centraal.

In de volgende video maak je alvast kennis met het naamwoordelijk gezegde.
Bespreek met een klasgenoot op welke werkwoorden je moet letten bij een naamwoordelijk gezegde.

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Naamwoordelijk gezegde'.
De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen.

Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je meer dan 80% van de punten haalt.

Activiteiten

Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van het Kennisbankitem 'Het naamwoordelijk gezegde' kan ik in een zin aangeven of ik te maken heb met het naamwoordelijk of het werkwoordelijk gezegde te maken heb.
Stap 2 Ik kan aangeven of er sprake is van een hulp-, zelfstandig- of koppelwerkwoord.
Stap 3 Met behulp van drie stappen kan ik het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden.
Stap 4 en Ik kan zinnen makkelijk waarbij het naamwoordelijk deel een zelfstandig naamwoord is en waarbij het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord is.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindtoets: 'Het naamwoordelijk gezegde'.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Stap 1

Weet je nog wat het werkwoordelijk gezegde is?
Als je twijfelt, bestudeer dan onderstaand item uit de Kennisbank Nederlands.

KB: Grammatica: Werkwoordelijk gezegde

Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

KB: Grammatica: Naamwoordelijk gezegde

Maak daarna de volgende oefeningen:

 

Oefening:Naamwoordelijk gezegde-1

Oefening:Naamwoordelijk gezegde-2

Stap 2

In een zin kunnen drie soorten werkwoorden staan.

  • Een hulpwerkwoord
  • Een zelfstandig werkwoord.
  • Een koppelwerkwoord. Dat zijn de volgende werkwoorden
    Leer ze uit je hoofd.
zijn
lijken  
heten
worden
blijven  
dunken
blijven
schijnen
voorkomen

 

In de volgende video wordt het verschil tussen deze werkwoorden uitgelegd.
Bekijk de video goed. Het is niet altijd makkelijk om te zien welk soort werkwoord er in een zin staat. Let dus goed op.
Vraag eventueel je docent om hulp als het verschil niet duidelijk is.
Maak na het kijken de oefening.

Oefening:Soort werkwoord

Stap 3

Het naamwoordelijk gezegde vinden

Vind je het nog lastig om te bepalen of je te maken hebt met een naamwoordelijk gezegde, stel jezelf dan steeds drie vragen.

Voorbeeldzin: Deze oplossing lijkt mij erg goed.

Vraag 1: Staat er een koppelwerkwoord in de zin?
Antwoord: 'Ja', het koppelwerkwoord 'lijkt'.
Vraag 2: Gaat het in de zin om een eigenschap/toestand?
Antwoord: 'Ja', toestand: 'erg goed'
Vraag 3: Wordt er in de zin iets over het onderwerp gezegd?
Antwoord: 'Ja', 'Deze oplossing' lijkt erg goed.

Als je alle drie de vragen met 'ja' kunt beantwoorden heb je te maken met een naamwoordelijk gezegde.
Het naamwoordelijk gezegde in deze zin is dus: 'lijkt erg goed'.

Maak de volgende oefening:

Vraag 1: Staat er een koppelwerkwoord in de zin?
Vraag 2: Gaat het in de zin om een eigenschap/toestand?
Vraag 3: Wordt er in de zin iets over het onderwerp gezegd?
Gebruik de drie vragen om te kijken of er een naamwoordelijk gezegde te vinden is in de volgende zinnen.

Voorbeeldzinnen:

  • Die jongen schaatst erg goed.
    'Vorig jaar schaatste je erg goed.' (schaatsen kun je doen).
  • Peter is al heel lang ziek.
    'Peter is al heel lang ziek.' ('ziek zijn' kun je niet doen: 'ziek' is een eigenschap van 'Peter').
  • Mijn oma wordt morgen honderd jaar.
    'Mijn oma wordt morgen honderd jaar.' ('honderd jaar worden' is geen handeling of activiteit en kun je dus niet doen 'het honderd worden' is een eigenschap/toestand van 'Mijn oma'.)
  • Onze nieuwe juf blijkt heel aardig te zijn.
    'Onze nieuwe juf blijkt  heel aardig te zijn.' (dat iets 'blijkt' kun je niet doen; 'aardig' is een eigenschap/toestand van 'Onze nieuwe juf').

Weet je in welke zinnen een naamwoordelijk gezegde zit en weet je dan ook wat het naamwoordelijk gezegde is? Bespreek je antwoorden dan met een klasgenoot en kijk of jullie dezelfde antwoorden hebben.

 

Naamwoordelijk gezegde


Geef bij de volgende oefening aan of de genoemde uitspraken juist zijn.

Oefening:Naamwoordelijk gezegde-3

Stap 4

Het naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk deel (nd) van het naamwoordelijke gezegde (ng) kan een zelfstandig naamwoord zijn.

  • Moniek is een pestkop. nd ng = een pestkop

Het naamwoordelijk deel kan ook een bijvoeglijk naamwoord zijn.
  • Moniek is mooi. nd ng = mooi

Bedenk zelf twee zinnen: één zin waarin het naamwoordelijk deel van gezegde een zelfstandig naamwoord is en één zin waarin het naamwoordelijk deel een bijvoeglijk naamwoord is.

Stap 5

Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit een aantal meerkeuzevragen.
Je moet 80% van de punten halen voor een voldoende.
Heb je een voldoende? Print dan het certificaat.

Klik op 'Start' om te beginnen.

Succes!

 

 

Oefening:Naamwoordelijk gezegde

Extra opdracht

Naamwoordelijk gezegde oefening
Lees deze uitleg over het naamwoordelijk gezegde.

Bekijk de volgende tabel.

Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Kijk of er in de zinnen een naamwoordelijk gezegde zit. Wanneer dit het geval is, vul je erachter het werkwoordelijk deel (ww) en naamwoordelijk deel (nw) in.

1. Jonas wordt later architect.

ww = ...............
nw = ...............

2. Hij lijkt me heel geschikt.

ww = ...............
nw = ...............

3. Die monteur blijkt heel goed in zijn werk.

ww = ...............
nw = ...............

4. De verdwenen bedrijfsleider bleek op Aruba te zijn.

ww = ...............
nw = ...............

5. De auto wordt waarschijnlijk morgen opgehaald.

ww = ...............
nw = ...............

6. Hij werkt al jaren als huisarts in Katwijk.

ww = ...............
nw = ...............

7. Waarom zijn die beesten zo vreselijk bang?

ww = ...............
nw = ...............

8. Dat komt mij erg ongeloofwaardig voor.

ww = ...............
nw = ...............

9. De inbreker moet morgen voorkomen bij de politierechter.

ww = ...............
nw = ...............

10. Dat is een uitstekende oplossing.

ww = ...............
nw = ...............


Verderkijker

De Verderkijker biedt bij de opdracht passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.

Voor het onderdeel Naamwoordelijk gezegde zijn de volgende items geselecteerd.

 

 

In de Verderkijker wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet.
Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, of constateert u een niet-werkende link, horen wij dit natuurlijk graag.
Dit kan via onze
helpdesk.

  • Het arrangement Grammatica - Naamwoordelijk gezegde HV12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    S Veninga Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2025-01-26 12:29:08
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Aan het eind van deze les: Kun je het naamwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen. Weet je dat naamwoordelijk gezegde uit een werkwoordelijk deel en uit een naamwoordelijk deel bestaat.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Begrippenlijst en taalverzorging;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Grammatica - Naamwoordelijk gezegde HV12

    https://maken.wikiwijs.nl/52540/Opdracht__Grammatica___Naamwoordelijk_gezegde_HV12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Naamwoordelijk gezegde-1

    Naamwoordelijk gezegde-2

    Soort werkwoord

    Naamwoordelijk gezegde-3

    Naamwoordelijk gezegde

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.