Revolutie in Rusland leidt tot tegenstellingen Oost-West
In 1917 was het Russische keizerrijk in oorlog met Duitsland. Voor de Russen verliep de oorlog rampzalig. De tsaar kwam ten val, toen de bevolking in opstand kwam, soldaten deserteerden en de politie de kant van de opstandelingen koos. De regering kwam in handen van het parlement. De kleine, maar goed georganiseerde communistische partij onder leiding van Lenin pleegde kort daarna een staatsgreep en trok alle macht naar zich toe. Na een bloedige burgeroorlog kregen de communisten het hele Russische rijk onder controle en stichtten de Sovjet-Unie.
De communisten wilden een klasselozesamenleving tot stand brengen met volledige gelijkheid en staatscontrole op de economie en de maatschappij. Vooral toen Stalin aan de macht kwam, ontwikkelde de Sovjet-Unie zich tot een totalitairestaat waarin de strak geleide communistische partij het volledig voor het zeggen had. Door gelijkschakeling, indoctrinatie en censuur was er steeds minder individuele vrijheid. De economie werd volledig door de staat geleid: een planeconomie. Door snelle industrialisatie en collectivisatie van de landbouw moest het land worden gemoderniseerd. Alle bedrijven werden staatsbezit.
In het westen, gedomineerd door de VS, werd met afschuw en angst gereageerd op de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie. Men zag het communisme als een groot gevaar voor democratie, individuele vrijheid en kapitalisme, ook omdat het communisme streefde naar een wereldrevolutie.
Groeiende spanning om Duitsland: Potsdam en Hiroshima
Nog in 1939 sloten de twee dictators Stalin en Hitler een verbond om elkaar niet aan te vallen en Polen onder elkaar te verdelen. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde dit, nadat Duitsland de Sovjet-Unie was binnengevallen. Vanaf 1941 werkten de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten samen in de strijd tegen de as-mogendheden. Stalingrad en D-Day werden keerpunten in de strijd tegen de nazi's. In Duitsland ontmoetten de Amerikaanse en Russische legers elkaar in vriendschap.
Maar tegen het einde van de oorlog liep de spanning tussen beide landen snel op toen de vraag opkwam: wat moet er na de oorlog met Duitsland gebeuren? Tijdens de Conferentie van Potsdam in juli 1945 werden SU, VS en Groot-Brittannië het daarover niet eens.
Stalin wilde Duitsland voorgoed verzwakken om elk gevaar op een nieuwe oorlog te voorkomen, en eiste herstelbetalingen voor de enorme oorlogsschade. De westerse geallieerden wilden de democratie herstellen en de Duitse economie snel weer opbouwen. Ze waren bang dat een arm Duitsland opnieuw in handen van een dictator kon vallen, net als voor de oorlog was gebeurd. Beide partijen wantrouwden elkaar en wilden invloed op de machtsverhoudingen in Europa.
Door de Amerikaanse atoombom op Hiroshima (1945) werd het wantrouwen tussen de Sovjet-Unie en de Westelijke mogendheden nog groter.
Verdeeldheid door Invloedssferen en satellieten
Zowel de Sovjets als de westerse landen wilden hun positie in Europa versterken door zicht te verzekeren van bevriende landen om zich heen. Bij het ontstaan van deze invloedssferen beschuldigden de VS en de SU elkaar ervan de eigen macht te willen uitbreiden. Elke partij maakte in zijn propaganda een vijandbeeld van de andere partij. In het westen was angst voor het streven naar wereldrevolutie door de Sovjets; de Sovjet-Unie wilde zijn westgrens beveiligen en zich daar verzekeren van een bufferzone van bevriende landen.
Zo werden de door de SU bevrijde landen in Oost-Europa onder druk van de Sovjet-Unie omgevormd tot volksdemocratieën. Ook in deze landen kreeg de communistische partij het dus alleen voor het zeggen, met op de achtergrond de dreiging van ingrijpen door het Sovjetleger. Deze communistische buurlanden werden in het westen satellieten genoemd: landen die hun zelfstandigheid kwijt waren en werden gedwongen zich helemaal op de Sovjet-Unie te oriënteren, zoals een satelliet steeds om de aarde draait. Westerse landen vroegen zich af hoe ver Stalin zou gaan met het uitbreiden van zijn invloedssfeer. Zou Duitsland het volgende land zijn?
Verdeeldheid door Trumandoctrine en Marshallplan
President Truman van de VS beloofde elke regering te zullen helpen die zich bedreigd voelde door verdere machtsuitbreiding van de Sovjet-Unie. Hij wilde geen bestaande communistische staten aanvallen, maar voorkomen dat het communisme zich nog uitbreidde. Deze politiek werd de Trumandoctrine genoemd.
De VS meende dat communisme vooral aantrekkelijk zou zijn voor arme, zwakke staten. Economische steun was dus nodig. Dit zou de vriendschap tussen de VS en de Europese landen verstevigen en goed zijn voor de handel. De VS zag Europa natuurlijk ook als een goede afzetmarkt zodra daar weer geld kon worden verdiend. Daarom kwam de VS in 1947 met het Marshallplan. Europese landen zouden economische steun ontvangen op voorwaarde van samenwerking bij de verdeling hiervan. Zo gaf dit plan ook de aanzet tot Europese samenwerking.
Het Marshallplan werd door de Sovjet-Unie uitgelegd als een poging tot machtsuitbreiding van het kapitalisme onder leiding van de VS. Geen van de satellietstaten mocht eraan deelnemen. In de westerse bezettingszones van Duitsland werd de wederopbouw sterk gestimuleerd. Maar de Russische bezettingszone werd door de Sovjets leeggeplunderd als vorm van herstelbetaling. Deze tegenstellingen kwamen tot een hoogtepunt toen de westerse zones steeds verder werden samengevoegd en een nieuwe munt kregen. Het was nu duidelijk dat er twee Duitslanden gingen ontstaan.
Duitsland gedeeld, de wereld verdeeld
In juni 1948 stelde Stalin een blokkade in om de stad Berlijn, die ook in zones was verdeeld. Het doel was Berlijn, dat middenin de Sovjet-zone lag, te dwingen zich geheel bij het communistische Oost-Duitsland te voegen. Daarom werden alle toevoerwegen van het westen afgesloten. West-Berlijn was nu belegerd. Volgens de Truman-doctrine kon de VS nu ingrijpen om West-Berlijn te bevrijden. Maar dat gebeurde niet. Truman wilde om Berlijn geen oorlog beginnen. In plaats daarvan brachten Amerikaanse bommenwerpers voedsel en voorraden naar West-Berlijn om de blokkade te doorbreken: de luchtbrug. Stalin moest de blokkade inderdaad opgeven, de weg naar het westen werd weer geopend en West-Berlijn bleef een kapitalistische enclave in communistisch Duitsland. Beide landen vormden in 1949 een eigen staat: de kapitalistische BRD en de communistische DDR. In hetzelfde jaar werd duidelijk dat de Sovjet-Unie ook een eigen atoomwapen bezat.
In het westen werd het militaire bondgenootschap van de NAVO gevormd, de Sovjet-Unie vormde samen met zijn satellietstaten het militaire Warschaupact.
De Koude Oorlog was nu een feit: Europa en de wereld raakten steeds verder verdeeld in twee blokken met ideologieën die recht tegenover elkaar stonden. De wereld raakte in de ban van deze tegenstelling die leidde tot een angstwekkende wapenwedloop. Bij elk conflict in de wereld, klein of groot, kozen de twee machtsblokken onmiddellijk partij tegen elkaar. Iedereen was bang dat vroeg of laat een derde wereldoorlog zou uitbreken. Toch gebeurde dit uiteindelijk niet.
In de VS werd de angst voor het communisme verder aangejaagd door de activiteiten van senator Joseph McCarthy, die met zijn hoorzittingen tegen vermeende communisten een ware heksenjacht ontketende. Talloze bekende figuren uit de politiek en de showbusiness werden verdacht gemaakt en publiekelijk aan de schandpaal genageld. Het McCarthyisme was daar-mee een voorbeeld van de manier waarop de Koude Oorlog invloed had op de hele samenle-ving. De algemene angst voor een atoomoorlog versterkte de sfeer van een heksenjacht. Ook in Europa verdween de sympathie die er vlak na de oorlog was voor het communisme, dat een grote rol had gespeeld in de bevrijding en het verzet, al heel snel en werd vervangen door wantrouwen en stereotiepe vijandbeelden in de pers en de politieke discussie.
Voorbeeld 1
dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 40: het voeren van twee wereldoorlogen, 43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering, en 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Atoombom op Hiroshima (1945)
Het ultieme geheime wapen
Ongekende verwoesting
Tijdens de oorlog werd zowel door Duitse als door westerse geleerden koortsachtig gezocht naar de mogelijkheden om een superwapen te ontwikkelen, op basis van de natuurkundige ontdekkingen rondom de mogelijkheden om enorme hoeveelheden energie vrij te maken uit atoomkernen. De mogelijkheden om atomen te splijten was in 1938 ontdekt door Duitse geleerden en internationaal gedeeld met collega's, en tegen het uitbreken van de oorlog verschenen er al veel wetenschappelijke artikelen maar ook sensatieberichten over mogelijke toepassingen van deze ontdekking.
Het was onder andere de beroemde geleerde Albert Einstein die de regering van de VS waarschuwde voor de mogelijke gevolgen als Hitler een atoomwapen liet ontwikkelen. De VS besloten mede daarom zelf zo'n wapen te maken. Een team van de allerbeste natuurkundigen werd samengesteld. Voor het vervaardigen van voldoende splijtbaar materiaal werden enorme fabrieken gebouwd. Om de geheimhouding te verbeteren werd het onderzoek in 1943 verplaatst naar het Los Alamos-laboratorium in de woestijn van New Mexico. Hier werd in juli 1945 de eerste proef gedaan met een atoombom: de Trinity, met een kracht van 22 kiloton, duizendmaal zwaarder dan de zwaarste bommen die in de oorlog werden gebruikt.
Terwijl sommige betrokken geleerden zich zorgen begonnen te maken over de mogelijke verschrikkelijke gevolgen van hun werk, besloot president Truman, zelf nog maar pas op de hoogte gesteld van het ultrageheime project, twee bommen ook echt te laten gebruiken in de strijd tegen Japan.
Op 6 augustus wierp de B-29 bommenwerper Enola Gay de uraniumbom "Little Boy" af boven de industrie- en havenstad Hiroshima; drie dagen later werd de plutoniumbom Fat Man op Nagasaki gegooid. De bom op Hiroshima doodde in één klap 78.000 mensen door de drukgolf en de hitte van de explosie. Nog lang daarna stierven anderen door de stralingsziekte die zich begon te verspreiden, en in totaal maakte deze ene bom 237.000 slachtoffers. In de uitgebrande stad stond op enkele ruïnes na niets meer overeind. Op 12 augustus besloot de Japanse keizer tot onvoorwaardelijke overgave.
De Tweede Wereldoorlog was voorbij. De mensheid nam met ongeloof en ontzetting kennis van de ongekende gevolgen van het nieuwe wapen - welke hel zou worden ontketend door een volgend wereldconflict? En dat wereldconflict was al onderweg.
De politieke gevolgen
Het daadwerkelijk gebruiken van een atoombom was voor de Amerikaanse regering ook een krachtig signaal in de richting van de Sovjet-Unie. Dat signaal was volgens de regering-Truman nodig. Tijdens de besprekingen tussen de geallieerden ontstonden spanningen over de toekomst van Duitsland, die ze samen moesten bepalen: tot welke invloedssfeer zouden de door Stalin bevrijde gebieden behoren? Moest Duitsland zoals voorheen weer een meerpartijenstelsel krijgen en een vrijemarkteconomie, of onder invloed van Moskou gereduceerd worden tot een satellietstaat met een éénpartijstelsel en een planeconomie?
Tijdens de conferentie van Potsdam werden deze tegenstellingen steeds groter. Stalin wilde Duitsland liefst tot een zwakke staat reduceren terwijl de andere geallieerden juist geen nieuw "Versailles" wensten. Ook waren de westerse geallieerden bang dat Stalin meer wilde dan veilige grenzen: was het uitbreiden van de Sovjet-invloed in Oost-Europa niet een stap in de richting van de wereldrevolutie die Marx en Lenin steeds hadden aangekondigd?
Het werd steeds duidelijker dat er een strijd tussen twee tegengestelde ideologieën ontstond, met als kampioenen de twee sterkste overwinnaars van de oorlog. De ontwikkeling en het gebruik van de atoombom waren dus niet alleen verbonden met de Tweede Wereldoorlog maar ook al met het begin van de Koude Oorlog. Tijdens diezelfde conferentie van Potsdam kreeg Truman het nieuws over de eerste geslaagde proef met een atoombom te horen. Hij bracht het nieuws over op Stalin (die via zijn inlichtingendiensten allang op de hoogte was van het Manhattanproject). Deze af zijn goedkeuring aan elk middel om de oorlog te beëindigen. Maar natuurlijk begonnen ook in de Sovjet-Unie geleerden aan het ontwikkelen van een atoomwapen, en al in 1949 werd bekend dat de VS niet langer het monopolie had op het kernwapen. Een dreigende kernoorlog lag op de loer.
Een nieuwe wapenwedloop
De ontwikkeling van steeds sterkere atoomwapens was niet te stuiten. De gedachte was dat de tegenstander alleen was af te schrikken van het gebruik van kernwapens door zelf altijd te kunnen terugslaan met minstens evenveel kracht: de gegarandeerde wederzijdse afschrikking (Mutual Assured Destruction ofwel MAD). Zowel de VS als de Sovjet-Unie bouwden hiervoor enorme hoeveelheden atoomwapens. Om ervoor te zorgen dat de tegenstander nooit in staat zou zijn om alle eigen kernwapens te vernietigen, werden kernwapens verspreid over verschillende plaatsen, niet alleen op het vasteland maar ook in kernonderzeeërs die zich ongezien en langdurig konden verplaatsen.
Zolang de Koude Oorlog duurde, bleef ook de angst bestaan dat elk politiek conflict zou escaleren in een kernoorlog met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Vooral tijdens de Cubacrisis was er een reële kans dat zo'n oorlog werkelijk zou uitbreken. Met de kernwapenwedloop hielden de grootmachten elkaar in een nucleaire houdgreep, die pas geleidelijk verminderde door het beginnen van besprekingen over wederzijdse vermindering van de aantallen kernwapens en door internationaal toezicht op de ontwikkeling en verspreiding ervan.
De atoombom op Hiroshima markeert dus het einde van de Tweede Wereldoorlog maar ook het begin van de Koude Oorlog.
Voorbeeld 2
dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideolo-gische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 47: de eenwording van Europa.
Marshallplan (1947)
Hulp èn eigenbelang
Het Marshallplan was meer dan een hulpprogramma.
Het voorstel dat minister van buitenlandse zaken George Marshall deed namens de regering van de VS, was er zeker ook op gericht de Europese landen te ondersteunen bij de wederopbouw na de verwoestende Tweede Wereldoorlog. Maar het ging niet over liefdadigheid, maar om handelsbelangen en machtspolitiek. Een citaat uit de inleiding:
"Voor de bevordering van de wereldvrede en voor het algemene welzijn, het nationale belang en de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten door economische, financiële en andere maatregelen die nodig zijn om in het buitenland de voorwaarden in stand te houden voor het voortbestaan van vrije instellingen en die overeenstemmen met de handhaving van de kracht en de stabiliteit van de Verenigde Staten."
De politieke aspecten
Het Marshallplan past bij de veranderde rol die de VS wilden spelen in de wereld na de overwinning op het Derde Rijk en met het oog op de dreiging van een nieuwe wereldoorlog. Het isolationisme maakte plaats voor een actieve rol op het wereldtoneel. Hierbij was een belangrijk doel containment: het indammen van het communisme. President Truman had kort voor het plan zijn Truman-doctrine geformuleerd: de VS steunen elk land dat zich bedreigd voelt door opdringend communisme. Die steun kon militair zijn, maar ook economisch. Communisme was vooral aantrekkelijk in arme landen, was de redenering. Met meer welvaart zouden de Europese landen ook weer interessante handelspartners worden voor de VS. De Marshallhulp sloot dus goed aan bij de containment-politiek en de handelsbelangen van de VS.
De voorwaarden
De VS legden hun plan ook voor aan de communistische landen waaronder de Sovjet-Unie. Maar minister Molotov wees de plannen resoluut van de hand. Ze zouden de soevereiniteit van de deelnemende landen aantasten, met andere woorden: landen die de Marshallhulp accepteerden, zouden ook politiek volledig aan de leiband van de VS gaan lopen. Op de conferentie in Parijs waar Europese landen werden uitgenodigd, ontbraken de communistische landen dan ook. De Marshallhulp zorgde dus voor een verdere groei van de tegenstellingen tussen oost en west tijdens de Koude Oorlog.
De samenwerking
Om de Marshall-hulp te verdelen en te organiseren, moesten de deelnemende Europese landen samenwerken en een gezamenlijk herstelplan indienen. Dat was niet vanzelfsprekend: ook Duitsland zou hulp krijgen, en dat werd zo vlak na de oorlog niet zomaar geaccepteerd. In Nederland was er veel discussie over: was het wel verstandig om mee te werken aan een sterk Duitsland? Maar toen de Koude Oorlog op gang kwam, verschoof die angst al snel naar het oosten en stemde ook ons land in met deelname aan het Europees Herstelplan. De Marshallhulp gaf dus ook een aanzet tot samenwerking tussen Europese landen, ook met voormalige vijanden zoals Duitsland. Die samenwerking zou uiteindelijk uitgroeien tot de EU.
De resultaten
Inmiddels waren veel landen en ook Nederland al voor de komst van de Marshall-goederen op eigen kracht overeind gekrabbeld: de economie was in 1948 weer op het peil van voor de oorlog. Het is dus niet zo dat Europa zonder Marshallhulp in armoede was blijven steken. De betekenis van het Marshallplan is veel meer geweest dat het een begin was van economische samenwerking op Europees niveau en een versterking van de samenwerking met de VS. Zestien landen deden mee en dienden hulpverzoeken in ter waarde van 22,4 miljard dollar. Het Amerikaanse congres stemde uiteindelijk in met dit plan. Uiteindelijk werd er 13 miljard dollar uitgekeerd, waarvan 20% als lening. De hulp had zeker effect: het bruto nationaal product van Europa groeide in vier jaar van 120 tot 159 miljard dollar.
Voorbeeld 3
dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie, en 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Redevoering senator McCarthy over communisten in de Verenigde Staten (1950)
Joseph McCarthy was een republikeinse senator voor de staat Wisconsin. Op 9 februari 1950 hield hij een toespraak voor een republikeinse vrouwenclub in West-Virginia. Van deze toespraak is slechts één krantenverslag bewaard gebleven. Volgens dit bericht zwaaide McCarthy tijdens de toespraak met een papier en zei:
"Ik heb hier de namen van 205 overheidsambtenaren die bij het ministerie bekend staan als communisten. Toch zijn ze nog steeds in dienst en hebben ze invloed op het overheidsbeleid."
In de daarop volgende weken werden door McCarthy steeds weer andere aantallen communisten genoemd. Hij kon geen enkel concreet bewijs leveren voor zijn beschuldigingen. Maar hij raakte wel een gevoelige snaar bij de Amerikaanse bevolking, die in deze tijd erg bezorgd was door de berichten over het opdringende communisme in de wereld: in China had een communistische revolutie plaatsgevonden, de Sovjet-Unie had een atoombom geproduceerd... Het publiek wilde maar al te graag geloven dat deze verontrustende gebeurtenissen mede waren veroorzaakt door geheime communistische activiteiten van binnenuit, zoals spionage.
Er waren inderdaad al voorbeelden bekend van spionage voor de Sovjet-Unie. Maar de beschuldigingen van McCarthy dat de overheid wist van communistische infiltratie maar er niets tegen deed, gingen een stap verder. De angst voor "verborgen communisten onder ons" die bovendien op geheimzinnige wijze de hand boven het hoofd werd gehouden, leidde ertoe dat McCarthy's complottheorie overal werd geloofd.
McCarthy's beschuldigingen waren zeker niet nieuw. Al veel eerder was er sprake geweest van een golf van anticommunisme in de VS tijdens de zogenaamde Red Scare tussen 1917 en 1920. Voordat McCarthy landelijke bekendheid kreeg met zijn beschuldigingen, waren er al vele commissies en organisaties die zich bezighielden met onderzoek naar communistische activiteiten. Het was de regering-Truman zelf die in 1947 een wet lanceerde die het mogelijk maakte onderzoek te doen naar zogenaamde 'on-Amerikaanse activiteiten'.
McCarthy had aanvankelijk geen succes met zijn wilde beschuldigingen. Een eerste onderzoek door een senaatscommissie naar de inhoud van zijn beschuldigingen leidde tot niets. Maar door de uitbraak van de Korea-oorlog kreeg McCarthy's complottheorie nieuwe aandacht en steun in de politiek en de media. De onderzoeken die plaatsvonden leverden weinig bewijzen op maar ruïneerden de carrières van talloze beschuldigde ambtenaren, acteurs, schrijvers, politici en leraren die in het openbaar als gevaarlijke communisten werden gebrandmerkt.
In de jaren vijftig waren er nog geen internetfora en social media, maar er was televisie. Pers en TV gaven veel ruimte aan nieuws over de onderzoeken. Daarnaast gebruikte de overheid de media ook om te waarschuwen voor de gevolgen van een eventuele atoomaanval. Deze voorlichting werkte natuurlijk ook als propaganda tegen het communisme en versterkte de angsten bij het publiek. Veel films en boeken in deze periode hadden als thema de bedreiging van de samenleving door krachten van buitenaf zoals buitenaardse wezens.
Dezelfde media leidden ook tot de ondergang van McCarthy. Toen enkele hoorzittingen waarop hij zelfs het leger ervan beschuldigde communisten te beschermen, op televisie werden uitgezonden, verloor hij zijn geloofwaardigheid bij het publiek door zijn intimiderende manier van optreden en gebrek aan hard bewijs. De publieke opinie die hij eerst zo succesvol had op-gestookt, keerde zich nu tegen hem en even snel als het McCarthyisme was ontstaan, ging het nu weer ten onder. Het McCarthyisme (ook wel aangeduid als de tweede Red Scare) is dus een voorbeeld van de werking van media-propaganda in de periode van de Koude Oorlog, getriggerd door de opkomst van communistische staten en de nucleaire wapenwedloop.
Vraag 2
Vraag 2
Waardoor raakte Azië betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen beide blokken in Azië en Afrika, 1949-1975?
Kenmerkende aspecten:
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
De grote overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog waren de VS en de Sovjet-Unie. Tussen deze beide overwinnaars waren grote ideologische verschillen, die leidden tot de Koude Oorlog. Maar er was ook een ideologische overeenkomst tussen de nieuwe grootmachten: beide waren tegenstander van het kolonialisme, dat de oude grootmachten Frankrijk en Groot-Brittannië juist zoveel invloed in de wereld had bezorgd. De VS waren ontstaan uit kolonies die in opstand kwamen tegen Groot-Brittannië. Het Sovjet-communisme was erop gericht arbeiders overal ter wereld te helpen zich van overheersing te bevrijden. Zowel de VS als de Sovjet-Unie keerden zich na de oorlog dus tegen het behoud van deze oude koloniale machtsposities. Ook de koloniale mogendheid Nederland kreeg hiermee te maken: de Nederlandse regering kreeg geen steun voor de politionele acties tegen de Republiek Indonesia en de VS dreigden zelfs met het stoppen van de Marshallhulp als Nederland zich niet terugtrok uit zijn vroegere kolonie.
Intussen probeerden de nieuwe grootmachten zelf hun positie in de vroegere koloniale gebieden te versterken. Daarbij kwamen ze met elkaar in conflict in Azië. In China riepen communisten onder leiding van Mao Zedong in 1949 de Chinese Volksrepubliek uit, nadat zij een langdurige burgeroorlog tegen de nationalisten hadden gewonnen met steun van de Sovjet-Unie. De VS hadden vergeefs geprobeerd te bemiddelen en bleven de nationalisten steunen toen die zich terugtrokken op Taiwan en een eigen republiek stichtten. De VS waren erg verontrust door de vorming van een tweede communistische grootmacht. China en de Sovjet-Unie zouden samen een oppermachtig communistisch machtsblok kunnen gaan vormen in Azië, net zoals al in Oost-Europa was gebeurd. In de VS werd deze angst geformuleerd in de dominotheorie: als eenmaal één land communistisch werd, zouden aangrenzende landen spoedig kunnen volgen.
President Truman had inmiddels zijn containment-politiek geïntroduceerd: elk land, ook in Azië, dat zich door het oprukkende communisme bedreigd voelde, kon een beroep doen op Amerikaanse steun. Zowel de VS als de Sovjet-Unie beschuldigden elkaar dus van imperialisme: een nieuw koloniaal rijk te willen stichten.
Containment in actie: de Korea-oorlog
In 1950 werd de Amerikaanse dominotheorie werkelijkheid toen Noord-Korea, dat aan China grenst, communistisch werd en een oorlog tegen Zuid-Korea begon. Korea was tijdens de Tweede Wereldoorlog door Japan bezet, en in 1945 deels bevrijd door de Sovjet-Unie en deels door de VS met de 38e breedtegraad als voorlopige scheidslijn. De situatie leek dus sterk op die van Duitsland. De Noord-Koreaanse regering werd gesteund door de Sovjet-Unie. Geheel volgens de Truman-doctrine steunden de VS nu Zuid-Korea. In de VN kregen de Amerikanen voldoende steun voor het sturen van een VN-leger naar Korea, onder leiding van de beroemde Tweede Wereldoorlog-generaal MacArthur. Na bijna te zijn verslagen, wist MacArthur met een gewaagde invasie toch de Noord-Koreanen terug te dringen tot aan de Chinese grens. Hierdoor werd nu ook China in de oorlog betrokken en de strijd golfde heen en weer tot uiteindelijk Seoel weer in Zuid-Koreaanse handen viel. De tijd leek rijp voor onderhandelingen, nu containment in zicht was. Maar MacArthur zinspeelde nu op het gebruik van atoomwapens om China te dwingen haar steun te staken. Nu werd hij door Truman ontslagen en de onderhandelingen begonnen. Om de druk op te voeren liet Truman grootschalige bombardementen met napalm op Noord-Koreaanse steden uitvoeren die 500.000 slachtoffers eisten. Zo kwam er uiteindelijk een wapenstilstand tussen Noord- en Zuid-Korea die tot op de dag van vandaag voortduurt. De 'indamming' was geslaagd en een atoomoorlog was uitgebleven, maar de Koreaanse bevolking had een hoge prijs betaald.
Containment mislukt: Vietnam
Er was nog een koloniale erfenis in Azië: in Vietnam slaagde een door de Sovjet-Unie en China gesteund communistisch bevrijdingsleger er in 1954 in het Franse koloniale bewind te verslaan in de slag bij Dien Bien Phu. Op een vredesconferentie in Genève werd besloten dat Vietnam voorlopig in tweeën werd verdeeld langs de 17e breedtegraad, totdat er in 1956 verkiezingen zouden worden gehouden. Maar die verkiezingen kwamen er nooit. Zowel de VS als in dit geval ook China en de Sovjet-Unie vreesden een te grote machtsuitbreiding van de Noord-Vietnamezen als deze de verkiezingen zouden winnen. De VS steunden Zuid-Vietnam economisch, politiek en militair. Maar de leiders die zij ondersteunden waren bij de bevolking zeer impopulair vanwege de enorme corruptie. De communistische Vietcongbeweging in Zuid-Vietnam kreeg hierdoor steeds meer steun van de boerenbevolking en begon een gewapende opstand, gesteund door Noord-Vietnam. De Amerikaanse betrokkenheid groeide nu uit tot een complete oorlog.
De VS wilden tegen elke prijs het risico uitsluiten dat Zuid-Vietnam communistisch werd, zelfs als dat de wens van de bevolking was. Door het opblazen van een incident in de Baai van Tonkin wist president Johnson politieke steun te krijgen voor een aanval op Noord-Vietnam. Nu breidde de oorlog tegen de Vietcong en tegen Noord-Vietnam zich snel uit. De Amerikanen gebruikten op steeds grotere schaal zware wapens, helikopters, bommenwerpers, napalm en ontbladeringsgif, maar die bleken nauwelijks effect te hebben op de vijand die zich verschool tussen de bevolking, zich 's nachts verplaatste en gebruik maakte van sluiproutes in de jungle. De oorlog had een traumatisch effect op de Amerikaanse bevolking die zijn jongeren op TV zag strijden tegen een onzichtbare vijand zonder resultaat te boeken. De kritiek van de westerse bondgenoten groeide, en vooral onder de jongeren ontstond een massaal anti-oorlogssentiment dat gepaard ging met kritiek op de westerse, kapitalistische manier van leven. Anti-Vietnambetogingen en dienstweigering waren aan de orde van de dag.
In 1969 werd Nixon tot president gekozen mede vanwege zijn belofte van een eervolle vrede in Vietnam. Nu werd de Truman-doctrine vervangen door de Nixon-doctrine, die inhield dat door communisme bedreigde landen zelf verantwoordelijk waren voor hun militaire verdediging. Nixon begon met de terugtrekking van Amerikaanse troepen, die inmiddels zeer gedemotiveerd waren, maar liet wel zware bombardementen uitvoeren op de militaire aanvoerroutes van de Vietcong vanuit Noord-Vietnam, de zogenaamde Ho-Chi-Minhroute. Die hadden weinig effect omdat de Vietcong zich via smalle en verborgen oerwoudpaden per fiets of te voet verplaatste.
Tegelijkertijd zochten de VS toenadering tot de grootste steunpilaren van de vijand: de Sovjet-Unie en China. Door de relaties met deze communistische grootmachten te verbeteren, probeerden de VS de druk op Noord-Vietnam te vergroten om toe te geven in de vredesonderhandelingen. Deze driehoeksdiplomatie leidde uiteindelijk tot de Parijse Akkoorden van 1973: een vrede waarbij werd afgesproken dat Vietnam herenigd zou worden na verkiezingen en dat de Amerikanen zich binnen zestig dagen zouden terugtrekken. Toen deze terugtrekking een feit was, veroverde het Noord-Vietnamese leger in 1975 zonder slag of stoot het zuiden en de hoofdstad Saigon, die in 1976 werd omgedoopt tot Ho-Tchi-Minhstad. Heel Vietnam was communistisch geworden. De VS hadden een gevoelige nederlaag geleden.
Afrika
De Koude Oorlog maakte een einde aan de oude koloniale machten, maar daarvoor in de plaats was nu een strijd om invloedssferen losgebrand, niet alleen in Azië maar ook in Afrika, het werelddeel dat in de negentiende eeuw tussen de oude koloniale machten verdeeld was. In de twintigste eeuw werd de ene na de andere Afrikaanse kolonie zelfstandig, maar dit leidde niet tot stabiliteit. Nieuwe conflicten werden gevoed doordat de partijen steun zochten bij de wereldmachten van de Koude Oorlog.
Een voorbeeld hiervan is de machtsstrijd die in Angola ontstond tussen twee bevrijdingsbewegingen die beide streden voor onafhankelijkheid van de vroegere wereldmacht Portugal. Portugal trok zich in 1975 terug met als gevolg een burgeroorlog waarbij de strijdende partijen werden gesteund door communistisch Cuba aan de ene kant en het westers georiënteerde Zuid-Afrika aan de andere kant. Na lange strijd en onderhandelingen kwam er pas in 2002 een definitieve vrede tot stand.
Voorbeeld 1
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 46: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
Akkoorden van Genève gesloten na de slag bij Dien Bien Phu (1954)
Net als in Nederlands-Indië gebeurde, werd ook Vietnam tijdens de Tweede Wereldoorlog bezet door Japanse troepen. In de strijd tegen Japan speelde de bevrijdingsbeweging Viethmin een belangrijke rol. Deze beweging werd bewapend met steun van China en de VS, met als doel het verslaan van Japan. Maar het doel van de beweging zelf was zelfstandigheid en een eigen republiek. Toen de Japanners na Hiroshima waren verslagen en de Fransen nog niet terug waren, bezette de Vietminh, geleid door Ho Chi Minh, snel de belangrijkste steden van het noorden. Ho Chi Minh had in Engeland en Frankrijk gewoond en was daar communist geworden. Hij had ook de Sovjet-Unie bezocht en was door de Sovjetregering aangesteld als agent om in de Franse kolonie waar Vietnam toen bij hoorde, een communistische beweging op te richten.
In 1945 riep Ho Chi Minh in de noordelijke stad Hanoi de republiek Vietnam uit, waarbij hij delen voorlas uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Hij wilde daarmee voor het oog van de wereld het streven van zijn volk naar zelfbeschikking rechtvaardigen. Maar het gevolg was dat het Franse leger de nieuwe republiek aanviel en Hanoi innam. De Vietminh trok zich terug op het platteland. Na zware strijd begonnen onderhandelingen. Die leverden maar een gedeeltelijke zelfstandigheid op en de Vietminh was teleurgesteld. Opnieuw brandde de strijd met de Fransen los.
Maar ditmaal liep het anders af. Met Chinese hulp was Ho Chi Minh in bezit gekomen van het Franse strategische plan voor het hele koloniale gebied in Indochina. Gewapend met deze informatie kon de Vietminh zijn aanvallen zorgvuldig voorbereiden. In de Slag bij Dien Bien Phu, van maart tot mei 1954, richtte de Viethmin zijn aanvallen vooral op het vliegveld en groef loopgraven om druk te blijven uitoefenen op de Franse stellingen. De regentijd begon en de Fransen wisten niet voldoende versterkingen aan te voeren. De Viethmin had met opzet zijn luchtafweer nog niet gebruikt; toen de Fransen bij helder weer een luchtaanval inzetten, werden zij verrast door massaal vuur van afweergeschut vanaf onbekende locaties. Mede daardoor leed het koloniale Franse leger een verpletterende nederlaag tegen de Vietminh-troepen. De Slag bij Dien Bien Phu symboliseert het einde van de Franse koloniale macht in Indochina.
Meteen begonnen de partijen onderhandelingen in Genève over zelfstandigheid voor Vietnam. De regering van Ho Chi Minh werd door Frankrijk erkend. Verder werd afgesproken:
Vietnam wordt tijdelijk verdeeld in twee delen, de grens loopt langs de 17de breedtegraad.
Geen van beide delen mocht zich aansluiten bij militaire bondgenootschappen of een militaire basis van een ander land op zijn grondgebied toelaten.
In juli 1956 zouden nationale verkiezingen worden gehouden, waarna de twee delen zouden worden herenigd.
De eerste bepaling was niet echt gunstig voor de Vietminh. Alle communisten moesten het zuiden verlaten. Maar Ho Chi Minh verwachtte dat net als iedereen dat dit zou worden rechtgezet bij de beloofde verkiezingen in 1956.
De Akkoorden van Genève waren gesloten door de strijdende partijen: Frankrijk en de Viet-minh. Maar op de achtergrond lieten de VS, China en de Sovjet-Unie hun invloed gelden. Geen van deze drie had er op dat moment belang bij om de nieuwe republiek in Vietnam al te veel macht te geven. Daardoor kwam er van de derde afspraak niets terecht: de beloofde verkiezingen kwamen er niet, Zuid-Vietnam en de VS hielden het tegen. De VS verdedigden dit met het argument dat het onmogelijk was om in het communistische noorden vrije verkiezingen te organiseren. En ook de tweede afspraak was niets meer dan papier. Er kwamen weliswaar geen buitenlandse militaire basissen in Vietnam, maar de VS, China en de Sovjet-Unie steunden 'hun' partijen volop met wapens en adviseurs.
Daarmee zijn de Akkoorden van Genève een voorbeeld hoe na de Tweede Wereldoorlog de macht van de oude koloniale machten werd overgenomen door de nieuwe wereldmachten, die de Koude Oorlog gingen uitvechten door middel van lokale conflicten.
Voorbeeld 2
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Bezoek Nixon aan China (1972)
Begin jaren '70 zat de Vietnamoorlog muurvast. De VS onder leiding van president Nixon zochten een uitweg. Die kregen ze doordat ook China op zoek was naar toenadering tot de VS. Daar was alle reden voor. Op dat moment verkeerde de Chinese regering internationaal in een isolement. Het communistische bewind van Mao Ze Dong was in conflict met de Sovjet-Unie. Ook in de VN had China geen vrienden: bij de oprichting van de VN in 1949 was de plaats van China in de Veiligheidsraad ingenomen door de verdreven nationalistische regering van Taiwan, die door Mao niet werd erkend.
In het geheim ontmoette Nixons minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger de Chinese premier Zhou Enlai. Er werd een deal gesloten die inhield dat de VS zouden toestaan dat de permanente zetel van China in de Veiligheidsraad van de VN werd overgedragen aan de communistische Volksrepubliek van Mao Zedong. De betekenis van deze overeenkomst voor China was zeer groot: voortaan zou China het vetorecht kunnen uitoefenen, net als de andere permanente leden de VS, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en Frankrijk. Het internationale isolement van de Volksrepubliek China zou hiermee zijn opgeheven: geen land kon meer om China heen.
Voor de VS betekende deze afspraak dat er zicht kwam op een doorbraak in de uitzichtloze Vietnamoorlog. Als China zou meewerken aan een diplomatieke oplossing, kon wellicht een doorbraak worden bereikt in de zeer moeizaam verlopende onderhandelingen tussen Noord- en Zuid-Vietnam. China was immers één van de steunpilaren van het Noord-Vietnamese bewind. De VS konden nu ook de Sovjet-Unie en China tegen elkaar uitspelen om Noord-Vietnam onder druk te zetten. Deze driehoeksdiplomatie zou uiteindelijk meewerken aan de beëindiging van het meest traumatische conflict waaraan de VS ooit heeft deelgenomen.
De versoepeling van de betrekkingen werd voor het eerst zichtbaar voor de wereld toen China de Amerikaanse Olympische tafeltennisploeg uitnodigde voor een bezoek aan de Volksrepubliek in april 1971. Voor het eerst sinds de communistische revolutie zouden westerlingen toegang krijgen tot China. Al snel werd gesproken van "pingpongdiplomatie". Het bezoek werd een groot succes, de Amerikanen werden hartelijk en gastvrij ontvangen.
President Nixon werd officieel uitgenodigd voor een bezoek aan de Volksrepubliek en een ontmoeting met Mao in 1972. Dit bezoek, dat natuurlijk al was voorbereid door de stille diplomatie van Kissinger, werd overal erkend als een enorm diplomatiek succes voor president Nixon. Er is zelfs een opera over gemaakt: Nixon in China.
Het bezoek van Nixon is een voorbeeld van de manier waarop de leidende machten tijdens de Koude Oorlog internationale politiek bedreven, met op de achtergrond steeds de dreiging van een nucleair conflict.
Voorbeeld 3
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 46: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
Burgeroorlog in Angola tussen MPLA en FNLA (1975)
Net als in Indochina bracht de Tweede Wereldoorlog in Afrika versnelling in het dekolonisatieproces. In de negentiende eeuw was het werelddeel verdeeld onder de geïndustrialiseerde Europese landen die in Afrika veel mogelijkheden zagen om grondstoffen en afzetmarkten te creëren. Het Congres van Berlijn had hierin een belangrijke rol gespeeld. Vooral Groot-Brittannië en Frankrijk hadden grote gebieden in handen gekregen. Maar ook kleinere landen kregen gebieden in bezit. Portugal had enkele koloniën in Afrika en hield daar angstvallig aan vast hoewel steeds meer omliggende gebieden onafhankelijkheid kregen. Het was de rechts-autoritaire regering van Salazar die geen afstand wilde doen van de restanten van het roemruchte koloniale verleden. Maar in 1975 veranderde dat door de Anjerrevolutie, waarbij een linkse regering aan de macht kwam. Deze regering beloofde onafhankelijkheid aan de kolonies, te beginnen met Angola.
Het vooruitzicht van onafhankelijkheid had verschillende bevrijdingsbewegingen op gang gebracht in Angola. De belangrijkste was de communistisch georiënteerde MPLA, die werd geleid door Angolezen die in het koloniale onderwijssysteem waren opgeleid om een inheemse ambtenarenelite te vormen. Naast de MPLA opereerden nog enkele andere bevrijdingsbewegingen waarvan de FNLA en de UNITA de belangrijkste waren. De aangekondigde terugtrekking van Portugal uit zijn kolonie bracht een race naar de hoofdstad Luanda op gang tussen deze bevrijdingsbewegingen. De MPLA won de strijd om de hoofdstad en riep de onafhankelijke republiek Angola uit. De twee andere bevrijdingsbewegingen accepteerden dit niet en bonden de strijd aan tegen de nieuwe regering terwijl Portugal zich terugtrok. Net zoals in Indochina was gebeurd, ging de Koude Oorlog een rol spelen in dit lokale conflict.
De regerende MPLA kreeg steun van Cuba met op de achtergrond de Sovjet-Unie; Zuid-Afrika, met op de achtergrond de VS, steunde de UNITA. Zuid-Afrika werd in die tijd nog geregeerd door het rechts-conservatieve Apartheidsregime dat bang was dat het gevreesde communisme via buurland Angola steun zou gaan geven aan de strijd tegen de Apartheid. Zo werd Angola nu ook een strijdtoneel van de Koude Oorlog.
Ondanks de steun van Zuid-Afrika en de VS wist de UNITA geen verkiezingsoverwinning te behalen. Nu viel Zuid-Afrika Angola binnen met een leger en de Zuid-Afrikaanse Grensoorlog ontbrandde (1978). Ook met geweld slaagde de UNITA er echter niet in de hoofdstad in handen te krijgen. De MPLA wist stand te houden dankzij militaire steun van de beste militairen uit Cuba en ondersteuning door de Sovjet-Unie. De verwoestende burgeroorlog ging door terwijl de wereld intussen veranderde en de Koude Oorlog langzaam aan op zijn einde liep. Ook de internationale tegenstand tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime werd sterker en sterker. Zo kon Zuid-Afrika wegens een wapenembargo geen moderne straaljagers meer bestellen, waardoor de strijd tegen de moderne Sovjet-toestellen van Cuba niet was te winnen. In 1988 kwam er dankzij Amerikaanse bemiddeling vrede tussen Angola en Zuid-Afrika. De burgeroorlog in Angola zelf ging gewoon door.
In Zuid-Afrika verdween de Apartheid en Mandela, een voormalige vrijheidsstrijder die zijn halve leven in de gevangenis had doorgebracht werd er de eerste zwarte president.
Ook de VN gingen zich nu met Angola bemoeien, en in 1991 kwam een vrede tot stand en werden verkiezingen georganiseerd. De MPLA won weer en weer accepteerde de UNITA de uitslag niet. Weer laaide de burgeroorlog op, ten koste van duizenden doden. Na nog twee pogingen in 1994 en 2002 kwam er eindelijk zoiets als een vrede tot stand en konden de Angolezen eindelijk gaan werken aan de wederopbouw van hun geteisterde land.
In deze jaren kwamen zo'n 4500 jonge alleenstaande asielzoekers naar Nederland. De bekendste van hen was Mauro, die in 2011 dreigde na een eindeloze procedure toch te worden uitgezet hoewel hij al 8 jaar in Nederland woonde. Dat leidde tot een felle politieke en maatschappelijke discussie die ertoe leidde dat hij uiteindelijk in Nederland mocht blijven. Hij was maar één van de vele slachtoffers van het geweld waarmee dekolonisatie en Koude Oorlog ook in Afrika gepaard gingen.
Het verhaal van de burgeroorlog in Angola is ook weer een voorbeeld van de manier waarop de Koude Oorlog ook in Afrika werd uitgevochten via inmenging in regionale conflicten tussen bevrijdingsbewegingen die opkwamen door de dekolonisatie.
Vraag 3
Vraag 3
Waardoor liep de Koude Oorlog op kritieke momenten niet uit op een directe militaire confrontatie tussen beide grootmachten, 1955-1963?
Kenmerkende aspecten
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Bestudeer van de Kennisbank:
Tijdvak 10
Tijdvak 10: Koude Oorlog (Conflicten tijdens de Koude Oorlog, Oostblok, Hongaarse opstand en Praagse lente)
Uitwerking
Stabilisering van de machtsblokken
Nu kwam er een periode waarin er rust leek te komen in de tegenstellingen. De Bondsrepubliek Duitsland (BRD) was lid van de NAVO. De Oost-Duitse Deutsche Demokratische Repubik DDR sloot zich aan bij het Warschaupact. Zo leek de Oost-Westverhouding in Europa vastgelegd. Als beide blokken zich hierbij konden neerleggen, was er in elk geval geen direct oorlogsgevaar en wellicht ruimte voor toenadering en overleg.
De eerste test voor de stabiliteit was de Hongaarse Opstand in 1956. Een protestdemonstratie liep uit op een opstand tegen de communistische regering, die naar Moskou vluchtte. Hongarije kreeg een nieuwe regering die meer westers gezind was. Maar de Sovjet-Unie accepteerde deze ommezwaai niet en stuurde 17 zwaar bewapende legereenheden naar Boedapest. De opstandige Hongaren vochten terug met molotowcocktails en vroegen via de radio wanhopig om hulp uit het bevriende Westen. Maar nu bleek dat het Westen niet bereid was tot militaire interventie. In het westen kwamen overal protesten en werd hulp voor vluchtelingen georganiseerd, maar de NAVO wilde geen oorlog riskeren om een staat die duidelijk in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie lag. Het westen accepteerde dat Hongarije weer in handen kwam van een strenge communistische regering.
Crisis rond Berlijn, maar geen oorlog
In 1953 overleed Stalin. De nieuwe Sovjetleider Chroesjtsjov nam afstand van zijn voorganger en streefde vreedzame co-existentie: Oost en West moeten elkaars bestaan wederzijds accepteren zijn zonder met oorlog te dreigen. De nieuwe leider bracht zelfs een bezoek aan de VS. Maar nadat ook de VS een nieuwe leider had gekregen, de charismatische president Kennedy, ontstond er nieuwe dreiging. In 1961 brak er weer een crisis uit over Berlijn. Deze gedeelde stad lag middenin de DDR. West-Berlijn was daardoor een westerse enclave die in 1948 al eens bedreigd was door een blokkade. Nu de West-Duitse welvaart weer snel opbloeide, werd dit ook zichtbaar in West-Berlijn. Daar waren banen, daar was alles weer te koop, terwijl in het oostelijk stadsdeel en de DDR de planeconomie alleen maar algemene armoede in stand hield. Veel Oost-Berlijnse DDR-burgers werden dan ook sterk aangetrokken door de vrijheid en welvaart het westen en 'stemden met hun voeten': ze verhuisden met honderden per dag naar West-Berlijn. Hierdoor dreigde een leegloop van juist het jonge en goed opgeleide deel van de Oost-Duitse bevolking naar het Westen. Dit was voor de DDR en de Sovjet-Unie niet langer acceptabel. De Sovjet-Unie bestuurde Oost-Berlijn nog steeds, en nu stelde Chroesjtsjov in 1958 voor het stadsdeel over te dragen aan de DDR, met instemming van het westen. De westerse mogendheden weigerden dit, ze wilden de DDR niet erkennen. Wel werden er gesprekken gevoerd waarin het westen duidelijk maakte, niet uit te zijn op een oorlog om Berlijn. Toen in 1961 de nieuwe, jonge Kennedy president van de VS werd, durfde Chroesjtsjov het aan om het westen voor het blok te zetten. De DDR-regering kreeg zijn toestemming om in augustus 1961 een muur dwars door Berlijn te bouwen om weglopen naar het Westen te voorkomen. De bouw had dramatische gevolgen. Wanhopige Berlijners probeerden nog over en onder de Muur door te vluchten en werden hierbij beschoten door grenspolitie. Opgeven van West-Berlijn zou een ernstige breuk betekenen in het verbond van westerse staten. Kennedy verklaarde later, toen hij er op bezoek was, dat hij West-Berlijn als symbool van westerse vrijheid nooit zou opgeven: "Ich bin ein Berliner". Tegelijk was duidelijk dat het westen ook nu geen oorlog wilde riskeren om de bouw ongedaan te maken. De Muur bleef staan en werd het bekendste symbool van de onvrijheid in het communistische machtsblok, en van de Koude Oorlog.
Raketten op Cuba, bijna oorlog
Zowel de NAVO als het Warschaupact beschikten over steeds meer nucleaire raketten. Een deel van de NAVO-raketten stond opgesteld in de NAVO-landen Turkije en Italië, vlakbij de grenzen van het Warschaupact. Chroesjtsjov besloot in 1962 om ook raketten te plaatsen vlakbij de VS, op het bevriende communistische eiland Cuba. Dit leidde tot een gevaarlijke crisis. Kennedy besloot een zeeblokkade in te stellen om Cuba af te sluiten en te voorkomen dat Sovjetschepen met kernkoppen het eiland konden bereiken. Die schepen waren al dichtbij, begeleid door een onderzeeër met atoombewapening, en een confrontatie leek onvermijdelijk. Na koortsachtig overleg wisten de beide leiders Kennedy en Chroesjtsjov tot overeenstemming te komen: beide landen zouden hun kernwapens weghalen uit de grensgebieden. De Sovjet-Unie liet de schepen met kernkoppen omkeren en een nucleair conflict was op het nippertje voorkomen. Beide landen besloten naar aanleiding van de Cubacrisis een directe telefoonverbinding in te stellen, de hot line, om dit soort crises voortaan beter het hoofd te kunnen bieden.
De Cubacrisis van 1962 was ongetwijfeld het gevaarlijkste moment in de Koude Oorlog. De spanningen in de westerse samenleving liepen hoog op: er werden schuilkelders gebouwd en regeringen begonnen hun bevolking voor te bereiden op overleven tijdens een atoomoorlog. Maar iedereen besefte dat er meer moest gebeuren om een wereldramp af te wenden, nu oost en west samen genoeg atoomwapens bezaten om de hele wereld te vernietigen.
Voorbeeld 1
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie, en 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende drei-ging van een atoomoorlog.
Bestorming van Felix Meritis in Amsterdam (1956)
In 1956 was Stalin drie jaar dood. Zijn opvolger Chroesjtsjov hield een toespraak waarin hij afstand nam van de persoonsverheerlijking en de onderdrukking door Stalin.
Ook in de satellietstaten begonnen mensen nu te hopen op een minder streng regime. In Hongarije begon zelfs een spontane opstand tegen de Sovjetoverheersing. De opstand breidde zich snel uit toen die steun kreeg van een deel van het leger. De regering werd tot aftreden gedwongen en er kwam een leider aan het roer: Imre Nagy, die de Hongaren meer vrijheid wilde toestaan en de banden met Moskou losser maken. De Sovjet-Unie reageerde aanvankelijk kalm en beloofde zelfs spoedig de aanwezige troepen terug te trekken. Maar het liep anders.
Op 3 november 1956 vielen troepen van het Warschaupact Hongarije binnen, op weg naar Boedapest. De stad werd omsingeld door tanks. In de stad werden wapens uitgedeeld om zich tegen de tanks te verdedigen. In de straten werd wanhopig gevochten. De regering deed een dramatische oproep via de radio aan het buitenland: kom ons te hulp!
Maar er kwam geen hulp. De westerse mogendheden wilden zeker geen Derde Wereldoorlog riskeren door zich te mengen in gebeurtenissen binnen de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Bovendien werd het nieuws in die dagen volledig beheerst door de Suez-crisis. Intussen leidde de brute onderdrukking van het Hongaarse vrijheidsstreven wel tot grote woede in de westerse landen.
Ook in Nederland werd vol ongeloof naar de radio geluisterd (en gekeken naar de journaaluitzendingen op de televisie, die vijf jaar eerder zijn intrede had gedaan). Radioverslaggevers vertelden wat ze zagen op straat in Boedapest, waar de bevolking het met molotovcocktails en geweren opnam tegen geregelde troepen met tanks. In veel steden gingen mensen de straat op om te demonstreren tegen het communistische geweld.
Aan de Keizersgracht in Amsterdam was juist een dansavondje aan de gang van de jonge communisten op de eerste verdieping van het deftige gebouw Felix Meritis, waar ook het partijbestuur van de CPN was gevestigd en waar het communistische dagblad De Waarheid werd gedrukt. Het duurde niet lang of een boze menigte verzamelde zich bij dit 'rode bolwerk' en verschillende demonstranten schreeuwden anticommunistische leuzen en begonnen met stenen de ramen in te gooien.
Ook aan de achterzijde van het gebouw verzamelden zich demonstranten die het voorzien hadden op de persen van De Waarheid. Maar de jonge communisten in het gebouw vormden een verdedigingslinie en hielden de aanvallers op een afstand, onder andere door flesjes frisdrank vanaf het dak op de omstanders te gooien. De leider van de CPN vroeg tevergeefs de burgemeester om hard optreden van de politie om de aanvallers van Felix Meritis te verdrijven, maar deze voelde daar niet voor. Pas toen de CPN-leider dreigde zijn mensen een aanval op het Telegraaf-gebouw te laten uitvoeren (De Telegraaf stond bekend als een 'rechtse' krant), kwam er in de dagen daarna meer actie van de kant van de politie.
Die nacht om drie uur werd De Waarheid gewoon gedrukt. De voorpagina stond vol nieuws over de Suezcrisis.
De bestorming van Felix Meritis is een voorbeeld hoe in westerse landen waaronder Nederland de afkeer van het communisme groeide door gebeurtenissen tijdens de Koude Oorlog, en van de rol die de media daarin speelden.
Voorbeeld 2
Ook dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie, en 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
'Ich bin ein Berliner'-toespraak van president Kennedy in Berlijn (1963)
Ik ben trots om naar deze stad te komen als gast van uw hooggeëerde burgemeester, die overal ter wereld de vechtlust van West-Berlijn heeft gesymboliseerd. En ik ben er trots op dat ik de Bondsrepubliek bezoek samen met uw hooggeëerde kanselier die al zoveel jaren lang Duitsland heeft verbonden aan democratie en vrijheid en voortuitgang, en dat ik hier kom in gezelschap van mijn Amerikaanse landgenoot generaal Clay, die in deze stad is geweest tijdens haar grote crisismomenten en opnieuw zal komen als dat ooit nodig is.
Tweeduizend jaar geleden was de meest trotse uitspraak: "civis Romanus sum".
Vandaag, in de vrije wereld, is de meest trotse uitspraak: "Ich bin ein Berliner."
(Ik ben blij dat mijn tolk mijn Duits vertaalt.)
Er zijn veel mensen in de wereld die echt niet begrijpen, of zeggen niet te begrijpen wat het grote strijdpunt is tussen de vrije wereld en de communistische wereld. Laat ze naar Berlijn komen.
Sommigen zeggen dat het communisme de beweging van de toekomst is. Laat ze naar Berlijn komen.
En er zijn er die zeggen, in Europa en elders: We kunnen met de communisten samenwerken. Laat ze naar Berlijn komen.
Er zijn zelfs enkelen die zeggen dat het communisme wel een slecht systeem is, maar dat het wel economische vooruitgang mogelijk maakt. Lass' sie nach Berlin kommen. Laat ze nar Berlijn komen.
De vrijheid kent veel problemen en democratie is niet volmaakt. Maar wij hebben nooit een muur nodig gehad om onze mensen binnen te houden - om hen te verhinderen ons te verlaten. Ik wil zeggen namens mijn landgenoten die op grote afstand leven aan de andere kant van de oceaan, die ver van u verwijderd zijn, dat zij er geweldig trots op zijn dat ze, al is het op afstand, de gebeurtenissen van de afgelopen 18 jaar met u hebben kunnen delen. Ik ken geen enkele andere stad of plaats die 18 jaar belegerd is geweest en die nog steeds leeft met de vitaliteit en kracht en de hoop en het zelfvertrouwen van de stad West-Berlijn.
Hoewel de Muur het overduidelijke bewijs en een levendige demonstratie is van de gebreken van het communistische systeem - voor heel de wereld zichtbaar - geeft dat ons geen voldoening; want de Muur is, zoals uw kanselier heeft gezegd, niet alleen een belediging van de geschiedenis maar een belediging van de mensheid, door gezinnen van elkaar te scheiden, door echtgenoten en broers en zusters van elkaar te scheiden, en een volk te verdelen dat een eenheid wenst te zijn.
Wat geldt voor deze stad, geldt voor Duitsland: werkelijke, duurzame vrede in Europa kan nooit worden verzekerd zolang één van de vier Duitslanden het elementaire recht van vrije mensen wordt ontzegd, namelijk het recht op een vrije keuze. In 18 jaar van vrede en goed vertrouwen heeft deze generatie Duitsers het recht verdiend om vrij te zijn, inclusief het recht om hun families en hun volk te herenigen in blijvende vrede, met goede wil jegens alle volken.
U leeft op een beschermd eiland van vrijheid, maar uw leven is deel van het geheel. Dus mag ik u vragen, ter afsluiting, om verder te kijken dan de gevaren van vandaag, naar de hoop voor morgen, verder dan de vrijheid alleen voor Berlijn, of voor uw land Duitsland, naar de vooruitgang van de vrijheid overal ter wereld, voorbij de Muur naar de dag van vrede met rechtvaardigheid, verder dan uzelf en onszelf naar de hele mensheid.
Vrijheid is ondeelbaar, en wanneer één mens tot slaaf is gemaakt, is niemand vrij. Als allen vrij zijn, dan kunnen we uitzien naar de dag waarop deze stad tot één stad zal worden samengevoegd, en dit land en dit geweldige werelddeel Europa, op een vreedzame en hoopvolle aarde. Als die dag eenmaal komt, en hij zal komen, dan kan de bevolking van West-Berlijn er simpelweg trots op zijn, bijna twintig jaar aan de frontlinie te hebben gestaan.
Alle vrije mensen, waar ze ook leven, zijn burgers van Berlijn.
En daarom ben ik, als een vrij mens, trots op de woorden: "Ich bin ein Berliner."
Vraag 4
Vraag 4
Waardoor namen de spanningen tussen Oost en West af, 1963-1991?
Kenmerkende aspecten
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
De eenwording van Europa
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Oost en west begrepen na de Cubacrisis dat het tijd werd voor betere communicatie en echte wapenonderhandelingen. Vanaf 1967 begonnen bespreking tussen VS en Sovjet-Unie over beperking van de aantallen zware atoomraketten. Ook werd men het eens op een beperking van antiraketsystemen, dit om te voorkomen dat één van beide partijen zich hiermee veilig zou kunnen voelen om een aanval te beginnen. Deze SALT-1-besprekingen leidden in 1972 tot een akkoord dat door beide presidenten Nixon en Brezjnew werd ondertekend. Tijdens deze periode van Detente (ontspanning) werden de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie dus beter. Maar dat betekende niet dat de grenzen open gingen. Het IJzeren Gordijn bleef potdicht. Dat bleek toen in Tsjecho-Slowakije een nieuwe regering optrad die de bevolking wat meer vrijheid wilde geven: "socialisme met een menselijk gezicht". De plannen hielden in dat Tsjecho-Slowakije veel meer een eigen politieke koers ging varen binnen het Warschaupact. De Tsjecho-Slowaakse bevolking reageerde enthousiast. Velen waren nog niet vergeten hoe de Sovjet-Unie hen 20 jaar eerder had gedwongen een communistische regering te accepteren. In Praag moesten de Sovjettroepen zich terugtrekken vanwege de vele vijandige demonstraties. De Sovjetregering was bang voor een breuk in zijn bufferzone van satellietstaten en liet de nieuwe leider Dubcek in Moskou op het matje komen om duidelijk te maken dat de nieuwe koers niet zou worden geaccepteerd. In de volgende maanden werd de Praagse Lente van 1968 hardhandig de kop ingedrukt, nadat de Sovjetleiding zich ervan had verzekerd dat er geen militaire reactie uit het westen zou volgen. 600 tanks rolden Praag binnen, een half miljoen soldaten van vier 'bevriende' Warschaupactlanden bezetten het land. De regering werd gedwongen om alle hervormingen terug te draaien. Uit protest staken zelfs enkele tientallen Tsjechen zichzelf in brand. Het droevige einde van de Praagse Lente maakte dus wel duidelijk dat de ontspanning van deze jaren maar betrekkelijk was.
Groeiend verzet tegen kernbewapening
Begin jaren 1980 regeerde president Reagan de VS. Zijn regering volgde een stevige anticommunistische koers en nam een nieuw initiatief in de wapenwedloop: de ontwikkeling van een ruimteschild tegen een eventuele atoomaanval met zware raketten. Dit SDI-project (Strategic Defense Initiative) was bedoeld om druk uit te oefenen op de Sovjet-Unie in de wapenbesprekingen. De Russische economie zou volgens de VS te zwak zijn om mee te gaan in deze nieuwe stap in de wapenwedloop. Tegelijk ontstond in het westen steeds meer weerstand onder de bevolking tegen de eindeloze wapenwedloop, waarin steeds weer nieuwe stappen werd ondernomen. In Nederland werden in de jaren '80 grote demonstraties tegen kernbewapening georganiseerd, vooral toen de NAVO wilde besluiten om kernraketten op Nederlandse bodem te plaatsen. Deze raketten werden uiteindelijk overbodig doordat de VS en de Sovjet-Unie in 1987 een verdrag sloten om dit type kernraketten voor de middellange afstand te vernietigen. Dat verdrag werd namens de Sovjet-Unie ondertekend door de nieuwe president Michael Gorbatsjov, die een einde zou helpen maken aan de Koude Oorlog.
Het einde van de Koude Oorlog
Michael Gorbatsjov begon vanaf 1986 in de Sovjet-Unie aan een plan om het communisme ingrijpend te hervormen. Dat was ook hard nodig, want economisch was de planeconomie een grote mislukking en de wapenwedloop slokte enorm veel inkomsten op. De communistische partij was niet in staat om vernieuwing te brengen. Op alle gebieden werd de achterstand op het westen steeds groter. Gorbatsjov greep nu hard in. Zijn grote veranderingen werden aangeduid met de begrippen Glasnost (hervorming) en Perestrojka (openheid). De strenge censuur werd losgelaten en er mocht openlijk worden gediscussieerd over meer vrijheid in de maatschappij en de overgang naar een vrijere economie.
Ook wat betreft de Koude Oorlog begon Gorbatsjov een nieuwe aanpak. Hij stapte in 1988 af van de Brezjnev-doctrine van zijn voorganger, die inhield dat Moskou bepaalde welke politieke en economische koers de satellietstaten moesten volgen. Voortaan mochten alle Oostblokregeringen zelf gaan bepalen in hoeverre ze nog wilden vasthouden aan een planeconomie, en of ze hun bevolking meer vrijheden wilden geven. De Sovjet-Unie zou niet langer dreigen met ingrijpen als zij afstand namen van het communisme, zoals eerder in Hongarije en Tsjecho-Slowakije was gebeurd.
Deze nieuwe koers van Gorbatsjov leidde al snel tot democratische hervormingen in de landen van het Warschaupact, Polen en Hongarije voorop. Hongarije stelde zijn grenzen naar het westen open. Veel inwoners van de DDR maakten gebruik van dit gat in het IJzeren Gordijn om via Hongarije naar het westen te reizen. In de DDR ontstond grote onzekerheid bij de communistische regering, nu de steun van Moskou wegviel. De bevolking greep het 50-jarige bestaan van de DDR aan om grote demonstraties voor vrijheid en democratisering te organiseren: "Wir sind das Volk". Zo vond op 9 november totaal onverwacht 1989 de val van Berlijnse Muur plaats, en wat niemand voor mogelijk had gehouden gebeurde: een jaar later was Duitsland herenigd.
Het Oostblok hield op te bestaan nu het IJzeren Gordijn openging. Nadat Gorbatsjov was afgezet kwam er in 1991 een einde aan het communistisch bewind in de Sovjet-Unie. Dit betekende het definitieve einde van de Koude Oorlog. Plotseling kreeg de Europese samenwerking nieuwe kansen, nu zoveel ex-satellietstaten klaarstonden om zich aan te sluiten bij het democratische, kapitalistische westen.
Voorbeeld 1
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 38: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme, 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 48: De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
Praagse lente (1968)
Plaats:
Tsjecho-Slowakije, hoofdstad Praag.
Achtergrond:
Tsjecho-Slowakije was na de Eerste Wereldoorlog gevormd uit onderdelen van het voormalige Oostenrijk-Hongarije. Sudetenland, het grensgebied waar veel etnische Duitsers leefden, werd onderwerp van Hitler's agressieve Heim ins Reich-politiek. Tijdens de Conferentie van München werd dit gebied opgegeven aan Duitsland in ruil voor vrede (de appeasementpolitiek). Tsjechië werd spoedig daarna helemaal geannexeerd en Slowakije werd een Duitse marionettenstaat. In Tsjechië was veel woede over "het verraad van München". Dat bleek in 1945. Het land werd toen bevrijd en weer verenigd en er kwam weer een democratische republiek met een meerpartijenstelsel. Deze regering was nogal antiwesters, door het verraad van München. Toen het land in 1947 wilde meedoen aan het Marshallplan, eisten de VS dat de regering zijn antiwesterse houding op zou geven en zich losmaken van de Sovjet-invloedssfeer. De Sovjet-Unie verbood Tsjecho-Slowakije dit te doen. De Tsjechische communisten pleegden in 1948 bomaanslagen en forceerden een éénpartijstaat, vermoordden de niet-communistische minister Masaryk en daarna werd het land een satellietstaat van Moskou. Maar in de jaren '60 had het een relatief succesvolle economie en waren er meer vrijheden dan in andere satellietstaten, zodat Moskou de ontwikkelingen in het land extra in de gaten hield.
Gebeurtenissen:
April 1968: de nieuwe, gematigde communistische partijleider Dubcek kondigt een nieuwe politieke koers aan, genaamd "socialisme met een menselijk gezicht." In de praktijk betekent dit, dat de censuur wordt losgelaten en er vrijheid van meningsuiting komt. De persvrijheid opent in de Tsjecho-Slowaakse media de sluizen voor een golf van kritiek op de Sovjet-Unie.
Mei 1968: Dubcek wordt in Moskou op het matje geroepen om zijn beleid te verdedigen. In dezelfde maand worden de eerste Sovjettanks in Tsjecho-Slowakije gesignaleerd.
Juni 1968: verschijning van het Manifest van 2000 woorden waarin de strenge communisten de schuld krijgen van alle misstanden in het land. In Moskou wordt gevreesd voor een besmettelijk effect van de Praagse Lente op andere satellietstaten. Juli 1968: de Sovjet-Unie en de andere landen van het Warschaupact eisen in een brief dat de hervormingen worden teruggedraaid en dat de Tsjechische communisten weer in de pas gaan lopen.
Begin augustus 1968: Sovjetleider Brezjnev maakt plannen om in te grijpen, maar polst vooraf het westen of daar een reactie zou volgen. Dit is niet het geval.
20/21 augustus 1968: Sovjettanks bezetten de hoofdstad Praag. 150.000 troepen van het Warschaupact trekken het land binnen.
September 1968: de regering wordt naar Moskou overgebracht.
Oktober 1968: de regering geeft toe, alle hervormingen worden teruggedraaid. Een groot deel van de troepen wordt teruggetrokken.
Januari 1969: uit protest tegen het onderdrukken van de Praagse Lente schrijft de student Jan Palach een brief waarin hij eist dat de censuur en onderdrukking weer worden opgeheven. Een citaat: “Mij viel het lot de eer te beurt de eerste fakkel te zijn. Als binnen vijf dagen niet aan onze eisen tegemoet is gekomen, dat wil zeggen voor 21 januari 1969, en als het volk ons niet voldoende steunt (door een staking van onbepaalde duur), dan zullen nieuwe fakkels ontbranden.” Op 16 januari steekt hij zichzelf in brand op het Wenceslasplein in Praag (niet ver daar vandaan was eeuwen eerder de kerkhervormer Jan Hus op de brandstapel zijn leven geëindigd). Tien andere studenten volgen later zijn voorbeeld.
April 1969: Dubcek wordt vervangen door Husak als politiek leider. Hij gaat over tot zuiveringen in de partij, alle gematigde hervormers worden aan de kant gezet.
1989: na de val van de Muur en de opening van het IJzeren Gordijn keert Dubcek terug in de Tsjechische politiek.
Betekenis:
De Praagse Lente is een voorbeeld van de manier waarop tijdens de Koude Oorlog de satellietstaten van de Sovjet-Unie tot gehoorzaamheid werden gedwongen, tegen de wil in van een groot deel van de bevolking en de gematigde krachten binnen de communistische partij, en zonder dat de westerse regeringen wilden ingrijpen - het gevaar van een nucleaire oorlog werd erger gevonden dan de onderdrukking van een enkel land.
Voorbeeld 2
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Salt I ondertekend (1972)
SALT: Strategic Arms Limitations Talk: bespreking over de beperking van strategische wapens.
Wat zijn strategische wapens?
Kernwapens die op lange afstand kunnen worden afgevuurd en een zware lading hebben, voldoende om hele commandocentra of industriegebieden plat te leggen en zo de aanvalskracht van de vijand sterk te verminderen. Strategische kernwapens worden onderscheiden van tactische kernwapens die dienen ter ondersteuning van een veldslag met conventionele wapens zoals tanks.
Welke strategische wapens waren bij Salt I onderwerp van bespreking?
Het ging met name om twee soorten wapens die het principe van de wederzijdse afschrikking bedreigden:
ABM's: Anti-Ballistic Missiles, ofwel anti-raket-raketten. Deze konden in theorie een eenmaal afgevuurd strategisch kernwapen uit de lucht halen. Daarmee zou MAD (Mutual Assured Destruction - wederzijds gegarandeerde vernietiging) niet meer werken: als een land maar genoeg ABM's had, zou het in de verleiding kunnen komen zelf een strategische aanval te beginnen omdat het gevaar voor een succesvolle tegenaanval zoveel kleiner was geworden. Het 'nucleaire evenwicht' was dus in gevaar.
MIRV's: Multiple Independently Targeted Reentry Vehicles, ofwel voertuigen die meerdere strategische raketten konden vervoeren die op verschillende doelen tegelijk waren gericht. Ook dit was een bedreiging van het nucleaire evenwicht.
Waarom was een beperking van deze kernwapens op dat moment in het belang van beide partijen?
De Sovjet-Unie werden ongerust omdat dat VS nieuwe relaties aanknoopten met rivaal China (Nixons reis naar China).
De VS hadden belang bij steun van de Sovjet-Unie bij de besprekingen die een einde aan de slepende Vietnamoorlog moesten maken.
Wat werd er precies afgesproken?
In 1972 ondertekenden Brezjnev en Nixon verdragen met de volgende bepalingen:
Gedurende vijf jaar een bevriezing van het aantal strategische kernwapens dat vanaf land of onderzeeërs kan worden afgevuurd. Hierover zal later verder worden onderhandeld (SALT II).
Elk land mag slechts twee ABM-bases hebben: één ter bescherming van de hoofdstad en één ter bescherming van een lanceerplaats van strategische lange-afstandwapens.
Was SALT-I een groot succes voor de wereldvrede?
Het was op dat moment meer schijn dan werkelijkheid, omdat de ontwikkeling van andere, nieuwe evenwicht-bedreigende wapens niet werd beperkt, zoals kruisraketten en ruimteschilden.
Het was wel het begin van een fase van ontspanning in de Koude Oorlog en het begin van onderhandelingen over verdere vermindering van aantallen kernwapens in de toekomst.
SALT-I is een voorbeeld hoe in de Koude Oorlog de dreiging van een nucleaire wereldoorlog gestalte kreeg door de ontwikkeling van nieuwe soorten wapens, en welke rol de nucleaire wapenwedloop speelde in de internationale politiek. Het is ook een voorbeeld van hoe er een fase van ontspanning kon ontstaan in de Koude Oorlog.
Voorbeeld 3
Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie, 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 48: De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
Demonstratie tegen kernwapens in Amsterdam (1981)
De grote strategische wapens van de Sovjet-Unie bedreigden Europa alleen indirect: deze waren gericht op de VS. Maar de ontwikkeling van middellangeafstandskernwapens (SS-20) door de Sovjet-Unie bedreigde Europa direct. Dit waren wapens die in geval van een conventionele oorlog konden worden ingezet op een slagveld in Europa.
Het antwoord van de NAVO op deze nieuwe dreiging was een dubbelbesluit in 1979:
Vijf West-Europese landen zouden, als tegenwicht tegen de SS-20's, 572 Amerikaanse middellangeafstandsraketten op eigen bodem plaatsen.
Er zou een aanbod aan de Sovjet-Unie komen om te onderhandelen over vermindering van strategische kernwapens.
Nederland zou als één van de vijf West-Europese NAVO-partners 48 kruisraketten plaatsen. Daartegen kwam in ons land fel verzet.
In Nederland was een sterke vredesbeweging actief in de politiek en in de kerken. Steeds meer mensen waren van mening dat het plaatsen van deze wapens een kernoorlog niet tegenhield maar juist dichterbij bracht. Er werden campagnes georganiseerd tegen het dubbelbesluit om zo druk uit te oefenen op het Nederlandse kabinet, om niet te tekenen of minstens een voorbehoud te maken.
De eerste Nederlandse massademonstratie tegen kernbewapening vond plaats op 21 november 1981 op het Museumplein in Amsterdam. Er waren maar liefst 400.000 demonstranten op de been.
Tegenstanders verweten de vredesbeweging de oorlog juist dichterbij te brengen door Nederland weerloos te willen maken tegenover de Sovjet-agressie.
Samenvatting
Vraag 1
Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de spanning tussen deze blokken, 1945-1955?
Eerste Wereldoorlog: Rusland: grote verliezen, tsaar krijgt de schuld, moet aftreden.
1917 Communisten onder Lenin plegen staatsgreep, burgeroorlog, Rusland wordt Sovjet-Unie.
Planeconomie, eenpartijstelsel, totalitaire staat met censuur en indoctrinatie: op al deze punten komt de SU tegenover het Westen te staan. Het Westen vreest ook uitbreiding van het communisme: wereldrevolutie.
Na de Duitse inval in 1941 gaat de SU meevechten met de westerse Geallieerden tegen Duitsland.
Potsdam juli 1945: spanningen SU - Westen over toekomst Duitsland: herstelbetalingen of wederopbouw?
Atoombom geeft nieuwe spanningen.
SU maakt satellietstaten van bevrijde Oost-Europese landen: communistische invloedssfeer, bufferzone tegen westerse dreiging. Ontstaan van een IJzeren Gordijn Oost-West.
VS geeft Marshallhulp om aantrekkingskracht communisme te verminderen, Trumandoctrine belooft indamming van communistische invloed.
Gezamenlijk beheer van Duitsland en Berlijn flopt door tegenstelingen Oost-West.
1948 blokkade van West-Berlijn: Stalin wil Berlijn helemaal bezetten. Amerikaanse lucht-brug voorkomt dit.
De Koude Oorlog krijgt hierna de wereld in zijn greep. Duitsland raakt verdeeld in BRD en DDR, NAVO en Warschaupact komen tegenover elkaar te staan, een wapenwedloop begint.
Vraag 2
Waardoor raakte Azië betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen beide blokken in Azië en Afrika, 1949-1975?
De VS en de Sovjet-Unie keerden zich beide tegen het kolonialisme.
In veel voormalige Britse en Franse kolonies ontstond een machtsstrijd tussen de nieuwe machtsblokken.
De VS geloofden in de dominotheorie: als één land communistisch werd, zouden de buurlanden ook snel kunnen volgen. Vooral de oprichting van de communistische Volksrepubliek China in 1949 werd als een grote dreiging ervaren.
De containment-politiek van Truman beloofde steun aan elk volk dat zich door het communisme bedreigd voelde.
De VS en de Sovjet-Unie beschuldigden elkaar van imperialisme: het opnieuw willen stichten van een koloniaal rijk.
De Korea-oorlog was een uitvloeisel van de containment-politiek. VN-troepen onder leiding van de VS verdedigden Zuid-Korea tegen het communistisch geworden Noord-Korea.
Ook in het vroegere Franse Indochina ontstond een communistische beweging. Vietnam werd bij de vredesconferentie van Genève in twee delen verdeeld met de belofte van verkiezingen.
Omdat de Vietcongbeweging ook in het zuiden populair werd, weigerden de VS en Zuid-Korea de beloofde verkiezingen in 1956 te houden.
De steun aan Zuid-Korea escaleerde tot een grootschalige oorlog tegen de Vietcong en Noord-Vietnam. De inzet van massaal geweld werkte niet tegen de guerillatactie-ken van de Vietcong en ook in de VS en Europa kwam steeds meer protest tegen de zich voortslepende Vietnamoorlog.
In 1969 verving Nixon de Trumandoctrine door de Nixondoctrine: een onderdrukt land werd wel gesteund maar was zelf verantwoordelijk voor de oorlogvoering.
Door driehoeksdiplomatie (het tegen elkaar uitspelen van China en de Sovjet-Unie door de VS) slaagde Nixon erin de relatie met China te verbeteren om zo vrede in Vietnam te bereiken.
De Parijse akkoorden van 1973 zorgden voor terugtrekking in de VS en verkiezingen in Zuid-Vietnam. Heel Vietnam werd in 1975 communistisch en de VS moesten zich overhaast terugtrekken. Dit werd als een gevoelige nederlaag gezien voor het westerse machtsblok.
Ook in Afrika leidde de dekolonisatie tot conflicten tussen bevrijdingsbewegingen die op de achtergrond door de machtsblokken van de Koude Oorlog werden gesteund.
Een voorbeeld hiervan is de strijd in de voormalige Portugese kolonie Angola tussen MPLA en Unita, gesteund door Zuid-Afrika (en de VS) en Cuba (en de Sovjet-Unie) die duurde van 1975 tot 2002.
Vraag 3
Waardoor liep de Koude Oorlog op kritieke momenten niet uit op een directe militaire confrontatie tussen beide grootmachten, 1955-1963?
Machtsblokken geven stabiliteit zolang er niets gebeurt.
1953 dood Stalin: nieuwe leider Chroesjtsjov wil vreedzame co-existentie.
1956 gebeurt er wel iets: Hongaarse opstand. SU steunt communistische regime en het Westen pleegt geen interventie: Hongarije ligt in de communistische invloedssfeer.
1961 steeds meer Oost-Duitsers gaan via Berlijn naar het Westen. Reactie: Berlijnse Muur gebouwd. Kennedy geeft West-Berlijn niet op, maar begint ook geen oorlog.
1962 Cubacrisis: SU wil kernraketten plaatsen vlakbij VS, dat immers ook kernraketten vlakbij SU opstelde. Kennedy dreigt met oorlog. Geheim compromis brengt op het nippertje uitkomst. Nog net geen nucleair conflict.
Vraag 4
Waardoor namen de spanningen tussen Oost en West af, 1963-1991?
1967 Detente door onderhandelingen over vermindering atoomwapens - 1972 SALT-I akkoord
SU drukt met tanks de Praagse Lente (1968) de kop in: geen westerse vrijheden toege-staan in Tsjecho-Slowakije. Net als bij Hongarije in 1956 pleegt het westen geen interventie, want Tsjecho-Slowakije ligt in de Sovjet-invloedssfeer.
Jaren '80: VS president Reagan begint ontwikkeling ruimteschild SDI om Sovjet-Unie te dwingen tot toegeven in de wapenbesprekingen.
In het Westen steeds meer protesten van de bevolking tegen uitzichtloze wapenwedloop.
1987 akkoord met Gorbatsjov: afspraken over vernietiging middellangeaf-standsraketten.
Gorbatsjov wil het communisme hervormen door glasnost en perestrojka.
Gorbatsjov maakt einde aan de Brezjnev-doctrine: satellietstaten mogen eigen politieke en economische koers kiezen zonder ingrijpen SU.
Polen, Hongarije en andere satellietstaten krijgen prowesterse regeringen.
Grenzen gaan open; 1989 val Berlijnse Muur; 1990 Duitsland weer één land; 1991 Sovjet-Unie valt uiteen nadat communisten er de macht verliezen. De Koude Oorlog is voorbij.
Jaartallen
Deze jaartallen moet je kennen:
1917 Russische Revolutie; Rusland wordt Sovjet-Unie, communistische partijdictatuur
1941 SU en VS vechten samen tegen de as-mogendheden
juli 1945 Conferentie van Potsdam: verdeling van Duitsland en Berlijn in vier bezettingszones
1947 Trumandoctrine en Marshallplan
1948 Blokkade van Berlijn
1953 Dood van Stalin; politiek van vreedzame co-existentie
a. Leg het verband uit tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en het begin van de Koude Oorlog.
b. Noem ook enkele oorzaken van de Koude Oorlog die al langer speelden.
Noem enkele ideologische verschillen tussen de beide machtsblokken van de Koude Oorlog en leg uit hoe het Marshallplan als voorbeeld kan dienen van deze ideologische verschillen.
Verklaar waarom het niet-ingrijpen van het westen in 1956 en 1968 past bij de containment-politiek van de VS.
Gebruik hierbij de spotprent van Voorbeeld 2.
Leg uit waarom het McCarthyisme zowel zijn bloei als zijn ondergang had te danken aan de moderne massamedia.
Was de dominotheorie een versterking of een afzwakking van de containmentpolitiek?
Leg dit uit met een voorbeeld.
De VS legden in hun ontstaan en geschiedenis steeds veel nadruk op de principes van zelf-beschikking en democratie. Onderzoek in hoeverre de VS zich in het Vietnam-conflict aan dit principe hebben gehouden.
Onderzoek in hoeverre de dominotheorie uitkwam na de Amerikaanse nederlaag in Vietnam.
Examenvragen
Op deze pagina vind je meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
Het arrangement HC: Koude Oorlog 1945-1991 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. In deze historische context over de Koude Oorlog staan vier vragen centraal:
1. Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de
spanning tussen deze blokken, 1945-1955?
De Russische revolutie in 1917 leidde tot de opkomst van de Sovjet-Unie onder communistisch leiderschap. De communisten streefden naar een klasseloze samenleving met staatscontrole over de economie. Dit zorgde voor tegenstellingen met het westen, vooral de Verenigde Staten, die het communisme als een bedreiging zagen voor democratie en kapitalisme. De spanning tussen Oost en West werd verder vergroot door de verdeeldheid over de toekomst van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. De Truman-doctrine en het Marshallplan waren pogingen van de VS om de invloed van het communisme te beperken en de wederopbouw van Europa te ondersteunen. De verdeeldheid resulteerde uiteindelijk in de Koude Oorlog, waarbij Europa en de wereld werden verdeeld in twee ideologische blokken. De angst voor een atoomoorlog en de activiteiten van McCarthy in de VS versterkten de Koude Oorlog-mentaliteit.
2. Waardoor raakte Azië betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen
beide blokken in Azië en Afrika, 1949-1975?
De erfenis van het kolonialisme in Azië leidde tot conflicten tussen de nieuwe grootmachten VS en de Sovjet-Unie. Beide waren tegenstanders van het kolonialisme, wat Nederland dwong zich terug te trekken uit Indonesië. In China riep Mao Zedong de Volksrepubliek uit, wat de VS verontrustte vanwege de vorming van een communistisch machtsblok. De Korea-oorlog volgde, waarbij de VS Zuid-Korea steunden tegen Noord-Korea en China. In Vietnam faalde het containment-beleid van de VS, resulterend in een verloren oorlog. In Afrika ontstonden conflicten tussen bevrijdingsbewegingen met steun van wereldmachten tijdens de dekolonisatie.
3. Waardoor liep de Koude Oorlog op kritieke momenten niet uit op een directe militaire
confrontatie tussen beide grootmachten, 1955-1963?
Na de Tweede Wereldoorlog stabiliseerden de machtsblokken zich. De Bondsrepubliek Duitsland werd lid van de NAVO, terwijl de Oost-Duitse DDR zich bij het Warschaupact aansloot. De Hongaarse Opstand in 1956 toonde echter aan dat het Westen niet bereid was militair in te grijpen. In 1961 bouwde de DDR de Berlijnse Muur om de leegloop naar het Westen te stoppen. De Cubacrisis van 1962 was het gevaarlijkste moment in de Koude Oorlog, maar een confrontatie werd voorkomen en er werd een directe telefoonverbinding ingesteld om toekomstige crises te beheersen.
4. Waardoor namen de spanningen tussen Oost en West af, 1963-1991?
Na de Cubacrisis begonnen de VS en de Sovjet-Unie met wapenonderhandelingen en het beperken van antiraketsystemen. Deze periode van ontspanning (Detente) resulteerde in het SALT-1-akkoord in 1972. De Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije werd echter hardhandig onderdrukt door de Sovjet-Unie. In de jaren 80 groeide het verzet tegen kernbewapening in het Westen, met grote demonstraties en uiteindelijk het verdrag tussen de VS en de Sovjet-Unie om middellangeafstandsraketten te vernietigen. Onder leiding van Gorbatsjov werden in de Sovjet-Unie hervormingen doorgevoerd en kwam er een einde aan het communistisch bewind, waarmee de Koude Oorlog ten einde kwam.
Deze opdracht valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. In deze historische context over de Koude Oorlog staan vier vragen centraal:
1. Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de
spanning tussen deze blokken, 1945-1955?
De Russische revolutie in 1917 leidde tot de opkomst van de Sovjet-Unie onder communistisch leiderschap. De communisten streefden naar een klasseloze samenleving met staatscontrole over de economie. Dit zorgde voor tegenstellingen met het westen, vooral de Verenigde Staten, die het communisme als een bedreiging zagen voor democratie en kapitalisme. De spanning tussen Oost en West werd verder vergroot door de verdeeldheid over de toekomst van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. De Truman-doctrine en het Marshallplan waren pogingen van de VS om de invloed van het communisme te beperken en de wederopbouw van Europa te ondersteunen. De verdeeldheid resulteerde uiteindelijk in de Koude Oorlog, waarbij Europa en de wereld werden verdeeld in twee ideologische blokken. De angst voor een atoomoorlog en de activiteiten van McCarthy in de VS versterkten de Koude Oorlog-mentaliteit.
2. Waardoor raakte Azië betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen
beide blokken in Azië en Afrika, 1949-1975?
De erfenis van het kolonialisme in Azië leidde tot conflicten tussen de nieuwe grootmachten VS en de Sovjet-Unie. Beide waren tegenstanders van het kolonialisme, wat Nederland dwong zich terug te trekken uit Indonesië. In China riep Mao Zedong de Volksrepubliek uit, wat de VS verontrustte vanwege de vorming van een communistisch machtsblok. De Korea-oorlog volgde, waarbij de VS Zuid-Korea steunden tegen Noord-Korea en China. In Vietnam faalde het containment-beleid van de VS, resulterend in een verloren oorlog. In Afrika ontstonden conflicten tussen bevrijdingsbewegingen met steun van wereldmachten tijdens de dekolonisatie.
3. Waardoor liep de Koude Oorlog op kritieke momenten niet uit op een directe militaire
confrontatie tussen beide grootmachten, 1955-1963?
Na de Tweede Wereldoorlog stabiliseerden de machtsblokken zich. De Bondsrepubliek Duitsland werd lid van de NAVO, terwijl de Oost-Duitse DDR zich bij het Warschaupact aansloot. De Hongaarse Opstand in 1956 toonde echter aan dat het Westen niet bereid was militair in te grijpen. In 1961 bouwde de DDR de Berlijnse Muur om de leegloop naar het Westen te stoppen. De Cubacrisis van 1962 was het gevaarlijkste moment in de Koude Oorlog, maar een confrontatie werd voorkomen en er werd een directe telefoonverbinding ingesteld om toekomstige crises te beheersen.
4. Waardoor namen de spanningen tussen Oost en West af, 1963-1991?
Na de Cubacrisis begonnen de VS en de Sovjet-Unie met wapenonderhandelingen en het beperken van antiraketsystemen. Deze periode van ontspanning (Detente) resulteerde in het SALT-1-akkoord in 1972. De Praagse Lente in Tsjecho-Slowakije werd echter hardhandig onderdrukt door de Sovjet-Unie. In de jaren 80 groeide het verzet tegen kernbewapening in het Westen, met grote demonstraties en uiteindelijk het verdrag tussen de VS en de Sovjet-Unie om middellangeafstandsraketten te vernietigen. Onder leiding van Gorbatsjov werden in de Sovjet-Unie hervormingen doorgevoerd en kwam er een einde aan het communistisch bewind, waarmee de Koude Oorlog ten einde kwam.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.