Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 46: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
Net als in Nederlands-Indië gebeurde, werd ook Vietnam tijdens de Tweede Wereldoorlog bezet door Japanse troepen. In de strijd tegen Japan speelde de bevrijdingsbeweging Viethmin een belangrijke rol. Deze beweging werd bewapend met steun van China en de VS, met als doel het verslaan van Japan. Maar het doel van de beweging zelf was zelfstandigheid en een eigen republiek. Toen de Japanners na Hiroshima waren verslagen en de Fransen nog niet terug waren, bezette de Vietminh, geleid door Ho Chi Minh, snel de belangrijkste steden van het noorden. Ho Chi Minh had in Engeland en Frankrijk gewoond en was daar communist geworden. Hij had ook de Sovjet-Unie bezocht en was door de Sovjetregering aangesteld als agent om in de Franse kolonie waar Vietnam toen bij hoorde, een communistische beweging op te richten.
In 1945 riep Ho Chi Minh in de noordelijke stad Hanoi de republiek Vietnam uit, waarbij hij delen voorlas uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Hij wilde daarmee voor het oog van de wereld het streven van zijn volk naar zelfbeschikking rechtvaardigen. Maar het gevolg was dat het Franse leger de nieuwe republiek aanviel en Hanoi innam. De Vietminh trok zich terug op het platteland. Na zware strijd begonnen onderhandelingen. Die leverden maar een gedeeltelijke zelfstandigheid op en de Vietminh was teleurgesteld. Opnieuw brandde de strijd met de Fransen los.
Maar ditmaal liep het anders af. Met Chinese hulp was Ho Chi Minh in bezit gekomen van het Franse strategische plan voor het hele koloniale gebied in Indochina. Gewapend met deze informatie kon de Vietminh zijn aanvallen zorgvuldig voorbereiden. In de Slag bij Dien Bien Phu, van maart tot mei 1954, richtte de Viethmin zijn aanvallen vooral op het vliegveld en groef loopgraven om druk te blijven uitoefenen op de Franse stellingen. De regentijd begon en de Fransen wisten niet voldoende versterkingen aan te voeren. De Viethmin had met opzet zijn luchtafweer nog niet gebruikt; toen de Fransen bij helder weer een luchtaanval inzetten, werden zij verrast door massaal vuur van afweergeschut vanaf onbekende locaties. Mede daardoor leed het koloniale Franse leger een verpletterende nederlaag tegen de Vietminh-troepen. De Slag bij Dien Bien Phu symboliseert het einde van de Franse koloniale macht in Indochina.
Meteen begonnen de partijen onderhandelingen in Genève over zelfstandigheid voor Vietnam. De regering van Ho Chi Minh werd door Frankrijk erkend. Verder werd afgesproken:
De eerste bepaling was niet echt gunstig voor de Vietminh. Alle communisten moesten het zuiden verlaten. Maar Ho Chi Minh verwachtte dat net als iedereen dat dit zou worden rechtgezet bij de beloofde verkiezingen in 1956.
De Akkoorden van Genève waren gesloten door de strijdende partijen: Frankrijk en de Viet-minh. Maar op de achtergrond lieten de VS, China en de Sovjet-Unie hun invloed gelden. Geen van deze drie had er op dat moment belang bij om de nieuwe republiek in Vietnam al te veel macht te geven. Daardoor kwam er van de derde afspraak niets terecht: de beloofde verkiezingen kwamen er niet, Zuid-Vietnam en de VS hielden het tegen. De VS verdedigden dit met het argument dat het onmogelijk was om in het communistische noorden vrije verkiezingen te organiseren. En ook de tweede afspraak was niets meer dan papier. Er kwamen weliswaar geen buitenlandse militaire basissen in Vietnam, maar de VS, China en de Sovjet-Unie steunden 'hun' partijen volop met wapens en adviseurs.
Daarmee zijn de Akkoorden van Genève een voorbeeld hoe na de Tweede Wereldoorlog de macht van de oude koloniale machten werd overgenomen door de nieuwe wereldmachten, die de Koude Oorlog gingen uitvechten door middel van lokale conflicten.