Waardoor raakte Azië betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen beide blokken in Azië en Afrika, 1949-1975?
De VS en de Sovjet-Unie keerden zich beide tegen het kolonialisme.
In veel voormalige Britse en Franse kolonies ontstond een machtsstrijd tussen de nieuwe machtsblokken.
De VS geloofden in de dominotheorie: als één land communistisch werd, zouden de buurlanden ook snel kunnen volgen. Vooral de oprichting van de communistische Volksrepubliek China in 1949 werd als een grote dreiging ervaren.
De containment-politiek van Truman beloofde steun aan elk volk dat zich door het communisme bedreigd voelde.
De VS en de Sovjet-Unie beschuldigden elkaar van imperialisme: het opnieuw willen stichten van een koloniaal rijk.
De Korea-oorlog was een uitvloeisel van de containment-politiek. VN-troepen onder leiding van de VS verdedigden Zuid-Korea tegen het communistisch geworden Noord-Korea.
Ook in het vroegere Franse Indochina ontstond een communistische beweging. Vietnam werd bij de vredesconferentie van Genève in twee delen verdeeld met de belofte van verkiezingen.
Omdat de Vietcongbeweging ook in het zuiden populair werd, weigerden de VS en Zuid-Korea de beloofde verkiezingen in 1956 te houden.
De steun aan Zuid-Korea escaleerde tot een grootschalige oorlog tegen de Vietcong en Noord-Vietnam. De inzet van massaal geweld werkte niet tegen de guerillatactie-ken van de Vietcong en ook in de VS en Europa kwam steeds meer protest tegen de zich voortslepende Vietnamoorlog.
In 1969 verving Nixon de Trumandoctrine door de Nixondoctrine: een onderdrukt land werd wel gesteund maar was zelf verantwoordelijk voor de oorlogvoering.
Door driehoeksdiplomatie (het tegen elkaar uitspelen van China en de Sovjet-Unie door de VS) slaagde Nixon erin de relatie met China te verbeteren om zo vrede in Vietnam te bereiken.
De Parijse akkoorden van 1973 zorgden voor terugtrekking in de VS en verkiezingen in Zuid-Vietnam. Heel Vietnam werd in 1975 communistisch en de VS moesten zich overhaast terugtrekken. Dit werd als een gevoelige nederlaag gezien voor het westerse machtsblok.
Ook in Afrika leidde de dekolonisatie tot conflicten tussen bevrijdingsbewegingen die op de achtergrond door de machtsblokken van de Koude Oorlog werden gesteund.
Een voorbeeld hiervan is de strijd in de voormalige Portugese kolonie Angola tussen MPLA en Unita, gesteund door Zuid-Afrika (en de VS) en Cuba (en de Sovjet-Unie) die duurde van 1975 tot 2002.