Dit is een voorbeeld van kenmerkend aspect 45: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog, en 46: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
Net als in Indochina bracht de Tweede Wereldoorlog in Afrika versnelling in het dekolonisatieproces. In de negentiende eeuw was het werelddeel verdeeld onder de geïndustrialiseerde Europese landen die in Afrika veel mogelijkheden zagen om grondstoffen en afzetmarkten te creëren. Het Congres van Berlijn had hierin een belangrijke rol gespeeld. Vooral Groot-Brittannië en Frankrijk hadden grote gebieden in handen gekregen. Maar ook kleinere landen kregen gebieden in bezit. Portugal had enkele koloniën in Afrika en hield daar angstvallig aan vast hoewel steeds meer omliggende gebieden onafhankelijkheid kregen. Het was de rechts-autoritaire regering van Salazar die geen afstand wilde doen van de restanten van het roemruchte koloniale verleden. Maar in 1975 veranderde dat door de Anjerrevolutie, waarbij een linkse regering aan de macht kwam. Deze regering beloofde onafhankelijkheid aan de kolonies, te beginnen met Angola.
Het vooruitzicht van onafhankelijkheid had verschillende bevrijdingsbewegingen op gang gebracht in Angola. De belangrijkste was de communistisch georiënteerde MPLA, die werd geleid door Angolezen die in het koloniale onderwijssysteem waren opgeleid om een inheemse ambtenarenelite te vormen. Naast de MPLA opereerden nog enkele andere bevrijdingsbewegingen waarvan de FNLA en de UNITA de belangrijkste waren. De aangekondigde terugtrekking van Portugal uit zijn kolonie bracht een race naar de hoofdstad Luanda op gang tussen deze bevrijdingsbewegingen. De MPLA won de strijd om de hoofdstad en riep de onafhankelijke republiek Angola uit. De twee andere bevrijdingsbewegingen accepteerden dit niet en bonden de strijd aan tegen de nieuwe regering terwijl Portugal zich terugtrok. Net zoals in Indochina was gebeurd, ging de Koude Oorlog een rol spelen in dit lokale conflict.
De regerende MPLA kreeg steun van Cuba met op de achtergrond de Sovjet-Unie; Zuid-Afrika, met op de achtergrond de VS, steunde de UNITA. Zuid-Afrika werd in die tijd nog geregeerd door het rechts-conservatieve Apartheidsregime dat bang was dat het gevreesde communisme via buurland Angola steun zou gaan geven aan de strijd tegen de Apartheid. Zo werd Angola nu ook een strijdtoneel van de Koude Oorlog.
Ondanks de steun van Zuid-Afrika en de VS wist de UNITA geen verkiezingsoverwinning te behalen. Nu viel Zuid-Afrika Angola binnen met een leger en de Zuid-Afrikaanse Grensoorlog ontbrandde (1978). Ook met geweld slaagde de UNITA er echter niet in de hoofdstad in handen te krijgen. De MPLA wist stand te houden dankzij militaire steun van de beste militairen uit Cuba en ondersteuning door de Sovjet-Unie. De verwoestende burgeroorlog ging door terwijl de wereld intussen veranderde en de Koude Oorlog langzaam aan op zijn einde liep. Ook de internationale tegenstand tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime werd sterker en sterker. Zo kon Zuid-Afrika wegens een wapenembargo geen moderne straaljagers meer bestellen, waardoor de strijd tegen de moderne Sovjet-toestellen van Cuba niet was te winnen. In 1988 kwam er dankzij Amerikaanse bemiddeling vrede tussen Angola en Zuid-Afrika. De burgeroorlog in Angola zelf ging gewoon door.
In Zuid-Afrika verdween de Apartheid en Mandela, een voormalige vrijheidsstrijder die zijn halve leven in de gevangenis had doorgebracht werd er de eerste zwarte president.
Ook de VN gingen zich nu met Angola bemoeien, en in 1991 kwam een vrede tot stand en werden verkiezingen georganiseerd. De MPLA won weer en weer accepteerde de UNITA de uitslag niet. Weer laaide de burgeroorlog op, ten koste van duizenden doden. Na nog twee pogingen in 1994 en 2002 kwam er eindelijk zoiets als een vrede tot stand en konden de Angolezen eindelijk gaan werken aan de wederopbouw van hun geteisterde land.
In deze jaren kwamen zo'n 4500 jonge alleenstaande asielzoekers naar Nederland. De bekendste van hen was Mauro, die in 2011 dreigde na een eindeloze procedure toch te worden uitgezet hoewel hij al 8 jaar in Nederland woonde. Dat leidde tot een felle politieke en maatschappelijke discussie die ertoe leidde dat hij uiteindelijk in Nederland mocht blijven. Hij was maar één van de vele slachtoffers van het geweld waarmee dekolonisatie en Koude Oorlog ook in Afrika gepaard gingen.
Het verhaal van de burgeroorlog in Angola is ook weer een voorbeeld van de manier waarop de Koude Oorlog ook in Afrika werd uitgevochten via inmenging in regionale conflicten tussen bevrijdingsbewegingen die opkwamen door de dekolonisatie.