Conjuncturele werkloosheid
De vraag naar Nederlandse producten bepaalt de werkgelegenheid.
Als de vraag afneemt, worden er door de bedrijven minder producten gemaakt. De vraag naar werknemers neemt dan af. Hierdoor zal de werkloosheid toenemen.
Als de vraag toeneemt, worden er meer producten gemaakt. Dat is goed voor de werkgelegenheid.
Gezinnen zijn vragers van producten. Als zij veel Nederlandse producten kopen, is dat goed voor de werkgelegenheid in Nederland.
Ook de bedrijven zelf, de overheid en het buitenland (export) zijn vragers van Nederlandse producten.
Werkloosheid die het gevolg is van te weinig vraag of te weinig bestedingen noem je conjuncturele werkloosheid.
Structurele werkloosheid
Het aantal arbeidsplaatsen bij bedrijven kan ook kleiner worden doordat er een verandering plaatsvindt in de aanbodkant, de structuurkant, van de economie. Er zijn dan gewoon minder plekken waar je kunt werken:
- een bedrijf failliet gaat.
- een bedrijf verhuist naar het buitenland.
- een bedrijf mensen vervangt door machines.
- de APT stijgt.
- twee bedrijven fuseren.
Als het aantal arbeidsplaatsen kleiner wordt, zijn er minder werknemers nodig. Dat is slecht voor de werkgelegenheid en kan een toename van de werkloosheid tot gevolg hebben.
De werkloosheid die ontstaat als het aantal arbeidsplaatsen kleiner wordt, noem je structurele werkloosheid.
Een speciale soort structurele werkloosheid ontstaat als vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet op elkaar aansluiten. Werklozen hebben niet de juiste opleiding voor de beschikbare banen. Er zijn een hoop bakkers werkloos maar er is juist veel vraag naar loodgieters. In dit geval spreken we van kwalitatieve structurele werkloosheid.
Seizoenswerkloosheid
Een bijzondere vorm van werkloosheid is de seizoenswerkloosheid.
In bepaalde maanden van het jaar is er naar sommige producten minder vraag.
De werkloosheid die daarvan het gevolg is, noem je seizoenswerkloosheid.
Veel bedrijven die werken in de toerisme-industrie hebben te maken met seizoenswerkloosheid, denk maar aan campings en strandtenten.
Maar ook bij agrarische bedrijven is de vraag naar arbeid in de zomer groter dan in de winter.
Nog meer werkloosheid
Frictiewerkloosheid is een vorm van werkloosheid die ontstaat doordat mensen tijd nodig hebben om van baan te verwisselen. Er is nu eenmaal wat tijd (frictie) tussen twee situaties
Denk aan de tijd tussen het behalen van je diploma en je eeste baan. Of de tijd die tussen het vinden van een volgende baan zit als je ontslagen wordt.
Grofweg de eerste drie maanden van je werkloosheid valt onder frictiewerkloosheid. Heb je na deze drie maanden nog steeds geen werk gevonden dan is er en andere reden. Bijvoorbeeld van structurele (er is geen plek om te werken of je opleiding sluit niet aan) of conjuncturele (er zijn te weinig bestedingen) aard.