Mijn naam is Geonne van der Bok en ik studeer Nederlands aan de Hogeschool Rotterdam. In mijn dagelijkse leven kom ik vaak in contact met leerlingen die werkwoordspelling een moeilijk onderdeel vinden.
Werkwoordspelling mag dan niet altijd leuk zijn, het is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse grammatica. Het betreft de werkwoorden in de tegenwoordige tijd de verleden tijd en ook het maken van voltooid deelwoorden. Ook Engelse werkwoorden die in het Nederlands worden vervoegd, komen aan bod.
Heb je problemen met dit onderdeel? Klik dan niet weg, maar kijk even of je hier wat aan hebt.
Veel succes!
Oh, en als je er toch nog bent; bekijk even het filmpje hier beneden!
ALs je er moeite mee hebt, volg dan de volgende lessen!
Lesstof
Les 1: Tegenwoordige tijd
De eerste les gaat over de normale tegenwoordige tijd.
Bij de tegenwoordige tijd komen er vaste uitgangen achter het werkwoord. Ik zal het proberen uit te leggen in stappen.
Aan het einde van de les kun je deze stappen vloeiend doorlopen en werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen
Aan het einde van de les kun je, aan de hand van de uitleg, het ezelsbruggetje 'smurfen' toepassen.
Stap 1: Pak de stam. De stam is het hele werkwoord min de uitgang 'en'
Voorbeeld: Hele werkwoord is vinden. We halen hier dus 'en' af en er blijft 'vind' over.
Stap 2: De volgende uitgangen staan vast:
Ik = stam
jij/ je = stam + t
hij/ zij/ het = stam + t
u = stam + t
wij = hele werkwoord
jullie = hele werkwoord
zij/ ze = hele werkwoord
Deze uitgangen kun je uit je hoofd leren, deze worden in de tegenwoordige tijd altijd toegepast.
Stel je wilt de hij-vorm van het werkwoord vinden.
We hebben de stam, dat is = ik vind. Je kijkt bij de hij-vorm en zoals te zien is, komt er dan een 't' achter.
Hij vindt. Je schrijft het dus met dt.
Je kunt in de tegenwoordige tijd ook een ezelsbruggetje gebruiken. Dat gaat als volgt: Je gebruikt, voor het werkwoord dat je nodig hebt, het werkwoord smurfen. Je voegt dit in de zin in.
Hij ( vinden) (Smurf t ) dit een interessant onderwerp. Je hoort als vanzelf dat je een t plaatst achter smurf. Als je deze t hoort, dan schrijf je het ook. Ook in dit geval kom je uit op hij vindt.
Les 2: Verleden tijd/ voltooid deelwoord
De tweede les gaat over de verleden tijd.
Aan het einde van de les kun je, aan de hand van de uitleg, de zwakke werkwoorden en de sterke werkwoorden onderscheiden.
Aan het einde van de les kun je, aan de hand van deze uitleg, 't exkofschip' inzetten als je werkwoorden in de verleden tijd wilt vervoegen.
Aan het einde van de les kun je, aan de hand van 't ex kofschip, de uitgang van het voltooid deelwoord bepalen.
In de verleden tijd kennen we zwakke en sterke werkwoorden. De zwakke werkwoorden veranderen niet van vorm, maar de sterke werkwoorden nemen in de verleden tijd een hele andere vorm aan.
Een voorbeeld van een sterk werkwoord: Denken wordt in de verleden tijd dachten. Lopen wordt in de verleden tijd liepen.
Een voorbeeld van een zwak werkwoord: Pakken wordt in de verleden tijd pakten. Bellen wordt in de verleden tijd belden.
Om werkwoorden te vervoegen naar de verleden tijd, gebruiken we het ezelsbruggetje: 't ex kofschip.
Stap 1: Neem de stam van een werkwoord
Stap 2: Neem de laatste medeklinker van de stam
Stap 3: Staat de laatste letter in het 't ex kofschip? Dan gebruik je de volgende uitgang: te (n)
Staat de laatste letter niet in het 't ex kofschip? Dan gebruik je de volgende uitgang: de (n)
Stap 4: Weet je niet helemaal meer hoe het ook al weer zat? Bekijk dan de powerpoint waar ik het nog een keer uitleg.
Ook bij het maken van een voltooid deelwoord heb je het 't ex kofschip nodig.
Je onderneemt dezelfde stappen als de stappen hierboven. Het verschil zit in de uitgangen. Je gebruikt niet te(n) of de(n), maar je gebruikt alleen de d of de t.
Dit wordt ook in de powerpoint gedetailleerder uitgelegd.
Deze extra lesstof bestaat uit de Engelse werkwoorden die op een Nederlandse werkwijze vervoegd worden.
Tegenwoordige tijd
De Engelse werkwoorden worden op precies dezelfde wijze vervoegd. Namelijk volgens deze regels:
Ik = stam
jij/ je = stam + t
hij/ zij/ het = stam + t
u = stam + t
wij = hele werkwoord
jullie = hele werkwoord
zij/ ze = hele werkwoord
We nemen als voorbeeld het werkwoord DOWNLOADEN.
Door de stam te maken halen we ook hier gewoon 'en' weg. De stam wordt dus : Ik download. Dan kun je, net welke vorm je nodig hebt, gewoon de bovenstaande uitgangen erachter plakken.
We kennen ook de zogenaamde uitspraak 'e'. Deze komt voor in Engelse werkwoorden.
Een voorbeeld: timen. Als je daar 'en' van afhaalt om de stam te maken, dan krijg je ik tim. Dit is geen normaal Nederlands werkwoord. We voegen dus de uitspraak 'e' toe. Zo blijft het toch: ik time. Dit is ook zo bij gamen bijvoorbeeld. Ik gam is geen normaal werkwoord. Ik game. Daarna worden de uitgangen er wel gewoon achter geplakt.
Hij timet, zij gamet. Het staat misschien gek, maar dit is de juiste vervoeging!
Verleden tijd/ voltooid deelwoord
Bij de uitleg over de tegenwoordige tijd heb ik iets gezegd over de uitspraak e. Dat is een regel om de uitpraak van een werkwoord te behouden. Ik heb het werkwoord timen als voorbeeld gegeven.
Ik time. Om dan de verleden tijd te maken, kijken we niet naar de laatste letter (e), maar naar de laatste medeklinker (m). De m dus.
De m staat niet in het 't ex kofschip --> de (n). Ik timede, hij timede, wij timeden.
In dit geval wordt het voltooid deelwoord van timen, dus ik heb getimed. De uitspraak 'e' laat je dus staan en de uitgang d(en) heb je al gevonden.
Het arrangement Werkwoordspelling is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Geonne van der Bok
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-04-19 19:09:01
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd/ voltooid deelwoord
Extra oefenen van de voorgaande lesstof
Extra oefenen
Extra 2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.