Arbeidsmarkt
Een markt is het geheel van vraag en aanbod. Zo ook de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt bestaat uit de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.
- de vraag naar arbeid.
De vraag naar arbeid is het totaal aantal beschikbare banen: de al bezette banen plus de nog niet bezette banen (de vacatures).
De vraag naar arbeid komt van de bedrijven en van de overheid. Zij zijn de vragers naar arbeid. We noemen de vraag naar arbeid ook wel de werkgelegenheid.
- het aanbod van arbeid.
Het aanbod van arbeid bestaat uit de mensen die (willen) werken. Het aanbod van arbeid noemen we ook de beroepsbevolking. We onderscheiden hierin de werkzame en de werkloze beroepsbevolking.
Hou dus goed in te gaten dat (een deel van ) de werklozen ook tot de beroepsbevoliking horen.
De vraag naar arbeid
De totale vraag naar arbeid is gelijk aan de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid is dus gelijk aan het totale aantal arbeidsplaatsen, de bezette arbeidsplaatsen plus de niet bezette arbeidsplaatsen (vacatures).
In de tabel zie je gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in 2010.
Uit de tabel kun je afleiden dat in 2010 de totale vraag naar arbeid:
7.600.000 + 250.000 = 7.850.000 personen was.
In werkelijkheid is de vraag naar arbeid groter dan de officiële cijfers weergeven. Dit komt door de zogeheten niet vermelde vacatures of ook wel de verborgen werkgelegenheid. Het wil nog wel eens voorkomen dat een werkgever geen nieuwe vacature plaats ook al is er wel werk beschikbaar. Als een personeelslid bijvoorbeeld met pensioen gaat, dan moet zijn werk over worden genomen. Er is dus vraag naar arbeid. Maar in plaats van iemand voor deze functie te zoeken verdeeld de werkgever de werkzaamheden over de al aanwezige personeels leden. Iedereen krijgt er een taak bij. In theorie zou er dan bijvorbeeld werk zijn voor 11 mensen (vraag naar arbeid is 11), maar het werk moet gedaan worden door 10 mensen. De werkelijke vraag naar arbeid (11) ligt hoger dan de geregistreerde vraag naar arbeid (10).
De overheid en de bedrijven zijn de vragers van arbeid.
Particuliere bedrijven hebben als doel het maken van winst.
Deze bedrijven zullen daarom alleen iemand in dienst nemen als hij/zij meer oplevert dan dat hij/zij kost.
Wat een werknemer oplevert, hangt af van het aantal producten dat de werknemer maakt en de verkoopprijs van die producten.
De kosten van de werknemer zijn vooral loonkosten.
Het aanbod van arbeid
Alle personen tussen de 16 en 67 jaar noemen we de beroepsgeschikte bevolking. Op basis van de leeftijd zouden deze mensen geschikt zijn om te werken. Echter is er een deel dat niet kan (mensen met een beperking) of wil werken.
Het gedeelte dat zich wel aanbiedt om te werken noemen we de beroepsbevolking. Het aanbod van arbeid staat dus gelijk aan de beroepsbevolking. In de beroepsbevolking maken we onderscheid tussen de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevoking. Maar wanneer behoor je tot de beroepsbevolking?
¨Iedereen tussen de 16 en 67 jaar die betaald werk heeft of actief op zoek is naar een betaalde baan en hiervoor direct beschikbaar is¨
NB: In sommige publicaties rekenen ze je pas tot de beroepsbevolking indien je voor tenminste 12 uur in de week werkt, of op zoek bent naar een baan voor tenminste 12 uur in de week.
Je behoort dus tot de beroepsbevolking als je onder anderen actief op zoek bent naar werk. Je bent actief op zoek als je je hebt ingeschreven bij het UWV. Deze overheidsintantie bemiddelt tussen de vraag naar en het aanbod van arbeid. Het is een soort arbeidsbureau, maar dan zonder winstoogmerk. Pas als je je als werkzoekende hebt ingeschreven bij het UWV kun je aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering.
In de tabel zie je gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in 2010.
Uit de tabel kun je afleiden dat in 2010 het totale aanbod van arbeid
7.600.000 + 390.000 = 7.990.000 personen was.
De cijfers die gepubliceerd worden geven slechts een beperkt beeld van het totale aanbod van arbeid. Er zijn namelijk ook nog verborgen werklozen. Dit zijn mensen die wel graag willen werken, maar die zich niet hebben ingeschreven bij het UWV.
De omvang van de beroepsbevolking verandert voortdurend.
De omvang wordt onder andere bepaald door:
- het aantal inwoners van Nederland.
- de leeftijdsopbouw van de bevolking.
- de leeftijd waarop mensen beginnen met werken.
- de leeftijd waarop mensen met pensioen gaan.
- het aantal vrouwen/mannen dat wil werken.
Ruime of krappe arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is niet één grote markt, maar bestaat uit deelmarkten.
Een deelmarkt van de arbeidsmarkt is de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in één beroep.
Als op een deelmarkt het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een ruime arbeidsmarkt. Er is dan een overschot van mensen die (willen) werken. Er is dan veel werkloosheid.
Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid, dan spreek je van een krappe of gespannen arbeidsmarkt.Er is dan een tekort aan mensen die (willen) werken. Er is dan weinig werkloosheid.
De situatie op de arbeidsmarkt heeft invloed op de prijs voor arbeid (=loon). Als er een ruime arbeidsmarkt is dan willen veel mensen werken, alleen zijn er niet zo veel banen beschikbaar. Werkgevers hebben veel keuze als ze een vacature hebben. Het loon zal dan laag liggen. Als er juist een krappe arbeidsmarkt is dan hebben werkgevers weinig keus. Er zijn namelijk veel plekken om te werken, maar er zijn maar weinig mensen die zich aanbieden. Het loon zal stijgen (bedrijven zullen hoge lonen bieden om er voor te zorgen dat de werkzoekenden voor hen kiezen)
Naast invloed op de lonen kan de situatie op de arbeidsmarkt ook invloed hebben op de arbeidsvoorwaarden en de internationale concurrentiepositie van Nederland.
Het werkbedrijf van het UWV
Het Werkbedrijf van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen) probeert aanbieders van arbeid (werknemers en werkzoekenden) in contact te brengen met de vragers van arbeid (overheid en bedrijven).
Als werkloze moet je ingeschreven staan bij het UWV wil je aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering (Werkloosheidswet).
Het Werkbedrijf is een onderdeel van de overheid en is een niet-commercieel bedrijf: het bedrijf hoeft geen winst te maken.
Ook uitzendbureaus proberen aanbieders van en vragers naar arbeid met elkaar in contact te brengen. Uitzendbureaus zijn wel commercieel; een uitzendbureau wil winst maken.