Inleiding
Schulden? Niemand wilt dit graag. Maar in de schulden raken is ook niet nodig. Want als je weet hoeveel je aan inkomsten hebt en als je weet hoeveel uitgaven je hebt, weet je ook waar je op zou kunnen besparen. Daarom is het belangrijk overzicht te hebben in je inkomsten en uitgaven. Want het hebben van overzicht in je geldzaken geeft je uiteindelijk een gerust gevoel!
Deze les gaat dan ook over het verkrijgen van inzicht en balans in je inkomen en uitgaven door en te begroten en te budgetteren. Dit zullen we dan ook doen door jullie kennis te vergroten middels het aanbieden van theorie, verwerkingsopdrachten en toetsen. Ik zou zeggen maak goed gebruik van deze les, want uiteindelijk zal je hierdoor je financiële zaken goed op orde kunnen houden!
De Thema's, die tijdens deze les aan de orde komen zijn:
- Behoeften
- Geld
- Budgetteren.
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les:
- weten de leerlingen wat geld is, hoe geld is ontstaan en weleke functies geld heeft;
- weten de leerlingen wat er onder behoeften, inkomsten, uitgaven, begroten en budgetteren wordt verstaan;
- Kan je een onderscheid en keuzes maken tussen de verschillende behoeften;
- weten de leerlingen dat er verschillende bronnen van inkomsten en uitgaven zijn en kunnen deze onderscheiden van elkaar;
- kunnen de leerlingen een eigen begroting maken;
- kunnen de leerlingen uitrekenen wat ze per maand ontvangen aan inkomsten en wat ze per maand uitgeven en of ze wel of niet kunnen sparen;
- weten de leerlingen zelf verandering te brengen aan hun inkomstenbronnen en hun bestedingspatroon om per maand rond te komen.
Activiteiten
|
Stap
|
Groepsgrootte
|
Activiteit
|
|
Basisstof
|
Alleen + samen
|
Theorie bestuderen over de thema’s behoeften, geld en budgetteren. De theorie wordt besproken met een klasgenoot en moeten de erbij behorende vragen beantwoord worden.
|
|
Formatieve toets
|
Alleen
|
Toets maken over thema’s uit de basisstof.
|
|
Herhalingsstof
|
Alleen + samen
|
Video bekijken en bespreken met een klasgenoot, waarna vragen beantwoord moeten worden.
|
|
Verrijkingsstof
|
Alleen + samen
|
Een video bekijken en het opstellen van een eigen begroting en deze bespreken met een klasgenoot.
Het maken van een folder en deze presenteren aan je klasgenoten.
Het maken van een som.
|
|
Summatieve- toets
|
Alleen
|
Toets maken over de thema’s behoeften, geld en budgetteren.
|
Tijd
Voor deze les heb je 2 uren nodig.
Basisstof
Bestudeer de theorie over de volgende thema's (Behoeften, geld en budgetteren).
Beantwoord daarna de daarbij behorende vragen en bespreek deze met een klasgenoot!
Behoeften
Heb jij de afgelopen de afgelopen weken geld uitgegeven aan iets dat noodzakelijk is om in leven te blijven of aan iets dat eigenlijk niet belangrijk is om te kunnen leven?
Bekijk de onderstaande video, beantwoordt daarna de er bijhorende vragen en bespreek deze met een klasgenoot!
Beantwoordt de onderstaande vragen:
1. Welke van de volgende behoeften zijn basisbehoeften?
Vakantiereis- griepprikje- gameconsole- warmhuis- ontbijt- ov chipkaart.
2. Bekijk onderstaande afbeelding. Gaat het hier om een basisbehoefte of om een luxe behoefte? Leg uit waarom.
3. Bekijk onderstaande afbeeldingen!
a. aan welke producten zou jij meer geld aan besteden en waarom?
b. leg bij elke afbeelding uit of het product op de afbeelding tot de primaire behoeften of secundaire behoeften behoort en waarom.
c. Geef bij elk product op de afbeeldingen aan of het om een gebruiksgoed gaat of om een verbruiksgoed gaat en waarom?
Geld
Bijna elke dag of week krijg je te maken met geld. Middels dit thema "Geld", leer je wat geld is en wat je allemaal kan doen met geld.
Bestudeer daarom onderstaande informatie over geld, beantwoordt daarna de erbij behorende vragen met een klasgenoot!
Ontstaan van geld
Een van de belangrijkste middelen, die je nodig hebt om in je behoeften te voorzien is geld. Geld is een ruilmiddel, die ontstaan is in de tijd van de jagers en boeren. Deze waren zelfvoorzienend en ruilden elkaars waar wanneer ze wat nodig hadden. Zo ontstond de ruilhandel. Het ruilen van goederen en diensten tegen andere goederen en diensten noemt men de directe ruil. Daarna kwam er een tijd, waarbij men zich ging specialiseren en de handel steeds belangerijker werd. Men zag toen ook in dat het ruilen met een middel, die een eider accepteerde, veel handiger zou zijn. Dus werd bijvoorbeeld aardappelen als de ruilmmiddel aangewezen.En veel later werden metalen munten de ruilmiddel. Zo ontstond geld en dus de indirecte ruil. Het ruilen van goederen en diensten tegen geld of een andere ruilmiddel wordt de indirecte ruil genoemd.
Vormen van geld
Dagelijks heb je geld nodig. Maar geld komt in 2 soorten voor, namelijk: giraal en chartaal geld. Giraald geld is geld dat op je bankrekening staat en niet tastbaar is. Bij giraal geld zie je de waarde alleen op een bankafschrift of saldomelding. Met giraal geld verricht je ook electronische betalingen. Chartaal geld integendeel is geld in de vorm van munten en bankbiljetten en is dus tastbaar. Chartaal geld wordt ook wel contant geld genoemd.
Functies van geld
Zoals eerder aangegeven wordt het middel geld gebruikt om te ruilen en heeft geld hierdoor de functie van een ruilmiddel. Maar geld kan ook als een rekenmiddel worden gebruikt: je geeft producten en diensten dan een waarde in geldeenheden om er mee te kunnen rekenen. Daarnaast is geld ook een oppotmiddel. Bij deze functie spaar je geld om het op een later tijdstip uit te geven.
Beantwoord de volgende vragen over het thema geld!
Opdracht 1. Gaat het in de volgende gevallen om giraal of chartaal geld? Leg ook uit waarom!
-je koopt een telefoonhoesje en betaalt Euro 10 bij de kas met je pinpas.
- je koopt een cadeautje en je betaalt contant met een briefje van Euro 20.
- Sam koopt online een paar t-shirts.
opdracht 2. beantwoord de volgende vraag!
Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil?
opdracht 3. Kies het juiste woord!
Als je geld pint bij een geldauutomaat, dan ............
- daalt/stijgt jouw hoeveelheid giraalgeld
- daalt/stijgt jouw hoeveelheid Chartaalgeld
Opdracht 4. Is er hier sprake van een directe of indirecte ruil?
Simone ruilt haar zelf gemaakte schilderij in voor een kledingkast waar ze haar kleren in kan hangen.
Budgetteren
Waarom budgetteren?
De hoeveelheid geld waarmee je in een beaaplde periode moet rondkomen wordt het budget genoemd. Om te kunnen rondkomen met je inkomen is het belangrijk dat je overzicht hebt op je geldzaken. Dit overzicht krijg je door een begroting te maken. Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode. Als je dan ziet dat je geld te kort zal komen, zou je kunnen bezuinigen op je uitgaven of zou je je inkomsten kunnen vergroten. Je gaat je inkomsten en uitgaven dan afstemmen op elkaar. Deze afstemming wordt budgetteren genoemd.
Inkomstenbronnen
Er zijn verschillende manieren om inkomens te verkrijgen, namelijk:
- door inkomen uit arbeid: dit is de beloning die je krijgt voor het werk dat je doet. Als werknemer ontvang je dus loon en als je zelf werkzaam bent in j eigen bedrijf, is de winst je inkomen.
- door inkomen uit bezit: je hebt bezittingen, die geld opleveren. Hierbij kan je denken aan rente, dat je krijgt als je geld spaart bij de bank of huurgeld dat je ontvangt voor het verhuren van een vakantiehuis.
- door inkomensoverdrachten: hier voor hoef je geen tegenprestatie te verrichten. Het is inkomen dat door een ander is verdiend en afgestaan wordt aan anderen. Zo betalen werkenden belastingen en sociale premies over hun inkomen. van dit geld betaalt de overheid uitkeringen zoals kinderbijslag en bijstandsuitkeringen.
Wanneer je inkomen niet uit geld bestaat maar wel in de vorm van producten en diensten, noem je dat inkomen in natura.
Uitgaven
Uitgaven kun je indelen in 3 soorten uitgaven, te weten:
- dagelijkse uitgaven oftewel huishoudelijke uitgaven: dit zijn normale uitgaven voor het huishouden bestemd zoals persoonlijke verzorging en supermarktboodschappen.
- vaste lasten: deze zijn uitgaven, die je met een bepaalde regelmaat betaalt. Ze komen om de beaaplde tijd steeds terug. Hierbij valt te denken aan abonnementen of rekeningen voor nutsvoorzieningen.
- incidentele uitgaven: deze zijn uitgaven die je niet zo vaak doet, niet met een vaste regelmaat en hebben vaak verschillende oorzaken. voorbeelden van deze uitgavensoort zijn vakantiereizen en de aanschaf van huishoudapparatuur. Voor dit soort uitgaven is het verstandiger geld apart te reserveren.
Beantwoord de volgende vragen na bovenstaande theorie te hebben bestudeerd en bespreek deze met een klasgenoot!
1. Wat kunnen we allemaal doen met inkomsten?
2. Inkomen kun je niet alleen door werk verkrijgen. Naast inkomen uit een baan, hoe kan je meer aan inkomen verkrijgen?
3. Noem een voorbeeld van inkomen uit eigendom?
4. In welke soorten uitgaven kunnen we uitgaven onderverdelen?
5. Noem voor elk genoemde uitgavensoort, een voorbeeld.
6. Waarom behoren afschrijvingen tot de vaste lasten?
Formatieve toets
Formatieve toets over de thema's behoeften, geld en budgetteren!
Klik op bovenstaande link en maak de toets individueel! Lees de vragen goed, beantwoord deze en verzend de toets door op de HAND IN WORK toets te klikken!
Herhalingsstof
Maak onderstaande opdrachten en bespreek deze met een klasgenoot!
Opdracht 1: Vul de ontbrekende woorden in!
Als je iets wilt hebben, dan heb je daar ______ aan. Wat echt onmisbaar is, noem je ________. De rest zijn _______.
Opdracht 2: Beantwoord de volgende vraag!
Als je prioriteiten stelt, komen je primaire behoeften op de eerste plaats te staan. leg uit waarom dat zo is.
Opdracht 3: Is het een directe of een indirecte ruil?
a. Jeroen laat zijn fiets repareren bij de fietsenmaker en betaalt de kosten uit ijn zakgeld.
b.Melissa koopt een tweede handse scooter en betaalt hiervoor via de bank.
Opdracht 4: Bereken!
Het saldo op je bankrekening is Euro 37,50. In je portemenee heb je Euro 21,50. Met je pinpas neem je Euro 20 op. Hoeveel chartaal en giraal geld heb je daarna over?
Opdracht 5: Beantwoord de volgende vraag!
Uitgaven kun je in 3 groepen indelen. Noem deze 3 soorten uitgaven en geef van elk een voorbeeld aan.
Opdracht 6: Beantwoord de volgende vraag!
Sander en Monica hebben samen een camping opgezet en krijgen elk jaar subsidie van de gemeente. Het werk doen ze allemaal zelf en kunnen goed rondkomen van de winst. welke soort inkomen verdienen Sander en Monica? Geef een toelichting op je antwoord.
verrijkingsstof
Suvanomics- Een begroting maken
Bekijk bovenstaande video en maak de onderstaande opdrachten!
Opdracht 1: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen!
Sam verdient als krantenbezorger elke maand Euro 150. Hij spaart 25% van zijn maandelijkse loon. Per maand geeft hij Euro 85 uit aan kleding en schoeisel. de rest van zijn geld gaat op aan cadeautjes voor zijn vriendin, de kantine en aan zijn hobby.
a. hoeveel geld spaart Sam per maand?
b. hoeveel % van zijn loon geeft sam uit aan kleding en schoeisel?
c. hoeveel geld houdt Sam over voor de andere uitgaven?
d. Hoeveel maanden zou Sam moeten sparen om een laptopvan Euro 400 te kunnen kopen?
Opdracht 2: Maak een folder over jongeren en schulden en hoe je schulden kan voorkomen.
Stap 1. denk na wat je wilt vertellen of laten zien over schulden.
Denk hierbij aan: -hoe jongeren in de schulden kunnen komen.
-wat de oorzaken en gevolgen van het hebben van schulden kunnen zijn.
-waar je hulp zou kunnen vinden indien je in de schulden raakt.
Stap 2. verzamel alle informaties en verwerk deze in de folder. Zorg ook voor Illustraties.
Stap 3. maak de folder en geef 2 tips aan hoe je schulden kunt voorkomen.
Stap 4. Presenteer jouw folder aan je klasgenoten.
Opdracht 3: Jouw eigen begroting!
Stap 1. Zet jouw eigen (verwachte) inkomsten en (verwachte) uitgaven voor de komende maand op een rij.
Stap 2. En maak je eigen begroting.
Stap 3. Ben je klaar? Ga dan na of je een sluitende begroting hebt.
Stap 4. Vergelijk je begroting met de begroting van een aantal andere klasgenoten, je bespreekt de verschillen en geeft elkaar tips om te komen tot een sluitende begroting.
Summatieve toets
Summatieve toets over de thema's behoeften, geld en budgetteren.
Klik op de bovenstaande link en maak de toets over de thema's behoeften, geld en budgetteren individueel en lever deze in door op de VERZEND TOETS aan de ONDERKANT te klikken!
Behoeften- Raita Janmahomed
