Opdracht: Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord - vmbo-b12

Opdracht: Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord - vmbo-b12

Aanwijzend voornaamwoord

Intro

In deze grammaticaopdracht staat het aanwijzend voornaamwoord centraal.

Wat is een aanwijzend voornaamwoord? Bekijk de uitleg in de video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • in een zin het aanwijzend voornaamwoord herkennen.
  • minimaal vier aanwijzende voornaamwoorden opnoemen.

Wat kan ik al?

Als je een aanwijzend voornaamwoord wilt vinden, moet je eerst weten wat een zelfstandig naamwoord en een lidwoord is.

Lees nog even de informatie in de Kennisbank over deze onderwerpen.

Grammatica: Zelfstandig naamwoord

Grammatica: Lidwoord

Maak nu de oefeningen:

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbank en maak de oefening.
Stap 2 Lees de theorie en de voorbeelden en maak de oefening.
Stap 3 en Bedenk zelf vier zinnen met aanwijzende voornaamwoorden. Vergelijk ze daarna met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindtoets over het aanwijzend voornaamwoord.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

De naam zegt het al: een aanwijzend voornaamwoord gebruik je om iets of iemand aan te wijzen.

Bestudeer nu in de Kennisbank het volgende onderwerp.

Grammatica: Aanwijzend voornaamwoord

 

Maak nu de volgende oefening.

 

Stap 2: Die, deze, dat en dit

De meest gebruikte aanwijzend voornaamwoorden zijn: die, deze, dat en dit.

Bij de-woorden gebruik je die en deze:
de man - die man - deze man.

  • Die gebruik je als iets verder weg is: Die man is mijn oom.
  • Deze gebruik je als iets dichterbij is: Deze leerling is erg goed.


Bij het-woorden gebruik je dit en dat:
het feest - dit feest - dat feest.

  • Dat gebruik je als iets verder weg is: Dat meisje is mijn nicht.
  • Dit gebruik je als iets dichterbij is: Dit feest is erg gezellig.


Maak de volgende oefening.

Stap 3: Vier zinnen

Die, deze, dat en dit zijn de meest voorkomende aanwijzende voornaamwoorden.
 Maar er zijn meer aanwijzende voornaamwoorden, zoals: 'zulke' en 'degene'.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Grammatica: Zelfstandig naamwoord

Grammatica: Lidwoord

Grammatica: Aanwijzend voornaamwoord

Eindopdracht: Toets

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit negen vragen.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aanwijzende voornaamwoorden herkennen?
    Kun je vier woorden noemen die als aanwijzend voornaamwoord gebruikt worden?

Hoe ging het?

  • Wat kan ik al?
    Was de informatie in de Kennisbank over zelfstandig naamwoord en lidwoord nog bekend voor je?
  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 lesuur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om te oefenen?
  • Inhoud
    Vond je de opdracht in Stap 3 leuk om te doen? Had je weer heel andere zinnen dan je klasgenoot?
  • Het arrangement Opdracht: Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord - vmbo-b12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-09-03 15:37:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn stad', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-b12. In deze grammaticaopdracht staat het aanwijzend voornaamwoord centraal. In de subopdrachten wordt kennisgemaakt met de verschillende aanwijzend voornaamwoorden (die, dat ,deze, dit, zulke, degene etc.) en wanneer welke gebruikt dient te worden. Afsluitend is er een toets beschikbaar. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aanwijzend voornaamwoord, arrangeerbaar, die dat deze, grammatica- aanwijzend voornaamwoord, mijn stad, nederlands, stercollectie, vmbo-b12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank vmbo-ob

    https://maken.wikiwijs.nl/89822/Nederlands_Kennisbank_vmbo_ob